Hoe Gods geest u kan helpen
JEHOVAH God is onzichtbaar voor menselijke ogen en zijn geest is daarom eveneens onzichtbaar (Joh. 1:18). Toen Jezus Christus op aarde was, onthulde hij hoe die geest zijn volgelingen zou helpen. Hij zei: „De helper, de heilige geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, die zal u alle dingen leren en alle dingen welke ik u heb gezegd, in uw herinnering terugbrengen” (Joh. 14:26). Wat is deze geest, en hoe brengt hij dingen in onze herinnering terug en is hij een onderwijzer?
Gods geest is geen persoon, maar een onzichtbare werkzame kracht. Dit blijkt uit het feit dat zowel het Hebreeuwse als het Griekse woord dat met „geest” is vertaald, die gedachte inhouden. Soms betekenen deze woorden eenvoudig „wind”, of lucht die in beweging is, zoals u kunt opmerken door Exodus 10:13, Job 41:16 en Zacharia 2:6 te lezen.
Ten aanzien van wat Gods geest in onze herinnering zal terugbrengen, verschilt onze situatie enigszins van die van de apostelen. Wij zijn niet rechtstreeks door Jezus Christus onderwezen. Alle belangrijke aspecten van wat Jezus heeft gezegd en gedaan, zijn echter in de vier Evangeliën opgetekend. Bovendien wijzen alle bijbelse profetieën, zowel in de Hebreeuwse als in de Griekse Geschriften, in zeker opzicht naar Jezus Christus. Daarom zei een engel tot de apostel Johannes: „Het is het getuigenis afleggen omtrent Jezus dat tot profeteren inspireert [letterlijk: „dat de geest der profetie is”]” (Openb. 19:10, Interlinear). Dit betekent dat de gehele „geest” (de gehele neiging, bedoeling en strekking) van het profeteren was, getuigenis af te leggen omtrent Jezus. Wanneer dit maar nodig is, zal Gods geest ons dan ook helpen ons al zulke onderwijzingen betreffende Jezus Christus te herinneren en zal hij ons in staat stellen de juiste toepassing ervan te onderscheiden. Aangezien „de gehele Schrift . . . door God geïnspireerd” is, kan Gods geest in feite welke bijbelkennis maar ook die wij ooit hebben verworven, in onze herinnering terugbrengen. — 2 Tim. 3:16.
Dit kan ons vertrouwen schenken wanneer wij met anderen over Gods koninkrijk spreken. Wij kunnen er verzekerd van zijn dat Gods geest de dingen die wij nodig hebben om eerlijke mensen te helpen, in onze herinnering zal terugbrengen. Zolang wij ons hart op God gevestigd houden, kunnen wij, ook al zijn wij ons bewust van onze beperkingen en zijn wij misschien bang dat de mensen ons verkeerd zullen begrijpen, er toch verzekerd van zijn dat zijn geest niet zal toelaten dat wij degenen die de waarheid werkelijk willen horen, een verkeerde voorstelling van de waarheid zullen geven.
Zelfs in bijzonder benarde omstandigheden zal Gods geest ons helpen onze positie als ware christenen te verdedigen. Jezus Christus zei tot zijn discipelen: „Gij zult . . . ter wille van mij voor bestuurders en koningen worden gesleept, hun en de natiën tot een getuigenis. Maakt u er echter, wanneer zij u overleveren, niet bezorgd over hoe of wat gij zult spreken, want in dat uur zal u gegeven worden wat gij moet spreken; want niet slechts gij spreekt, maar de geest van uw Vader spreekt door u.” — Matth. 10:18-20.
Gedoopte discipelen van Jezus Christus dienen derhalve niet verbaasd te zijn wanneer zij voor regeringsautoriteiten worden gebracht. Zij zouden af en toe op een hardvochtige en kleinerende wijze aan een verhoor onderworpen kunnen worden. Met de hulp van Gods geest zullen zij echter goede redenen voor hun hoop kunnen geven. Bovendien zullen zij in staat gesteld worden kalm en vriendelijk te reageren. (Vergelijk 1 Petrus 3:14, 15.) Dit komt doordat de hoedanigheden lankmoedigheid, vriendelijkheid, zachtaardigheid en zelfbeheersing tot de vruchten behoren die Gods geest bij degenen voortbrengt die toelaten dat zij onder de invloed van deze geest komen. — Gal. 5:22, 23.
Wanneer iemand onder ongewone omstandigheden met mensen spreekt, kan het natuurlijk gebeuren dat hij zich er een beetje zorgen over maakt of hij Gods waarheid wel op een juiste en doeltreffende wijze zal kunnen bekendmaken. Zelfs de apostel Paulus maakte zich hier zorgen over toen hij naar Korinthe ging, dat een centrum was van Griekse wetenschap en wijsbegeerte. Hij schreef aan de christenen in Korinthe: „Ik kwam tot u in zwakheid en in vrees en met veel beving” (1 Kor. 2:3). Waarom voelde Paulus zich zo? Aangezien hij als jood in dit centrum van Griekse cultuur kwam, bekommerde hij zich er klaarblijkelijk om of zijn aanbieding onder deze ongewone omstandigheden wel van dien aard zou zijn dat Gods voornemen hierdoor gediend zou worden en ook het hart van zijn luisteraars bereikt zou worden.
Met de hulp van Gods geest slaagde Paulus erin Korinthiërs met een eerlijk hart te helpen discipelen van Jezus Christus te worden. Hoewel hij zelf een goede wereldse opleiding had genoten, trachtte hij hen niet te overreden door een overdaad van woorden te gebruiken of menselijke wijsheid ten toon te spreiden, maar kwam hij tot hen met de waarheid die door Gods geest werd onderwezen.
Evenals Paulus kunnen ook wij, als ware christenen, er thans succesvol in zijn anderen te helpen tot een nauwkeurige kennis van Gods wil en voornemen te komen. Gebrek aan kennis betreffende bepaalde wereldlijke zaken zal geen nadelige factor voor ons vormen. Wat mensen werkelijk nodig hebben, ongeacht het onderwijs dat zij hebben genoten, hun achtergrond en hun maatschappelijke positie, is de waarheid zoals die in de bijbel wordt uiteengezet. En Gods geest zal ons helpen die waarheid op een nauwkeurige wijze over te brengen door ten behoeve van ons als een onderwijzer op te treden.
Gods geest helpt een christen ook een door God goedgekeurde handelwijze te blijven volgen. In Galáten 5:16 staat hierover: „Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren.” Toch zou de vraag gesteld kunnen worden: Hoe belet Gods geest iemand de neiging van het zondige vlees te volgen?
Wanneer iemand met de juiste beweegreden de bijbel blijft bestuderen en over datgene wat hij leert nadenkt, veroorzaakt Gods geest, die met betrekking tot zijn geest en hart werkzaam is, dat zijn liefde voor Jehovah zich verdiept. Na verloop van tijd wordt zijn verhouding tot God het allerbelangrijkste in zijn leven, terwijl er in zijn hart en geest een diepe waardering voor die verhouding tot ontwikkeling komt. Die waardering beweegt hem ertoe elke neiging te bestrijden die zijn verhouding tot de Schepper zou kunnen schaden.
Wanneer hij derhalve voor verleiding komt te staan, neemt hij niet in overweging hoe aangenaam het wel zou zijn zich aan een bepaalde zonde over te geven en ook redeneert hij niet dat het vlees erg zwak is en dat ’God te barmhartig is om hem te verwerpen’. In plaats daarvan gaat zijn zorg er allereerst naar uit zijn verhouding tot Jehovah niet te schaden. De gedachte om aan verleiding toe te geven, stuit hem daarom tegen de borst.
Ook wanneer hij niet weet wat voor handelwijze hij tijdens een bepaalde beproeving moet volgen, kan hij zich vol vertrouwen op de hulp van Gods geest verlaten. De discipel Jakobus schreef hierover: „Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer u verscheidene beproevingen overkomen, daar gij weet dat deze beproefde hoedanigheid van uw geloof volharding bewerkt. . . . Schiet iemand van u daarom te kort in wijsheid [met betrekking tot datgene wat hij in zijn benarde situatie moet doen], dan moet hij God blijven vragen, want hij geeft aan allen edelmoedig en zonder verwijt” (Jak. 1:2-5). Ja, in antwoord op gebeden om leiding, zal Jehovah door middel van zijn heilige geest leiding geven. Gods geest, die op het geheugen van de persoon inwerkt, zal hem de nodige tot leiding dienende bijbelse beginselen te binnen brengen en zal hem helpen te onderscheiden hoe deze beginselen in zijn geval van toepassing zijn.
Gods geest verschaft dus beslist de noodzakelijke hulp. Indien u erdoor geleid wilt worden, werk er dan mee samen door uw geest met kennis uit Gods Woord te vullen.