Geest van de wereld
Definitie: De aandrijvende kracht die invloed uitoefent op de mensenmaatschappij welke bestaat uit personen die geen dienstknechten van Jehovah God zijn, en die zulke mensen ertoe aanzet volgens een karakteristiek patroon te spreken en te handelen. Hoewel mensen naar eigen individuele voorkeur te werk gaan, treft men bij degenen die de geest van de wereld aan de dag leggen, toch bepaalde fundamentele opvattingen, gewoonten en doelstellingen in het leven aan die algemeen voorkomen in het huidige samenstel van dingen, waarvan Satan de heerser en god is.
Waarom is het een ernstige zaak wanneer wij met de geest van de wereld worden besmet?
1 Joh. 5:19: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze.” (Satan heeft gezorgd voor een geest van zelfzucht en trots die zo allesdoordringend is dat hij als de lucht is die mensen inademen. Wij moeten oppassen dat wij ons niet aan Satans macht onderwerpen door toe te staan dat ons leven door die geest wordt gevormd.)
Openb. 12:9: „Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.” (Vanaf het moment dat dit na de geboorte van het Koninkrijk in 1914 heeft plaatsgevonden, is de invloed van Satan en zijn demonen onder de mensen zeer toegenomen. Zijn geest heeft mensen ertoe aangezet steeds zelfzuchtiger en gewelddadiger te handelen. Vooral degenen die Jehovah willen dienen, worden onder grote druk gezet om een deel van de wereld te worden, te doen wat anderen doen en de ware aanbidding vaarwel te zeggen.)
Wat zijn enkele van de karakteristieke kenmerken van de geest van de wereld waarvoor wij op onze hoede moeten zijn?
1 Kor. 2:12: „Nu hebben wij niet de geest van de wereld ontvangen, maar de geest die van God komt, opdat wij de dingen zouden weten die ons door God goedgunstig zijn gegeven.” (Als de geest van de wereld wortel schiet in iemands denken en verlangens, komen de vruchten daarvan spoedig tot uiting in daden waarin die geest zich manifesteert. Ons losrukken van de geest van de wereld vereist dus niet alleen dat wij onchristelijke activiteiten en uitspattingen vermijden, maar dat wij tot de kern van de zaak doordringen door een houding aan te kweken die een weerspiegeling vormt van Gods geest en oprechte liefde voor zijn wegen. Beschouw met dit in gedachten de volgende manieren waarop de geest van de wereld zich openbaart.)
Doen waar men zin in heeft zonder acht te slaan op Gods wil
Satan spoorde Eva aan zelf te bepalen wat goed en verkeerd was (Gen. 3:3-5; zie als contrast Spreuken 3:5, 6). Velen die Eva’s gedrag navolgen, weten niet wat God van mensen verlangt en zijn er evenmin in geïnteresseerd daarachter te komen. Zij doen gewoon „waar zij zin in hebben”, zo zeggen zij. Degenen die Gods vereisten kennen, moeten ervoor oppassen dat de geest van de wereld hen er niet toe aanzet opzettelijk de raad uit Gods Woord te negeren in kwesties die zij wellicht als „kleinigheden” bezien. — Luk. 16:10; zie ook „Onafhankelijkheid”.
Zich in zijn reactie op situaties door trots laten leiden
Satan was de eerste die toestond dat zijn hart door zelfoverschatting verdorven raakte. (Vergelijk Ezechiël 28:17; Spreuken 16:5.) Trots is een verdeeldheid zaaiende kracht in de wereld waarover hij heerst, en zorgt ervoor dat mensen zich beter voelen dan degenen die tot een ander ras of een andere natie of taalgroep behoren of een andere economische status bezitten. Zelfs zij die God dienen, moeten soms nog restanten van zulke gevoelens uitroeien. Zij moeten er ook voor oppassen niet door trots onbelangrijke kwesties op te blazen, of trots een obstakel te laten worden dat hun belet hun eigen fouten te erkennen en raad te aanvaarden en zo voordeel te trekken van veel liefdevolle hulp waarin Jehovah via zijn organisatie voorziet. — Rom. 12:3; 1 Petr. 5:5.
Van een opstandige houding jegens autoriteit blijk geven
Opstand vond zijn oorsprong bij Satan, wiens naam „Tegenstrever” betekent. Door zich tegen Jehovah te verzetten, gaf Nimrod, wiens naam wellicht „Laten wij in opstand komen” betekent, er blijk van een kind van Satan te zijn. Door die geest te vermijden, zullen godvrezende personen voorkomen opstandig tegen wereldse heersers te worden (Rom. 13:1); het zal jongeren helpen zich te onderwerpen aan de autoriteit die God hun ouders heeft verleend (Kol. 3:20); het zal ons ervoor behoeden met afvalligen te sympathiseren, die geen respect hebben voor degenen aan wie Jehovah verantwoordelijkheid in zijn zichtbare organisatie heeft toevertrouwd. — Jud. 11; Hebr. 13:17.
De vrije teugel laten aan de begeerten van het gevallen vlees
De invloed hiervan kan overal worden gezien en gehoord. Wij moeten hier voortdurend voor op onze hoede zijn (1 Joh. 2:16; Ef. 4:17, 19; Gal. 5:19-21). De gedachten en de verlangens die kunnen leiden tot ernstiger blijken hiervan, komen misschien tot uiting in iemands gesprekken, de grappen die hij vertelt, de teksten van de liederen waarnaar hij luistert, de manier waarop hij danst, of het kijken naar programma’s waarin immorele seks wordt geboden. Dit aspect van de geest van de wereld komt tot uitdrukking in drugmisbruik, dronkenschap, overspel, hoererij en homoseksualiteit. Die geest openbaart zich ook wanneer iemand zich op onschriftuurlijke, maar misschien wel wettige gronden van zijn of haar partner laat scheiden en iemand anders trouwt. — Mal. 2:16.
Zijn leven laten beheersen door het verlangen alles te bezitten wat men ziet
Satan kweekte een dergelijk verlangen bij Eva aan en verlokte haar tot het doen van iets waardoor haar verhouding tot God werd verwoest (Gen. 3:6; 1 Joh. 2:16). Jezus wees een dergelijke verleiding vastberaden van de hand (Matth. 4:8-10). Degenen die Jehovah willen behagen, moeten op hun hoede zijn en niet toelaten dat de zakenwereld een dergelijke geest bij hen tot ontwikkeling brengt. Zij die erdoor worden verstrikt, bezorgen zich veel hartzeer en gaan geestelijk te gronde. — Matth. 13:22; 1 Tim. 6:7-10.
Prat gaan op bezittingen en wat men schijnbaar bereikt heeft
Ook deze praktijk ’spruit voort uit de wereld’ en dient afgelegd te worden door degenen die dienstknechten van God worden (1 Joh. 2:16). Ze is geworteld in trots, en in plaats van anderen geestelijk op te bouwen, spiegelt ze hun materiële verleidingen en visioenen van werelds succes voor. — Rom. 15:2.
Grove taal of het gebruik van geweld
Dit zijn „werken van het vlees” waartegen veel personen een harde strijd moeten voeren. Met oprecht geloof en de hulp van Gods geest kunnen zij de wereld overwinnen in plaats van door haar geest te worden beheerst. — Gal. 5:19, 20, 22, 23; Ef. 4:31; 1 Kor. 13:4-8; 1 Joh. 5:4.
Zijn hoop en vrees baseren op wat mensen kunnen doen
Voor een fysiek mens telt alleen dat wat hij kan zien en voelen. Zijn hoop en vrees houden voornamelijk verband met beloften en bedreigingen van andere mensen. Hij ziet voor hulp op naar menselijke heersers en is gedesillusioneerd wanneer zij falen (Ps. 146:3, 4; Jes. 8:12, 13). Voor hem is dit leven alles wat er is. Bedreigingen met de dood brengen hem gemakkelijk in slavernij. (Zie als contrast Matthéüs 10:28; Hebreeën 2:14, 15.) Maar een nieuwe kracht drijft de geest aan van mensen die Jehovah leren kennen, die hun geest en hart met zijn beloften vullen en die leren zich in tijd van nood altijd om hulp tot hem te wenden. — Ef. 4:23, 24; Ps. 46:1; 68:19.
Aan mensen en dingen de op aanbidding neerkomende eer betonen die alleen God toekomt
„De god van dit samenstel van dingen”, Satan de Duivel, moedigt aan tot allerlei praktijken die de neiging tot aanbidding, welke God in de mens heeft gelegd, in een verkeerde richting leiden (2 Kor. 4:4). Sommige heersers zijn als goden behandeld (Hand. 12:21-23). Miljoenen buigen zich voor afgoden. Miljoenen anderen verafgoden acteurs en topatleten. Feestvieringen en herdenkingen geven herhaaldelijk ongepaste eer aan individuele personen. Deze geest is zo gewoon dat degenen die Jehovah werkelijk liefhebben, elke dag op hun hoede moeten zijn voor de invloed ervan.