-
Jezus’ koninklijke daad van nederigheidDe Wachttoren 1977 | 15 oktober
-
-
vruchten van de voortreffelijke werken ervan eeuwig zullen blijven bestaan (Dan. 7:14). Het schijnt in deze betekenis te zijn dat de Schrift zegt dat er „geen einde” komt aan Christus’ heerschappij. — Jes. 9:7; Luk. 1:33; Openb. 11:15.
Aan het eind van zijn duizendjarige regering zal Jezus Christus zijn toegewezen taak om de mensheid tot volmaaktheid te brengen, hebben voltooid. In ware nederigheid zal hij dan de autoriteit die hij in de hoedanigheid van „Koning der koningen en Heer der heren” ten opzichte van de mensheid heeft uitgeoefend, aan zijn Vader overhandigen. Aldus zullen de woorden in 1 Korinthiërs 15:28 in vervulling gaan: „Wanneer . . . alle dingen aan hem [de Zoon] onderworpen zullen zijn, zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan Degene die alle dingen aan hem onderwierp, opdat God alles zij voor iedereen.” In overeenstemming met zijn voorbeeld zullen zijn mederegeerders en de aardse vertegenwoordigers van het Koninkrijk gaarne en nederig afstand doen van hun positie. Alle mensen zullen dan als gelijken voor het aangezicht van God staan, vrij van zwakheden en onvolmaaktheden.
Welke uitwerking dient deze kennis zelfs thans reeds op ons te hebben? Ze dient ons ervan te doordringen dat posities in de christelijke gemeente niet het allerbelangrijkste zijn. Niet de verantwoordelijkheid of autoriteit die aan de persoon is toevertrouwd, maar wat hij als persoon is en zijn goedgekeurde verhouding tot God zijn de werkelijk belangrijke dingen. Er zijn in de christelijke gemeente geen „groten”; zelfs ouderlingen of opzieners zijn slechts dienstknechten of slaven van hun broeders (Matth. 20:25-27). Bovendien schijnt de regeling van ouderlingen of opzieners in deze tijd en gedurende Christus’ duizendjarige regering slechts een tijdelijke regeling te zijn, terwijl ze waarschijnlijk slechts zolang voortduurt totdat de mensheid voor het aangezicht van Jehovah tot volmaaktheid is gekomen. Dit begrip van de kwestie legt de nadruk werkelijk daar waar ze gelegd dient te worden — op de Hoogste Soeverein, Jehovah God.
Laten wij derhalve Jezus Christus navolgen door onze nederigheid voor het aangezicht van onze Maker te bewaren en bovenal in gedachten te houden dat een goedgekeurde verhouding tot hem een duurzaam bezit is (Spr. 22:4). Als wij dit doen, kan het ons voorrecht zijn tot degenen te behoren die getuige zijn van Jezus’ koninklijke daad van nederigheid — de overdracht van zijn koninkrijk aan zijn God en Vader.
-
-
Zou u graag naar verre plaatsen reizen?De Wachttoren 1977 | 15 oktober
-
-
Zou u graag naar verre plaatsen reizen?
Zo ja, dan zult u genieten van de artikelen in Ontwaakt! waarin over mensen in verre landen wordt gesproken. Maak slechts ƒ 6,– over (voor België 75 F; voor Suriname Sƒ 3,–) en ontvang Ontwaakt! een jaar lang tweemaal per maand.
-