-
Maria, een discipel, geen koninginDe Wachttoren 1957 | 1 september
-
-
DISCIPEL VAN JEZUS
Welk een contrast bestaat er tussen de nederige moeder en discipel van Jezus welke in de bijbel wordt beschreven, en de met goud en juwelen bedekte beeltenissen van de „Koningin des hemels,” welke door mensen vereerd en aanbeden worden! Maria’s zachtmoedigheid, oprechtheid en liefde voor rechtvaardigheid maakten haar tot een geschikte en toegewijde discipel van Jezus. Nergens treffen wij haar aan met een aureool om haar hoofd en met rijkdom behangen, zoals de verheerlijkte „Koningin des hemels.” Na Jezus’ dood werd zij niet in de christelijke gemeente verheerlijkt. Ja, er is juist erg weinig over haar bekend. De laatste keer dat zij in de bijbel ter sprake komt, is wanneer zij met de andere trouwe volgelingen van de Here in een bovenkamer God aanbidt (Hand. 1:13, 14). Toen zij stierf, keerde haar lichaam terug tot het stof en is zij in de dood ontslapen totdat Gods bestemde tijd was aangebroken om haar met de andere getrouwen ten leven op te wekken als een geestelijk hemels schepsel. — 1 Kor. 15:44, 50; 2 Tim. 4:8.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1957 | 1 september
-
-
Vragen van lezers
● Volgens de King James Version en de Statenvertaling luidt Johannes 8:58: „Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik.” De New World Translation luidt echter: „Jezus zei hun: ’Waarlijk, ik zeg u, Eer Abraham tot bestaan kwam, ben ik geweest.’” Waarom wordt er in de New World Translation „ben ik geweest” gebruikt in plaats van „ben ik”? — R.B., Verenigde Staten.
Het hier gebruikte Griekse werkwoord, eimi, staat letterlijk in de tegenwoordige tijd, maar omdat het wordt voorafgegaan door het gedeelte dat naar Abrahams verleden verwijst en dat in de infinitief-vorm van de aoristus staat, moet het Griekse werkwoord eimi als een historische tegenwoordige tijd of een onvoltooid tegenwoordige tijd duidend op iets dat in het verleden is gebeurd, beschouwd worden. Hadley en Allens Greek Grammar vermeldt in sectie 828 over de historische tegenwoordige tijd: „HISTORISCHE TEGENWOORDIGE TIJD. — In een levendige beschrijving denkt men zich een gebeurtenis uit het verleden vaak in als iets uit de tegenwoordige tijd en men drukt het ook aldus uit: . . . De tegenwoordige tijd aldus gebruikt, wordt vrijelijk afgewisseld met de verleden tijden . . .”
A.T. Robertsons A Grammar of the Greek New Testament in the Light of Historical Research vermeldt onder „De historische tegenwoordige tijd” op de bladzijden 866-869: „Dit levendige idioom is populair in alle talen, vooral in de omgangstaal. . . . ’In het Grieks komt het vaker voor dan in het Engels en is een overblijfsel van de oorspronkelijke stam van onze talen.’ ’Het gaat tot op vroegere datum terug dan de differentiëring in onvoltooide tijd en aoristus.’ . . . Het is heel gewoon in de LXX [Septuaginta], . . . Hawkins treft de historisch tegenwoordige tijd 337 maal in de LXX aan. Josefus gebruikt hem ook. De voorbeelden uit het Nieuwe Testament zijn dus ’dramatisch.’ De historisch tegenwoordig tijd is niet altijd aoristisch. Ze kan een bepaalde tijdsduur aanduiden zoals de onvoltooide tijd. . . . Hawkins . . . heeft in Mattheüs 93 historische tegenwoordige tijden aangetroffen (waarvan 15 in de gelijkenissen), maar 162 in Johannes en 151 in Markus. In het overige deel van het Nieuwe Testament komt hij zelden voor. Het veelvuldigst komt hij voor in Markus, Johannes en Mattheüs en wel in deze volgorde. . . .”
Wanneer u de New World Translation onderzoekt, zult u bemerken dat de historische tegenwoordige tijd niet als zodanig in deze vertaling is vertolkt, uitgezonderd in De Openbaring; wanneer echter uit het verband blijkt dat er een verleden tijd bedoeld wordt, is de historisch tegenwoordige tijd aldus vertaald. Een voorbeeld van waar het Grieks de historisch tegenwoordige tijd en de verleden tijd door elkaar gebruikt, is Johannes 1:29-42 en ook hoofdstuk 20 van Johannes, zoals uit de King James Version blijkt. Zie ook op Markus 1:12, 13. Zelfs de King James Version vertolkt in enkele gevallen de historisch tegenwoordige tijd van het Grieks in het Engels met een verleden tijd, zoals in Mattheüs 3:1. Ook de Statenvertaling vertolkt deze vorm op de vele andere plaatsen met een verleden tijd.
Dat een historische tegenwoordige tijd van het Grieks in het Engels en in het Nederlands in een zin in de verleden tijd terecht ook met een verleden tijd wordt vertolkt, wordt door de beste hedendaagse bijbelvertalers erkend. Dr. James Moffatt had zitting in het vertaalcomité, van de „Revised Standard Version” en merkt op hoe hij
-