Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Zo ja, dan zult u zich ongetwijfeld de volgende punten herinneren:
● Wie zijn in Spreuken 13:20 de „verstandelozen” met wie men zich niet moet inlaten?
Dit zijn niet alleen maar mensen die geen kennis bezitten, maar personen die ongevoelig zijn voor morele waarheid, goddeloze mensen. — Blz. 292.a
● Hoe ’betonen christenen eer aan elkaar’? — Rom. 12:10.
Zij kunnen dit doen door een diep respect voor hun medegelovigen te tonen en hen au sérieux te nemen en door oprechte aandacht aan hun woorden en gevoelens te schenken en er rekening mee te houden. — Blz. 294.
● Waarom wordt in Jeremia 22:23 naar de stad Jeruzalem verwezen als naar „Libanon”?
Wegens haar verheven en schitterende ligging was de stad Jeruzalem als het Libanongebergte, met zijn trotse ceders. Ook was er bij de bouw van het paleiscomplex op grote schaal gebruik gemaakt van cederhout, waardoor het als de zwaar beboste Libanon was geworden. — Blz. 317.
● Wat voor soort van oorlogvoering had Paulus in 2 Korinthiërs 10:4 in gedachten toen hij schreef dat „de wapenen van onze oorlogvoering . . . niet vleselijk” zijn?
Zoals uit de context blijkt, besprak Paulus de geestelijke oorlogvoering die binnen de gemeente wordt gevoerd om haar leden tegen vernietigende valse redeneringen en leringen te beschermen. In een dergelijke oorlogvoering worden geen vleselijke wapens — listigheid, slinksheid of hoogdravende taal — gebruikt. Het belangrijkste wapen is het „zwaard van de geest”, Gods boodschap of woord. — Blz. 330, 331.
● Waarom is de raad in 1 Korinthiërs 11:4-6, waarin staat dat een man met ongedekt hoofd en een vrouw met gedekt hoofd moet bidden, niet noodzakelijkerwijs van toepassing op persoonlijke gebeden?
De raad in 1 Korinthiërs 11:4-6 heeft betrekking op gemeentevergaderingen en is derhalve van toepassing op groepsgebeden. Dit blijkt uit het feit dat er behalve over het gebed ook over profeteren wordt gesproken. Het is duidelijk dat iemand geen profetieën zal uiten wanneer hij alleen in zijn kamer is, waar hij zijn gebeden zou kunnen opzenden. — Blz. 350, 351.
● Hoe werd Henoch „overgebracht, opdat hij de dood niet zou zien”? — Hebr. 11:5.
Klaarblijkelijk heeft Jehovah God niet toegestaan dat Henoch de smarten van de dood ervoer of zich er op enigerlei wijze bewust van was dat hij stierf, maar heeft Hij zijn leven afgesneden toen hij hem een visioen van schitterende toekomstige ontwikkelingen gaf. — Blz. 391.
● Dient bij het vaststellen van de geldigheid van het huwelijk de beslissing van burgerlijke autoriteiten als absoluut beschouwd te worden?
Neen. De zienswijzen van burgerlijke autoriteiten met betrekking tot het huwelijk verschillen van land tot land. Ze kunnen zelfs in strijd met elkaar zijn. Soms zijn de zienswijzen van de burgerlijke autoriteiten in strijd met de bijbel. Voor ware christenen is de absolute autoriteit Gods maatstaf met betrekking tot het huwelijk, zoals die in zijn Woord is uiteengezet. — Blz. 400, 401, 405, 406.
● Waarom is het vooral voor personen die een positie van toezicht bekleden, belangrijk een goede luisteraar te zijn?
Door naar gezonde raad van anderen te luisteren, kan voorkomen worden dat men ernstige fouten maakt. Aandacht schenken aan de woorden van anderen, kan iemands denkwijze stimuleren, geeft iemand inzicht in wat er werkelijk in anderen omgaat en maakt het mogelijk de noodzakelijke stappen te doen waardoor wordt voorkomen dat kleine problemen groot worden. — Blz. 445, 446.
● Hoe ging Simeons profetie dat Maria’s ziel ’door een zwaard doorboord’ zou worden, in vervulling? — Luk. 2:35.
Dat de meeste mensen Jezus verwierpen, moet heel erg verdrietig voor Maria geweest zijn. Toen hij echter als een misdadiger van de ergste soort aan een paal werd gehangen, had dit op Maria net zo’n uitwerking als werd zij door een zwaard doorboord. — Blz. 463.
● Welke goede redenen bestaan er om vertrouwen te tonen in personen die verantwoordelijkheidsgevoel bezitten?
Jehovah God heeft het voorbeeld gegeven door zijn getrouwe dienstknechten te vertrouwen. Wanneer er vertrouwen wordt getoond, nodigt dit vaak uit tot samenwerking; het moedigt aan tot initiatief, verschaft aansporing en stelt meer mensen in staat in de vreugde te delen een taak goed verricht te hebben. — Blz. 478.
[Voetnoten]
a Alle verwijzingen zijn naar De Wachttoren van 1977.