-
Waarom christenen een losbandig gedrag trachten te vermijdenDe Wachttoren 1968 | 1 november
-
-
worden!” Niet dat dit de enige reden voor voorzichtigheid is, hoewel het jongelui beslist van verkeerde daden dient te weerhouden.
Er bestaat geen twijfel over: toegeven aan een losbandig gedrag is stellig slecht, verkeerd en schadelijk. Het druist in tegen de vier fundamentele eigenschappen waarmee Jehovah God ons heeft begiftigd. Het is onjuist omdat het strijdig is met Gods rechtvaardige wetten betreffende de voortplantingsvermogens; het is onverstandig omdat het de verhouding tot God en onze huwelijkspartner verbreekt; het is liefdeloos omdat het anderen wel móet schaden en het komt neer op een misbruik van macht, aangezien men zo zwak is om toe te geven aan de bevrediging van zelfzuchtige verlangens. „God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; want wie met het oog op zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie met het oog op de geest zaait, zal uit de geest eeuwig leven oogsten.” — Gal. 6:7, 8.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1968 | 1 november
-
-
Vragen van lezers
● In welk opzicht „leert de natuur zelf” dat het vrouwen tot heerlijkheid strekt lang haar te hebben, maar dat het mannen tot oneer strekt lang haar te hebben, zoals de apostel Paulus in 1 Korinthiërs 11:14, 15 schreef? — G.N., Canada.
De verklaringen van Paulus ter ondersteuning van wat hij over de positie van vrouwen in de christelijke gemeente schreef, waren voor de Korinthiërs veelbetekenend. Hij schreef: „Leert de natuur zelf u niet dat indien een man lang haar heeft, dit hem tot oneer strekt, maar indien een vrouw lang haar heeft, het haar tot heerlijkheid strekt?” (1 Kor. 11:14, 15) Onder bepaalde omstandigheden dient een christelijke vrouw een hoofddeksel te dragen als een teken dat zij theocratische leiding erkent (1 Kor. 11:5). En deze raad zal ongetwijfeld zijn gegeven op grond van hetgeen bij hen tot wie Paulus zich in zijn brief richtte, van nature voorkwam, en zal bij de gewoonten waarmee zij vertrouwd waren, hebben aangesloten.
De gemeente te Korinthe was vermoedelijk grotendeels samengesteld uit Grieken en joden, en bij die mensen is het voor vrouwen in overeenstemming met de natuur, dat zij langer haar hebben dan mannen. Dit behoeft niet noodzakelijkerwijs bij alle volken het geval te zijn. Geleerden onderscheiden gewoonlijk drie kenmerkende haartypen: het lange sluike haar van oosterlingen en Indianen, het korte wollige haar van negers en Melanesiërs en het golvende haar van Europeanen en Semieten. Van de eerste twee typen is, wanneer men het haar laat groeien, „het verschil in lengte bij man en vrouw nauwelijks merkbaar”. Maar bij het derde type is het anders. Over het algemeen wordt bij mannen het haar „zelden langer dan 30 tot 40 centimeter, terwijl bij vrouwen de gemiddelde lengte varieert van 63 tot 76 centimeter en er gevallen bekend zijn dat het wel 1.80 meter wordt of nog langer”. — The Encyclopædia Britannica, 11de uitgave, deel 12, blz. 823.
Bovendien wisten die christenen dat het de algemene gewoonte was dat mannen het haar tot een matige lengte afknipten. Ook bij joodse mannen was dit de gewoonte; vandaar dat nazireeërs door hun lange, ongeknipte haar werden gekenmerkt als mannen die de algemene gewoonte niet volgden (Num. 6:5). Daarentegen had het haar van joodse vrouwen een aanzienlijke lengte (Luk. 7:38; Joh. 11:2). Zelfs de Grieken die Paulus’ verklaringen lazen, zullen zijn opmerkingen over het feit dat vrouwen langer haar hebben dan mannen, hebben begrepen. Hierop zal voor hen nog sterker de nadruk zijn gelegd door de omstandigheid, dat als in Korinthe een vrouw afgeschoren hoofdhaar had of heel kortgeknipt haar droeg, dit als een teken gold dat zij een slavin was of in ongenade was gevallen omdat zij betrapt was op hoererij of overspel. — 1 Kor. 11:6.
Paulus kon dus gebruik maken van deze normale verschillen om te illustreren dat er onderscheid was tussen de seksen. Het verschil had voor hen die tot de gemeente behoorden als een herinnering moeten dienen.
Wat valt er op te merken over de lengte van het haar in onze tijd? Net zoals de natuurlijke haarlengte van diverse rassen verschillend is, zijn ook gewoonten en persoonlijke smaak verschillend. In de westerse wereld hebben de mannen wat hun haarstijl betreft het voorbeeld van de Romeinse gewoonte gevolgd, en hun haar is ook heel wat korter dan de mode die de joodse mannen in Jezus’ tijd volgden. Zo dragen ook de vrouwen van thans heel vaak het haar korter dan de vrouwen uit de oudheid gewoon waren. Toch is er nog steeds een merkbaar verschil tussen de seksen. Dus ook al hangt het beslist van de persoonlijke smaak en de plaatselijke gewoonte af hoe lang de haardracht van een christelijke man is, toch zal hij willen dat men er duidelijk aan kan zien dat hij een man is. Christelijke vrouwen van hun kant kiezen een bescheiden doch kennelijk vrouwelijke haardracht, zodat het haar hun
-