14 Nisan — Een dag om te gedenken
„Blijft dit tot mijn gedachtenis doen.” — 1 KORINTHIËRS 11:24.
1. Hoe heeft Jezus de wereld overwonnen?
„SCHEPT moed! ik heb de wereld overwonnen.” Met die woorden van vertroosting en aanmoediging sterkte Jezus zijn elf getrouwe apostelen op de avond voordat hij stierf. Jezus had bewezen dat hij de wereld had overwonnen! Hij had met succes weerstand geboden aan elke poging die zijn Tegenstander, Satan de Duivel, in het werk had gesteld om zijn loyaliteit jegens Jehovah te verbreken. En nu, terwijl hij wist dat hij binnen enkele uren aan een martelpaal zou sterven, was hij vol vertrouwen dat hij tot het einde toe zou vasthouden aan zijn loopbaan van getrouwe rechtschapenheid. — Joh. 16:33; Hebr. 12:2.
2. Waarom stelde Jezus „het avondmaal des Heren” in?
2 Deze gebeurtenis van universeel belang vond negentienhonderd tweeënvijftig jaar geleden plaats op de 14de dag van de maand Nisan, de eerste maanmaand van de joodse godsdienstige kalender. Deze dag zou er een zijn die zijn toegewijde volgelingen nooit zouden mogen vergeten. Om er zeker van te zijn dat zijn loyale volgelingen nooit zouden voorbijgaan aan de betekenis van wat er stond te gebeuren, stelde Jezus een speciaal herdenkingsavondmaal in dat door de apostel Paulus als „het avondmaal des Heren” aangeduid wordt. Onder goddelijke inspiratie vertelt Paulus dat Jezus bij deze gelegenheid zijn toenmaals aanwezige discipelen het gebod gaf: „Blijft dit tot mijn gedachtenis doen” (1 Kor. 11:20, 24). Als u er belangstelling voor hebt een van Jezus’ volgelingen te zijn, beseft u dan waarom hij dit gebod gaf, wat er in verband daarmee van u wordt verlangd en wat het voor uw toekomst kan betekenen?
Een gedenkwaardige dag
3. Waarom, en onder welke omstandigheden, werd de 14de Nisan voor het eerst tot een gedenkdag gemaakt?
3 Dit was niet de eerste maal in de geschiedenis van de mens dat de 14de Nisan opzij was gezet als een dag om te gedenken. In 1513 v.G.T. gaf Jehovah, bij monde van zijn dienstknecht Mozes, de Israëlieten het gebod: „Deze dag [14 Nisan] moet u dienen ter gedachtenis, en gij moet hem vieren als een feest voor Jehovah in al uw geslachten.” Wat was destijds de aanleiding tot de viering? Jehovah zelf antwoordde: „Het is het slachtoffer van het Pascha voor Jehovah, die de huizen van de zonen van Israël in Egypte voorbijging toen hij de Egyptenaren met de plaag trof.” — Ex. 12:14, 27.
4. Welke belangrijke kwesties waren bij Israëls bevrijding uit Egypte betrokken?
4 Die ontzagwekkende bevrijding van iedere Israëlitische eerstgeborene, van zowel mens als dier, een gebeurtenis die zich in Egypte voordeed, vond plaats in die nacht van de 14de Nisan. Ze vormde de climax van negen voorafgaande slagen die de door de Egyptenaren aanbeden demonengoden waren toegebracht en waardoor het voornemen werd onderstreept dat Jehovah bij een vroegere gelegenheid tegenover de hooghartige Farao had bekendgemaakt: „Maar hiertoe juist heb ik u laten bestaan, om u mijn kracht te tonen en ten einde mijn naam over de gehele aarde te laten bekendmaken.” Enkele dagen later werden Jehovah’s naam en kracht verder geopenbaard toen hij miljoenen Israëlieten en een groot gemengd gezelschap bij de Rode Zee bevrijdde, terwijl hij de bloem van Farao’s legers liet verdrinken. Geen wonder dat Mozes en de zonen van Israël zongen: „Laat mij zingen voor Jehovah, want hoog is hij verheven geworden”! — Ex. 9:16; 15:1.
5. Wat werd met de paschaviering beoogd?
5 Nadat de Israëlieten zich in het land hadden gevestigd dat aan hun voorvader Abraham was beloofd, moest de hele natie in gehoorzaamheid aan het gebod in Deuteronomium 16:1-8 het Pascha eens per jaar in Jeruzalem vieren. Op die manier bewerkstelligde Jehovah dat de 14de Nisan zijn typologische volk altijd helder voor de geest zou staan. Wat zou daarmee beoogd worden? Het moest een dag zijn waarop Jehovah’s naam werd verheerlijkt en zijn grote bevrijdingsdaden werden herdacht. Zo zou eeuwen later de betekenis van het Pascha de voornaamste plaats innemen in het hart en de gedachten van Jezus’ ouders, die, zo wordt ons gezegd, „gewoon [waren] om van jaar tot jaar voor het paschafeest naar Jeruzalem te gaan”. Naar goed joods gebruik zou hun zoon Jezus hen vergezellen. — Luk. 2:41, 42.
6. Om welke redenen verlangde Jezus er vurig naar het Pascha van 33 G.T. samen met zijn getrouwe apostelen te vieren?
6 Na Jezus’ doop in de Jordaan en het begin van zijn bediening is hij het Pascha waarschijnlijk met Maria, zijn aardse moeder, en haar zoons, zijn halfbroers, blijven vieren. Doch voor de 14de Nisan van het jaar 33 G.T. trof Jezus regelingen om het feest met zijn twaalf apostelen te vieren. Lukas’ verslag vertelt ons hoe Jezus over deze gelegenheid dacht: „Ik heb vurig begeerd dit pascha met u te eten voordat ik lijd” (Luk. 22:15). Waarom koesterde Jezus dit vurige verlangen? Omdat hij wist hoe belangrijk de gebeurtenissen waren die weldra zouden plaatsvinden op die gedenkwaardige dag die bij zonsondergang was begonnen. Jezus wist ook dat deze gebeurtenissen dat wat destijds in 1513 v.G.T. had plaatsgevonden, ver in de schaduw zouden stellen. Jehovah’s naam zou er meer dan ooit door verheerlijkt worden en de basis zou worden gelegd voor de uiteindelijke zegening van alle families der aarde. Ook had hij zijn discipelen veel te vertellen voordat hij stierf, want hij wilde hun moed inspreken, zodat zij zijn loyale volgelingen zouden blijven. De gedetailleerde evangelieverslagen laten ons als het ware meeluisteren naar wat Jezus zei en meebeleven wat hij deed. — Joh. 12:31; 17:26.
Wat gebeurde er? Wat was er de betekenis van?
7. (a) Wat gebeurde er gedurende Jezus’ laatste paschamaal voordat hij de herdenking van zijn dood instelde? (Joh. 13:1-30) (b) Beschrijf hoe Jezus het Avondmaal des Heren instelde.
7 Terwijl de maaltijd aan de gang was, stond Jezus op en waste de voeten van zijn discipelen. Hierdoor gaf hij een volmaakt voorbeeld van nederigheid. Vervolgens zei Jezus: „Een van u zal mij verraden.” Kort daarna keerde hij zich naar Judas en zei: „Wat gij doet, doe dat met nog meer spoed.” Het door Johannes opgetekende bericht vertelt: „Hij [ging] onmiddellijk naar buiten. En het was nacht” (Joh. 13:21, 27, 30). Hierna stelde Jezus de herdenking van zijn dood in. Laten wij eens horen hoe Matthéüs, die er ooggetuige van was, beschrijft wat er gebeurde: „Terwijl zij verder aten, nam Jezus een brood, en na de zegen te hebben uitgesproken, brak hij het en gaf het aan de discipelen en zei: ’Neemt, eet. Dit betekent mijn lichaam.’ Ook nam hij een beker, en na een dankgebed te hebben uitgesproken, gaf hij die aan hen, terwijl hij zei: ’Drinkt allen hieruit; want dit betekent mijn „bloed van het verbond”, dat ten behoeve van velen vergoten zal worden tot vergeving van zonden. Maar ik zeg u: Van nu af zal ik geenszins meer iets van dit produkt van de wijnstok drinken tot op die dag waarop ik het met u nieuw zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ Tenslotte gingen zij, na het zingen van lofzangen, naar de Olijfberg.” — Matth. 26:26-30; zie ook Markus 14:22-26, Lukas 22:19, 20 en 1 Korinthiërs 11:23-26.
8. Waarom is het zo belangrijk de betekenis te begrijpen van wat Jezus zei en deed toen hij de Gedachtenisviering instelde?
8 Wat was de volledige betekenis van wat Jezus bij die gelegenheid zei en deed? Paulus beklemtoonde hoe belangrijk het is dat alle gezalfde volgelingen van Christus dit goed begrijpen. Hij zei namelijk: „Al wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal schuldig zijn met betrekking tot het lichaam en het bloed des Heren.” Natuurlijk zou niemand van de gezalfden ’onwaardig’ in Jehovah’s ogen willen zijn, wat op een ongunstig oordeel van Jehovah’s zijde zou uitlopen. Verder zal de „grote schare” het waardig gerekend willen worden metgezellen van het gezalfde overblijfsel te zijn. Nu er dus weer een Gedachtenisviering nadert, op donderdag 4 april 1985, is het passend dat wij allen gezamenlijk deze kwestie nogmaals uitvoerig beschouwen. — 1 Kor. 11:27.
9. (a) Waarom is het juister Jezus’ woorden met „Dit betekent mijn lichaam” dan met „Dit is mijn lichaam” weer te geven? (Zie voetnoot.) (b) Welke speciale betekenis gaf Jezus aan het brood? (c) Aan de wijn?
9 Jezus zei: „Dit betekent mijn lichaam.”a Toen Jezus deze woorden uitsprak, gaf hij een speciale betekenis aan het brood — het was een symbool van zijn eigen zondeloze vleselijke lichaam dat hij „ten behoeve van het leven der wereld” gaf (Joh. 6:51). En toen hij met betrekking tot de beker wijn zei: „Dit betekent mijn ’bloed van het verbond’, dat . . . vergoten zal worden tot vergeving van zonden”, gebruikte hij evenzo de gegiste wijn in de beker als een symbool, namelijk van zijn eigen bloed. Dit bloed zou de basis worden om „een nieuw verbond” in werking te doen treden. Zijn vergoten bloed zou ook het middel worden waardoor in „vergeving van zonden” werd voorzien. — Matth. 26:28; Jer. 31:31-33; Hebr. 9:22.
10. Wat wordt door het gebruiken van het brood en de wijn te kennen gegeven?
10 Wat geven personen die tijdens de Gedachtenisviering van het brood en de wijn gebruiken, daarmee dan te kennen? Die daad op zich is voor de deelnemers, èn voor de toeschouwers, een teken dat zij reeds voordeel hebben getrokken van het loskoopoffer van Christus Jezus, maar in een speciaal opzicht en met een speciaal doel. Hoe dan wel? Op basis van hun geloof in Christus’ slachtoffer en omdat zij zich aan Jehovah hebben opgedragen, wendt God de verdienste van Jezus’ menselijke slachtoffer ten gunste van hen aan. Met welk doel? Opdat hun menselijke volmaaktheid toegerekend kan worden en zij aldus een rechtvaardige positie voor het aangezicht van God kunnen innemen. Jehovah verwekt deze personen vervolgens door zijn heilige geest en zij worden zijn geestelijke zonen. Nu zijn zij in staat om hun recht om op aarde te leven, op te offeren in ruil voor een hemelse erfenis. Dit alles heeft plaatsgevonden voordat zij aan het Avondmaal des Heren deelnemen. — Rom. 5:1, 2, 8; 8:15-17; Jak. 1:18.
11, 12. (a) Welke twee dingen worden nog meer te kennen gegeven door het drinken van de wijn? (b) Leg uit wat het verbond inhoudt dat Jezus sluit met degenen die van de symbolen gebruiken.
11 Beschouw nu eens wat er nog meer opgesloten ligt in het drinken van de wijn. Alhoewel Jehovah zijn geestelijke zonen rechtvaardigheid heeft toegerekend en hen als zonen heeft aangenomen, bevinden zij zich nog steeds in het onvolmaakte vlees. Zij zijn nog steeds tot zonde geneigd en zij erkennen dit. Door van de wijn te drinken, betuigen zij hun dagelijkse afhankelijkheid van het bloed van Christus Jezus, dat „ten behoeve van velen vergoten [is] tot vergeving van zonden”. — 1 Joh. 1:9, 10; 2:1.
12 Er ligt echter nog iets anders in het drinken van de wijn opgesloten. Zij die van de wijn gebruiken, belijden dat zij opgenomen zijn in het lang geleden door Jehovah bij monde van de profeet Jeremia voorzegde „nieuwe verbond”. Dit verbond werd in werking gesteld door het bloed van Jezus. De partijen in dat verbond zijn Jehovah God en zijn geestelijke zonen, die gezamenlijk het geestelijke Israël vormen. Elk lid wordt door God gekozen. Jezus is de Middelaar van het verbond, door welk verbond hij die 144.000 verbondsleden helpt tot het zaad van Abraham te gaan behoren (Jer. 31:31-34; 2 Thess. 2:13; Hebr. 8:10, 12; 12:22-24; Gal. 3:29). Zij zijn ook degenen die Jezus in een ’verbond voor een koninkrijk’ opneemt. Als gevolg hiervan zullen zij uiteindelijk samen met hun Koning Jezus Christus worden gebruikt als een kanaal waarlangs Jehovah’s levengevende zegeningen naar alle families der aarde zullen stromen. — Luk. 22:28-30; Joh. 6:53; Openb. 5:9, 10; Gen. 22:15-18.
13. Aan welke dingen dienen wij op 14 Nisan te denken?
13 Wanneer wij ons verdiepen in de volledige betekenis van de woorden die Jezus op deze gedenkdag heeft gesproken, worden wij werkelijk krachtig herinnerd aan de liefde die Jehovah aan de dag heeft gelegd door zijn geliefde Zoon te geven. Wij worden ook herinnerd aan de liefde die Jezus heeft getoond door zijn leven te geven als een losprijs voor de hele gelovige mensheid (Joh. 3:16; Rom. 5:8; 1 Tim. 2:5, 6). Er zijn echter ook nog andere kostbare waarheden die Jezus op die avond met zijn volgelingen heeft besproken. De apostel Johannes is de enige bijbelschrijver die deze zeer intieme conversatie heeft opgetekend.
Heerlijkheid, liefde en eenheid
14. (a) Hoe wordt Jehovah door elke Gedachtenisviering verheerlijkt? (b) Welke rol speelt liefde bij het gedenken van Jezus, en tot welk zelfonderzoek dient dit alle deelnemers aan te zetten?
14 Jezus zei: „Nu wordt de Zoon des mensen verheerlijkt, en God wordt verheerlijkt in verband met hem” (Joh. 13:31). Vanaf de bevrijding van Israël uit Egypte is de 14de Nisan verbonden geweest met de rechtvaardiging van Gods naam, zijn soevereiniteit en zijn macht. Nu werd door Jezus’ getrouwheid tot in de dood en zijn daaropvolgende glorierijke, door Gods macht tot stand gekomen opstanding, Gods naam nog grotere eer en heerlijkheid gebracht. (Vergelijk Spreuken 27:11.) Jezus vertelde zijn discipelen dat zij zouden bewijzen zijn discipelen te zijn door zich aan „een nieuw gebod” te houden, het gebod ’elkaar lief te hebben zoals hij hen had liefgehad’ (Joh. 13:34, 35). De diepte van onze broederlijke liefde is een weerspiegeling van onze waardering voor de liefde die Jezus destijds voor ons tot uitdrukking heeft gebracht. — 1 Joh. 4:19.
15. (a) Welke hoop op leven is allen die op waardige wijze van de symbolen gebruiken, in het vooruitzicht gesteld? (b) Waaruit blijkt dat men liefde voor Jezus bezit?
15 De hoop eens in een hemels huis te wonen, is een deel van de vreugde die de uitverkoren mederegeerders met Christus voor ogen is gesteld (Openb. 20:6). Jezus introduceerde deze hoop toen hij zei: „Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. . . . Ik [kom] terug en zal u thuis bij mij ontvangen” (Joh. 14:2-4). Wat een thuiskomst wacht allen die getrouw blijven tot het einde! Vandaar dat Jezus de vermaning gaf: „Indien gij mij liefhebt, zult gij mijn geboden onderhouden.” Dit betekent al zijn geboden, met inbegrip van het gebod om te onderwijzen en discipelen te maken. — Joh. 14:15, 21; Matth. 28:19, 20.
16. (a) Hoe heeft Jezus de nadruk gelegd op de noodzaak van eenheid onder zijn volgelingen, en waarom is deze eenheid zo belangrijk? (b) Wat moeten alle volgelingen van Jezus onder de ogen zien, maar waardoor worden zij geholpen dit te doen?
16 Hoe uitermate belangrijk is het voor Jezus’ volgelingen in eenheid met hem en elkaar te zijn! Jezus gebruikt de illustratie van een wijnstok en zijn ranken om dit feit te beklemtonen. Eenheid leidt tot het dragen van vruchten en hierdoor wordt de Vader weer verheerlijkt (1 Kor. 1:10; Joh. 15:1, 5, 8). Al Jezus’ volgelingen wacht vervolging en tegenstand. Maar hoe geloofversterkend is het te weten dat Jezus ondanks al Satans aanvallen zijn rechtschapenheid heeft bewaard en de wereld heeft overwonnen! — Joh. 15:18-20; 16:2, 33.
17. Bespreek enkele van de dingen waar Jezus in zijn in Johannes hoofdstuk 17 opgetekende gebed om vraagt.
17 Jezus besluit de avond met een innig gebed tot zijn Vader. De verheerlijking van zijn Vader neemt de eerste plaats in zijn smeekbede in. Hij bidt of zijn volgelingen beschermd mogen worden tegen de goddeloze, Satan, terwijl zij zich afgescheiden van de wereld bewaren. En hij bidt ook of dezelfde liefdevolle eenheid die er tussen hem en de Vader bestaat, onder zijn steeds in aantal toenemende volgelingen mag blijven groeien. — Joh. hfdst. 17.
18. Waarom gebruikten er, gezien het totaalaantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering in 1984, slechts zo weinig mensen van de symbolen?
18 Wij hebben slechts enkele van de kostbare waarheden en gedachten besproken die Jezus op die avond ongeveer 1952 jaar geleden met zijn discipelen deelde. Toch zullen deze waarheden en gedachten ons helpen te begrijpen waarom de 14de Nisan inderdaad een dag is om te gedenken. Geen wonder dan ook dat verleden jaar 7.416.974 getuigen van Jehovah en hun vrienden inzagen hoe belangrijk het was bijeen te komen om het Avondmaal des Heren te vieren. En toch waren er van deze grote menigte slechts 9081 personen die van de symbolen gebruikten. Waarom? Omdat de overgrote meerderheid van Jehovah’s Getuigen in deze tijd zichzelf ziet als een deel van de „grote schare” die „voor de troon en voor het Lam” staat. Zij zien uit naar eeuwig leven op onze planeet de Aarde, niet naar leven in de hemel, waar de 144.000 „de duizend jaren met [Christus] als koningen [zullen] regeren”. — Openb. 7:9; 20:6; Ps. 37:11.
19. Wat vormt de basis voor de studie van de volgende week, en waarom is het belangrijk dat allen daarbij aanwezig zijn?
19 Er zijn echter enkele vragen gerezen met betrekking tot het verband tussen het Avondmaal des Heren en de „grote schare” „andere schapen” (Joh. 10:16). Het schijnt derhalve passend dat deze aangelegenheden in het volgende artikel worden besproken zodat er, nu er weer een Gedachtenisviering voor de deur staat, bij niemand misverstanden bestaan. — 1 Thess. 5:21.
[Voetnoten]
a Alle ons bekende Nederlandse bijbelvertalingen hebben „is” in plaats van „betekent”, dus b.v.: „Dit is mijn lichaam.” (Zie de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Willibrordvertaling.) Het voor „is” gebruikte Griekse woord is echter estin, in de zin van betekenen, inhouden, vertegenwoordigen. (Zie de voetnoot bij Matthéüs 26:26, NW, Reference Bible.) Hetzelfde Griekse woord komt voor in Matthéüs 9:13 en wordt daar vertaald met „betekent” (NBG) en „zeggen wil” (WV), alsook in Matthéüs 12:7, waar beide genoemde vertalingen het weergeven met „zeggen wil”.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Wie gebruiken van de Gedachtenissymbolen?
◻ Aan welke belangrijke aangelegenheden dient de Gedachtenisviering ons te herinneren?
◻ Hoe wordt bewezen dat men Jezus dagelijks gedenkt?
◻ Welke belangrijke kwestie is altijd met de 14de Nisan verbonden geweest?