Christenen bieden met volharding het hoofd aan vervolging
1, 2. Hoe bieden loyale getuigen van Jehovah het hoofd aan vervolging, maar welke vraag doet dit rijzen?
JEHOVAH’S GETUIGEN zijn niet uit op het martelaarschap. Toch weten zij dat „allen die met godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus wensen te leven, . . . ook vervolgd [zullen] worden” (2 Tim. 3:12). Maakt dit hen neerslachtig?
2 Neen, want loyale christenen kunnen ’met volharding het hoofd bieden aan vervolging’ (1 Kor. 4:12, The Twentieth Century New Testament, herziene uitgave). Maar hoe kunnen wij ons op dit lijden voorbereiden voordat het over ons komt?
Ons op vervolging voorbereiden
3. Wat zijn enkele manieren waarop wij ons op vervolging kunnen voorbereiden?
3 In onze vorige bespreking werden manieren aan de hand gedaan waarop wij ons op vervolging kunnen voorbereiden. Wij moeten bijvoorbeeld bedenken welk doel de Duivel heeft — onze verhouding tot Jehovah te vernietigen. Mogen wij, door Gods onverdiende goedheid, nooit toelaten dat dit gebeurt! Wij kunnen ons ook op vervolging voorbereiden door na te denken over de reden waarom God vervolging toelaat. Hij doet dit voornamelijk wegens de strijdvraag van universele soevereiniteit, en ook om onze loyaliteit op de proef te stellen. Laten wij derhalve van tevoren het besluit nemen dat wij, met goddelijke hulp, Jehovah’s soevereiniteit loyaal hoog zullen houden. Verder kunnen wij ons ook op vervolging voorbereiden door ervoor te zorgen dat de Koninkrijkshoop een belangrijke plaats in ons hart inneemt.
4, 5. Hoe kunnen wij, wanneer wij ons van tevoren op vervolging voorbereiden, ons geloof opbouwen?
4 Ten einde ons van tevoren op vervolging voor te bereiden, moeten wij dagelijks ons geloof, onze moed en onze volharding opbouwen. Maar om een echt geloof te bezitten, moeten wij Jehovah werkelijk liefhebben, en hiervoor is een nauwkeurige kennis van zijn Woord noodzakelijk. Hiervoor is op zijn beurt weer nodig dat wij geregeld de Schrift, te zamen met verwante christelijke publikaties, lezen en bestuderen. Voor een sterk geloof is het verder ook noodzakelijk dat wij samen met medegelovigen Jehovah aanbidden en dienen. — Hebr. 10:23-25; 12:28; Openb. 7:9, 10, 15.
5 Om ons op vervolging voor te bereiden, moeten wij ook ’voortgaan in de waarheid te wandelen’ door er dagelijks in overeenstemming mee te leven en ons altijd ’door de Waarheid te laten leiden’ (3 Joh. 3, 4, NW; TCNT). Wanneer wij bij de beproevingen waaraan wij elke dag opnieuw het hoofd moeten bieden, Gods leiding aanvaarden, zullen wij ons geloof in Jehovah en in zijn wegen opbouwen. Dit zal ons op zijn beurt motiveren ons ’door de Waarheid te laten leiden’ wanneer wij vervolgd worden.
6. Hoe kan gebed ons helpen ons op vervolging voor te bereiden?
6 Wanneer wij er een gewoonte van maken geregeld tot Jehovah te bidden, zal dit ons dichter naar hem toe trekken, en ook hierdoor zullen wij worden geholpen ons op vervolging voor te bereiden. Hoe meer wij ons gebedsvol op onze hemelse Vader verlaten, des te groter zal het vertrouwen zijn dat wij in hem stellen (2 Kor. 1:8-10). Onze verhouding tot Jehovah zal daardoor zo sterk worden dat vijanden, zowel menselijke als demonische, die nooit zullen kunnen vernietigen. — Vergelijk Psalm 9:1-6; 1 Johannes 2:12-14.
Er met volharding het hoofd aan bieden
7. Wat kan God doen wanneer onze eigen krachten ons tijdens vervolging begeven?
7 Wat kan er worden gedaan om met volharding het hoofd te bieden aan vervolging wanneer deze werkelijk, misschien wel in de een of andere wrede vorm, over ons komt? Van Jehovah afkomstige kracht is van het allergrootste belang! Evenals Paulus hebben wij kracht nodig „die datgene wat normaal is te boven gaat”, en wij dienen erom te bidden (2 Kor. 4:7-12). Wanneer wij ons vervolgens volledig op onze hemelse Vader verlaten, kunnen wij hetzelfde vertrouwen hebben als Paulus toen hij zei: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem [Jehovah God] die mij kracht verleent” (Fil. 4:13). Zelfs nadat onze eigen fysieke krachten ons hebben begeven, zal Jehovah nog steeds een onuitputtelijke bron van sterkte zijn. Hij kan zijn volk kracht schenken, en hij doet dit ook (Jes. 40:28-31; 45:22-25). Als wij op Jehovah steunen, zal hij ons in tijden van druk kracht geven die onze eigen vermogens te boven gaat. En laten wij onbevreesd zijn. De mens kan slechts zo ver gaan dat hij ons huidige leven kan wegnemen, maar bij Jehovah berust de macht ons door middel van de opstanding tot het leven terug te brengen. — Ps. 46:1, 2; Luk. 12:4-7; Joh. 5:28, 29.
8. Waarom is het gebed zo belangrijk om met volharding het hoofd te bieden aan vervolging?
8 Gebed tot Jehovah is onontbeerlijk om met volharding het hoofd te bieden aan vervolging. Jezus, die veel lijden heeft ondergaan, is altijd door middel van uit het hart komende gebeden dicht bij zijn Vader gebleven, want wij lezen: „In de dagen van zijn vlees heeft Christus, met sterk geroep en tranen, smekingen en ook smeekbeden opgedragen aan degene die hem uit de dood kon redden, en hij werd gunstig verhoord wegens zijn godvruchtige vrees” (Hebr. 5:7). Wij kunnen er zeker van zijn dat de „Hoorder van het gebed” ook naar ons zal luisteren wegens onze godvruchtige vrees (Ps. 65:2). De noodzaak om tijdens vervolging ’aan te houden in gebed’, ’zonder ophouden te bidden’ en ’waakzaam te zijn met het oog op gebeden’, kan niet genoeg beklemtoond worden (Rom. 12:12; 1 Thess. 5:17; 1 Petr. 4:7). Anders zouden wij wel eens alleen aan het ongemak en het lijden kunnen denken en zouden wij kunnen zwichten voor een verlangen naar verlichting en aan de neigingen van het vlees kunnen toegeven door met betrekking tot ons geloof te schipperen.
9, 10. (a) Hoe kan „de vrede van God” ons helpen wanneer wij worden vervolgd? (b) Wat kunnen wij leren uit de kalmte waarmee Stéfanus zijn vervolgers tegemoet trad?
9 Zoek „de vrede van God” wanneer u van uw vrijheid bent beroofd. Wanneer wij dagelijks tot Jehovah hebben gebeden, hebben wij een voortreffelijk patroon in het leven opgebouwd, en wanneer wij worden vervolgd, dienen wij hem oprecht in gebed te blijven naderen. Het is passend te bidden om „de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat”. Deze zal ’ons hart en onze geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus’ — zonodig helemaal tot de dood in getrouwheid. — Fil. 4:6, 7.
10 Dat deze onovertroffen kalmte onder vervolging ons deel kan zijn, blijkt uit het geval van de getrouwe Stéfanus, de eerste christelijke martelaar. Het bijbelse verslag vermeldt over hem, vlak voordat hij er door heilige geest toe werd bewogen voor het laatst een moedig getuigenis te geven: „Toen allen die in het Sanhedrin zaten, met gespannen aandacht naar hem keken, zagen zij dat zijn aangezicht als het aangezicht van een engel was” (Hand. 6:15). Hij had niet het mistroostige gezicht van een boosdoener maar het aangezicht van een engel, een boodschapper van God, vol vertrouwen dat hij Jehovah’s steun genoot. Stéfanus was moedig en kalm. (Vergelijk Johannes 14:27.) Nadat hij de rechters aan de kaak had gesteld wegens hun schuld aan de moord op Jezus Christus, voelden zij „zich tot in het diepst van hun hart gegriefd en zij knarsetandden tegen hem”. Maar Stéfanus, „vol zijnde van heilige geest, staarde naar de hemel en zag Gods heerlijkheid en Jezus staande aan Gods rechterhand”. Door dat visioen gesterkt, kon Stéfanus die onrechtvaardige rechters moedig tegemoet treden, in het volste vertrouwen dat hij Jehovah’s wil had gedaan (Hand. 7:52-56). Hoewel christenen in deze tijd niet verwachten zo’n visioen te zullen ontvangen, kunnen zij een door God geschonken kalmte bezitten wanneer zij met volharding het hoofd bieden aan vervolging.
11. Door waarover te mediteren kunnen Jehovah’s dienstknechten geholpen worden vervolging te verduren?
11 Mediteer over Jehovah’s Woord, handelingen en voornemens. Denk na over Gods Woord, zelfs wanneer u het zonder bijbel en bijbelse lectuur moet stellen. Breng u bijbelverzen en bijbelse verslagen te binnen en blijf dit heel vaak, zowel overdag als gedurende slapeloze nachten, doen. (Vergelijk Psalm 77:2, 6, 11, 12.) Denk na over de wonderbare manier waarop Jehovah met zijn vervolgde of onderdrukte volk in het verleden heeft gehandeld. Sta bijvoorbeeld stil bij de wijze waarop God de Israëlieten uit Egyptische slavernij heeft bevrijd, hoe hij Daniël en zijn drie Hebreeuwse metgezellen in hun beproevingen heeft geschraagd, hoe hij de joden in de dagen van Mordechaï en Esther heeft bewaard en hoe hij de apostelen en andere vroege christenen in hun lijden ter wille van de rechtvaardigheid, heeft gesteund (Ex. 12:1–15:21; Dan. 3:1-30; 6:1-28; Esth. 3:1–9:32; Hand. 4:1–5:42; 12:1-17; 14:1-7, 19, 20; 16:16-40; 18:12-17; 19:23-41; 21:26–26:32). Denk ook na over de manier waarop Jehovah zijn hedendaagse dienstknechten in nazi-concentratiekampen, communistische gevangenissen en dergelijke heeft gesteund. Wanneer aanbidders van Jehovah worden vervolgd, voelen zij de steun van Gods „eeuwige armen”. — Deut. 33:27, Luther-vertaling.
12. Wat dienen wij in verband met ons lijden in gedachte te houden wanneer wij worden vervolgd, en welk vertrouwen en geloof dienen wij te bezitten?
12 Er zal een eind komen aan het lijden. Door dit in gedachte te houden, zullen wij eveneens worden geholpen met volharding aan vervolging het hoofd te bieden. Bovendien ’zal God verdrukking vergelden aan hen die voor ons verdrukking veroorzaken’, terwijl hij ons verlichting zal schenken (2 Thess. 1:6-10). Daarom moeten wij gedurende de tijd dat wij als getuigen van Jehovah lijden ondergaan, naar de toekomst uitzien, vol vertrouwen dat er een eind zal komen aan onze ontberingen en dat getrouwheid rijke zegeningen van onze hemelse Vader tot gevolg zal hebben. Zo zullen wij na verloop van tijd misschien weer uit de gevangenis worden bevrijd en weer de vrijheid genieten om Jehovah zonder belemmeringen als vreugdevolle Koninkrijksverkondigers te dienen. Maar ook al gebeurt dat niet onmiddellijk, dan weten wij toch dat ons lijden niet altijd zal voortduren. En wij kunnen het verduren als wij Jehovah volledig vertrouwen en geloof blijven stellen in de vervulling van zijn belofte van weergaloze zegeningen in de voorzegde Nieuwe Ordening. — Openb. 21:1-4; vergelijk 2 Korinthiërs 1:19, 20.
13. Welke troost kunnen wij tijdens vervolging uit 1 Korinthiërs 10:13 putten?
13 God zal niet toelaten dat wij boven ons vermogen worden beproefd. De apostel Paulus gaf die verzekering toen hij schreef: „Geen verzoeking is over u gekomen behalve die welke mensen gemeen is. Maar God is getrouw en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat gij ze kunt doorstaan” (1 Kor. 10:13). Er wordt niet van alle christenen verlangd dat zij precies hetzelfde lijden verduren. Er bestaat derhalve geen reden te denken dat de ergst mogelijke vorm van wrede vervolging in ons afzonderlijke geval noodzakelijkerwijs onvermijdelijk is. Jehovah zal ons niet in de steek laten of toelaten dat ons iets overkomt wat wij individueel niet in zijn kracht en met de hulp van zijn heilige geest kunnen dragen. Wij moeten ons natuurlijk onvoorwaardelijk op hem verlaten en geloven wat zijn Woord zegt. Maar als wij volledig op Jehovah vertrouwen, kunnen wij beslist met volharding het hoofd bieden aan vervolging. — Ps. 9:9, 10.
Satans vijandschap loopt op niets uit
14, 15. Hoe zijn Satans pogingen om Jehovah’s volk door middel van vervolging te vernietigen, verijdeld?
14 Omdat Jehovah’s getrouwe getuigen op machtige wijze door hun onvergelijkelijke, Almachtige God worden geleid en geholpen, zullen Satan de Duivel en de aan zijn bedrog ten prooi gevallen vervolgers, nooit de overwinning kunnen behalen op deze ware christenen. De pogingen van de Duivel om Jehovah’s volk door middel van vervolging te vernietigen, hebben herhaaldelijk gefaald. De vervolging heeft zelfs vaak als een boemerang gewerkt op de Aartsvijand van Jehovah en Zijn volk, en de goddelijke wil heeft gezegevierd.
15 Beschouw als een bewijs hiervan de „zware vervolging” die onmiddellijk na Stéfanus’ marteldood tegen de gemeente in Jeruzalem ontstond. Er wordt ons verteld: „Allen werden verstrooid over de streken van Judéa en Samaria, uitgezonderd de apostelen.” Maar de verstrooide discipelen „gingen het land door en maakten het goede nieuws van het woord bekend”, en hun krachtsinspanningen werden gezegend. Er heerste bijvoorbeeld geestelijke voorspoed in de stad Samaria (Hand. 8:1-8). Andere verstrooide discipelen predikten in Fenicië, Cyprus en Antiochië (Syrië). Ja, in Antiochië „was de hand van Jehovah met hen, en een groot aantal werd gelovig en keerde zich tot de Heer”! (Hand. 11:19-21) Wij kunnen er zeker van zijn dat die ontwikkeling precies tegenovergesteld was aan wat de in zijn plannen gedwarsboomde Grote Vervolger had proberen te bereiken. — Vergelijk Filippenzen 1:12-14.
16. Wat gebeurt er soms in het geval van vervolgers?
16 Iedere keer dat een loyale getuige van Jehovah met volharding het hoofd biedt aan vervolging, vergroot dit de vernedering van Satan en wordt hij als een leugenaar aan de kaak gesteld. Wanneer bovendien een voormalige vervolger een getrouwe, vervolgde getuige van God en Christus wordt, ondervindt de Duivel de schande van een nederlaag. Het heeft hem bijvoorbeeld beslist niet behaagd dat de voormalige vervolger Saulus van Tarsus een van Jezus’ vervolgde volgelingen werd die bijzonder ijverig werkte om het goede nieuws ondanks vervolging en veel lijden te verbreiden. — 2 Kor. 11:23-27; 1 Tim. 1:12-16.
17. Welke houding dienen vervolgde getuigen van Jehovah ten opzichte van hun vervolgers aan de dag te leggen?
17 Hoe belangrijk is het derhalve dat vervolgde getuigen van Jehovah een juiste houding aan de dag leggen ten opzichte van hun vervolgers! Stéfanus was niet van haat vervuld jegens degenen die hem vervolgden. Toen zij hem stenigden, viel hij vlak voordat hij in de dood ontsliep, zelfs op de knieën en „riep met krachtige stem: ’Jehovah, reken hun deze zonde niet aan’” (Hand. 7:57-60). Jezus heeft bovendien gezegd: „Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen.” — Matth. 5:44; Rom. 12:14; 1 Kor. 4:11-13.
Onze Schepper zal ons niet in de steek laten
18. Wat zal er gebeuren wanneer Satan een laatste aanval tegen Jehovah’s volk onderneemt?
18 Wij leven thans in de grootste crisis van de menselijke geschiedenis. Het is een periode waarin degenen die christenen belijden te zijn, worden beproefd en gezift. (Vergelijk Lukas 22:31, 32; 1 Petrus 4:16, 17.) Satans tijd is kort, en binnenkort zal hij een laatste, totale aanval tegen Jehovah’s volk ondernemen. Maar God zal hen in staat stellen met volharding het hoofd te bieden aan deze vervolging en zij zullen zegevierend te voorschijn komen. Opnieuw zal Satan (als Gog van Magog) worden verslagen en hem zal een vernietigende nederlaag worden toegebracht. In deze verdediging van Zijn volk zal God zich bovendien ’groot maken en zich heiligen en zich doen kennen voor de ogen van vele natiën, zodat zij zullen moeten weten dat hij Jehovah is’. Ook dat is weer precies het tegenovergestelde van wat Satan graag had gewild. — Ezech. 38:14–39:7; Openb. 12:12.
19. Wat zullen vervolgde getuigen van Jehovah met goddelijke hulp doen?
19 Als Jehovah’s opgedragen getuigen weten wij dat Satan de verhouding waarin wij tot de Almachtige God staan, wil vernietigen. Door Gods onverdiende goedheid zullen wij echter niet schipperen met betrekking tot ons geloof. Wij zullen veeleer de grote strijdvraag in gedachte houden en op alle mogelijke manieren trachten Jehovah’s universele soevereiniteit hoog te houden. Met vertrouwen in de Koninkrijkshoop kunnen wij ondanks vervolging gelukkig zijn. Wij zijn erop voorbereid met volharding het hoofd te bieden aan vervolging, omdat wij een onvoorwaardelijk vertrouwen stellen in „degene . . . die overeenkomstig zijn kracht, die in ons werkzaam is, overvloedig veel meer kan doen dan alles wat wij vragen of waarvan wij ons een denkbeeld kunnen vormen”. — Ef. 3:20, 21.
20. Welk vertrouwen kunnen wij in onze „getrouwe Schepper” stellen?
20 Laten wij de vijand derhalve onbevreesd tegemoet treden en tot Gods eer en onze eigen redding onze rechtschapenheid bewaren. Mogen wij ’op Jehovah hopen en zijn weg houden’ (Ps. 37:34). En mogen wij, terwijl wij vervolging verduren, de houding aan de dag leggen die blijkt uit de woorden van de apostel Petrus: „Laten . . . zij die lijden in overeenstemming met de wil van God, hun ziel blijven toevertrouwen aan een getrouwe Schepper, terwijl zij voortgaan het goede te doen” (1 Petr. 4:19). Onze „getrouwe Schepper” zal ons niet in de steek laten. In zijn kracht kunnen wij ondanks vervolging gelukkig zijn en kunnen wij met volharding het hoofd bieden aan vervolging.
Overzichtsvragen
□ Hoe kunnen getuigen van Jehovah zich op vervolging voorbereiden?
□ Waarom is gebed zo belangrijk wanneer wij het hoofd bieden aan vervolging?
□ Hoe kan de „vrede van God” ons helpen wanneer wij worden vervolgd?
□ Welke troost kan uit 1 Korinthiërs 10:13 worden geput?
□ Hoe staan Jehovah’s Getuigen tegenover hun vervolgers, en waarom?
[Illustratie op blz. 21]
Stéfanus haatte zijn vervolgers niet, en ook hedendaagse getuigen van Jehovah haten hun vervolgers niet. Sommige vervolgers worden later getuigen van Jehovah