Velddienstbijeenkomsten

31 MAART – 6 APRIL

Wachttoren-abonnement

 1. Waarom willen wij mensen een abonnement aanbieden?

 2. Welke inleidingen zijn praktisch voor ons gebied?

 3. Waarom is het nuttig plooibaar te zijn?

7-13 APRIL

Het gebruik van lectuur in de dienst

 1. Waarom bieden wij de huisbewoner lectuur aan?

 2. Welke in onze gemeente verkrijgbare boeken zullen de mensen in ons gebied het meest aanspreken?

 3. Welke punten in de lopende Wachttoren haken goed in op ons Onderwerp voor gesprekken?

14-20 APRIL

Onverschilligheid

 1. Waar wordt onverschilligheid door veroorzaakt?

 2. Hoe zouden wij belangstelling voor het huidige en toekomstige leven kunnen aanwakkeren?

 3. Hoe zouden wij met behulp van ons Onderwerp voor gesprekken op dit probleem kunnen inhaken?

21-27 APRIL

Zienswijzen van de jeugd

 1. Welke zienswijzen leven er thans onder de jeugd?

 2. Hoe zou Gods belofte om iets nieuws te brengen van invloed kunnen zijn op de kijk die de jeugd op het leven heeft?

 3. Hoe zouden wij dit tegenover hen duidelijk kunnen maken?

Onderwerp voor gesprekken

Gods belofte van iets nieuws. — 2 Petr. 3:13; Jes. 65:17.

Wij bezitten wat de mensen nodig hebben!

¹ Geestelijk gesproken houdt De Wachttoren nu al 100 jaar lang de wacht. Het tijdschrift heeft z’n lezers zowel „vertroosting uit de Schriften” gebracht als betrouwbare leiding die alleen Gods Woord, de bijbel, kan verschaffen (Rom. 15:4; Ps. 119:105). De meesten van ons hebben veel van onze geestelijke ontwikkeling en groei aan De Wachttoren te danken. Wat zijn wij dankbaar voor het „voedsel te rechter tijd” dat door de „getrouwe en beleidvolle slaaf” verschaft wordt. — Matth. 24:45.

² Enkele waarnemers hebben echter opgemerkt dat de mensen over het algemeen geen lezers meer zijn, zeker niet wanneer het leesmateriaal over religieuze aangelegenheden handelt. Dit doet de vraag rijzen: Hoe staat het met De Wachttoren? Heeft een groot gedeelte van het publiek er iets aan? Voorziet het tijdschrift in hun behoeften? Op welke manieren kan het hen helpen?

WAT LEZERS ZEGGEN

³ Het staat vast dat De Wachttoren bij veel wereldse mensen niet in trek is. Aan de andere kant hebben honderdduizenden oprechte mensen over de gehele wereld hun waardering tot uitdrukking gebracht voor de wijze waarop het tijdschrift hen geholpen heeft. Een student in Japan zei: „Wat mijn geloof bijzonder versterkt, zijn de duidelijke verklaringen van bijbelprofetieën. Ik sta versteld van de verbazingwekkende diepten van Gods wijsheid waar ik me door deze prachtige artikelen bewust van ben geworden.” Een dankbare jeugdige lezer schreef: „Toen ik voor het eerst met De Wachttoren kennis maakte, was ik een gedesillusioneerde teenager. Ik voelde me onzeker had weinig contact met mijn ouders, en had vreselijk hard leiding nodig. De Wachttoren voorzag daarin.”

⁴ Behalve algemene uitingen van waardering zijn er ook heel wat reacties op het praktische en actuele materiaal in elke uitgave. Een lezer in Zuid-Afrika schreef bijvoorbeeld: „Ik wil jullie laten weten hoezeer ik van de artikelen over de Psalmen geniet en daar profijt van trek. Ik heb het altijd moeilijk gevonden de Psalmen te begrijpen en ben heel dankbaar voor deze artikelen. Datzelfde geldt ook voor de artikelen over de Bergrede.” En let eens op dit interessante commentaar van een joodse lezer op het artikel „Iets nieuws in verband met Gods naam”: „Ik heb een joodse opvoeding gehad, maar van die naam had ik nog nooit gehoord. Jullie kunnen je niet voorstellen wat er door mij heen ging toen ik het onweerlegbare bewijs in deze laatste uitgave las. Ik sta te popelen om er meer exemplaren van te pakken te krijgen.”

⁵ Nu terug naar de vragen: Heeft een groot gedeelte van het publiek er iets aan? Voorziet het tijdschrift in hun behoeften? Het definitieve antwoord luidt Ja! Op de bladzijden van De Wachttoren treffen wij inderdaad datgene aan wat de mensen nodig hebben en wij hebben elke reden om positief te zijn wanneer wij het aan anderen aanbevelen.

⁶ Deze maand bieden wij het abonnement aan voor ƒ 9,00 met een gratis boek. (Zie ook mededelingenkolom km 12/’79.) Hoeveel tijd kun jij eraan besteden om het aan mensen in jullie gebied aan te bieden? Velen in de gemeente zullen extra gelegenheden hebben omdat het hun gelukt is in april in de hulppioniersdienst te staan. Dit is natuurlijk een zegen. Wij zijn er zeker van dat jullie graag met hen willen samenwerken en misschien kunnen jullie wat extra dienst verrichten door wat persoonlijke afspraken te maken om met hen samen te werken. Zij zullen het waarderen wanneer zij wat extra ondersteuning vanuit de gemeente ontvangen. Wat een geweldige gelegenheid hebben wij allemaal om Gods belofte van iets nieuws te laten weerklinken. De Wachttoren zal je daarbij helpen. Streef ernaar om zoveel mogelijk anderen te helpen inzien dat ook zij De Wachttoren nodig hebben.

De geest van het „elkaar helpen”-programma levend houden

¹ De Schrift laat zien dat mensen het ook vroeger reeds prettig vonden met elkaar samen te werken in de dienst voor God. Toen Jezus er regelingen voor trof dat de 70 voor hem uit zouden gaan naar verschillende steden, zond hij hen twee aan twee uit (Luk. 10:1). Toen Paulus aan zijn zendingsreis begon, nam hij Timótheüs mee om hem te helpen (Hand. 16:1-3). Ook Salomo zag de noodzaak van een metgezel in en zei daarom: „Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben voor hun harde werk” (Pred. 4:9). Dit wil niet zeggen dat iemand niet alleen mag werken bij het verbreiden van het goede nieuws. Er zijn echter veel voordelen aan verbonden om er samen met een partner in de dienst op uit te trekken en elkaar behulpzaam te zijn. Hoe kunnen wij de wil daartoe in onze gemeente levend houden?

JIJ KUNT ER OOK AAN MEE DOEN

² Ben je wat verlegen of schaam je je er misschien voor om met iemand anders te overleggen hoe je verscheidene aspecten van je dienst zou kunnen verbeteren? Meen je dat je, omdat je een onderwijzer van Gods Woord bent of omdat je de waarheid al een poos kent, geen voordeel zou kunnen trekken van het samenwerken met iemand anders? Beschouw het voorbeeld van Apóllos eens. De bijbel zegt dat hij „een welsprekend man” was die „goed [was] onderlegd in de Schriften”. Toch namen Priskilla en Aquila „hem in hun gezelschap op en legden hem de weg van God juister uit”. Apóllos voelde het niet als een te pijnlijke zaak om verdere waarheden van Aquila en Priskilla aan te nemen. Hij weigerde die hulp niet met het idee dat hij al ’vrijmoedig in de synagoge sprak’ en niets meer hoefde te leren. Hij maakte veeleer gebruik van de mogelijkheid en ging op zijn beurt naar Achaje waar hij „veel hulp [verleende] aan hen die op grond van Gods onverdiende goedheid gelovigen waren geworden”. Alhoewel dit verslag wellicht niet rechtstreeks op de velddienst slaat laat het wel duidelijk de geest zien waarin wij elkaar hulp willen verlenen. — Hand. 18:24-28.

³ Iemand kan wellicht heel bekwaam zijn in het verspreiden van lectuur maar