-
De bijna-doodervaring — Een bewijs van onsterfelijkheid?Ontwaakt! 1985 | 8 februari
-
-
bijbel verklaart: „Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid” (2 Korinthiërs 11:14, 15). Als hij kans ziet de fundamentele leugen in stand te houden die hij altijd heeft gevoed — „Gij zult beslist niet sterven” — kan hij dat met schijnbaar zeer onschuldige en verlichtende middelen doen. — Genesis 3:4, 5.
Ten tweede is zijn opzet om overtuigende pleitbezorgers voor zijn programma van leugens omtrent de menselijke ziel te kweken niet jammerlijk mislukt! Integendeel, hij heeft nu artsen, psychologen en geleerden zover gekregen dat zij de leugen die hij door de eeuwen heen via priesters en filosofen heeft bevorderd, hun volle steun verlenen! Hoe raak is de samenvatting van de situatie die Paulus geeft in de woorden: „Als er nu in werkelijkheid een sluier ligt over het goede nieuws dat wij bekendmaken, dan is het gesluierd onder hen die vergaan, onder wie de god van dit samenstel van dingen de geest van de ongelovigen heeft verblind opdat het verlichtende licht van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou doorschijnen”! — 2 Korinthiërs 4:3, 4.
Toch zijn er, zoals wij hebben gezien, psychologen die geloven dat de mens na zijn dood een bewust bestaan heeft. Deze persoonlijke interpretatie van de betekenis van bijna-doodervaringen dwingt ons de volgende klemmende vragen te stellen namens hen die in de bijbel geloven: Is er enige bijbelse basis om te zeggen dat de mens een onsterfelijke ziel heeft die het lichaam verlaat zoals een vlinder zijn cocon? Hoe zit het met teksten in de bijbel waarin de woorden „ziel” en „onsterfelijkheid” worden gebruikt?
-
-
De ziel — Bent u dat? Of hebt u er een?Ontwaakt! 1985 | 8 februari
-
-
De ziel — Bent u dat? Of hebt u er een?
DENKT u dat u een onsterfelijke ziel hebt die blijft leven als u sterft? De meeste mensen met een religieuze achtergrond, hetzij christen, moslem, jood, sjintoïst, boeddhist of hindoe, hebben dit ene fundamentele idee met elkaar gemeen. Maar waarom geloven zij het? Omdat zij er bewijzen voor hebben? Of omdat de meeste religies het altijd zo geleerd hebben, en omdat het idee in het volksgeloof leeft? Hoe is trouwens de gedachte van een onsterfelijke ziel in de „christelijke” leer terechtgekomen?
Douglas T. Holden schrijft in zijn boek Death Shall Have No Dominion (De dood zal niet heersen): „De christelijke theologie is zo innig versmolten met de Griekse filosofie dat ze personen heeft voortgebracht die een mengeling zijn van negen delen Grieks denken en één deel christelijk denken.” Dit laat zich goed illustreren aan de hand van het algemeen heersende geloof in een onsterfelijke ziel. Plato, een Griekse filosoof uit de vierde eeuw v.G.T., schreef bijvoorbeeld: „De ziel is onsterfelijk en onvergankelijk, en onze zielen zullen in een andere wereld waarlijk bestaan!”
Waar gingen volgens Plato deze zielen heen als het lichaam stierf? „En degenen
-