Niet zwijgen over de ondergang der wereld
1. Welke profetie van Jeremia moest in de dagen van Daniël in het klein in vervulling gaan ten aanzien van het Babylon uit de oudheid?
WANNEER wij het boek Daniël opslaan, vinden wij nog meer woorden van troost en sterkte, die aantonen hoe Jehova’s hand over degenen is die Hij gebruikt om Zijn getuigenis voor de zichtbare schepping bekend te maken. In hoofdstuk 5 lezen wij het profetische drama over het feest van Belsazar. Jehova’s bestemde tijd voor de vervulling van de profetie in het 51ste hoofdstuk van Jeremia was aangebroken, en een gedeelte van deze profetie luidde als volgt: „De dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en al haar verslagenen zullen in het midden van haar liggen. En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over Babel; want van het noorden zullen haar de verstoorders [verdelgers] aankomen, spreekt de HERE [Jehova]” (Jer. 51:47, 48, AS). Belsazar, de koning van Babylon, wist ongetwijfeld niets van deze profetie, die in het klein in vervulling zou gaan aan het Babylon uit de oudheid, maar volledig en in haar volle betekenis in vervulling zou gaan ten aanzien van het huidige Babylon, Satans aardse organisatie, tezamen met zijn afgoderij en duivelreligie.
2. (a) Te midden van welk toneel werd de profetie van het feest van koning Belsazar gegeven? (b) Hoe betrok de koning Jehova’s naam rechtstreeks bij de feestelijkheid?
2 Belsazar moet gedurende zijn koningschap vele feesten hebben georganiseerd, maar het feest waarvan in Daniël, hoofdstuk 5, gewag wordt gemaakt, was het feest dat onder alle het meest de opmerkzaamheid trok. Hij riep duizend rijksgroten van Babylon bij elkaar, ook zijn vrouwen en bijwijven, en tezamen dronken zij veel wijn, terwijl zij hun goden van goud, zilver, koper, ijzer, hout en steen verheerlijkten en aldus de levende God, Jehova, smaadden. Er was oorlog met de Meden en Perzen, maar de Babyloniërs voelden zich veilig binnen hun ommuurde stad. Alle ellende van de oorlogstijd trachtten zij te verdrijven door veel wijn te drinken. De feestvierders hadden zeer veel wijn gedronken en voelden zich zorgeloos en vrolijk: „Door den wijn verhit, beval hij [Belsazar] dat men de gouden en zilveren vaten zou halen, die zijn vader Nabuchodonosor uit den tempel, die eertijds in Jerusalem was, weggevoerd had, opdat daaruit de koning, en zijne rijksgrooten, en zijne vrouwen en bijvrouwen zouden drinken” (Dan. 5:2, Belg. PB). Deze vaten waren gewijde vaten die Jehova uitsluitend voor dienst in de tempel had laten maken, doch nu werden ze misbruikt door een dronken bende, waardoor Jehova werd gehoond. Zou Jehova deze ontwijding van zijn vaten van de tempeldienst toestaan? Zou de Allerhoogste toelaten dat zijn vaten werden verontreinigd en er ruw mee werd omgegaan door zwelgende Babylonische dronkaards voor hun eigen genoegen?
3. Hoe trad Jehova handelend op, en met welke resultaten?
3 Jehova gaf Belsazar en de feestvierders een plotselinge schok. De koning werd een beetje ontnuchterd. „Toen veranderde ’s konings aangezicht van kleur; en zijne gedachten verbijsterden hem; en de banden zijner lenden gingen los, en zijne knieën sloegen tegen elkander” (Dan. 5:6, Belg. PB). Waardoor werd dit veroorzaakt? Een wonderbaarlijk handschrift verscheen op de kalk van de wand van het paleis des konings. De koning kon de vingers van een hand zien die schreven. Het handschrift op de wand was in een vreemde taal, een taal die Belsazar niet kende. Hij wilde een verklaring en liet daarom zijn „hersen-trust”, alle geleerde wijze mannen, komen. Zij dachten er diep over na, maar zij konden het schrift niet lezen en konden de uitlegging er van niet aan de koning bekendmaken. De koning had aan een ieder die het schrift zou uitleggen, de beloning van purperen klederen, een gouden keten en een derde van het koninkrijk aangeboden. Toen zijn wijze mannen er derhalve niet in slaagden, „werd koning Baltassar [Belsazar] hevig ontroerd en zijn gelaat veranderde van kleur; ook zijne grooten ontstelden” (Dan. 5:9, Belg. PB). Toen de wijze mannen geen uitleg konden geven aan het teken dat in de woorden die op de wand van hun feestzaal waren geschreven, besloten lag, kan het niet anders of er moet zeer veel zijn gesproken en een grote verwarring zijn geweest onder de regeerders die op het feest van Belsazar aanwezig waren. Hun steeds heftiger wordende gesprek en gekakel gingen door het gehele paleis en waarschijnlijk door de stad. Babylon was inderdaad van streek gebracht.
4. Hoe manoeuvreerde Jehova de dingen waardoor de weg werd geopend het volledige getuigenis te geven?
4 Jehova had door deze kleine daad het paleis in oproer gebracht en de feestvierders met een onuitsprekelijke ongerustheid en vrees vervuld. Doch hij zou het daarbij niet laten. Er moest een boodschap van Jehova worden verkondigd en Jehova manoeuvreerde alles zodanig dat zijn voornemen er door werd gediend. De koningin-moeder hoorde wat er geschiedde en zij kwam de feestzaal binnen. Zij vestigde de aandacht van Belsazar op iemand die met wijsheid van God was vervuld en die de betekenis van het opschrift kon vertellen, namelijk Daniël. Derhalve zeide de koning: „Laat Daniël geroepen worden; en hij zal den uitleg geven” (Dan. 5:12, Belg. PB). Aldus werd voor Daniël de weg geopend om voor de koning en de voornaamste regeerders van Babylon een boodschap uit te spreken. Jehova had aan geen andere persoon de bevoegdheden gegeven zijn getuige te zijn, alleen Daniël kon over Jehova’s voornemens met betrekking tot Babylon spreken.
DANIËL, VOORBEELD VAN HEDENDAAGSE GETUIGEN
5, 6. In welke omstandigheden verkeerde Daniël in het paleis, en wat zei hij in tegenwoordigheid van de feestvierders?
5 Daniël zag het geschrift en wist de betekenis van de boodschap. Het was niet iets wat de koning en de voornaamste regeerders op het feest zou behagen. Daar stond Daniël, te midden van al die Babyloniërs, terwijl de koninklijke wachten in het paleis waren en er ongetwijfeld vele militaire leiders aanwezig waren. Daniël stond geheel alleen en was niet bewapend. Werd hij geïmponeerd door alle koninklijke pracht en praal? Werd Daniël bevreesd wegens het feit dat zij zoveel talrijker waren en wijzigde of verzachtte hij daardoor Jehova’s boodschap of verloor hij daardoor het punt in kwestie uit het oog?
6 In de eerste plaats wees Daniël alle aanbiedingen van een beloning door de koning van de hand; hij wenste niet wat Babylon had aan te bieden. Toen ging hij er toe over aan te tonen hoe Jehova Nebukadnezar, de vader van Belsazar, in het verleden had vernederd wegens zijn hardnekkigheid en trots. Maar Belsazar had niets geleerd uit hetgeen Jehova Nebukadnezar had gedaan; hij volgde een soortgelijke handelwijze als zijn vader. En bovendien had Belsazar de tempelvaten die de Here toebehoorden, ontwijd en terwijl hij ze misbruikte, had hij de demonengoden verheerlijkt. Hij had bewerkt dat meer dan duizend anderen aan dit aanmatigend en vermetel optreden hadden meegedaan. Daniël vertelde over de hoge positie die God innam boven Belsazar en las vervolgens de woorden die op de gekalkte wand stonden geschreven „Dit is de uitlegging dezer woorden: MENE; God heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind. TEKEL; gij zijt in weegschalen gewogen, en gij zijt te licht gevonden. PERES; uw koninkrijk is verdeeld, en het is den Meden en den Perzen gegeven”. — Dan. 5:26-28.
7. Hoe toonde Daniël zijn volledige vertrouwen op Jehova en wat viel hem te beurt wegens zijn onkreukbaarheid?
7 Neen, Daniël was noch beschroomd noch bevreesd te midden der feestvierders of in de tegenwoordigheid van de koning. Hij was daar als een getuige Jehova’s en hij vertrouwde op de Machtige die hem had gezonden. In duidelijke, waardige, afgemeten bewoordingen maakte hij Jehova’s oordelen bekend zodat allen het konden horen. Het was Gods waarheid en Daniël wist dat hij daar was om deze waarheid te zeggen. Ja, de Babyloniërs dachten dat hun stad onneembaar was, maar Jehova’s profeten hadden haar omverwerping voorzegd. Daniël wist dat Jehova’s woorden zouden uitkomen ongeacht wat voor soort van versterkingen de stad had, en Daniël ontving het voorrecht dat zijn leven gedurende de gevangenschap van Babylon door Jehova’s bescherming werd gespaard. Diezelfde nacht zag hij met zijn eigen ogen dat de daden waarvoor hij als een getuige Jehova’s was gebruikt om ze van tevoren bekend te maken, geschiedden, namelijk, toen Belsazar werd gedood en het koninkrijk door Darius, de Meder, werd overgenomen. Daarna werd Daniël door Darius hoog verheven in de nieuwe regering, waardoor het profetische drama werd voltooid.
8. (a) Wie of wat werd afgebeeld door Nebukadnezar, Belsazar en Babylon? (b) Wanneer gaat de profetie in vervulling?
8 Wat wordt ons hierdoor tegenwoordig aangetoond? Wie of wat werd afgebeeld door Babylon, Nebukadnezar en Belsazar? Wanneer geschiedt de vervulling? Babylon werd door Nebukadnezar gebouwd tot een machtig keizerrijk, en het beeldt de zichtbare organisatie van Satan af, waarin demonenreligie op de voorgrond treedt. Nebukadnezar beeldde daarom Satan af, terwijl Belsazar een voorstelling was van het „zaad van de slang”, het zichtbare religieuze, commerciële en politieke nageslacht van Satan in deze tijd (Gen. 3:15; Joh. 8:44). In 1914 begon in de hemelen de oorlog tegen Satan en zijn goddeloze organisatie, en nu staan Jehova’s legerscharen onder Christus gereed voor de laatste slag tegen dat gehele samenstel van dingen. De profetie gaat volledig in vervulling in deze laatste dagen van deze oude wereld — nu in onze tijd (Lukas 21:26; Openb. 12:7-12). Satans organisatie is nu verdeeld en verkeert in grote beroering, en op dwaze wijze tracht ze de talrijke moeilijkheden te vergeten door Babylons wijn in te zwelgen. — Jer. 51:7; Openb. 18:3.
9. Wie werden voorschaduwd door de tempelvaten die werden misbruikt?
9 Wat is er te zeggen over de tempelvaten? Deze werden gebruikt in de voorbeeldige tempel van Jehova te Jeruzalem; ze waren er in werkelijkheid een deel van. De geïnspireerde apostel Paulus zegt in 1 Korinthe 3:16, 17 (NW) tot Christenen: „Weet gij niet dat gijlieden Gods tempel zijt en dat de geest Gods in u woont? Indien iemand de tempel van God vernietigt, zal God hem vernietigen; want de tempel van God is heilig, welke tempel gijlieden zijt”. Jehova’s gezalfde getuigen vormen zijn tempelorganisatie en hij heiligt een ieder van hen als een vat „voor een eerbaar doel, . . . bruikbaar voor zijn eigenaar, toebereid tot ieder goed werk” (2 Tim. 2:21, NW). Als een vervulling van de profetie worden Jehova’s zichtbare dienstknechten beschimpt, vervolgd en belachelijk gemaakt tot vrolijkheid van hen die nu dronken zijn van Babylons wijn. Iedereen die tegenwoordig op aarde leeft, moet toegeven dat Jehova’s getuigen door de wereld worden gehaat en bespot omdat zij Jehova’s naam dragen en overeenkomstig Zijn geboden trachten te leven (Matth. 24:9). Het is alsof zij, de hedendaagse Babyloniërs, die dingen Christus zelf aandoen en hierdoor brengen zij het oordeel van boven over zich. — Matth. 25:31-46.
10. Wat is het handschrift op de wand in de vervulling van de profetie, en hoe reageren de regeerders van het huidige Babylon er op?
10 Nu is het Jehova’s bestemde tijd om de laatste oordeelsboodschap tegen het huidige Babylon te verkondigen. Evenals niemand Jehova kon verhinderen op de paleiswand in Babylon te schrijven, worden insgelijks in deze tijd de geestelijken, politici en commerciële onderdrukkers door Jehova gedwongen de oordeelsboodschap te horen; zij kunnen er niet aan ontkomen, ook al trachten zij door dictators en door onheil te stichten op gezag van wetten en besluiten, degenen die de boodschap bekendmaken, de mond te snoeren. Omdat hun woordvoerders Jehova’s Woord niet kunnen begrijpen noch verklaren, zeggen zij wellicht dat er niets aan de hand is. Doch zij allen weten dat Satans verdeelde wereld nimmer in zulk een benauwdheid heeft verkeerd, nimmer zo op zijn fundamenten is geschokt en zo onbestendig is geweest als nu. De boodschap van Jehova verontrust hen en brengt hen in beroering. Zij willen de boodschap niet graag geloven en toch tonen zij dat zij beseffen dat de boodschap waar is doordat zij hen die de boodschap bekendmaken, bestrijden. Elke andere kleine groep die in de minderheid was, zou door hen worden genegeerd. Zelfs Babylons religieuze wijn vertroost hen niet; deze wijn laat hen in de steek. Ook al zijn zij wellicht dronken, zij worden door de boodschap van Jehova die door het krachtige „handschrift op de wand” wordt aangekondigd, een beetje ontnuchterd en hun knieën knikken van vrees.
11. (a) Wie werden door Daniël afgebeeld? (b) Wat is de vervulling van de handelwijze die de koningin-moeder volgde?
11 Daniël beeldde natuurlijk Jehova’s gezalfde getuigen af, het lichaam van mensen dat Jehova nu gebruikt om zijn boodschap duidelijk te maken. Uit zichzelf zouden Jehova’s getuigen het niet erg ver kunnen brengen met de wereldomvattende aankondiging van een boodschap zoals Jehova tegen deze oude wereld heeft laten bekendmaken, maar Jehova ondersteunt hen en Hij ziet er op toe dat zij in deze tijd over de gehele wereld worden gehoord. In de profetie werd de koningin-moeder door Jehova gebruikt om de weg te openen dat Daniël werd gehoord. Zij was niet aanwezig op het feest, maar zij bekleedde een positie waarin zij een geringe heerschappij in het land had; zij was nauw verbonden met de koning en was een lid van het officiële gezin. Hierdoor wordt aangetoond hoe er onder de voornaamste regerende machten enkele mannen en vrouwen van goede wil zijn die een staatsambt bekleden, welke mannen en vrouwen Jehova’s getuigen gunstig gezind zijn en geloven dat zulke getuigen de Heer vertegenwoordigen en het recht hebben gehoord te worden en ook gehoord dienen te worden. Jehova’s dienstknechten hebben bij hun getuigeniswerk gebruik gemaakt van vele wetten om de weg der prediking open te houden; zij zijn naar de hoogste gerechtshoven van het land gegaan ten einde hun rechten om te spreken, te beschermen. Dikwijls hebben zij in regeringen sympathieke ambtenaren aangetroffen die hen hebben geholpen voordeel te trekken uit de vrijheid van spreken en aanbidding, en soms hebben zij voor Jehova’s getuigen de weg geopend voor hogere regeerders van de aardse regeringen te getuigen. Zij hebben toegelaten dat Jehova’s getuigen werden gehoord.
12. (a) Wat voor soort van boodschap wensen de hedendaagse Babyloniërs te horen? (b) Waarom? (c) Doch welke houding leggen Jehova’s getuigen nu jegens hen aan de dag?
12 In deze tijd treft de schare die het zichtbare „zaad van de slang” vormt en tegenstand biedt aan de regering van Jehova’s koninkrijk, dat in 1914 is begonnen, Jehova’s getuigen in hun midden aan. Deze schare zou graag een aangename boodschap horen, dat wil zeggen, zij zouden graag willen horen dat deze oude wereld een onbepaalde tijd zal blijven bestaan. Zij willen gaarne dat dit samenstel van dingen werkzaam is, want zij scheppen er behagen in de mensen te beheersen door hun bedriegerij en zij worden rijk en vet (Jer. 5:28-31). Doch zullen Jehova’s getuigen de van Jehova afkomstige oordeelsboodschap verzachten? Zullen zij trachten de oren van Satans „zaad” te strelen? Door Jehova’s genade maken zij vrijmoedig de volledige betekenis van de boodschap bekend met een steeds toenemende stemomvang en beslistheid, evenals Daniël. Zij weten dat Jehova’s legerscharen die het oordeel zullen voltrekken, oprukken en dat Jehova binnenkort door bemiddeling van Christus Jezus de volledige heerschappij der aarde zal overnemen. De boodschap is waar. Ze is juist. Zij kunnen zich er niet van weerhouden de boodschap te spreken. Evenals Daniël alleen stond en niet bewapend was, dragen Jehova’s getuigen geen vleselijke wapenen. Zij trachten niet de omverwerping van de goddeloze wereld door eigen kracht tot stand te brengen, maar zij staan als Jehova’s aankondigers en maken door hun vrijmoedigheid en volledige vertrouwen op Jehova indruk op alle mensen.
Daniël heeft nimmer vrijmoediger gesproken dan vlak voor het einde van Belsazar, en Jehova’s getuigen spreken in deze tijd eveneens vrijmoediger dan ooit want het einde van dit oude samenstel van dingen is nabij.
WIE VOORDEEL TREKKEN UIT DE AANKONDIGING DER BOODSCHAP
13. Wie trekken voordeel uit de aankondiging van de waarschuwingsboodschap, en op welke wijze?
13 De boodschap betekende ook iets voor Daniël persoonlijk; het betekende zijn bevrijding uit de stad die zo veel smaad op Jehova had geworpen en de mensen had onderdrukt. In de tegenwoordige tijd is de boodschap die Jehova’s getuigen uitspreken, derhalve een boodschap van hun eigen bevrijding uit een goddeloze wereld, en de woorden worden tot alle delen der aarde verbreid. In de klasse van mensen die aan het „zaad van de slang” onderworpen zijn, worden velen gevonden die horen en door de bediening van Jehova’s getuigen worden geholpen; zij beseffen de gelegenheid hun plaats aan de zijde van Jehova God en Christus Jezus in te nemen en leven te verwerven. De meerderheid zal dronken blijven van Babylons religieuze wijn, maar een minderheid zal acht slaan op de boodschap en worden gered. Tot op deze tijd hebben Jehova’s getuigen gezien dat honderdduizenden mensen van goede wil zich bij hen hebben aangesloten in het bekendmaken van Jehova’s boodschap, hetgeen tot hun redding leidt (Openb. 22:17). Dit geeft Jehova’s dienstknechten troost, blijdschap en vreugde. Het geschiedt als een vervulling van Jehova’s profetieën, die zij zorgvuldig bestuderen, waardoor zij zich toerusten om te prediken en zich sterk in het geloof maken.
14, 15. (a) Wat wordt voorzegd doordat Daniël, Jeremia en andere getrouwe getuigen van Jehova door vernietigingsdaden heen zijn bewaard? (b) Wat zien wij thans door geloof?
14 Daniël, Jeremia, Mozes, Noach en andere getuigen van God werden door tijden van vernietiging heen gevoerd en hierdoor wordt geïllustreerd hoe Jehova enkele leden van de klasse van het gezalfde „overblijfsel” door de strijd van Armageddon heen tot in de nieuwe wereld zal voeren. Bovendien tonen de profetieën aan dat talrijke anderen eveneens in leven bleven, hetgeen afbeeldt hoe velen der „andere schapen” des Heren door de tijd van de vernietiging dezer oude wereld heen gevoerd zullen worden en in de nieuwe wereld van rechtvaardigheid onder Jehova’s heerschappij zullen voortleven. Wat een weergaloos en glorierijk voorrecht, ons tot het einde van deze oude wereld middenin het getuigeniswerk te bevinden! Wanneer wij getrouw blijven, zullen wij alles zien geschieden wat Jehova ons heeft laten prediken. „Dan wordt des menschen hoogheid terneergebogen, der mannen trots kleingemaakt; en Jahwe alleen zal te dien dage verheven zijn.” „Te dien dage zal men zeggen: Zie, deze is onze God, wij wachtten op hem, hij heeft ons gered; deze is de Heer, op wien wij hoopten, wij juichen en verblijden ons in zijn heil [redding].” — Jes. 2:17, LV; 25:9, Belg. PB.
15 Dat zal iets zijn om te aanschouwen. Dan zullen de grenzenloze zegeningen der nieuwe wereld er zijn. Dat is Jehova’s redding voor hen die hem liefhebben. Zelfs nu zien wij deze dingen door geloof. Ons hart verheugt zich! Wij zien reeds dat Christus Jezus sedert 1914 regeert. Terzelfder tijd dat die regering er is, worden de gelederen van de verbrokkelende oude wereld, precies zoals is voorzegd, verscheurd door verwarring, ziekte, oorlogen en benauwdheid; haar einde is nabij.
16. (a) Zullen de stenen in plaats van levende getuigen het nu moeten uitroepen ten einde het Koninkrijk aan te kondigen? (b) Waarom antwoordt gij aldus? (c) Wat dienen wij nu te doen, terwijl wij de verzekering uit de Schrift vast in onze geest hebben?
16 Kunnen wij, daar wij deze dingen duidelijk zien, ons er van weerhouden het getuigenis te geven? Kunnen wij zwijgen wanneer onze onzichtbare Koning Christus Jezus regeert? Zullen wij er wegens vrees, bedreigingen, moeilijkheden, vervolging, smaad of iets anders mede ophouden voor Jehova te getuigen? Zullen de stenen in plaats van levende getuigen het nu moeten uitroepen ten einde het Koninkrijk aan te kondigen? Alle profetieën antwoorden Neen! In vroegere tijden heeft Jehova zijn zichtbare dienstknechten getrouw tot aan het einde getuigenis laten geven, terwijl hij hen door de vernietiging van organisaties heen heeft bewaard, door welke vernietiging wordt voorschaduwd hoe het tegenwoordige boze samenstel van dingen in Armageddon wordt vernietigd. Daarom zal Jehova, wiens profetieën nimmer falen, in de laatste dagen dezer oude wereld zijn onbevreesde, zichtbare dienstknecht-lichaam en hun metgezellen insgelijks door de strijd van Armageddon heen bewaren als een getuigenis voor zijn oppermacht. Deze verzekering uit de Schrift geeft ons nog meer sterkte en grote vreugde. Wij zien dat er thans zo vele verschillende manieren zijn om de boodschap te verkondigen; ja, allen die het verlangen hebben, kunnen meedoen aan het wereldomvattende vreugdegeroep van lofgezang voor Jehova. Laten wij dus, als enkelingen, waar wij ook mogen zijn, alles doen wat in onze macht ligt om persoonlijk een aandeel te hebben in de wonderbaarlijke zegevierende voltooiing van het getuigeniswerk door nu als Jehova’s getuigen tot aan het einde actief en onbevreesd te staan. — Matth. 24:13.