-
Gods naam worde geheiligdDe Wachttoren 1978 | 1 augustus
-
-
hen die onder de wet staan, ben ik geworden als onder de wet staande, hoewel ik zelf niet onder de wet sta, om hen die onder de wet zijn, te winnen. Voor hen die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet, hoewel ik niet zonder wet ben ten opzichte van God, maar onder de wet ten opzichte van Christus, om hen die zonder wet zijn, te winnen. Voor de zwakken ben ik zwak geworden, om de zwakken te winnen. Ik ben alle dingen voor alle soorten van mensen geworden, om er toch maar enkelen te redden. Maar ik doe alle dingen ter wille van het goede nieuws, om er met anderen deel aan te mogen verkrijgen.” Paulus wilde niet verworpen worden, zodat hij, na tot anderen te hebben gepredikt, de zegeningen van het „goede nieuws” zou verbeuren. — 1 Kor. 9:19-27.
18. Waardoor kunnen wij ons gebed dat ’Gods naam geheiligd mag worden’, laten volgen?
18 Wanneer wij dus bidden: „Vader, uw naam worde geheiligd”, vragen wij God ons erbij te helpen alle andere dingen op de tweede plaats te stellen, opdat onze handelwijze altijd tot verheerlijking van zijn naam zal zijn en zal veroorzaken dat deze heilig wordt geacht. Na dit in gebed gevraagd te hebben, zullen wij trachten anderen niets in de weg te leggen wat hen in hun speurtocht naar de waarheid tot struikelen zou kunnen brengen. Wij zullen erop toezien dat wij liefdevoller en minder kritisch zijn. Wij zullen altijd in gedachten houden dat het niet ons doel is te oordelen, maar ’het goede nieuws en de zegeningen ervan’ met anderen te delen.
-
-
„Wentel uw werken op Jehovah”De Wachttoren 1978 | 1 augustus
-
-
„Wentel uw werken op Jehovah”
„Wentel uw werken op Jehovah en uw plannen zullen stevig bevestigd worden.” — Spr. 16:3.
1. Wat erkenden de apostelen als iets waaraan christenen het meest behoefte hebben?
WAT de mensen in onze tijd het meest nodig hebben, is aanmoediging. Iedereen voelt zich af en toe ontmoedigd wegens de druk van deze wereld en als gevolg van zijn eigen tekortkomingen. Christenen vormen hier geen uitzondering op. De apostel Paulus beschreef het doel van zijn bezoek aan een gemeente als volgt: „Opdat er onder u een uitwisseling van aanmoediging mag zijn, doordat een ieder wordt aangemoedigd door middel van het geloof van de ander, zowel het uwe als het mijne” (Rom. 1:12). Toen christelijke mannen uit Jeruzalem naar andere steden reisden, „moedigden [zij] de broeders met menige toespraak aan en versterkten hen” (Hand. 15:32; 20:1). Dit is een schitterend voorbeeld dat ouderlingen en reizende opzieners in deze tijd kunnen navolgen. — Vergelijk Filippenzen 2:1.
-