-
De bron van zijn levenDe Wachttoren 1962 | 15 december
-
-
die op zijn hemelse troon gezeten is en die tot in alle eeuwigheid leeft; maar het volgende hoofdstuk, Openbaring 5:1-8, beschrijft Jezus Christus als het Lam Gods dat tot de Here God, de Almachtige op zijn troon komt en een rol uit Gods hand aanneemt. Dit verduidelijkt de betekenis van Jezus’ woorden tot Thomas en de andere apostelen: „Ik ga heen tot den Vader; want Mijn Vader is meerder dan Ik” (Joh. 14:28, SV). Jezus erkende aldus zijn Vader als de Here God, de Almachtige, zonder zijns gelijke, meerder dan zijn Zoon.
-
-
Terug naar Johannes 1:1, 2De Wachttoren 1962 | 15 december
-
-
Deel 5
Terug naar Johannes 1:1, 2
58. Tot welk begrip betreffende Jezus Christus brengt Johannes ons aan het einde van zijn eerste brief aan de christenen?
ZELFS aan het einde van zijn eerste brief aan de christenen brengt de apostel Johannes ons tot hetzelfde begrip, namelijk dat Jezus Christus de Zoon van God is en dat mensen die door God zijn verwekt met Jezus Christus kinderen van God zijn. An American Translation geeft het einde van Johannes’ brief als volgt weer: „Wij weten dat geen kind van God zonde bedrijft, maar dat hij die uit God geboren werd hem beschermt, en de boze kan hem niet aanraken. Wij weten dat wij kinderen van God zijn, terwijl de gehele wereld zich in de macht van de boze bevindt. En wij weten dat de Zoon van God is gekomen en ons macht heeft gegeven hem, die waarachtig is, te herkennen; en wij zijn in eenheid met hem die waarachtig is.” Hoe? „Door zijn Zoon, Jezus Christus. Hij is de waarachtige God en eeuwig leven. Geliefde kinderen, wacht u voor afgoden.” — 1 Joh. 5:18-21, AT.
59. Hoe luiden verschillende vertalingen van Johannes 1:1, maar wat zijn wij nu in staat te bepalen?
59 Als dus Degene van wie Jezus Christus de Zoon is „de waarachtige God en eeuwig leven” is en Jezus Christus degene is „die uit God geboren werd” en die Gods andere kinderen beschermt, hoe dienen wij dan Johannes 1:1, 2, waarvan verschillende vertalingen bestaan te begrijpen? Vele vertalingen luiden: „En het Woord was bij God en het Woord was God.” Andere zeggen: „En het Woord (de Logos) was goddelijk.” Nog een andere: „En het Woord was god.” Weer andere: „En het Woord was een god.” Nu wij zoveel van wat Johannes over Jezus, het vlees geworden Woord, heeft geschreven, hebben onderzocht, zijn wij in staat te bepalen welke van deze verschillende vertalingen juist is. Het betekent onze redding.
60. Welk commentaar gaf graaf Leo Tolstoj op Johannes 1:1, 2, overeenkomstig de gewone vertaling ervan?
60 Laten wij eerst de populaire weergave nemen in de Nieuwe Vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, de Statenvertaling of de Petrus Canisius Vertaling: „In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God (Het was bij God in het begin, PC).” Een paar regels uit het boek The Four Gospels Harmonized and Translated door graaf Leo Tolstoj verdienen hier te worden aangehaald. Ze luiden als volgt:
Indien er staat dat in het begin het begrip of het woord was en dat het woord bij God of met God of voor God was kan men onmogelijk
-