-
Wij hebben niet getalmdDe Wachttoren 1977 | 15 april
-
-
van een karper vanaf een hoge paal te laten wapperen. De kinderen moesten op school papieren karpers maken, die zij dan aan een stok bevestigden en mee naar huis namen. Ivan zei dat hij ze niet wilde maken, en zijn moeder moest onmiddellijk op school komen om zijn houding te verklaren.
De schoolautoriteiten gaven toe dat dit feest zijn oorsprong vond in Sjinto-reinigingsriten, maar zij zeiden met klem dat het nu geen religieuze betekenis meer had. De karper, die erom bekend staat tegen watervallen op te kunnen zwemmen, was slechts een symbool van het verlangen van de ouders dat hun jongens tot sterke mannen zouden opgroeien. Zij maakten er bezwaar tegen dit als bijgeloof te classificeren, maar stemden er ten slotte in toe dat Ivan de tijd kon gebruiken om iets anders te tekenen en uit te knippen.
Toen de kersttijd aanbrak, wachtte de onderwijzeres een nieuwe verrassing. Het kerstfeest heeft een krachtige plaats veroverd in het leven van de Japanse boeddhisten, evenals verjaarspartijen, Valentijnsdag, paashazen en andere westerse gewoonten die zich voor exploitatie door de grote zakenwereld lenen. Toen de kinderen in Ivans klas een tekening voor Kerstmis moesten maken, vroeg Ivan, de enige christelijke jongen in de klas, of hij wat anders mocht tekenen. Hij had kunnen uitleggen waarom Kerstmis niets met Jezus Christus te maken heeft, maar zijn onderwijzeres deed er geen moeite voor hem om een verklaring te vragen.
Zij had opgemerkt dat Ivan het Japanse volkslied niet meezong met de andere kinderen en dacht dat dit het geval was omdat hij een buitenlander was. Later merkte zij dat hij ook het Engelse volkslied niet zong. Mijn vrouw kreeg hierdoor de gelegenheid haar over de wereldomvattende neutraliteit en eenheid van Jehovah’s christelijke getuigen te vertellen. Naarmate Ivan ouder wordt, zal hij andere problemen onder de ogen moeten zien, zoals het leren van vechtkunsten — judo en schermkunst — die onder het mom van sport worden onderwezen. Wij vertrouwen dat hij in deze kwesties een juiste beslissing zal nemen, evenals hij dit in andere kwesties heeft gedaan.
Wij geloven dat het boek Naar de Grote Onderwijzer luisteren in dit opzicht een grote hulp voor hem is geweest. De in dit boek gebruikte methode om een beginsel te leren en het dan op problemen toe te passen waarmee kinderen werkelijk te maken hebben, is bijzonder praktisch. Wij zijn Jehovah’s organisatie heel erg dankbaar voor deze juist van pas komende voorziening.
EEN LONEND LEVEN
Heimwee is altijd een van Daphne’s problemen geweest. Ze weet dat ze veel goeds kan doen door hier te blijven, maar toch betekent dit een voortdurende strijd. Na veel jaren naar een oplossing gezocht te hebben, schijnen we er ten slotte een gevonden te hebben. Behalve het reeds aangename werk dat erin bestaat anderen te helpen de bijbelse waarheid te leren kennen, besloot Daphne er één ochtend per week aan te besteden om zich de Japanse schilderkunst eigen te maken. Deze regelmatige verandering in tempo, waarbij zij gedurende slechts een korte tijd in iets heel aangenaams opgaat, heeft het probleem enorm verkleind.
Als ouderling in een van Nagoja’s veertien gemeenten, als vergaderingsopziener voor kringvergaderingen en als broodwinner heb ik ondertussen genoeg voldoening schenkend werk te doen. Ik geniet van de bijbelstudies die ik bij ongelovige echtgenoten leid, wier problemen ik veel beter begrijp nu ik met allerlei soorten van mensen in dezelfde zakenwereld moet omgaan. Wat zijn wij blij dat wij elke nieuwe gelegenheid om heilige dienst voor Jehovah te verrichten, met beide handen hebben aangegrepen en ten volle hebben benut! Ook tot anderen zeggen wij: Talmt niet. Want wie weet welke zegeningen de dag van morgen zal brengen?
-
-
De geestelijke mens — Waarom „door geen mens onderzocht”De Wachttoren 1977 | 15 april
-
-
De geestelijke mens — Waarom „door geen mens onderzocht”
◆ De apostel Paulus schreef aan christenen in Korinthe: „De geestelijke mens . . . onderzoekt wel alle dingen, maar zelf wordt hij door geen mens onderzocht” (1 Kor. 2:15). In welk opzicht is dit zo? Met de hulp van Gods geest kan de geestelijke mens dingen naar juiste waarde schatten. Hijzelf echter kan niet onderzocht of goed getaxeerd worden door degenen die geen geestelijk inzicht hebben. Aangezien dergelijke personen dit op de verkeerde basis doen, zullen zij verkeerde conclusies ten aanzien van hem trekken. Dit was bijvoorbeeld zo in het geval van Jezus Christus, zoals werd voorzegd in Jesaja 53:3, 4. De geestelijke mens kan dus eenvoudig „door geen mens” — dat wil zeggen, door geen vleselijk mens — „onderzocht” worden.
-