Hoe de ware religie te identificeren
DE LOGICA schrijft voor dat er slechts één ware religie is. Dat is in overeenstemming met het feit, dat de ware God „geen God van wanorde, maar van vrede” is (1 Kor. 14:33). Bovendien zei Jezus Christus over degenen die deze religie beoefenen, dat zij God „met geest en waarheid” aanbidden, en de waarheid is nooit met zichzelf in strijd. — Joh. 4:23, 24.
Maar wie zijn deze ware aanbidders tegenwoordig? Hoe kunt u hen identificeren en weten dat hun aanbidding inderdaad de aanbidding is die door God wordt goedgekeurd?
Dit kan niet eenvoudigweg bepaald worden op basis van wat mensen en organisaties beweren te zijn. Jezus wees er in zijn bergrede op dat velen tot hem zouden zeggen: „Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?” Toch zou hij hun zeggen: „Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid.” Een ware aanbidder te zijn houdt dus meer in dan slechts te beweren dit te zijn, of zelfs ogenschijnlijk prijzenswaardige werken te verrichten. Het betekent werkelijk de wil van de hemelse Vader te doen. — Matth. 7:21-23.
Jezus zei ook dat valse profeten in schaapskleren zouden komen, terwijl zij van binnen als roofzuchtige wolven zouden zijn. Hij heeft ons echter een maatstaf gegeven waardoor wij het onderscheid tussen de ware en de valse dienstknechten van God kunnen zien, door te zeggen: „Aan hun vruchten zult gij die mensen dus waarlijk herkennen.” — Matth. 7:15-20.
De apostel Paulus, een getrouwe volgeling van Jezus, wees ook op de noodzaak voorzichtig te zijn. Hij waarschuwde dat sommige mensen dienaren van rechtvaardigheid zouden lijken, en toch valse christenen zouden zijn. Aan de buitenkant lijken zij misschien niet slecht. Maar wanneer zij worden beoordeeld in het licht van Gods Woord, de bijbel, dan blijken zij dienaren van Gods vijand, Satan, te zijn, want hun werken druisen in feite tegen Gods wil in (2 Kor. 11:13-15). Wanneer wij de leiding van zulke valse christenen volgen, kan dat er alleen maar toe leiden dat wij het eeuwige leven verliezen.
Wat zijn dan enkele van de identificerende kenmerken van ware aanbidders van God? Wat zijn de voortreffelijke vruchten die zij zouden voortbrengen?
LIEFDE ONDER ELKAAR
De bijbel vertelt ons dat ’God liefde is’. In overeenstemming hiermee toonde Jezus aan dat het meest op de voorgrond tredende kenmerk van hen die zijn voorbeeld bij de aanbidding van God volgen is, dat zij liefde onder elkaar zouden hebben. Hij zei: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — 1 Joh. 4:8; Joh. 13:35.
Wil deze liefde werkelijk een identificerend kenmerk zijn, dan zou het niet alleen een kwestie kunnen zijn van voorgeven aardig tegen elkaar te zijn, wel? Het moet een liefde zijn die elk aspect van het dagelijks leven diepgaand beïnvloedt. Ze dient van invloed te zijn op de manier waarop men de andere leden van het gezin behandelt en op de houding ten opzichte van mensen van andere rassen en natiën. Ware aanbidders van God slaan acht op de schriftuurlijke aanmoediging: „Laten wij liefhebben, niet met het woord noch met de tong, maar met de daad en in waarheid” (1 Joh. 3:18). Zij tonen liefde door daden, niet alleen door woorden. Zij streven datgene na waarmee de belangen van anderen werkelijk het beste gediend zijn.
Dragen de religieuze organisaties waarmee u bekend bent, dit identificerende kenmerk? Prenten ze hun leden een liefde in die zo sterk is dat ze zelfs in moeilijke tijden echt blijft? Wat doen ze bijvoorbeeld wanneer de spanningen tussen wereldse natiën tot oorlog leiden? De feiten tonen aan dat verreweg de meeste van deze organisaties hebben gewild dat hun leden naar het slagveld gingen en hun medegelovigen van een andere nationaliteit op bevel van wereldse mensen doodden.
Denkt u dat een dergelijke handelwijze in overeenstemming is met Gods Woord en werkelijk Gods geest weerspiegelt? Gelooft u dat het in overeenstemming is met Jezus’ bevel: „Blijft uw vijanden liefhebben”? (Matth. 5:44) De bijbel vertelt heel duidelijk hoe ware aanbidders van God onderscheiden kunnen worden van valse aanbidders: „Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de Duivel kenbaar: Een ieder die geen rechtvaardigheid betracht, spruit niet uit God voort, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. Want dit is de boodschap die gij van het begin af hebt gehoord, dat wij liefde voor elkaar moeten hebben; niet zoals Kaïn, die uit de goddeloze voortsproot en zijn broer vermoordde.” — 1 Joh. 3:10-12.
Toch heeft, zoals u wel zult weten, niet iedereen de handelwijze gevolgd wereldse oorlogen te ondersteunen en in dergelijke conflicten medegelovigen te doden. Sommigen hebben met de apostel Paulus kunnen zeggen: „Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen oorlog overeenkomstig datgene wat wij zijn in het vlees. Want de wapenen van onze oorlogvoering zijn niet vleselijk” (2 Kor. 10:3, 4). Zij hebben zich er niet aan schuldig gemaakt overeenkomstig een leugen te leven door te zeggen: „Ik heb God lief”, en tegelijkertijd hun broeder die een andere nationaliteit heeft, te haten. — 1 Joh. 4:20, 21.
Zij die Jezus werkelijk navolgen, laten niet alleen na anderen kwaad te berokkenen, maar leggen ook op andere manieren liefde aan de dag. Hoe dan? Door de eenheid die zij hebben met medechristenen in alle landen, door de manier waarop zij met hun naasten omgaan en door hun liefderijke pogingen anderen te helpen meer over God te weten te komen. — Gal. 6:10.
EERBIED VOOR GODS WOORD
Nog een kenmerk van de ware religie en van hen die deze beoefenen, is eerbied voor Gods Woord. Toen Gods Zoon op aarde was, heeft hij hierin het voorbeeld gegeven door de grootst mogelijke eerbied voor de geïnspireerde Schrift te tonen. Hij haalde ze aan als de beslissende autoriteit in allerlei aangelegenheden. Hij verwees zijn toehoorders voortdurend naar Gods Woord en moedigde hen aan het te lezen en toe te passen. — Matth. 19:4-6; Luk. 24:44, 45.
Ook toonde Jezus zijn diepe eerbied voor de bijbel door elke dag in overeenstemming met de bijbelse leer te leven. De vervulling van Gods Woord betekende voor hem zelfs meer dan zijn eigen leven (Matth. 26:53-56). Nooit kleineerde hij de bijbel; integendeel, hij veroordeelde hen die in gebreke bleven in overeenstemming ermee te onderwijzen en die door hun eigen leerstellingen probeerden de kracht ervan te verzwakken. — Mark. 7:9-13.
Wat kan er in dit verband over de vele kerkelijke organisaties van de hedendaagse christenheid gezegd worden? Wanneer u uitspraken van geestelijken hoort of leest waarin gedeelten van de bijbel „mythen” worden genoemd of waarin de evolutietheorie boven de bijbelse scheppingsleer wordt gesteld, zou u dan zeggen dat zij eerbied voor Gods Woord aankweken? Of wanneer u verklaringen leest waarin zulke kerkelijke leiders betogen dat seksuele betrekkingen buiten het huwelijk niet noodzakelijkerwijs verkeerd zijn, of dat zelfs homoseksualiteit heel juist kan zijn, zou u dan zeggen dat zij de mensen ertoe aanmoedigen de bijbel als hun gids te gebruiken? Zij volgen heel beslist niet het voorbeeld van Gods Zoon en zijn apostelen. — Matth. 15:18, 19; Gal. 5:19-21; Rom. 1:24-27.
Tonen de vruchten die in het leven van de leden van deze kerken aan de dag worden gelegd, dat zij het Woord van God werkelijk respecteren? Als u uit eigen ervaring spreekt, zou u dan zeggen dat de meeste mensen die ’s zondags een kerkgebouw bezoeken, ’s maandags en de rest van de week bijbelse beginselen in hun gezinsleven en in hun omgang met anderen toepassen?
Gods Woord laat zien dat er mensen zijn die dan wel de bijbel hebben en hem zelfs bestuderen, maar die door hun werken bewijzen dat zij de God die zij beweren te kennen, verloochenen. „Zij maken in het openbaar bekend dat zij God kennen”, zegt de bijbel, „maar zij verloochenen hem door hun werken, omdat zij verfoeilijk zijn en ongehoorzaam en onbekwaam voor enig goed werk” (Tit. 1:16; Joh. 5:39, 40). De vorm van aanbidding die zij beoefenen, is God niet aangenaam, omdat zij zijn Woord geen werkelijke kracht in hun leven laten uitoefenen. — 2 Tim. 3:5.
Aanvankelijk zou men kunnen redeneren dat het maar één predikant is die verkeerd is, of dat het maar bepaalde kerklidmaten zijn die niet het juiste doen. Maar wat als de predikant die de bijbel kleineert, zijn positie behoudt? En wat als de kerklidmaten die het verkeerde doen, in aanzien blijven? Dan wordt het tijd om het feit onder de ogen te zien dat de slechte vruchten de religieuze organisatie zelf identificeren.
Als dit het geval is, dan zult u ook steeds bemerken dat niet alle leerstellingen van deze organisatie in overeenstemming zijn met de bijbel. Als u thans verbonden bent met een dergelijke religieuze organisatie, waarvan de leerstellingen niet volledig in harmonie met Gods Woord zijn, dan staat u voor een ernstig probleem. Het is het probleem, de beslissing te nemen om òf de betrouwbaarheid van de bijbel te aanvaarden, òf deze te verwerpen ter wille van leerstellingen die niet door de bijbel ondersteund worden.
Wat u doet, moet natuurlijk uw persoonlijke beslissing zijn. U dient alles echter zorgvuldig te overwegen, daar de beslissing die u neemt van invloed zal zijn op uw verhouding tot God en uw vooruitzichten op eeuwig leven in zijn nieuwe samenstel.
GODS NAAM HEILIGEN
Nog een vereiste voor de ware religie is, dat ze Gods naam moet heiligen. Waarom? Omdat, toen Jezus Christus zijn volgelingen leerde bidden, hij hun toonde dat zij zich daar in de eerste plaats om moesten bekommeren. „Gij dan moet aldus bidden”, zei hij: „Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd.” — Matth. 6:9.
Dit betekent dat de naam als heilig beschouwd dient te worden, en ook als iets heiligs moet worden behandeld. Jezus zelf heeft dat beslist gedaan. Hij bleef niet in gebreke zijn Vaders naam te gebruiken, noch behandelde hij deze als onbelangrijk. Integendeel, Jezus zei in gebed tot zijn Vader: „Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken” (Joh. 17:26). Hij wist dat het Gods voornemen is dat zijn naam op heel de aarde verheerlijkt wordt, en hij heeft het voorbeeld gegeven door die naam bekend te maken en te eren. — Joh. 12:28; Jes. 12:4, 5.
Ook laat de Schrift zien dat de gemeente die God uit de wereld geroepen heeft voornamelijk bestaat met het doel „een volk voor zijn naam” te zijn (Hand. 15:14). Als u redding wilt verkrijgen, moet ook u de naam van God kennen en eren. Dat het van levensbelang is Gods naam bekend te maken zodat anderen Hem kunnen leren kennen en voor redding kunnen aanroepen, wordt duidelijk aangetoond in Romeinen 10:13, 14, waar staat: „Want ’een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered’. Hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt?”
Stel uzelf nu eens de vraag: Welke religieuze groepering valt het meest op doordat ze de naam van God verkondigt zoals Jezus dit deed? De kerken in het algemeen vermijden het de naam Jehovah te gebruiken; en hoewel sommige kerken zeggen dat ze meer voor de vorm „Jahweh” voelen, gebruiken ze die vorm van Gods naam ook maar zelden. Sommige zijn zelfs zo ver gegaan, dat ze Gods naam uit hun bijbelvertalingen geschrapt hebben. De meest gebruikte Nederlandse bijbelvertalingen laten de naam Jehovah helemaal weg, hoewel deze naam in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst bijna zevenduizend maal voorkomt.
Voldoen deze organisaties aan dit vereiste van de ware religie? Welke groepering legt dan wel getuigenis van Gods naam af zoals Jezus, die in de bijbel „de Getrouwe Getuige” wordt genoemd, dit deed? (Openb. 1:5; Jes. 43:10-12) Als u met uw medemensen zou praten en herhaaldelijk over Jehovah zou spreken en daarbij de heilige naam zou gebruiken, met welke organisatie zouden zij u dan in verband brengen, denkt u? Die vraag is niet moeilijk te beantwoorden. Er is slechts één volk dat heel duidelijk Jezus’ voorbeeld in dit verband volgt.
HET KONINKRIJK GODS BEKENDMAKEN
Ook maken ware aanbidders het koninkrijk Gods als de werkelijke hoop voor de mensheid bekend. Zij zouden niet anders kunnen als zij Jehovah God willen behagen, want hij heeft heel duidelijk uiteengezet dat het Koninkrijk zijn voorziening is om de aarde te regeren. De bijbel zegt zelfs over de tijd waarin wij leven: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid.” — Dan. 2:44; 7:13, 14.
Jezus heeft het voorbeeld gegeven door Gods koninkrijk bekend te maken. Hij ging van het ene eind van het land naar het andere, „terwijl hij het goede nieuws van het koninkrijk Gods predikte en bekendmaakte” (Luk. 8:1). Hij en zijn apostelen deden dit door van dorp tot dorp en „van huis tot huis” te gaan (Hand. 20:20). Jezus voorzei ook het volgende voor deze „laatste dagen”: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Matth. 24:14.
Tegenwoordig horen wij religieuze leiders vaak ten gunste van politieke organisaties, zoals de Verenigde Naties, spreken en ervoor bidden. Maar wie verrichten de prediking van het goede nieuws over Gods koninkrijk, zoals Jezus heeft voorzegd? Als er iemand bij u of uw buurman aan de deur komt en u hoort hem zeggen dat Gods koninkrijk de werkelijke hoop voor de mensheid is, met welke organisatie brengt u die persoon dan in verband? Verrichten de voorgangers van uw religie de bediening op die wijze? Dit is een van de voornaamste bezigheden van hen die werkelijk de wil van de hemelse Vader doen, in navolging van zijn Zoon Jezus. — 1 Petr. 2:21.
ZICH AFGESCHEIDEN VAN DE WERELD HOUDEN
Nòg een vereiste van de ware religie is, dat ze zich afgescheiden van de wereld en haar aangelegenheden houdt. De bijbel toont in Jakobus 1:27 aan dat wij ons „onbevlekt van de wereld” moeten bewaren wanneer wij willen dat onze aanbidding vanuit Gods standpunt bezien rein en onbesmet is. Dit is van ernstig belang, want „al wie . . . een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God”. — Jak. 4:4.
U zult kunnen begrijpen waarom dit zo belangrijk is, wanneer u bedenkt dat Gods Woord duidelijk maakt dat de heerser van de wereld Gods voornaamste tegenstander, Satan de Duivel, is (Joh. 12:31). De apostel Johannes schreef daarom: „Wij weten dat wij uit God voortspruiten, maar de gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze.” — 1 Joh. 5:19.
Tonen de feiten aan dat de kerken in uw omgeving dit ter harte nemen? Zijn zowel de geestelijken als de lidmaten van de gemeenten „geen deel van de wereld”, zoals dat volgens Jezus’ woorden met zijn ware volgelingen het geval zou zijn? (Joh. 15:19) Of zijn zij diep verwikkeld in de aangelegenheden van de wereld, in haar nationalisme, haar politiek en haar klassenstrijd?
Het is niet nodig dat iemand anders die vragen voor u beantwoordt. De activiteiten van de kerken worden wijd en zijd bekendgemaakt, en u weet wat ze doen. Als er in uw omgeving mensen zijn die vanwege hun religie niet aan dergelijke activiteiten meedoen, dan weet u ongetwijfeld ook wie zij zijn.
DE WARE RELIGIE IDENTIFICEREN
Tot welke slotsom komen wij, nu wij deze identificerende kenmerken van de ware religie welke God ons in zijn Woord heeft gegeven, hebben doorgenomen? De kwestie waar het om gaat is niet, of een bepaalde religieuze groepering aan een of twee van deze vereisten schijnt te voldoen, noch of enkele van haar leerstellingen in overeenstemming zijn met de bijbel. De ware religie moet, en dat zegt heel wat meer, aan al deze vereisten voldoen, en haar leerstellingen moeten allemaal volkomen met Gods Woord in harmonie zijn. Alleen dan kan een dergelijke religie Jehovah God werkelijk behagen.
Er zijn niet veel religies die aan deze vereisten voldoen die in Gods Woord worden uiteengezet. Er is er slechts één. De bijbel zegt dan ook duidelijk: „Eén lichaam is er en één geest, zoals gij ook werdt geroepen in de ene hoop waartoe gij werdt geroepen; één Heer, één geloof” (Ef. 4:4, 5). Ja, er is slechts „één geloof”, dat wil zeggen, slechts één geloof dat door de Almachtige God wordt erkend en goedgekeurd.
Wie zijn dan tegenwoordig de ware aanbidders? Op grond van de bewijzen die mensen in alle delen van de aarde bekend zijn of die hun ter beschikking staan, aarzelen wij niet te zeggen dat het de christelijke getuigen van Jehovah zijn. Om die overtuiging te kunnen delen, moet u hen goed leren kennen. De beste manier daarvoor is, hun vergaderingen in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen bij te wonen. Op deze wijze kunt u zelf zien hoe de organisatie functioneert en hoe degenen die ermee verbonden zijn, Gods Woord in hun leven in praktijk brengen. Daar God ons de verzekering geeft dat het beoefenen van de ware religie thans grote tevredenheid schenkt en de weg opent voor eeuwig leven in zijn nieuwe samenstel van dingen, zal het beslist de moeite waard zijn een dergelijk onderzoek in te stellen (Deut. 30:19, 20). U wordt door ons hartelijk uitgenodigd dit te doen. Waarom zou u dit onderzoek niet nu instellen?