De Grote Onderwijzer diende andere mensen
Een artikel dat bestemd is om door ouders met hun kinderen gelezen te worden
JEZUS heeft altijd veel voor andere mensen gedaan. Hij spreidde liefde voor hen ten toon. Hij zei: ’Ik ben met gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.’ Als wij dus net als de Grote Onderwijzer willen zijn, moeten ook wij veel voor anderen doen. — Matth. 20:28.
Het is waar dat veel mensen dit niet doen. De meeste mensen willen zelfs altijd dat anderen hèn dienen. Bij een zekere gelegenheid koesterden zelfs Jezus’ volgelingen deze gedachte. Zij wilden stuk voor stuk de grootste of de belangrijkste zijn. Dit blijkt uit wat er op zekere dag gebeurde.
Jezus had met zijn volgelingen gereisd en nu naderden zij een stad in de buurt van de Zee van Galiléa. De bijbel vertelt ons: „Toen [Jezus] nu in het huis was, stelde hij hun de vraag: ’Waarover hebt gij onderweg geredetwist?’ Zij bleven zwijgen, want zij hadden er onderweg met elkaar over geredetwist wie groter was.” — Mark. 9:33, 34.
Jezus wist dat het niet goed was dat zij hierover redetwistten. Hij wilde hun verkeerde denkwijze verbeteren en hen helpen zich te veranderen. Toen zij op zekere dag bijeenwaren, gaf hij hun daarom een les die zij nooit zouden vergeten. Wat deed hij dan?
Toen zij samen aan de maaltijd waren, stond Jezus van tafel op. Hij deed zijn bovenkleren uit, nam een handdoek en knoopte die om zijn middel. Vervolgens nam hij een bak en deed er water in. Zij moeten zich allemaal verbaasd hebben afgevraagd wat hij nu ging doen.
Terwijl zij toekeken, ging Jezus naar elk van hen toe, boog zich neer en waste hun voeten. Vervolgens droogde hij hun voeten met de handdoek af. Denk je eens even in! Zijn volgelingen voelden zich helemaal niet op hun gemak dat de Grote Onderwijzer hen op deze wijze diende. Een van hen wilde Jezus niet eens toestaan deze nederige dienst voor hem te verrichten. Jezus zei echter dat het belangrijk voor hem was dit te doen. — Joh. 13:2-11.
Waarom waste Jezus hun voeten? Welnu, in het land waar zij woonden, droegen de mensen open sandalen aan hun blote voeten of gingen zij barrevoets. Wanneer zij dus op de stoffige wegen liepen, raakten hun voeten bedekt met een laagje bruin stof. Het was in die dagen daarom een vriendelijke daad om de stoffige voeten van iemand die op bezoek kwam te wassen. Als er in een huis dienstknechten waren, moest de minst belangrijke dienstknecht altijd de voeten van de bezoeker wassen.
Deze keer bood echter geen van Jezus’ volgelingen aan de voeten van de anderen te wassen. Daarom deed Jezus dit zelf. Door dit te doen, leerde Jezus zijn volgelingen een belangrijke les. Zij moesten deze les ter harte nemen. En het is een les die ook wij thans moeten leren.
Welke les was dit? Nadat Jezus zijn bovenkleren weer had aangetrokken en zijn plaats aan tafel weer had ingenomen, legde hij uit: ’Begrijpen jullie wat ik voor jullie heb gedaan? Jullie noemen mij „Leraar” en „Heer”, en daar hebben jullie gelijk in. Als ik, jullie Leraar en Heer, jullie voeten heb gewassen, dienen jullie de voeten van elkaar te wassen.’ — Joh. 13:12-14.
De Grote Onderwijzer toonde hier aan dat hij wilde dat zijn volgelingen elkaar zouden dienen. Zij moesten niet denken dat zij zo belangrijk waren dat anderen altijd hen moesten dienen. Dat was de les die Jezus hun onderwees!
Jezus bedoelde niet dat zijn volgelingen altijd de voeten van andere mensen moesten wassen. Hij bedoelde veeleer dat zij altijd bereid moesten zijn om anderen te dienen, ook al was deze dienst zo nederig als het wassen van iemands voeten. Hij wilde niet dat zijn volgelingen alleen maar aan zichzelf zouden denken. Hij wilde niet dat zij trots of zelfzuchtig zouden zijn.
Was dat niet een prachtige les? Zul jij net als de Grote Onderwijzer zijn en andere mensen dienen? Wij kunnen allemaal kleine dingen voor anderen doen. Dit zal hen gelukkig maken. Het mooiste is echter dat het Jezus en zijn Vader in de hemel blij zal maken.
Het is niet moeilijk om andere mensen te dienen. Als je oplet, zul je veel dingen ontdekken die je voor anderen kunt doen. Dit kan thuis gebeuren, op school of bijna overal waar je maar bent.
Denk nu eens na: Is er soms iets wat je kunt doen om je moeder te helpen? Je weet dat zij veel voor jou doet en voor de andere gezinsleden. Kun jij haar helpen? Waarom vraag je haar niet of dit mogelijk is?
Misschien kun je de tafel dekken voordat jullie gaan eten. Of misschien kun je na afloop van de maaltijd de tafel afruimen. Sommige kinderen ruimen altijd het keukenafval op. Wàt je echter ook kunt doen, je zult anderen dienen, net zoals Jezus dit heeft gedaan.
Heb je jongere broertjes en zusjes die je kunt dienen? Houd in gedachten dat Jezus, de Grote Onderwijzer, zelfs zijn volgelingen diende. Door je jongere broertjes en zusjes te dienen, zul jij Jezus navolgen. Ook zul je deze kinderen leren dat zij anderen moeten dienen.
Wat kun je voor hen doen? Misschien kun je hun leren hun speelgoed op te ruimen wanneer zij klaar zijn met spelen. Of misschien kun je hen helpen met aankleden of zich klaar te maken om naar bed te gaan. Zij zullen van je gaan houden als je deze dingen doet, net zoals Jezus’ volgelingen van hem hielden.
Ook op school kun je andere mensen dienen. Misschien je klasgenootjes of je onderwijzeres. Als iemand zijn boeken laat vallen, zou het vriendelijk van jou zijn hem te helpen ze op te rapen. Je zou kunnen aanbieden het schoolbord voor je onderwijzeres schoon te maken of iets anders voor haar te doen. Het is zelfs een vriendelijke dienst de deur voor iemand open te houden.
Soms zul je bemerken dat mensen je er niet voor bedanken dat je hun een dienst bewijst. Moet je er dan maar mee ophouden goed te doen? Neen! Veel mensen hebben Jezus niet voor zijn goede werken bedankt. Dat weerhield hem er echter niet van goed te doen.
Wees dus nooit terughoudend wanneer het erop aankomt andere mensen te dienen. Denk aan de Grote Onderwijzer, Jezus. Probeer altijd zijn voorbeeld na te volgen.