Geduld en volharding
1. In welke zegeningen kunnen zij die tot de Nieuwe-Wereldmaatschappij behoren, zich verheugen?
JEHOVAH, de God der eeuwigheid, is de ware bron van kracht tot geduld en volharding. Zij die een deel van Jehovah’s christelijke organisatie worden, moeten zich ervoor inspannen om hun plaats te behouden. Het is geen erepositie. Volharding is een vereiste tot op het ogenblik dat men werkelijk in de nieuwe wereld van rechtvaardigheid is overgebracht. Terwijl men naar de nieuwe wereld uitziet, kan men zich over de geestelijke rijkdommen verheugen welke Jehovah met het voortdurend helderder worden van het waarheidslicht op zijn volk laat neerregenen. Bovendien kan men deelnemen aan het grote inzamelingswerk waartoe Jezus voor deze tijd opdracht heeft gegeven. Jehovah’s geest zal ons bij dit werk ondersteunen (Zach. 4:6). Het feit dat zovele mannen, vrouwen en kinderen zich bereidwillig aanbieden om aan dit geweldige, internationale predikingswerk mee te helpen, vormt op zichzelf een krachtig bewijs voor Christus’ tweede tegenwoordigheid en verschaft redenen voor volharding in de bediening.
2. Hoe toonden Jezus en zijn discipelen volharding?
2 Jezus heeft met deze grote predikingsactiviteit een begin gemaakt. Hij raakte niet ontmoedigd toen de schare op hem schimpte en zei: „Gij zijt bezeten”, of toen vele van zijn volgelingen na een harde lering, tot hun vroegere leefwijze terugkeerden en niet langer met hem wilden wandelen. Zijn discipelen hielden er eveneens een juiste geesteshouding op na en waren niet onthutst door Jezus’ woorden. Toen hij hun vroeg: „Gíj wilt toch ook niet weggaan?” antwoordde Petrus: „Here, tot wien zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven” (Joh. 7:20; 6:66-68). Zo is er ook voor hen die het door Jezus begonnen bedieningswerk verrichten, geen reden om ontmoedigd te worden wanneer sommigen van hen die belangstelling tonen en een tijdlang met hen wandelen, zich van hen afkeren (Ezech. 33:32). Als een volmaakte man kon Jezus doeltreffend grote scharen toespreken en hen met overredingskracht onderwijzen. Hij gebruikte illustraties van dingen die zij kenden; schapen en bokken, het bebouwen van land en de visserij. Daar wij, hoewel meestal kleinere aantallen toehoorders naar ons luisteren, hetzelfde werk doen, kunnen wij op soortgelijke wijze dagelijkse gebeurtenissen in onze gesprekken verwerken. Wij kunnen de mensen in hun huis opzoeken, geduldig weer naar hen toegaan, bijbelstudiën leiden bij gezinsgroepen en ten aanzien van iedereen liefdevol consideratie aan de dag leggen. Zult u dit door Jezus voor de velddienst gestelde voorbeeld navolgen, en daardoor niet alleen in naam, maar ook metterdaad een christen zijn?
3. Welke uitnodiging wordt gedaan, en hoe wordt erop gereageerd?
3 Jezus vertelde van een man met een grote wijngaard waarvoor de oogsttijd was aangebroken, die zijn twee zoons vroeg om aan het werk deel te nemen. De eerste zoon stemde ermee in om te gaan, maar ging niet; de tweede weigerde, maar had er later spijt van en ging toch. Wij leven thans in de oogsttijd waarover Jezus voorzeggingen deed, en Jehovah toont geduld totdat het inzamelingswerk is voltooid. Vele personen die zonen van de hemelse Vader belijden te zijn, zijn niet bereid om het werk te doen dat hij hun toewijst. In feite sprak Jezus tot de opperpriesters en de oudere, invloedrijke mannen, toen hij zei: „Voorwaar, Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods” (Matth. 21:28-31). Net zoals in Jezus’ dagen, toen oprechte en nederige mensen uit alle rangen en standen de boodschap aanvaardden en de bediening op zich namen, zijn er ook thans vele personen die — zelfs nog vóór de klasse van hen die zeggen dat zij zijn werk doen — van een berouwvolle houding en een bereidheid om God te dienen, blijk geven. — Matth. 23:2, 3.
GEDULDIGE VOLHARDING BRENGT VRUCHTEN VOORT
4. Welke illustratie verschafte Jezus over de reactie van de mensen op de boodschap?
4 Wanneer iemand actief aan de van-huis-tot-huis-bediening deelneemt, bemerkt hij dat Jezus’ illustratie in Lukas 8:9-15 (NW) waar is, namelijk dat er allerlei soorten van mensen zijn, net zoals er vele soorten van grond voorkomen, sommige rotsachtige, sommige vol doornen, en sommige van het juiste soort, goed om bebouwd te worden. Jezus verklaarde: „Het zaad is het woord Gods. . . . Het zaad in de juiste aarde, zijn zij die het woord, na het met een juist en goed hart gehoord te hebben, vasthouden en met volharding vrucht dragen.” Bij de meeste mensen is geduldige persoonlijke hulp nodig. Soms beseffen zij de belangrijkheid van de boodschap niet, is hun geest met vooroordelen of misvattingen vervuld, of zijn zij er oprecht van overtuigd dat het geloof van hun ouders het juiste is. Wanneer de Getuige terugkomt om verder over de schriftuurlijke waarheden te spreken, kan het gebeuren dat de huisbewoner hem tracht te ontwijken. Toch geeft Jezus ons de verzekering dat de schapen de stem van de Meester zullen horen. Wij kunnen erbij helpen dat mogelijk te maken, door in de bediening vol te houden, door „volharding” te tonen „in werk dat goed is”. — Rom. 2:7, NW.
5. Hoe wordt bij het voortbrengen van Koninkrijksvruchten geduld aan de dag gelegd?
5 Vorig jaar werden er wekelijks 646.000 huisbijbelstudiën geleid, en van de personen bij wie deze werden gehouden, werden er over de gehele wereld verspreid 69.027 gedoopt; er zijn dus vele krachtsinspanningen voor nodig om vruchten te verkrijgen. Zoals Jezus uiteenzette, vallen sommige van de geplante waarheidszaden langs de weg. Dan komt de Duivel en neemt het woord weg uit hun hart, opdat zij niet zullen geloven en gered zullen worden. Ander zaad komt op rotsachtige grond terecht. Het Woord Gods wordt met vreugde ontvangen, maar de boodschap schiet niet diep wortel omdat de grond rotsachtig is; zo geloven zij slechts een tijdlang, maar wanneer de hitte van oppositie wordt gevoeld, verschrompelen zij en sterven. Ander zaad valt tussen de doornen, zoals de mensen die de boodschap horen maar het te druk hebben met de zorgen, rijkdom en genoegens van dit leven, waardoor het zaad wordt verstikt en nooit tot rijpheid komt. Er zijn vele studiën voor nodig om de juiste soort van grond op te zoeken, terwijl door geduldig en praktisch wieden datgene wat geen vrucht draagt, wordt verwijderd.
6. Waarom dienen wij niet ontmoedigd te raken wanneer sommigen de boodschap verwerpen?
6 Een Franse Getuige predikte zeven jaar lang onder zijn collega’s zonder hierbij resultaat te boeken. Ten slotte kon hij bij enkelen van hen een bijbelstudie oprichten en nu zijn verscheidene van hen behoorlijk vooruitgegaan in de waarheid. Zijn geduld werd beloond. Word in de bediening dus niet ongeduldig omdat u door vele personen niet gunstig wordt ontvangen. Niet iedereen had een horend oor voor Jezus, en velen die nieuwsgierig luisterden, oefenden geen geloof in zijn leringen; in deze tijd kan men dus hetzelfde verwachten. Waarom zouden wij, indien de mensen niet naar Jezus luisterden toen hij hun de waarheden van zijn hemelse Vader verklaarde, verwachten dat zij thans wel naar zijn dienstknechten zullen horen? Er bestaat geen enkele reden voor om te denken dat de wereld bekeerd zal worden en allen naar de boodschap zullen luisteren. Toch wordt er ten aanzien van de dag van Jehovah’s wraak een waarschuwing gegeven, zodat zij die hierop wensen te reageren, aan de vernietiging kunnen ontkomen. Het werk bestaande in het scheiden van op schapen gelijkende personen van hen die van een bokkige geestesgesteldheid blijk geven, vindt in alle delen van de wereld voortgang. De wijze waarop de mensen op de boodschap reageren en de dragers hiervan behandelen, bepaalt hun positie aan de rechterhand van gunst of aan de linkerhand van afkeuring van de Koning, Christus Jezus. Hij zei hierover: „Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan.” Wanneer iemand zich daarom met de woorden „Ik heb het te druk” of „Ik heb geen belangstelling” van de Koninkrijksverkondiger afmaakt, zegt hij dit in werkelijkheid tegen Christus, die wij als afgezanten dienen. — Matth. 25:45; 2 Kor. 5:20.
7. Hoe kunnen wij de waarheid aan alle soorten van mensen aanbevelen?
7 Een vertegenwoordiger van Christus wil zijn bediening dusdanig ten uitvoer brengen dat hierdoor de weg voor een later getuigenis wordt geopend. De apostel Paulus gaf hierover met de volgende woorden goede instructies: „Een slaaf des Heren behoeft echter niet te strijden, maar moet tactvol zijn jegens allen, bekwaam om te onderwijzen, zich onder het kwade in bedwang houdend, met zachtaardigheid onderrichtend degenen die niet gunstig gezind zijn, daar God hun wellicht berouw zal schenken, hetgeen tot een nauwkeurige kennis der waarheid leidt, en zij tot bezinning kunnen komen uit de strik des Duivels, aangezien zij door hem levend zijn gevangen om zijn wil te doen” (2 Tim. 2:24-26, NW). Sommigen van hen die de waarheid eerst krachtig tegenstaan, doen dit omdat zij oprecht geloven in hetgeen hun vroeger is geleerd; Saulus van Tarsus vormt hiervan een voorbeeld. Doordat hij op een verkeerde wijze ijverig was, bracht hij veel vervolging over de vroege christenen, maar toen hij de christelijke leefwijze aanvaardde, had hij het ten aanzien van de tegenstand tegen het christendom het hardst te verduren. Zo schreef hij: „In elk opzicht bevelen wij ons als Gods dienaren aan, door veel te verduren, door verdrukkingen, door gevallen van nood, door moeilijkheden, door slagen, door gevangenissen, door ongeregeldheden, door arbeid, door slapeloze nachten, door tijden zonder voedsel.” — 2 Kor. 6:4-10, NW.
8. Hoe dient ons leven de waarheid te weerspiegelen?
8 Hoewel u misschien niet persoonlijk vanwege uw christelijke handelwijze een dergelijke hevige tegenstand hebt ondervonden, kan toch iedere opgedragen christen zich op de verder door Paulus beschreven wijze als Gods dienaar aanbevelen; hij zei: „In reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in rechtschapenheid, in den heiligen Geest, in ongeveinsde liefde, in de prediking van de waarheid, in de kracht Gods; met de wapenen der gerechtigheid in de rechterhand en in de linkerhand; onder eer en smaad, in kwaad gerucht en goed gerucht . . . als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.” Paulus toonde dat hij zeer evenwichtig was en de waarheid hoogschatte. Hij liet zich door niets ontmoedigen, maar stelde Jehovah’s dienst op de eerste plaats. Ondanks slagen, gevangenschap en tegenstand kon hij toch, doordat hij wist dat zijn handelwijze met Jehovah’s zegen beloond zou worden, geduldig blijven.
VOLHARDEN ONDER TEGENSTAND BINNEN DE GEZINSKRING
9. Welke handelwijze kan men het beste volgen wanneer het gezin de waarheid tegenstaat?
9 Misschien ondervindt u wel de meeste tegenstand van personen die u na aan het hart liggen. Wanneer men goed beseft welk een lankmoedigheid en geduld Jehovah ten aanzien van de mensheid aan de dag heeft gelegd, dient men zeker in de omgang met anderen en speciaal met de leden van het eigen gezin, ook al zijn de gezinsleden wellicht tegenstanders van de waarheid, dezelfde hoedanigheden van lankmoedigheid, vriendelijkheid en geduld tentoon te spreiden. Door geduld en een liefdevol optreden kunnen tegenstanders geholpen worden om de waarheid na verloop van tijd te aanvaarden. Een ongeduldige houding zal de kloof alleen maar breder maken. Indien de leden van het gezin een christen hardnekkig in zijn aanbidding blijven tegenwerken wanneer hij vergaderingen bezoekt en aan de velddienst deelneemt, kan men deze tegenstand soms geleidelijk aan overwinnen door, in plaats van de moed op te geven, de Koninkrijksbelangen geduldig de eerste plaats toe te kennen. Jezus zei in dit verband: „Wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden” (Matth. 10:22, 34-39). Voorts wordt ons gezegd: „Indien gij echter, wanneer gij goeddoet en lijdt, het verduurt, dát is aangenaam bij God” (1 Petr. 2:20, NW). Na enige tijd zullen de tegenstanders, wie het ook zijn, bemerken dat niets u kan ontmoedigen of uw geduld kan tenietdoen, en zullen zij u om uw standpunt respecteren.
10, 11. (a) Welke raad gaven Petrus en Paulus over een christelijk gedrag? (b) Hoe kan de standvastigheid van een christen beloond worden?
10 Het probleem kan zelfs dergelijke afmetingen aannemen dat u niet eens met gezins- of familieleden over de waarheid kunt spreken; zij weigeren te luisteren. Zelfs dan kunnen zij zonder een woord door een goed gedrag te zamen met diepe achting worden gewonnen (1 Petr. 3:1, 2, NW). Een dergelijke handelwijze móet wel een goede indruk maken. Een christen dient niet op de wijze van de oude wereld met schelden, verachtelijke daden en gebrek aan respect voor een anders gezichtspunt terug te betalen. Laat het eerder zijn zoals Paulus zei: „Jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid” (1 Tim. 6:11). Wanneer een echtgenoot zegt dat zijn christelijke vrouw niet aan de bediening kan deelnemen of vergaderingen kan bijwonen, weet de vrouw — daar zij bij haar opdracht de belofte heeft gedaan Jehovah’s wil te doen — dat zij met een ernstig probleem wordt geconfronteerd. Zij wil zich niet tegen haar man verzetten en toch wil zij ook haar Schepper trouw blijven. De Schrift geeft haar de volgende aanmoediging: „Kamp om de overwinning in de juiste wedloop des geloofs, grijp het eeuwige leven waarvoor gij werdt geroepen en waarover gij in het openbaar voor vele getuigen de juiste belijdenis hebt afgelegd, stevig vast.” Zij weet dat haar man haar geen leven kan geven, maar het kan zijn dat zij, door standvastig in de waarheid te blijven, hem er ten slotte toe zal kunnen brengen om Gods Woord te accepteren. Zal zij goddelijke toewijding en volharding tonen en deze openbare belijdenis afleggen? God wil dat zij dit doet. Indien zij leven wil verwerven, kan zij haar geloof niet opgeven; zij toont dus liefde voor haar man, maar kwijt zich eveneens van haar opdrachtsgelofte aan Jehovah. — 1 Tim. 6:12, NW.
11 Een Getuige die achtentwintig jaar geleden voor het eerst van de waarheid hoorde, ondervond voortdurend tegenstand van zijn vrouw en familie. Er werden gebeden voor hem opgezonden en kaarsen voor hem gebrand. Toen hij vanwege de bediening van het evangelie in de gevangenis terechtkwam, zeiden zij dat het zijn verdiende loon was. Zijn vrouw beïnvloedde de kinderen om niet naar het onderwijs van de vader te luisteren. Ondanks dit alles gaf hij er als een christelijke vader blijk van een liefdevolle ouder en een trouw verzorger te zijn, en hield hij aan de waarheid vast. Ten slotte maakte na al die jaren een Ontwaakt!-artikel over de belangrijkheid van religie in het gezinsleven zo’n diepe indruk op de vrouw, dat zij Jehovah’s getuigen om een bijbelstudie vroeg. Zij aanvaardt nu met haar echtgenoot de waarheid en is gedoopt, en zij beiden verheugen zich erover inniger dan ooit tevoren door Gods Woord met elkaar verenigd te zijn.
12. Hoe is Job een goed voorbeeld van volharding?
12 Er zijn ook vele bijbelse voorbeelden waardoor wordt aangetoond dat geduldige volharding wordt gezegend. Job werd met een soortgelijk probleem geconfronteerd. Hij werd ziek en verloor zijn gezin en bezittingen. Zijn vrienden keerden zich tegen hem en zeiden hem dat hij wel iets verkeerds moest hebben gedaan en dat God hem strafte. Zijn vrouw gaf hem dwaze raad door hem te zeggen God te vervloeken en te sterven. Vastbesloten bleef hij echter aan zijn geloof vasthouden, zodat Jobs geduldige volharding spreekwoordelijk is. In Jakobus 5:10, 11 (NW) wordt ons verteld: „Broeders, neemt als een voorbeeld van het verduren van kwaad en het oefenen van geduld de profeten, die in de naam van Jehovah hebben gesproken. Ziet! wij verklaren hen die hebben volhard, gelukkig. Gij hebt gehoord van de volharding van Job en hebt gezien hoe Jehovah het heeft laten aflopen, dat Jehovah zeer teder in genegenheid is en meedogend.” Indien u dus denkt dat u problemen heeft, beschouw dan eens wat Job doormaakte en oefen dan geduld zodat u net als hij met uw gezin gezegend mag worden. U kunt er zeker van zijn dat Jehovah niet zal toestaan dat u boven hetgeen u kunt verdragen, verzocht of beproefd wordt, maar dat u door niet op te geven, de overwinning zult behalen. — 1 Kor. 10:13, NW.
GEDULDIG TOT HET EINDE VOLHARDEN
13. Hoe kunnen de Israëlieten thans een waarschuwend voorbeeld voor ons zijn?
13 Als iemand de waarheid uit Gods Woord accepteert en zich met de Nieuwe-Wereldmaatschappij begint te verbinden, verkeert hij in een soortgelijke positie als de Israëlieten duizenden jaren geleden, nadat zij Egypte hadden verlaten en aan hun tocht naar het Beloofde Land waren begonnen. De mensen van goede wil uit deze tijd laten op overeenkomstige wijze het samenstel van dingen van de oude wereld en de levenswijze hiervan achter zich en stellen zich de nieuwe wereld van rechtvaardigheid ten doel. Het is echter belangrijk om niet ontmoedigd en ongeduldig te worden omdat de weg lang en moeilijk lijkt. Spoedig na het verlaten van Egypte begonnen de Israëlieten te klagen. De hele gemeente ging tegen Mozes en Aäron murmureren en zei: „Gij hebt ons in deze woestijn geleid om deze gehele gemeente van honger te doen omkomen” (Ex. 16:2, 3). Zij vergaten dat het Jehóvah was, die hen overdag door een wolk en ’s nachts door een vuurzuil leidde. Jehóvah zou voor hen zorgen, zoals hij kort daarna toonde door hun manna en kwakkels als voedsel te verschaffen. Daarna klaagden zij over te weinig water, maar Mozes wees hen terecht met de woorden: „Wat stelt gij den HERE op de proef?” Jehovah zou zijn volk niet van dorst laten sterven. Hij gaf hun water te Meriba. Toen zij na al deze gebeurtenissen sommige van hun mannen naar het land dat zij in bezit zouden nemen, toestuurden om het te verkennen, raakten zij, door het verslag dat de spionnen uitbrachten, bevreesd voor de inwoners. Zij klaagden: „Waarom toch brengt ons de HERE naar dit land, opdat wij door het zwaard vallen . . . Laat ons een hoofd aanstellen en naar Egypte terugkeren.” Door dit laatste blijk van gebrek aan geloof in Jehovah en zijn bekwaamheid om hen te leiden en te beschermen, werden zij ertoe veroordeeld om veertig jaar lang in de woestijn rond te zwerven, voordat hun kinderen het Beloofde Land binnengingen. — Ex. 17:2, 3; Num. 14:3, 4.
14. Hoe dient Christus als de Grotere Mozes?
14 Thans volgen wij de leiding van Christus Jezus, de Grotere Mozes. In een dor land verschaft hij ons overvloedig geestelijk voedsel en waarheidswater. Hij beschermt ons tegen alle oppositie van de zijde van Satan en zijn horden. Wij willen nu niet net als de vele Israëlieten gebrek aan geloof en waardering tonen en tegenover Jehovah en zijn voorzieningen of het werkschema voor het ten uitvoer brengen van zijn voornemen, een ongeduldige houding aan de dag leggen. Wij doen er beter aan om de belofte in Psalm 37:7, 9 (NW) eens te beschouwen: „Blijf stil voor Jehovah en wacht vol verlangen op hem. . . . Want boosdoeners zullen afgesneden worden, maar die op Jehóvah hopen, zullen de aarde bezitten.”
15. Hoe luidde de boodschap aan de gemeente te Efeze, en hoe is deze in onze tijd van toepassing?
15 Ook de vroege christelijke gemeente te Efeze ontving de raad met een volledig geloof en ijverig voort te gaan: „Ik weet uw werken en inspanning en uw volharding en dat gij de kwaden niet kunt verdragen . . . en gij hebt volharding en hebt verdragen om mijns naams wil en gij zijt niet moede geworden. Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt.” Dit moet de broeders te Efeze hebben geschokt. Zij hadden hard gewerkt en volharding getoond, maar toch hadden zij niet meer dezelfde ijver, de intense liefde en het enthousiasme welke zij eerst voor de waarheid bezaten. Hoewel u vele jaren achtereen actief in de dienst kunt zijn geweest, zult u thans de ijver en vreugde die u aanvankelijk bezat, niet willen laten verkoelen, maar u moet eraan werken om deze levend te houden als de kracht welke uw leven aandrijft (Openb. 2:2-4). Jezus wist van tevoren dat dit probleem in deze tijd zou bestaan, want hij wees erop dat de liefde van het merendeel zou verkoelen. Het zal ons evenwel niet gebeuren, wanneer wij sterk in het geloof zijn, geregeld met de gemeente bijeenkomen en actief zijn in Jehovah’s dienst. Wij moeten dus een evenwichtige levenswijze volgen, Jehovah’s belangen op de eerste plaats stellen en het Koninkrijk als doel voor ogen blijven houden.
16. Waarom kan een christen tegenstand verwachten, maar wat moet hij doen?
16 Een nauw met geduld verbonden hoedanigheid is volharding, waarbij men een resoluut standpunt voor de waarheid inneemt en ondanks veel lijden en vervolging niet toegeeft. Jezus waarschuwde dat er veel tegenkanting tegen de waarheid zou zijn, zeggende: „Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld. Gedenkt het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen” (Joh. 15:19, 20). Een actieve christen kan verwachten in zijn bediening tegenstand te ontmoeten, maar hij moet desondanks getrouw voortgaan, want volharding in deze tijd betekent toekomstig leven in de nieuwe wereld. Niemand kan de weg ten leven halverwege aflopen en dan toch verwachten de prijs te ontvangen; hij moet de gehele weg afleggen. Paulus legde hier in Hebreeën 10:36 de nadruk op, toen hij verklaarde: „Gij hebt volharding nodig, om, den wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is.” „Laten wij daarom dus, omdat wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, ook iedere last en de zonde die ons gemakkelijk verstrikt, afleggen, en met volharding de ons voor ogen gestelde wedloop lopen” (Hebr. 12:1, NW). De christen zal dus, nooit struikelend wegens gebrek aan geloof, maar onverzettelijk voortgaand tot aan het einde, met Jehovah’s hulp de wedloop van volharding kunnen lopen.
17. Hoe zijn en worden sommigen voor de waarheid vervolgd, maar wat heeft deze vervolging voortgebracht?
17 Tot op de huidige dag zijn vele broeders en zusters onder hevige vervolging jaren achtereen getrouw gebleven. In één bepaald land bevinden twee broeders zich thans voor zogenaamde „contra-revolutionaire activiteiten” in de gevangenis, en dit enkel en alleen omdat zij met hun bedieningsactiviteit bleven voortgaan en de Koninkrijkshoop onder de aandacht van de mensen van goede wil brachten. In een ander land heeft een broeder die vele jaren lang de christelijke activiteit van Jehovah’s getuigen heeft geleid, veel vanwege de waarheid geleden. Onder één regime werd hij gevangengezet en daarna verheugde hij zich in een periode van vrijheid gedurende welke hij de bediening ijverig bevorderde. Nu is hij door iemand in wie hij vertrouwen stelde, verraden en zit weer in de gevangenis. Dergelijke getrouwe christenen laten zich echter zelfs niet door de dreiging van de dood van hun aanbidding van Jehovah afkeren. De volgende woorden van Paulus vormen een krachtige aanmoediging: „Maar laten wij jubelen terwijl wij in verdrukkingen zijn, daar wij weten dat verdrukking volharding voortbrengt; volharding vervolgens een goedgekeurde toestand; de goedgekeurde toestand vervolgens hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling; want de liefde Gods is in ons hart uitgestort door middel van de heilige geest, die aan ons werd gegeven” (Rom. 5:3-5, NW; Jak. 1:2, 3). Over de gehele wereld hebben de broeders en zusters veel moeten verduren, dit zowel in overvloed als in armoede, tijdens vervolging, maar ook onder vredige omstandigheden. Zij weten evenwel dat ijverige activiteit in de Koninkrijksdienst vreugde en geluk tot gevolg heeft, of zij het nu goed hebben of een moeilijke tijd doormaken. — Fil. 4:11-13.
18. Hoe dienen wij overeenkomstig de waarheidskennis welke wij bezitten, te handelen?
18 Zij willen hun Koninkrijkstalenten niet begraven door te weigeren overeenkomstig de hun geschonken kennis te handelen, maar maken er in plaats hiervan voortdurend gebruik van, door dezelfde hoop als waarin zij zich verheugen, in het hart van anderen te planten en deze hoop water te geven en te verzorgen. De slaven of dienstknechten in Jezus’ illustratie wisten dat de meester van hen verlangde dat zij de talenten zouden gebruiken, dat zij deze zouden vermeerderen en ze niet zouden begraven door hetgeen hij hun had toevertrouwd, ongebruikt te laten. Daarom moeten wij in deze tijd druk met het oogstwerk bezig blijven en niet als de valse herders — die op het laatste ogenblik boer worden om aan de schande te ontkomen als gevolg van de vele jaren dat zij voor loon leugens hebben gepredikt — onvoorbereid worden aangetroffen (Matth. 25:14-30; Zach. 13:4-6; Micha 3:11). Jehovah’s dienstknechten willen kunnen tonen dat zij actief zijn geweest in de wijngaard, dat zij onder Jehovah’s leiding op de akker hebben gewerkt en aan het grote inzamelingswerk hebben deelgenomen. Zij willen niet met het werk ophouden nu de oogst in volle gang is, maar eerder geduldig voortgaan totdat Jehovah zegt dat het genoeg is. — Jes. 6:11; 2 Thess. 1:4, 5; 2 Petr. 1:6.
19. Wat zal ons ervan weerhouden inactief te zijn of geen vruchten voort te brengen, en waarom dienen wij geduldig en volhardend te zijn?
19 Ook u kunt aan dit inzamelingswerk deelnemen. Indien u aan uw geloof deugd, kennis en volharding toevoegt, kan niets u ervan weerhouden om door het gebruik van de ontvangen nauwkeurige kennis actief te zijn en vruchten voort te brengen. Indien u vele jaren achtereen geduldig de Nieuwe-Wereldbelangen bent blijven bevorderen, blijf dan aan uw dienstvoorrechten vasthouden, zodat niemand u de kroon des levens zal afnemen (2 Petr. 1:5-8, NW; Openb. 3:10, 11). Wij kunnen het ons veroorloven om geduldig te zijn omdat wij de tijd aan onze zijde hebben. Voor het stelsel der oude wereld loopt de tijd echter ten einde. Satan weet dat hij nog maar een korte tijd heeft, en er is nog slechts een gedeelte van deze periode over; volhard dus in het belang van redding geduldig tot aan het einde. Blijf prediken totdat Jehovah zegt dat de oogst voltooid is en hij in de vernietiging van Armageddon een einde maakt aan de oude wereld. Denk eraan dat ’wie volhardt tot het eind, gered zal worden’. — Matth. 24:13, LV; 2 Thess. 3:5.