Inzicht in het nieuws

Nieuwe-Wereldvertaling doorstaat onderzoek

In het verleden wantrouwden bijbellezers van de ene religie vertalingen die door een andere religieuze groep waren gemaakt. Een dergelijk wantrouwen is gewoonlijk ongerechtvaardigd, zo beweert theoloog C. Houtman in het wetenschappelijke blad Nederlands Theologisch Tijdschrift. Na beschouwing van deze vertalingen meent hij dat er slechts zelden passages kunnen worden gevonden die een weerspiegeling vormen van de „sektarische of politieke of maatschappelijke zienswijze van de vertaler”. Hoewel dit grotendeels waar is, zijn er sommige gevallen waarbij bijbelvertalers hun religieuze vooringenomenheid hebben laten doorschemeren in hun vertalingen. Sommige moderne bijbelvertalers hebben bijvoorbeeld de persoonlijke naam van God volledig uit hun werken verwijderd. Anderen hebben het woord Gehenna ten onrechte met „hellevuur” vertaald. Doch als iemand een deel van de inhoud van de bijbel opzettelijk weglaat of verandert, bevindt hij zich op gevaarlijk terrein. Eén bijbelboek geeft de waarschuwing: „Indien iemand iets afneemt van de woorden van de boekrol van deze profetie, zal God zijn deel afnemen van de bomen des levens.” — Openbaring 22:19.

In plaats van Gods naam uit de bijbel te verwijderen, heeft de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift die gehandhaafd — 7210 maal. Bijbelafschriften in de oorspronkelijke talen verschaffen hiervoor de basis. Interessant genoeg merkt Houtman op, dat wat vooringenomenheid van de vertalers betreft, „de Nieuwe-Wereldvertaling van Jehovah’s Getuigen de toets van kritiek kan doorstaan”.

Door mensen veroorzaakte honger

De droogte en honger in Afrika hebben meer dan een jaar lang de krantekoppen gehaald. Doch de dodelijke tol op dat continent is niets nieuws. „De droogte in Ethiopië begon in 1981”, verklaart onderzoeker Lloyd Timberlake in het tijdschrift The Middle East. „Tsjaad heeft 10 jaar lang onder de droogte geleden, Kaap Verdië ongeveer 15 jaar. Maar de reactie op de rampen komt op gang en houdt weer op, welke golfbeweging meer gebaseerd is op de nieuwsberichten dan op werkelijke menselijke noden.” Timberlake wijst als voornaamste oorzaak van de in Afrika heersende voedselsituatie niet op de natuur maar op de mens. Hij wijst op „onverstandige regeringen en dwaas beleid inzake hulpverlening en ontwikkeling” als de hoofdschuldigen die de sleutelfiguren in de besluitvorming, de stedelijke ambtenaren, hebben gescheiden van de boerenmensen, die eronder te lijden hebben.

Dat de mens zichzelf kwaad berokkent, is niets nieuws. Zo’n 3000 jaar geleden merkte de bijbelschrijver, koning Salomo, op dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel” (Prediker 8:9). Zonder goddelijke beginselen in acht te nemen, zullen menselijke plannen, ook die voor het verschaffen van voldoende voedsel aan de hongerigen, uiteindelijk falen wegens menselijke zelfzucht of onwetendheid. Hoe goed vat de bijbel samen hoe menselijke wijsheid zich laat vergelijken met die van God: „Vele zijn de plannen in het hart van een man, maar het is de raad van Jehovah die zal bestaan”! — Spreuken 19:21.

Hartoperaties bij kinderen

Jehovah’s Getuigen weigeren bloedtransfusies om religieuze redenen. ’Onthoud u van bloed’ gebiedt de bijbel (Handelingen 15:20). Zorgt dit schriftuurlijke standpunt voor extra ongerief bij de zorg voor de gezondheid van hun kinderen? Nee. Het artikel „Operaties van aangeboren hartkwalen bij kinderen van Jehovah’s Getuigen” in de uitgave van juni 1985 van The Journal of Thoracic and Cardiovascular Surgery kwam bijvoorbeeld tot de conclusie: „Hartoperaties en cardiopulmonaire omleidingen kunnen bij kinderen veilig verricht worden zonder bloedtransfusie.”

Het artikel zegt: „Over een 20-jarige periode die eindigde in juni 1983 ondergingen 110 kinderen in de leeftijd van 6 maanden tot 12 jaar van ouders die Jehovah’s Getuigen waren, operaties voor het herstel van aangeboren hartziekten met gebruikmaking van cardiopulmonaire omleiding.” Hoewel het artikel geen statistieken over dit punt verschafte, verklaarden chirurgen „dat kinderen van Jehovah’s Getuigen het gewoonlijk net zo goed of beter doen” dan degenen die een transfusie krijgen.

Het is interessant dat er na een opsomming van de dingen waarvan een christen zich moet onthouden — met inbegrip van bloed — de apostelen en oudere christenen schreven: „Indien gij u nauwlettend voor deze dingen wacht, zult gij voorspoedig zijn. Wij wensen u een goede gezondheid toe!” — Handelingen 15:29.