-
De theocratische organisatie wederom opgerichtDe Wachttoren 1952 | 1 maart
-
-
gedurende zijn regering van duizend jaren.
19. Wat moeten alle dienstknechten doen, en welk voorrecht valt ons allen vooralsnog te beurt?
19 Gaat dus voort met dienen, gij allen die in een positie zijt geplaatst waaraan verantwoordelijkheid is verbonden, met recht en in getrouwheid. En mogen wij allen het voorrecht aangrijpen vooralsnog als Jehovah’s getuigen er op uit te gaan het zaad der Koninkrijkswaarheid aan alle wateren van de volken aller natiën te zaaien, Gods veld, de aarde, te ploegen en te bebouwen en het tot zijn eer vruchtbaar te maken, terwijl onze Koning Christus Jezus regeert in gerechtigheid en zijn vorsten heersen naar recht.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1952 | 1 maart
-
-
Vragen van lezers
● In Markus 15:25 wordt het derde uur vastgesteld als de tijd waarop Jezus aan de paal werd genageld, en Johannes 19:14 zegt dat het het zesde uur was. Hoe wordt dit verschil verklaard? — S.S., New Hampshire.
Bijbelcommentators en -vertalers hebben vele vernuftige verklaringen gegeven. Verscheidenen zeggen dat het een schrijffout in Johannes’ Evangelie is, en dat de juiste lezing „derde uur” is. Er is echter geen bewijs voor dat er zulk een fout is gemaakt. Sommigen beweren dat Johannes de tijd berekende zoals wij dat tegenwoordig doen, en dat Johannes met „zesde uur” 6 uur v.m. bedoelde en niet 12 uur ’s middags, wat in die tijd in Palestina gewoonlijk met „zesde uur” zou worden aangeduid. Maar indien Johannes met „zesde uur” 6 uur v.m. heeft bedoeld, waarom zou Jezus dan op dat vroege uur bij de fontein Jakobs, vermoeid van een reis, hebben gerust? (Joh. 4:6). Twaalf uur ’s middags zou daarvoor een redelijke tijd zijn, en was ook ongetwijfeld de tijd die door Johannes werd bedoeld toen hij de uitdrukking „zesde uur” gebruikte. Eén bron ging zelfs zo ver te zeggen dat Johannes met „zesde uur” het zesde uur van de nacht, of middernacht, bedoelde. Maar dit laat geen tijd open waarin de vele gebeurtenissen kunnen geschieden waarvan er sommige zelfs niet vóór daglicht begonnen. Beschouw alles wat er geschiedde en de tijd die het in beslag zou nemen, en gij zult begrijpen dat zelfs de opvatting dat het 6 uur v.m. is geweest, de noodzakelijke tijd niet openlaat.
Gedurende de laatste avond dat Jezus als een menselijk schepsel op aarde was, vierde hij het Pascha en stelde daarna het Gedachtenisfeest in. Dit werd gevolgd door een uitvoerige bespreking, vervolgens door zijn verraad, arrestatie, en verhoor voor Annas, Kajafas en het Sanhedrin. Tijdens deze verhoren werd er vruchteloos naar valse getuigenissen gezocht, werd Jezus ondervraagd, geslagen en mishandeld, hetgeen allemaal een aanzienlijke tijd in beslag moet hebben genomen. Over de tijd waarop hij voor het laatste onderzoek en de laatste beslissing naar het Sanhedrin werd gebracht, wordt gesproken als „toen het morgen was geworden” (Matth. 27:1, NW), „onmiddellijk bij zonsopgang” (Mark. 15:1, NW), „toen het dag werd” (Luk. 22:66, NW), en „vroeg op de dag” (Joh. 18:28, NW).
Maar zelfs na het aanbreken van de dag moest er veel geschieden voordat Jezus aan een paal werd genageld. Van het Sanhedrin kwam hij voor Pilatus, die Jezus ondervroeg en de beschuldigingen van de overpriesters en de oudere mannen van aanzien aanhoorde. Daarvandaan ging Jezus naar Herodes, die hem „met tamelijk veel woorden” ondervroeg, wat met het oog op Herodes’ nieuwsgierigheid en woordenrijkheid tijd in beslag zou nemen alsmede de tijd die door de aanwezige overpriesters en schriftgeleerden werd verbruikt om hun emotionele beschuldigingen te uiten. Er was nog meer tijd nodig, in beslag genomen doordat Herodes en zijn soldaten Jezus in discrediet brachten, de gek met hem staken en hem in een schitterend gewaad hulden. Daarna terug naar Pilatus, die nadat hij een druk betoog had gevoerd met de Joodse priesters en het gepeupel, dat was afgericht de loslating van Barabbas in plaats van die van Jezus te eisen, en nadat hij de boodschapper had aangehoord die door zijn vrouw was gezonden om haar droom te vertellen, Jezus aan hun wil overgaf. Bedenk dan ook nog dat Jezus vervolgens door Pilatus werd geslagen of gegeseld en dat de soldaten hem met doornen kroonden en hem op andere wijzen bespotten, en denk aan de tocht die Jezus maakte naar Golgotha terwijl hij door de wrede geseling was verzwakt en het gepeupel om hem heen draaide; dit alles zou tijd in beslag nemen. Indien zes uur v.m. het „zesde uur” is, wordt er voor al deze dingen geen tijd opengelaten.
Sommige geleerden beweren dat de Joden de dag in vier gedeelten verdeelden, en dat de uitdrukking „derde uur” het tweede gedeelte van 9 uur v.m. tot 12 uur ’s middags, bestreek, terwijl het „zesde uur” het begin van het derde gedeelte zou kenmerken. Dit zou de moeilijkheden oplossen, aangezien het „derde uur” in Markus met „ongeveer het zesde uur” in Johannes kon samenvallen. Er bestaan echter geen vaste gronden om te denken dat er vier van zulke perioden, die elk drie uur duurden, werden gebruikt ten einde, toen Jezus op aarde was, de tijd van de dag aan te geven. Jezus noemt, nadat hij gewag heeft gemaakt van het negende uur, het elfde uur, waardoor hij aantoont dat hij het negende uur niet beschouwde als een tijd die zich van het negende tot het twaalfde uur, of bij ons van 3 uur n.m. tot 6 uur n.m., uitstrekte (Matth. 20:5, 6). Johannes rekende stellig met een tijdsindeling in uren, daar hij het tiende uur (1:39) en het zevende uur (4:52) noemde, en niet alleen respectievelijk negende en zesde uur gebruikte, zoals hij zou hebben gedaan indien hij zich had bediend van een van zulke beweerde vier grotere verdelingen van de dag.
De verklaring die logisch en niet geforceerd schijnt, is de volgende. De dagen werden in twaalf uren verdeeld, welke van zonsopgang tot zonsondergang liepen, of van ongeveer 6 uur v.m. tot 6 uur n.m. (Joh. 11:9). Daar de Joden de uren niet in minuten verdeelden, zouden zij tot aan het begin van het vierde uur zeggen dat het het derde uur was, precies zoals tegenwoordig iemand kan zeggen dat hij dertig jaar oud is, alhoewel hij in werkelijkheid dertig jaar en negen maanden kan zijn. Derhalve kon het derde uur in Markus vlak bij de aanvang van het vierde liggen, of 10 uur v.m. zijn. Johannes maakt er geen aanspraak op nauwkeurig te zijn, doordat hij zegt „het was ongeveer het zesde uur”. Het kon 11.30 uur v.m. zijn geweest, of zelfs vroeger. Het was voor Jezus’ volgelingen een dag van grote emotionele spanning, en zij zullen van de betrekkelijk onbelangrijke preciese tijd der gebeurtenissen wel niet rustig nota hebben genomen. Bedenk eveneens dat zij in die dagen geen horloges hadden die op een handige wijze om hun pols werden vastgemaakt. Ongetwijfeld werd tijd over het algemeen berekend door de zon gade te slaan, welke door mist of wolken verduisterd kon zijn, en hoogstens slechts een benadering zou zijn. Er dient eveneens in gedachten te worden gehouden dat Johannes zijn verslag ongeveer 65 jaar nadat deze gebeurtenissen
-