Een kijkje op het oude Cyprus
Door Ontwaakt!-correspondent op Cyprus
CYPRUS is een eiland in de noordoostelijke hoek van de Middellandse Zee, ongeveer 72 kilometer ten zuiden van Klein-Azië en zo’n 108 kilometer ten westen van de Syrische kust.
Het is interessant dat de bijbel Cyprus verscheidene malen vermeldt. Klaarblijkelijk heeft het „Kittim” in de Hebreeuwse Geschriften op dit eiland betrekking (Jes. 23:1, 12; Dan. 11:30). Vanwege zijn geografische ligging werd Cyprus voor veel wereldmachten het doelwit van hun veroveringszucht. Toen de apostel Paulus en zijn metgezel Barnabas rond 47 G.T. op Cyprus arriveerden ten einde christelijk zendingswerk te verrichten, was Rome de heersende wereldmacht. Twee steden op Cyprus die door Paulus en Barnabas zijn bezocht, zijn van speciaal belang voor christenen, namelijk Sálamis aan de oostkust en Pafos aan de westkust.
Naar verluidt werd Sálamis rond de 12de eeuw v.G.T. gesticht door Teucer, een held uit de Trojaanse Oorlog. Teucer bracht de religie van zijn geboorteland naar Cyprus. Daardoor kwam het dat in oude tijden Zeus als de belangrijkste god op dit eiland werd aanbeden.
Gedurende de regering van koning Euagoras (410?-374 v.G.T.) beleefde Sálamis een gouden tijdperk. Eminente redenaars uit Athene kwamen in Sálamis wonen. Koning Euagoras stimuleerde de kunst en steunde de handel, en Sálamis werd beschouwd als een stad die „wat beschaving betreft voor geen van de Griekse steden hoefde onder te doen”.
Een Cyprische vloot van 120 schepen onder aanvoering van een van de koningen van Sálamis steunde Alexander de Grote in zijn oorlog met de Perzen. Uiteindelijk kwam Cyprus onder overheersing van de Ptolemaeën, die Sálamis tot hun regeringszetel maakten. Gedurende deze periode vestigden vele joden zich op Cyprus.
Toen de Romeinen Cyprus in 58 v.G.T. begonnen te overheersen, werd de regeringszetel van Sálamis naar Pafos verplaatst. Niettemin bleef Sálamis een groot handelscentrum in het Romeinse Rijk. De Romeinen noemden Sálamis de „Markt van het Oosten”.
Terwijl Sálamis beroemd was om de handel, kwam Pafos bekend te staan om zijn religie namelijk de aanbidding van Aphrodite (Venus), de godin van de liefde, de schoonheid en de vruchtbaarheid. Volgens de mythologie werd Aphrodite net buiten de kust van Pafos uit zeeschuim geboren. Dit gaf aanleiding tot de bouw van een tempel en heiligdom, gewijd aan de godin, op een kaap die uitzicht over die plaats biedt. Het was een van de beroemdste heiligdommen van Aphrodite in de oudheid. Rond de tempel ontstond een stad die bekendstaat als Palaepafos of Oud Pafos. De koningen van de stad waren tevens hogepriesters van de cultus van Aphrodite en oefenden grote invloed uit over het gehele eiland. Oud Pafos werd echter tegen het einde van de 12de eeuw v.G.T. door een aardbeving verwoest.
Ongeveer 16 kilometer ten westen van Oud Pafos ontstond een andere stad, Nieuw Pafos genaamd. Onder de heerschappij van de Ptolemaeën kreeg Nieuw Pafos meer betekenis en werd een vloot- en legerbasis. Maar de stad bereikte haar hoogtepunt toen Rome, zoals reeds gezegd, in het jaar 58 v.G.T. Cyprus veroverde. Nieuw Pafos werd de hoofdstad van het eiland en daar zetelden de vertegenwoordigers van Rome.
Onder de Romeinse overheersing was de tempel van Aphrodite een trefpunt voor pelgrims uit alle delen van het Romeinse rijk. Onder de beschermheren van de tempel bevonden zich Romeinse keizers. De pelgrims kwamen aan in de natuurlijke haven van Nieuw Pafos. In het nabijgelegen Ieroskipou (Grieks: Hieros-Kipos, of Heilige Tuin) kwamen de pelgrims bijeen voor de jaarlijkse lentefeesten ter ere van Aphrodite. Onder muzikale begeleiding trokken plechtige processies naar de tempel en het heiligdom van de godin, enkele kilometers daarvandaan. Er werden offers gebracht en aanbidders werden ingewijd in mystieke riten. De vruchtbaarheidsgodin werd niet als een menselijke gedaante voorgesteld. Haar symbool was veeleer een kegelvormig stenen voorwerp, dat bij zeer feestelijke gelegenheden met olie werd gezalfd. Romeinse munten verschaffen ons een afbeelding van de tempel en haar kegelvormige afgodsbeeld. Naar verluidt vormde religieuze prostitutie een kenmerk van de tempelriten.
Tegen de vierde eeuw G.T. was Nieuw Pafos door zware aardbevingen getroffen. Tot een klein dorp vervallen, herkreeg de stad nooit meer haar vroegere glorie. In onze tijd vormen zowel de ruïnes van de tempel van Aphrodite als Nieuw Pafos een grote attractie voor bezoekers uit de gehele wereld. Bezienswaardigheden voor de toeristen zijn de prachtige mozaïeken van Nieuw Pafos, de ruïnes van het paleis van de Romeinse bestuurder, en de stadsmuren.
Schatten die onder de grond van de oude stad verborgen liggen, kwamen door verscheidene archeologische expedities geleidelijk aan het licht. Een inscriptie, daterend uit omstreeks 55 G.T., die de woorden „tijdens het proconsulschap van Paulus” bevat, werd op het eiland blootgelegd. Dit ondersteunt het bijbelse verslag dat het Romeinse bestuur op het eiland door proconsuls werd uitgeoefend. De proconsul in de dagen van de apostel Paulus droeg trouwens de naam Sergius Paulus.
Het is duidelijk dat de bewoners van het eiland, die Zeus en Aphrodite aanbaden, de christelijke boodschap die Paulus en Barnabas brachten, hard nodig hadden. Brachten de inspanningen van deze vroege zendelingen goede vruchten voort op Cyprus? Welnu, beschouw op dit punt het schriftuurlijke verslag:
„[Paulus en Barnabas] voeren . . . naar Cyprus. En in Sálamis aangekomen, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen van de joden. Zij hadden ook Johannes tot dienaar.
Toen zij het hele eiland tot aan Pafos toe waren doorgetrokken, troffen zij een zekere tovenaar aan, een valse profeet, een jood wiens naam Bar-Jezus was, en hij was bij de proconsul Sergius Paulus, een intelligent man. Deze riep Barnabas en Saulus bij zich en zocht er ernstig naar het woord Gods te horen. Maar Elymas, de tovenaar (zo wordt zijn naam in feite vertaald), werkte hen tegen en probeerde de proconsul van het geloof af te keren. Saulus, die ook Paulus is, werd vervuld met heilige geest, keek hem strak aan en zei: ’O gij mens vol van allerlei bedrog en allerlei schurkerij, gij zoon van de Duivel, gij vijand van al wat rechtvaardig is, zult gij niet ophouden de rechte wegen van Jehovah te verdraaien? Nu dan, zie! Jehovah’s hand is op u, en gij zult blind zijn en een tijdlang het zonlicht niet zien.’ Ogenblikkelijk viel er een dikke nevel en duisternis op hem, en rondtastend zocht hij mensen om hem bij de hand te leiden. Toen de proconsul zag wat er gebeurd was, werd hij een gelovige, daar hij versteld stond over het onderwijs van Jehovah.” — Hand. 13:4-12.
[Kaart op blz. 25]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Pafos
Sálamis
[Illustratie op blz. 25]
De ruïnes van Sálamis