Verenigd in het verkondigen van het Woord van Jehovah
’Hebt onder elkaar dezelfde geestesgesteldheid die Christus Jezus bezat, opdat gij eensgezind met één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken.’ — ROMEINEN 15:5, 6.
1. (a) Wat is Jehovah’s regeling om zijn volk te verenigen? (b) Wat geeft de Schrift te kennen met betrekking tot de volgorde waarin dit verenigen plaatsvindt?
JEHOVAH heeft zijn getuigen tot een kostbare wereldomvattende eenheid bijeenvergaderd. Dit is in overeenstemming met Gods huishoudelijke regeling die door de apostel Paulus in Efeziërs 1:10 beschreven wordt: ’Een bestuur aan de volledige grens van de bestemde tijden, om alle dingen weer bijeen te vergaderen in de Christus, de dingen die in de hemelen en de dingen die op de aarde zijn.’ De eersten die bijeenvergaderd worden, zijn de gezalfde christenen met een hemelse bestemming, de „kleine kudde”, en daarna vindt de bijeenvergadering van de „grote schare . . . uit alle natiën” plaats. Deze groep ziet ernaar uit het einde te overleven en de rechtvaardige, door God beloofde „nieuwe aarde” binnen te gaan. — Luk. 12:32; Openb. 7:3, 4, 9, 13-17; 21:1, 5.
2. Wat stelt Jehovah’s Getuigen in staat om „eensgezind met één mond” te spreken?
2 „Eensgezind met één mond” — dat is de wijze waarop deze getuigen van Jehovah zijn Koninkrijksboodschap verkondigen. Wat stelt hen hiertoe in staat? Het feit dat zij over de gehele aarde ’dezelfde geestesgesteldheid aan de dag leggen die Christus Jezus bezat’ toen hij op aarde was. Hij was geen deel van deze trotse wereld. In plaats daarvan vernederde hij zich om Gods wil te doen en een warme, liefdevolle eenheid onder zijn discipelen op te bouwen. Dit was het begin van een wereldomvattende eenheid waardoor de ware christenen zich in de daaropvolgende eeuwen zouden onderscheiden. — Fil. 2:5-8; Joh. 13:34, 35; 17:14.
3. (a) Welke scherpe tegenstelling is er tegenwoordig op aarde te zien? (b) Hoe helpt de Schrift ons de wereldomvattende maatschappij van ware christenen te identificeren?
3 Deze eenheid van organisatie is in deze „laatste dagen” op schitterende wijze tot uitdrukking gekomen en steekt scherp af tegen alle verdeeldheid binnen Satans samenstel van dingen, waarin haat en wetteloosheid hoogtij vieren (2 Tim. 3:1-5, 13; Matth. 24:3, 12). Nooit eerder in de geschiedenis der mensheid heeft er op onze aarde, in 203 landen, een organisatie bestaan die volkomen eensgezind is in geloofsovertuiging, doelstelling en activiteit. Deze wereldomvattende maatschappij van Jezus’ discipelen is te herkennen aan de vruchten die ze voortbrengt. — Joh. 15:8; Hebr. 13:15; Gal. 5:22, 23.
Eensgezind handelen
4. (a) Welk geschil rees er in de eerste-eeuwse gemeente? (b) Welke theocratische stappen werden er blijkens Handelingen 15:1-6 gedaan?
4 Hoe er binnen Jehovah’s organisatie eensgezind wordt gehandeld, wordt voor ons in Handelingen hoofdstuk 15 geïllustreerd. Roep in uw geest eens het beeld op van een bijeenkomst van rijpe getuigen van Jehovah — de twaalf apostelen, andere oudere mannen uit de gemeente Jeruzalem en Paulus en Barnabas, ouderlingen uit de gemeente Antiochië. In Antiochië, en ook in Jeruzalem, beweren sommige bekeerlingen uit de joden met klem dat mensen uit de natiën besneden moeten worden en zich aan de Wet van Mozes moeten houden ten einde gered te worden. Daarom zijn de apostelen en oudere mannen bijeengekomen „om deze aangelegenheid te overwegen”. — Hand. 15:1-6.
5-7. (a) In welke zin werd er heel wat „geredetwist”? (b) Welke getuigenissen werden afgelegd? (c) Hoe werd de Schrift gebruikt om de kwestie te belichten? (d) Welke rijpe beslissing nam Jakobus, en tot welk uiteindelijke besluit leidde dit? (e) Wat werd er vervolgens gedaan?
5 Het probleem wordt onbevooroordeeld besproken en deze toegewijde mannen voeren alle argumenten pro en contra aan. Zij zijn niet van tevoren tot een bepaalde conclusie gekomen. Zij zijn bereid de aangelegenheid vanuit elk gezichtspunt te beschouwen. Er volgt heel wat „geredetwist”, maar klaarblijkelijk verloopt alles ordelijk en luisteren zij eerbiedig naar elkaars standpunt. De apostel Petrus getuigt van het feit dat God heilige geest heeft gegeven aan onbesneden mensen uit de natiën — stellig een krachtig getuigenis dat het voor degenen die worden gered niet langer een vereiste is zich in het vlees te laten besnijden. Barnabas en Paulus voegen aan dit getuigenis toe door een beschrijving te geven van de vele wonderbaarlijke dingen die God door hun bediening onder de natiën tot stand heeft gebracht. — Hand. 15:7-12.
6 Vervolgens doet Jakobus ter ondersteuning van de zojuist aangevoerde argumenten een aanhaling uit de Schrift. Hij verklaart dat Amos 9:11, 12 vooruitwijst naar het herstel in Gods gunst onder de Grotere David, Jezus Christus, en naar de tijd dat Jehovah onverdiende goedgunstigheid zal betonen aan ’alle natiën die naar zijn naam zijn genoemd’. Jakobus vindt het niet nodig bekeerlingen uit de natiën lastig te vallen door erop te staan dat zij zich laten besnijden en alle regels naleven die in de Wet van Mozes staan. Enkele dingen zijn echter wel noodzakelijk: Zij moeten zich onthouden van afgoderij, van bloed in welke vorm maar ook en van seksuele immoraliteit. — Hand. 15:13-21.
7 Het besturende lichaam in Jeruzalem komt tot een unaniem besluit en zendt boodschappers naar de gemeente Antiochië met een brief die eindigt met de aanmoedigende woorden: „Indien gij u nauwlettend voor deze dingen wacht, zult gij voorspoedig zijn. Wij wensen u een goede gezondheid toe!” — Hand. 15:22-29.
Theocratische werkwijze
8. (a) Waardoor laat het hedendaagse Besturende Lichaam zich bij het nemen van beslissingen leiden? (b) Wat zijn enkele aangelegenheden die in de afgelopen jaren tot klaarheid zijn gebracht?
8 In deze tijd volgt het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen, dat de op aarde aanwezige „getrouwe en beleidvolle slaaf” van de Meester vertegenwoordigt, hetzelfde apostolische patroon (Matth. 24:45-47). Aldus komt deze groep van gezalfde Getuigen door christelijke ervaring en doordat zij het tot richtsnoer dienende Woord van God volgen en zich onder de leiding van Jehovah’s geest stellen, tot theocratische beslissingen in aangelegenheden die van groot belang zijn voor de gemeente. Het Besturende Lichaam heeft de afgelopen jaren bijvoorbeeld deze schriftuurlijke werkwijze gevolgd om klaarheid te brengen in kwesties als de bijbelse zienswijze inzake „bedienaren”, het door God geschonken geweten, het dragen van dodelijke wapens en de mate waarin bepaalde gedeelten van Jesaja’s profetie van toepassing zijn op het toekomstige Paradijs op aarde. — Vergelijk Johannes 14:26; 1 Korinthiërs 2:10.
9. Hoe moeten ouderlingen te werk gaan wanneer zij in deze tijd problemen behandelen?
9 De in Handelingen hoofdstuk 15 uiteengezette werkwijze moet ook worden gevolgd door de ouderlingen in de gemeente wanneer zij in deze tijd problemen behandelen. Laat eerst duidelijk gesteld worden wat het probleem is en wat de feiten in verband daarmee zijn. Laat vervolgens betrouwbare getuigen duidelijk feitenmateriaal met betrekking tot de zaak aanvoeren. Graaf diep in de Schrift ten einde te weten te komen wat Jehovah’s zienswijze is en maak ook gebruik van de hulp die de publikaties van het Wachttorengenootschap misschien op dat punt bieden. Werk er onder gebed aan tot een unanieme oplossing te komen die in overeenstemming is met wat Jehovah’s Woord ons leert en die de gemeente tot voordeel zal strekken. — Jes. 48:17; 1 Kor. 14:33.
Vreugde — toen en nu
10. (a) Welke uitwerking dienen, net als in de eerste-eeuwse gemeente, theocratische beslissingen op ons te hebben? (b) Hoe hebben moderne ontwikkelingen ertoe geleid dat Gods volk gesterkt wordt en in aantal toeneemt?
10 Toen de leden van de gemeente in Antiochië vernamen hoe de beslissing van het besturende lichaam luidde, „verheugden zij zich over de aanmoediging”. Zo verheugen ook Jehovah’s Getuigen in deze tijd zich wanneer zij op de hoogte worden gebracht van organisatorische beslissingen en duidelijker inzichten in leerstellige aangelegenheden waardoor de geestelijke gezondheid van Gods volk en de vooruitgang van Jehovah’s werk wordt bevorderd. (Vergelijk Titus 2:1.) Maar het Besturende Lichaam hoeft nu niet meer zoals destijds met de hand instructiebrieven te schrijven en die door boodschappers te voet te laten rondbrengen. Moderne communicatiemiddelen en drukkerijfaciliteiten in meer dan dertig Wachttorenbijkantoren over de gehele aarde hebben het mogelijk gemaakt „het goede nieuws van het woord van Jehovah” in een minimum van tijd aan de miljoenen leden van Gods volk over te brengen. Dit gebeurt hoofdzakelijk via het tijdschrift De Wachttoren. Aldus worden de gemeenten overal ter wereld aanhoudend ’in het geloof bevestigd en nemen ze van dag tot dag in aantal toe’. — Hand. 15:30–16:5.
11. Hoe heeft Jehovah De Wachttoren gebruikt om Jesaja 30:18-21 in vervulling te doen gaan?
11 Zij die De Wachttoren reeds jarenlang lezen, zijn ook blij te zien dat de oplage steeds groter wordt. In de 105 jaren dat deze publikatie verschijnt, is de oplage gestegen van 6000 maandelijkse exemplaren in het Engels tot 11.150.000 exemplaren in 102 talen, waarbij zij opgemerkt dat alle uitgaven in de grote taalgebieden halfmaandelijks zijn. Het lijdt geen twijfel dat De Wachttoren door onze Grootse Onderwijzer, Jehovah God, op fenomenale wijze gebruikt is om de belofte in vervulling te doen gaan: „Gelukkig zijn allen die hem blijven verwachten. . . . Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, aldus: ’Dit is de weg. Wandelt daarop’, ingeval gijlieden rechts of ingeval gij links zoudt gaan.” — Jes. 30:18-21.
12. (a) Waarom hebben wij nu een reden te meer om ons te verheugen? (b) Hoe zal deze nieuwe regeling ons tot voordeel strekken?
12 Nu hebben wij een reden te meer om ons te verheugen. Met ingang van 1985 verschijnt De Wachttoren qua inhoud simultaan in 23 talen!a Al deze uitgaven hebben dezelfde voorplaat en bevatten dezelfde reeks beginartikelen en dezelfde studieartikelen. Hierdoor wordt voorzien in een simultaan „voedings”-programma dat Jehovah’s volk in hun geestelijke groei zal verenigen „totdat wij allen geraken tot de eenheid in het geloof”. Dit zal beslist een extra stimulans vormen om ’eensgezind met één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus te verheerlijken’. — Ef. 4:13; Rom. 15:6.
13. (a) Hoe veelomvattend is dit programma? (b) Hoe zouden wij dit derhalve in verband kunnen brengen met 1 Korinthiërs 1:10?
13 Wanneer u dit tijdschrift op de wekelijkse Wachttoren-studie in de gemeente in uw hand houdt, raakt u dan niet met geestdrift vervuld bij de gedachte dat de meesten van uw broeders over de gehele wereld met elkaar verenigd zullen zijn in het tot zich nemen van hetzelfde geestelijke voedsel op dezelfde dag? Ja, dit zal in heel Noord- en Zuid-Amerika, in het grootste deel van Europa, in Japan en op veel plaatsen in het zuiden van Afrika het geval zijn! Naar schatting is reeds meer dan 90 procent van degenen die ergens op aarde de Wachttoren-studie bezoeken — zo’n 2.500.000 personen elke week — bij deze simultane „voedings”-regeling betrokken. Al deze personen worden onderling „nauw verenigd . . . in dezelfde geest en in dezelfde gedachtengang” (1 Kor. 1:10). Als de omstandigheden dit toelaten, zullen nog meer talen in dit programma opgenomen worden.
14. Hoe zal dit gezinnen tot voordeel strekken?
14 Tot nu toe kan het vanwege taalverschillen zo geweest zijn, dat binnen hetzelfde gezin het ene gezinslid bepaalde Wachttoren-artikelen maanden later bestudeerde dan het andere gezinslid. Maar nu kunnen zij in dit opzicht verenigd zijn. Ouders bijvoorbeeld die immigranten zijn en die een andere taal beter beheersen, kunnen er nu samen met hun Nederlands-sprekende kinderen voor gaan zitten om met elkaar in beide talen dezelfde Wachttoren-studie voor die week voor te bereiden. In tweetalige gezinnen zullen ouders beter toegerust zijn om in overeenstemming met de instructies in Efeziërs 6:4 en 2 Timótheüs 3:14, 15 te handelen.
15. (a) Wat kunnen wij thans in overeenstemming met Jesaja 52:8, 9 in onze openbare bediening doen? (b) Wat zullen verkondigers in het begin van 1985 kunnen doen, en wat zou er in de toekomst kunnen gebeuren?
15 Beschouw ook onze openbare bediening met de tijdschriften eens. Koninkrijksverkondigers waar maar ook op aarde kunnen het nu ook in dit opzicht ’eenstemmig vreugdevol uitroepen’ door aan het publiek overal ter wereld terzelfder tijd identieke inlichtingen te verschaffen (Jes. 52:8, 9). Wanneer verkondigers aan het tijdschriftenwerk op straat deelnemen in gebieden waar verscheidene talen worden gesproken, kunnen zij in twee of meer talen tijdschriften laten zien die hetzelfde omslagartikel bevatten. Denk u eens in! In het begin van 1985 zullen Koninkrijksverkondigers over de gehele aarde een bezielend, verenigd getuigenis geven over Armageddon! Het kan zijn dat Jehovah te bestemder tijd zijn volk dusdanig leidt dat zij wereldwijd andere krachtige, verenigde aankondigingen gaan doen, ’zijde aan zijde dienend voor het geloof van het goede nieuws’ (Fil. 1:27). Het in vele talen simultaan verschijnen van De Wachttoren zal zulke gezaghebbende verklaringen mogelijk maken. — Vergelijk Daniël 11:44.
Een blik in de toekomst
16. (a) Wat vertelt deze uitgave van De Wachttoren ons op de bladzijden 8, 9 en 25 over de activiteit met de tijdschriften? (b) Waarom hebben mensen in deze tijd onze tijdschriften nodig?
16 Gedurende het jaar 1984 hebben Jehovah’s Getuigen de zustertijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! alom in grote aantallen verspreid. Deze activiteit is door Jehovah rijkelijk gezegend, zoals blijkt uit de cijfers die op de bladzijden 8, 9 en 25 van dit tijdschrift staan. Wereldwijd is in 1984 de verspreiding van onze tijdschriften in het veld met 11,1 procent toegenomen. Er werden in totaal 287.358.064 losse tijdschriften verspreid, terwijl het aantal afgesloten abonnementen tot 1.812.221 is gestegen, een toename van 3,2 procent. Het lijdt geen enkele twijfel dat steeds meer mensen willen weten waarom de natiën in radeloze angst verkeren en „geen uitweg weten” (Luk. 21:25, 26). Ouders willen een gelukkige toekomst voor hun kinderen — iets beters dan een in een kernoorlog verschroeide aarde. Onze tijdschriften bieden een levende hoop! — Matth. 12:18, 21; Rom. 15:4.
17. Hoe zullen onze tijdschriften ons helpen de Duivel te weerstaan?
17 Hoe staat het dan met 1985? De boodschap in De Wachttoren en Ontwaakt! wordt steeds nadrukkelijker. Dit is te verwachten nu de laatste dagen voor Satans wereld ten einde lopen (Openb. 12:12). Vergis u niet! De Duivel zou ons er graag van afhouden een geregeld aandeel aan Jehovah’s dienst te hebben. Ja, Satan zou ons graag afzonderen van Gods volk en de activiteit die het verricht, en ons aldus verslinden (1 Petr. 5:8). Maar wij kunnen hem weerstaan door geregeld bijeen te komen om nauwkeurige kennis tot ons te nemen en deze toegenomen kennis te gebruiken om Jehovah te dienen. — Ef. 6:11, 14-16; Kol. 1:9-11.
18. (a) Hoe groot is onze verantwoordelijkheid als Koninkrijksverkondigers? (b) Hoe kunnen wij de raad in Romeinen 12:10, 11 en 15:5, 6 toepassen?
18 Bent u een Koninkrijksverkondiger? Zo ja, dan neemt u een sleutelpositie in binnen de hedendaagse theocratische maatschappij. Het kan zijn dat u als opgedragen christen nog andere verantwoordelijkheden in de gemeente draagt. Toch moet u, om naar Jehovah’s naam te leven, een ijverige bedienaar in het veld zijn. Laten wij allen, in broederlijke liefde en in tedere genegenheid voor elkaar verenigd, vurig van geest blijven en ’Jehovah als slaven dienen’ (Rom. 12:10, 11). Ongeacht welke druk er door Satan en zijn wereld op ons wordt uitgeoefend, wij moeten Jehovah als één lichaam, ja, „eensgezind met één mond”, blijven verheerlijken door zijn Koninkrijksvoornemens bekend te maken.
19. (a) Hoe kunnen wij succesvol het hoofd bieden aan vervolging en andere problemen? (b) Welke raad verschaft Zefanja 3:8, 9 ons?
19 Velen van ons hebben met vervolging te kampen of moeten volharden in gebieden waar niet gunstig op onze prediking wordt gereageerd. Maar laten wij dezelfde geestesgesteldheid aan de dag blijven leggen die Christus Jezus bezat (Joh. 16:33; 1 Petr. 4:1, 2). Laten wij als een verenigd lichaam blijk geven van ware moed — de innerlijke geestelijke kracht die onder druk standhoudt en niet afbrokkelt (Ps. 27:14; Fil. 1:14). Laten wij onze handen nimmer laten verslappen met betrekking tot het zoeken naar met schapen te vergelijken personen. Laten wij Jehovah en zijn dag van afrekening ’blijven verwachten’ en hem schouder aan schouder dienen terwijl wij zijn naam aanroepen en de „zuivere taal” der waarheid spreken. — Zef. 3:8, 9.
20. (a) Hoe kunnen wij het ware geluk vinden? (b) Hoe heeft Jesaja 11:6-9 een opmerkelijke vervulling gekregen?
20 Mogen allen die God verheerlijken eensgezind ’de nieuwe persoonlijkheid aandoen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit’ (Ef. 4:24). Dit leidt tot waar geluk. Wij vinden dit geïllustreerd in Jesaja 11:6-9, waar wordt gesproken over het geestelijke paradijs dat thans onder Jehovah’s herstelde volk bestaat. Wat een vrede en harmonie! Wat geweldig te zien dat de hebzuchtige, schadelijke persoonlijkheidskenmerken verdwenen zijn! Aan het eind van deze beschrijving van paradijselijke toestanden merken wij de volgende woorden op: „Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah zoals de wateren ook de zee bedekken.” Jehovah’s „heilige berg” van verenigde aanbidding is in deze tijd overal op aarde stevig bevestigd. Waarom? Omdat Jehovah zijn getuigen ertoe gebracht heeft zijn naam „eensgezind met één mond” te verheerlijken. Aldus is „de aarde”, het geestelijke grondgebied van Zijn volk, vervuld van „de kennis van Jehovah”.
21. Waarom dienen wij een zo groot mogelijke verspreiding aan onze tijdschriften te geven?
21 Mogen wij, in de kracht die Jehovah verschaft, een zo groot mogelijke verspreiding geven aan De Wachttoren en het zustertijdschrift Ontwaakt! En mogen wij dit doen in de hoop dat als het ware alle einden der aarde en alle families der natiën ’het zullen gedenken en tot Jehovah zullen terugkeren’. — Ps. 22:27; Openb. 15:4.
[Voetnoten]
a Deze talen zijn: Afrikaans, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Italiaans, Japans, Nederlands, Noors, Portugees, Spaans, Thai en Zweeds; de Afrikaanse dialecten: Sepedi, Sesotho, Tsonga, Tswana, Venda, Xhosa en Zulu; en twee talen die gesproken worden in landen waar het werk van Jehovah’s Getuigen aan beperkende bepalingen onderhevig is.
Een terugblik op dit artikel
◻ Hoe functioneerde de eerste-eeuwse gemeente?
◻ Welke voordelen zal het simultaan verschijnen van De Wachttoren ongetwijfeld hebben?
◻ Welke voortreffelijke resultaten werden er in 1984 bij het tijdschriftenwerk bereikt?
◻ Hoe kunnen wij zelfs in tijden van beproeving geestelijke voorspoed genieten?