-
Hoe zijn God en Christus „één”?De Wachttoren 1976 | 1 juli
-
-
Abrahams verleden over zichzelf sprak. Talrijke vertalingen geven dit in hun vertolkingen te kennen. An American Translation luidt bijvoorbeeld: „Ik bestond voordat Abraham werd geboren!”
Dat Jezus naar zijn voormenselijke bestaan verwees had voor de joden niet als een verrassing moeten komen. Eeuwen voordien had Micha’s profetie over de Messías gezegd: „Gij, o Bethlehem Efratha, die te klein zijt om onder de duizenden van Juda gerekend te worden, uit u zal mij voortkomen degene die heerser in Israël zal worden, wiens oorspronga is uit oude tijden, uit de dagen van onbepaalde tijd” (Micha 5:2). Dus hoewel Jezus lang vóór Abraham bestond, is hij niet zonder begin. In tegenstelling tot zijn Vader, die „van onbepaalde tijd tot onbepaalde tijd” is, wordt er over de „oorsprong” van de Zoon gesproken. — Ps. 90:2.
Dat Jezus de „Zoon van God” genoemd wordt, onthult op zichzelf reeds dat hij door de Vader werd voortgebracht en dat hij derhalve zijn eerstgeboren en eniggeboren Zoon is. Jezus heeft zelf gezegd: „Ik leef vanwege de Vader” (Joh. 6:57). Nadat de Zoon tot bestaan was gekomen, werd hij gebruikt om alles te scheppen (Joh. 1:1-3; Kol. 1:15-17; Hebr. 1:2). Als eerstgeboren Zoon, verheugde hij zich in een speciale intieme verhouding tot de Vader. Er wordt in de Schrift van hem gezegd dat hij zich „in de boezempositie bij de Vader” bevindt. — Joh. 1:18.
Jezus heeft het beeld — de persoonlijkheid en manier van doen — van zijn Vader zo volmaakt weerspiegeld, dat hij tegen Filippus kon zeggen: „Wie mij heeft gezien, heeft ook de Vader gezien” (Joh. 14:9). Daarom kan men God alleen maar door bemiddeling van de Zoon leren kennen. Jezus drukte dit als volgt uit: „Alle dingen zijn door mijn Vader aan mij overgegeven, en niemand weet wie de Zoon is, dan de Vader; en niemand weet wie de Vader is, dan de Zoon, en hij aan wie de Zoon hem wil openbaren.” — Luk. 10:22.
Wat een grootse eenheid bestaat er tussen Jehovah God en zijn eerstgeboren Zoon! Zij zijn altijd „één” in voornemen en activiteit. Zoals de Schrift echter duidelijk aantoont, zijn zij niet aan elkaar gelijk. De Zoon erkent altijd de superieure positie van zijn Vader door zich aan zijn Vader als zijn God te onderwerpen en er behagen in te scheppen de wil van zijn Vader te doen. „Hij die mij gezonden heeft”, zo zei Jezus, „is met mij; hij heeft mij niet aan mijzelf overgelaten, omdat ik altijd de dingen doe die hem behagen” (Joh. 8:29; 1 Kor. 11:3). Jezus is dus waarlijk, neen, niet ’God de Zoon’ of de „tweede persoon” van een drieënige God, maar de „Zoon van God”. — Joh. 20:31.
-
-
De rol van de Orthodoxe Kerk in RuslandDe Wachttoren 1976 | 1 juli
-
-
De rol van de Orthodoxe Kerk in Rusland
IN 1847 schreef de Russische litteraire criticus Vissarion Belinski aan een schrijver die zich lovend over de Russische Orthodoxie had uitgelaten: „Waarom haalt u Christus erbij? Welke overeenstemming hebt u gevonden tussen Hem en welke kerk maar ook, in het bijzonder de Orthodoxe Kerk? Hij was de eerste die de mensheid de leer van vrijheid, gelijkheid en broederschap verkondigde, en met Zijn martelaarschap heeft hij de waarheid van Zijn leringen bezegeld.” Was er werkelijk zo’n groot verschil tussen het christendom en de Russische Orthodoxie?
In het boek House Without a Roof (1961), van Maurice Hindus, wordt opgemerkt: „In tsaristische tijden bestond meer dan 80 percent van de bevolking uit de boerenstand, maar de Kerk heeft nooit gepoogd de moezjik [Russische boer] te bevrijden van de bijgelovige denkbeelden die nog uit heidense tijden stamden. De geestelijkheid bleef apathisch onder de heksen, tovenaars, magiërs en bezweerders die de dorpen onveilig maakten en hun voordeel deden met de lichtgelovigheid en onwetendheid van de moezjik’s. De dorps-batoesjka [priester] was zelf vaak een onwetend man, verslaafd aan de wodka en er niet afkerig van een aantrekkelijke vrouwelijke parochiaan te verleiden.”
Wat was de oorzaak van deze wantoestanden? Waarom beklemtoonde de Orthodoxe Kerk niet krachtdadiger de religie en hoge morele maatstaven van Gods Woord? Hindus schrijft: „De fatale fout van de Russische Kerk was dat ze volledig onderworpen en dienstbaar was aan de tsaristische staat, die . . . ’ieder sprankje religieus leven in de kiem smoorde’.”
’Maar de situatie is beslist veranderd; nu is het niet meer zo’, zullen sommigen wellicht denken. Op grond van jarenlange eigen waarnemingen verklaart Hindus over de hedendaagse Orthodoxe Kerk in Rusland:
„De grondwet weert de Kerk uit de politiek en beperkt haar functie uitsluitend tot religieuze vieringen. Maar wanneer het Kremlin een beroep op haar doet, staat ze direct klaar om haar zegen te geven aan de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie, ongeacht wat die politiek inhoudt.”
-