Wanneer doktoren trachten bloedtransfusies op te dringen
ALS u naar een dokter gaat, wat voor eigenschappen verwacht u dan dat hij zal bezitten? Natuurlijk wilt u graag een bekwame dokter hebben die een goede medische kennis heeft. Hoe bekwamer hij is, des te beter hij u kan helpen.
Hoe zou u het echter vinden als hij u geen enkele zeggenschap vergunde in wat er met uw lichaam gebeurt? Ja, hoe zou u het vinden als hij u aan een tafel vastbond en u tegen uw wil de een of andere medicijn opdrong of aan een chirurgische ingreep onderwierp? Op zijn zachtst uitgedrukt zou u de volgende keer waarschijnlijk naar een andere dokter uitzien.
Wat mensen niet alleen graag willen maar ook nodig hebben, is een dokter die behalve kennis en kundigheid ook begrip heeft. Een dergelijke dokter verliest nooit het feit uit het oog dat hij een openbare dienaar is. Hij dient zijn patiënten naar zijn beste vermogen maar tracht niet over hen te heersen. Hij houdt rekening met hun wensen. Gelukkig zijn er veel van dergelijke doktoren. Zij beseffen dat er altijd weer nieuwe methoden en andere meningen mogelijk zijn — zelfs onder experts. Hoewel zij dus een behandeling kunnen aanbevelen, dringen zij die de patiënt niet op.
Er bestaat echter nog een andere soort van dokter. Ook hij heeft ongetwijfeld een oprechte belangstelling voor zijn patiënt. Deze soort van dokter heeft echter zo’n uitgesproken mening over bepaalde behandelingen dat hij zijn toevlucht tot een rechterlijk bevel zal nemen om ze een patiënt op te dringen. Vaak beseft zo’n dokter niet dat de manier waarop hij bepaalde ziekten behandelt, door nieuwere methoden uit de tijd is geraakt. En vaak is zo’n dokter zich ook niet werkelijk bewust van zijn rol als openbare dienaar en van het feit dat zijn patiënt het recht heeft bepaalde behandelingsmethoden te verkiezen of te verwerpen.
Er bestaat dus dit grote contrast tussen doktoren. Aan wat voor dokter zou u de voorkeur geven als u ziek was of geopereerd moest worden?
„Naar ’bloedloze chirurgie’”
Nergens is het contrast tussen doktoren duidelijker dan op het gebied van bloedtransfusies. In welk opzicht?
In de laatste jaren is een toenemend aantal doktoren van gedachten veranderd met betrekking tot het geven van bloedtransfusies. Zij hebben geleerd allerlei grote operaties zonder toediening van bloed uit te voeren. Andere doktoren daarentegen negeren deze nieuwe bevindingen. Zij trachten nog steeds bloed op te dringen aan mensen die dit niet willen.
Typerend voor de nieuwe ontwikkelingen op dit gebied zijn krantekoppen zoals deze, die in de in Californië (V.S.) verschijnende Palo Alto Times stond: „NIEUWE CHIRURGISCHE TECHNIEKEN ELIMINEREN NOODZAAK VAN BLOEDTRANSFUSIE.” Een andere kop in de in New York (V.S.) verschijnende Long Island Press verkondigde: „EEN TOENEMENDE TENDENTIE NAAR ’BLOEDLOZE CHIRURGIE’.” In laatstgenoemde publikatie werd verklaard:
„Men heeft bloedtransfusie altijd als een standaardprocedure van de chirurgie beschouwd. Thans is dit niet meer het geval. In de laatste jaren hebben artsen nieuwe operatiemethoden ontwikkeld ten einde bloedtransfusies tot een minimum terug te brengen zo niet totaal te elimineren. Daarbij beweren zij dat de nieuwe methoden ook beter zijn voor de patiënten.”
De bekende hartchirurg Dr. D. A. Cooley van het Texas Heart Institute in Houston (V.S.) zegt: „Het feit is nu duidelijk bewezen dat de meeste grote operaties zonder bloedtransfusies verricht kunnen worden. . . . Ons doel is, te zien hoe weinig bloedtransfusies wij kunnen gebruiken.” En Dr. J. H. Kay schrijft het volgende aan The Journal of the American Medical Association: „Wij hebben bloedtransfusies zoveel mogelijk vermeden. . . . Wij hebben nu in het Saint Vincent’s Hospital in Los Angeles ongeveer 6000 open-hartoperaties verricht. Onze indruk is dat sinds wij bij de meerderheid van onze patiënten geen bloed meer gebruikt hebben, dit de patiënten ten goede komt.”
Er bestaan verscheidene redenen voor deze tendentie naar „bloedloze chirurgie”. Een hiervan is dat de gevaren van bloedtransfusies thans algemener worden erkend.
Transfusiegevaren
In Newsweek van 30 april 1973 werd opgemerkt dat bloedtransfusie „een proces [is] dat ernstige complicaties kan teweegbrengen indien het nieuwe bloed besmet is of onverenigbaar blijkt te zijn met dat van de patiënt”. Hoe ernstig? W. Miller zegt in Medical Economics: „Bij geen enkel biologisch produkt is de mogelijkheid van fatale fouten in de medische praktijk zo groot als bij bloed. Meer dan één dokter heeft tot zijn leedwezen moeten constateren dat elke fles bloed van de bloedbanken een potentiële fles nitroglycerine is.”
Hoe dodelijk kunnen bloedtransfusies zijn? De schattingen lopen uiteen. Volgens een schatting lopen elk jaar meer dan 30.000 Amerikanen als gevolg van bloedtransfusies hepatitis op terwijl er van dit aantal 3000 aan de ziekte sterven. Volgens een andere schatting krijgen „180.000 Amerikanen elk jaar als gevolg van bloedtransfusies serumhepatitis”. In de United States Congressional Record worden nog hogere cijfers gepubliceerd, want daarin wordt gezegd:
„Het Centrum voor Ziektecontrole heeft verklaard dat het werkelijke hepatit[i]scijfer nog veel hoger kan liggen dan het officiële cijfer, doordat veel artsen in gebreke blijven gevallen van serumhepatit[i]s te rapporteren. Het Centrum schat dat wel 35.000 sterfgevallen en 500.000 ziektegevallen per jaar te wijten kunnen zijn aan de aanwezigheid van serumhepatit[i]s in bloed dat voor transfusies wordt gebruikt.”
Al die schattingen zijn gebaseerd op slechts één complicatie van bloedtransfusie — hepatitis. Er zijn er echter nog meer, zoals hemolytische reacties en overvulling van het aderstelsel, die in het boek Complications in Surgery Management worden vermeld. Dit boek voegt er vervolgens aan toe: „Met betrekking tot invaliditeit en verlies van leven . . . wedijveren bloedtransfusies met enkele van onze voornaamste problemen op het gebied van de gezondheid.” In het Cecil-Loeb Textbook of Medicine wordt geschat dat er in de Verenigde Staten elk jaar „minstens 120.000” herkenbare schadelijke reacties op bloedtransfusies verwacht kunnen worden.
In Rhodesia maakte de Bulawayo Sunday News eind 1973 melding van nog een ernstige complicatie. Er werd in verteld hoe twee baby’s, een meisje en een jongen, als gevolg van bloedtransfusies met syfilis besmet waren geraakt. Beiden hadden uit dezelfde bron bloed ontvangen. Deze Afrikaanse publikatie gaf als commentaar: „De kinderen hadden vers bloed ontvangen dat aan de normale proeven op venerische ziekte was onderworpen en zuiver was bevonden.” Hoe kon zo iets dan gebeuren? De Davis-Christopher Textbook of Surgery verklaart: „Vroege stadiums van syfilis zijn moeilijk te ontdekken en donors zijn zich misschien niet van hun besmetting bewust.”
Hoe gevoelig bloed is, blijkt uit recente ontdekkingen. Bij een onderzoek waarbij 29.000 bloeddonors betrokken waren, ontdekten onderzoekers uit de Amerikaanse staat Wisconsin een uitzonderlijk hoog gehalte aan koolmonoxyde in het bloed. Koolmonoxyde is een van de dodelijkste vergiften die men kent. Hoe is het in het bloed van die donors gekomen? Tot de factoren die werden vermeld, behoorden uitlaatgassen van auto’s, het werk van de persoon en de plaats waar hij woonde. Rokers van tabak waren de grootste overtreders. Zij hadden drie- tot viermaal zoveel van dit vergif in hun bloed.
Het is derhalve duidelijk dat er vele, vele ernstige problemen aan bloedtransfusies kleven. Zeer terecht verklaarde de New York State Journal of Medicine dan ook: „Er dient nooit een transfusie gegeven te worden als een andere therapie voldoet.” En tot deze conclusie kwam men verscheidene jaren geleden, voordat vele van de nieuwe methoden van „bloedloze chirurgie” waren ontwikkeld.
Geen onfeilbare proef
Men heeft veel moeite gedaan om te trachten methoden te ontwikkelen aan de hand waarvan men met ziektekiemen geïnfecteerd of onverenigbaar bloed kan ontdekken. Maar hoewel er enige vooruitgang is geboekt, bestaat er geen onfeilbare methode.
Dit was de conclusie waartoe de wetgevende macht van de Amerikaanse staat Californië kwam en die in haar wetsontwerp No. 793 van 15 maart 1973 werd opgenomen. En in Medical World News werd erkend: „Zelfs indien al het donorbloed zorgvuldig aan de hand van de gevoeligste proeven die thans beschikbaar zijn, wordt onderzocht . . . zullen veel patiënten nog steeds posttransfusiehepatitis oplopen.”
Het feit dat de hepatitisfactor niet door een grondig onderzoek uitgeschakeld kan worden, vormt echter niet het enige probleem. De beroemde open-hartchirurg in het St. Barnabas Ziekenhuis (in de stad New York), Dr. C. P. Bailey, verklaart: „Het gevaar van incompatibiliteit en nierbeschadiging ten gevolge van transfusies kan, hoewel dit zeer verminderd is, nooit volledig uitgebannen worden, hoe zorgvuldig er ook ’passend’ bloed wordt uitgezocht.”
Een van de redenen voor deze grote problemen werd door het tijdschrift Let’s Live opgemerkt. In een artikel dat door twee doktoren is geschreven, wordt melding gemaakt van „de unieke relatie die er bestaat tussen het menselijk lichaam en zijn eigen bloed”. Wij lezen in dit artikel:
„In zijn boek Who Is Your Doctor and Why, schrijft Dr. Shadman: ’Het bloed in elke persoon is in werkelijkheid de persoon zelf. Het bevat alle bijzonderheden van de persoon van wie het afkomstig is. Hiertoe behoren erfelijke belasting, vatbaarheid voor ziekten en vergiften ten gevolge van de persoonlijke levenswijze, en eet- en drinkgewoonten. . . .’
’Elke persoon heeft zijn eigen soort van bloed, en aangezien geen twee mensen precies aan elkaar gelijk zijn, kunt u niet ongestraft het bloed van iemand anders in uw aderen brengen, ongeacht hoe „verenigbaar” het betreffende bloed ook wordt geacht. Uw lichaamsgestel moet het kwijtraken en begint hier onmiddellijk aan te werken, en het blijft hiermee doorgaan totdat het helemaal is verwijderd. . . .’
’Er worden veel propagandageschriften verspreid waarin gesproken wordt over het zuiveren van het bloed, waarna alleen het schone residu zou worden gebruikt. Dit is niet mogelijk. Het aderlaten van vroeger is door bloedtransfusie vervangen. Van alle belachelijke medische praktijken uit het verleden en het heden, is deze huidige bloedmanie wel het ergst.’”
In het artikel kwam ook nog de volgende aanhaling van Dr. Shadman voor: „Bij het verrichten van ruim 20.000 chirurgische ingrepen heb ik nog nooit een bloedtransfusie gegeven, terwijl geen enkele patiënt door het gemis ervan is gestorven. Ik heb veel transfusies gegeven met een normale zoutoplossing, die beter en veiliger is. Ik heb deze bij alle graden van bloedverlies gebruikt, en er is niemand gestorven. Sommigen waren krijtwit en steenkoud, maar zij leefden.”
Een dergelijke bewering zal sommigen misschien overdreven toeschijnen. Merk evenwel op wat in het gezaghebbende Davis-Christopher Textbook of Surgery wordt gezegd: „Men schat dat 35 tot 50 percent van alle bloedtransfusies onnodig zijn, terwijl slechts ongeveer 1 percent als een levenreddende procedure wordt gegeven.”
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat het menselijke element bij het afnemen en opslaan van bloed uitgeschakeld kan worden. Er worden fouten gemaakt en er komt ook slordigheid voor, zoals in Hospital Practice van januari 1974 wordt toegegeven.
Ontheffing van verantwoordelijkheid
De door bloedtransfusies aangerichte schade heeft enorme wettelijke problemen geschapen. Herhaaldelijk is er tegen doktoren en ziekenhuizen een eis tot schadevergoeding ingesteld, waarmee grote bedragen waren gemoeid. Dit werd een nog veel ernstiger probleem toen het hooggerechtshof van een Amerikaanse staat onlangs besliste dat ziekenhuizen inderdaad aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade die het gevolg is van een bloedtransfusie.
Als gevolg hiervan laat men in Amerikaanse ziekenhuizen veel patiënten aan wie bloedtransfusies toegediend zullen worden, een ontheffingsformulier tekenen. Door dit formulier te ondertekenen, stemt de patiënt ermee in het ziekenhuis en het dienstdoende personeel van elke verantwoordelijkheid te ontheffen indien het bloed schade zou berokkenen. Eén zo’n ziekenhuisformulier luidt:
„Ik begrijp ten volle dat de transfusie of toediening van bloed of bloedderivaten bij mij VIRUSHEPATITIS of andere ongunstige reacties tot gevolg kan hebben, resulterend in een mogelijke ernstige ziekte en complicaties, ziekenhuisverpleging, de noodzaak van verdere medische zorg en behandeling, tijdelijke of blijvende invaliditeit alsmede andere mogelijke nadelige gevolgen voor mijn gezondheid en welzijn, (met inbegrip van de dood).”
Op dit formulier is een ruimte opengelaten waar ouders of voogden kunnen tekenen wanneer de patiënt minderjarig is.
Is het consequent?
Men eerbiedigt beslist de rechten van een patiënt wanneer men hem inlicht over de gevaren van bloedtransfusies, althans indien hij bloed wenst. Door het formulier te tekenen, stemt hij erin toe op eigen risico bloed te nemen.
Hoe staat het er echter mee wanneer hij GEEN bloed wenst? Hoe consequent is het van de zijde van doktoren en ziekenhuizen wanneer zij enerzijds willen dat er een formulier wordt ondertekend waardoor zij vrijgesteld worden van elke aansprakelijkheid in verband met het geven van bloed, doch in andere gevallen een rechterlijk bevel wensen te verkrijgen ten einde onwillige patiënten gedwongen bloedtransfusies te geven?
Dezelfde inconsequentie treedt aan de dag wanneer het om patiënten gaat die minderjarig zijn, kinderen. Aan de ene kant wordt aan ouders of voogden gevraagd een formulier te ondertekenen waardoor doktoren en ziekenhuizen worden ontheven van elke verantwoordelijkheid indien het kind als gevolg van een bloedtransfusie schade zou ondervinden. Maar aan de andere kant heeft men zich er vaak niets van aangetrokken wanneer ouders of voogden een formulier tekenen of willen tekenen waardoor doktoren en ziekenhuizen worden ontheven van elke aansprakelijkheid wanneer zij het kind GEEN bloedtransfusie toedienen.
Er is slechts één consequente en redelijke zienswijze mogelijk: Men dient rekening te houden met het recht van de patiënt een bepaalde soort van medische behandeling te weigeren. Dit recht is vooral kostbaar wanneer die behandeling, zoals wordt toegegeven, schadelijk en zelfs dodelijk is.
Dr. A. Kelly, de voormalige secretaris van het Canadese Medische Genootschap, zei in dit verband: „Geen enkele dokter kan positief beweren dat iemand zal sterven als hij geen bloedtransfusie ontvangt of zal blijven leven als hij er wel een krijgt. Het is misschien beter dat er af en toe iemand sterft dan dat het fundamentele recht om een medische behandeling te weigeren, wordt aangetast.”
Een belangrijker reden
Zoals algemeen bekend is, weigeren Jehovah’s getuigen een bloedtransfusie te aanvaarden. Het is waar dat zij op de hoogte zijn van de gevaren. Maar zij hebben er voornamelijk bezwaar tegen op religieuze gronden, en dit vormt voor hen een veel belangrijker reden.
Gods Woord, de bijbel, gebiedt ware christenen uitdrukkelijk „zich te onthouden van dingen die door afgoden zijn bezoedeld en van hoererij en van het verstikte en van bloed” (Hand. 15:20, 29). Hun wordt gezegd dat zij zich dienen te „wachten . . . voor bloed”. — Hand. 21:25.
Dit verbod met betrekking tot bloed werd in de christelijke Griekse Geschriften opgetekend. Zelfs toen was het echter niet nieuw. Dezelfde wet werd duizenden jaren voordien door God gegeven en werd in de Hebreeuwse Geschriften opgetekend. Ook werd die wet niet slechts aan de natie Israël uit de oudheid gegeven. Ze werd eeuwen voordat die natie ontstond, aan de mensheid gegeven en is op de gehele mensheid van toepassing. — Zie Genesis 9:4, Leviticus 17:11, 12, 14 en Deuteronomium 12:23 als voorbeelden.
Veel mensen hebben om zulke geboden gelachen toen bloedtransfusies voor het eerst populair werden. Maar bij nader inzien zijn velen van deze zelfde mensen van gedachten veranderd. Zij zien dat wat eerst een panacee leek, nu in een nachtmerrie is veranderd. Na al deze jaren hebben de laatste ontdekkingen van de hedendaagse geneeskunst dus de wijsheid aangetoond van het goddelijke verbod inzake het gebruik van bloed.
Men tracht nog steeds bloedtransfusies op te dringen
Men zou denken dat doktoren en ziekenhuizen thans, op dit late tijdstip en met het oog op de laatste inlichtingen en nieuwe technieken, stellig niemand zouden dwingen een bloedtransfusie te ontvangen. Zij doen dit echter wel.
Zo weigerde een jonge zwangere vrouw, Connie Reavis, eind 1973 op advies van haar arts bloed te nemen. De dokter en het ziekenhuis in Portland, in de Amerikaanse staat Oregon, brachten de zaak voor het gerecht. Rechter Berkeley Lent van de districtsrechtbank keurde het verzoek om haar tegen haar wil bloed toe te dienen, goed. Mevr. Reavis weigerde zich aan het bevel te onderwerpen. Zij nam contact op met doktoren in Seattle, die erin toestemden geen bloed te gebruiken. In het ziekenhuis van de universiteit van Washington verrichtten zij een succesvolle keizersnede zodat de vrouw een meisje ter wereld bracht dat tien pond en achtenvijftig gram woog. Er werd geen bloed gebruikt.
In een ander geval ondervonden Curtis Dunn en zijn vrouw Patsy, Jehovah’s getuigen, hoe misleidend ondertekende formulieren kunnen zijn. Toen zij van haar derde kind moest bevallen, ondertekenden zij een formulier waarin zij de doktoren en het ziekenhuis van elke aansprakelijkheid ontheven voor de gevolgen van het feit dat zij geen bloed nam.
Nadat het kind was geboren, kreeg het anemie. De artsen van een ziekenhuis in Houston, Texas (V.S.), namen het kind door middel van een rechterlijk bevel van de ouders af en gaven het een bloedtransfusie. Er werd zeer snel gehandeld, zodat er geen gelegenheid was de zaak eerst gerechtelijk te onderzoeken. Maar wat was er met het formulier gebeurd dat zij hadden ondertekend?
Een nader onderzoek van het ontheffingsformulier was onthullend. Op het formulier stond alleen dat de artsen en het ziekenhuis van elke verantwoordelijkheid voor de beslissing van de ouders werden ontheven. Er werd niet gezegd dat de beslissing van de ouders onder alle omstandigheden gerespecteerd zou worden. Dergelijke formulieren kunnen dus betrekkelijk waardeloos zijn. Ze kunnen misleidend zijn en personen die zich er in goed vertrouwen op verlaten, een vals gevoel van zekerheid schenken.
Het is interessant dat een dokter die de zaak later analyseerde, opmerkte: „Deze anemie was naar alle waarschijnlijkheid te wijten aan een te langdurig gebruik van de voor de navelinfuus gebruikte catheter die [voor het inspuiten van vloeistoffen of bloed] was ingebracht toen het kind zeven uur oud was.”
Geen kwestie van „leven of dood”
Jehovah’s getuigen die voor een grote operatie stonden, hebben vaak van doktoren te horen gekregen dat zij een bloedtransfusie moesten ontvangen of anders zouden sterven. Dit bleek echter herhaaldelijk niet het geval te zijn. Velen werden in de gelegenheid gesteld een andere behandeling te ondergaan en maken het heel goed. Tevens werden zij aldus bevrijd van de gevaren die bloedtransfusies met zich brengen.
Zo werd er aan de ouders van een baby van één dag oud in Kentucky (V.S.) meegedeeld dat de baby een bloedtransfusie nodig had. Volgens de doktoren in een ziekenhuis in Fort Thomas zou het kind anders als gevolg van rhesusantagonisme sterven. Toen de artsen een rechterlijk bevel trachtten te verkrijgen om een bloedtransfusie te kunnen toedienen, nam de vader, William Bergeron, contact op met een andere dokter. Hij haalde zijn baby uit dat ziekenhuis en bracht het over naar een ziekenhuis in Houston, Texas (V.S.). Daar gaven de doktoren het kind met succes een ultravioletbehandeling, waarna het binnen drie dagen kon worden ontslagen.
De zestienjarige Aaron Lee Washburn deed een overeenkomstige ervaring op. Hij was het slachtoffer van een auto-ongeluk en leed aan meervoudige fracturen aan het hoofd en andere lichaamsdelen. In een medisch centrum te Dallas (V.S.) verklaarden zijn ouders duidelijk dat zij geen bloedtransfusies wensten. In het begin werd dit gerespecteerd, maar drie dagen later trachtte de chirurg die de operatie zou verrichten een rechterlijk bevel te krijgen om de patiënt tegen de wil van diens ouders een bloedtransfusie toe te dienen. Hij vertelde de rechter dat de operatie niet zonder bloedtransfusie verricht kon worden. Toen werden echter andere chirurgen in de arm genomen. Zij respecteerden het standpunt dat de ouders ten aanzien van bloed innamen en begonnen te opereren. De operatie nam in totaal zeven en een half uur in beslag. Er werd geen bloed gebruikt. De operatie was een succes en verkreeg door middel van kranteverslagen veel publiciteit.
Lessen die werden geleerd
De ervaringen die Jehovah’s getuigen met betrekking tot bloedtransfusies hebben opgedaan, houden verschillende lessen in. Over een van de meer positieve lessen wordt door Associated Press opgemerkt:
„De noodzaak chirurgische technieken te ontwikkelen waarbij geen bloedtransfusies nodig waren, werd ten dele gestimuleerd door de beperkingen met betrekking tot gebruikelijke vormen van chirurgie die de artsen werden opgelegd door het geloof van Jehovah’s getuigen, wier religie geen transfusie van donorbloed toestaat.”
Ja, vele van de nieuwe procedures en tendenties naar „bloedloze chirurgie” zijn ontstaan doordat doktoren naar betere manieren hebben gezocht om Jehovah’s getuigen te opereren. Sommige van deze nieuwe technieken zijn zo succesvol gebleken, dat steeds meer doktoren ze nu bij de behandeling van al hun patiënten toepassen.
Nog een les die werd geleerd is, dat hoewel er nu meer doktoren zijn die het recht van de patiënt om bloed te weigeren respecteren, dit beslist geen universele neiging is. Veel doktoren geven niet van een dergelijk respect blijk en zullen hun toevlucht nemen tot rechterlijke bevelen om te trachten onwillige patiënten aan een gedwongen bloedtransfusie te onderwerpen.
Een pijnlijke les die werd geleerd is, dat een ondertekend formulier nog geen verzekering is dat de weigering van de patiënt om bloed te accepteren gerespecteerd zal worden. Het is niet voldoende een verklaring te ondertekenen waarin het medische personeel van elke verantwoordelijkheid wordt ontheven indien er iets verkeerd zou gaan doordat de patiënt geen bloed heeft ontvangen. Zulke formulieren moeten een waarborg van de zijde van het medische personeel inhouden om onder geen enkele omstandigheid bloed toe te dienen. Terzelfder tijd kan op zulke formulieren te kennen worden gegeven dat de patiënt bereid is een andere door hem goedgekeurde behandeling te ondergaan.
Hoewel Jehovah’s getuigen nog altijd veel moeilijkheden ondervinden, zijn er toch belangrijke doorbraken tot stand gekomen. Zij hebben ervaren hoe vele medici erkennen dat bloedtransfusies schadelijk en dodelijk kunnen zijn. Het is hun opgevallen dat meer autoriteiten zich tegen de praktijk uitspreken. En zij hebben steeds meer doktoren leren kennen die hun recht om bloed te weigeren, respecteren. Voor zulke begrijpende doktoren zijn deze patiënten bijzonder dankbaar.