Betoon liefde — Heb vertrouwen
LIEFDE komt op vele gelukkig makende manieren tot uiting. Een van deze manieren is het koesteren van vertrouwen. Reeds lang geleden schreef de apostel Paulus in zijn prachtige verhandeling over liefde: „De liefde . . . gelooft alles.” Dat wil zeggen, ze gelooft alles wat God in zijn Woord zegt, ook al kunnen wij niet alles wat erin staat volkomen begrijpen en komt de inhoud ons soms als iets onmogelijks voor daar men nog niet van alle feiten op de hoogte is en geen wetenschappelijke verklaring voor bepaalde dingen heeft. Paulus’ woorden houden echter ook een fundamenteel beginsel in, namelijk dat liefde van nature vertrouwen heeft; ze wantrouwt anderen niet ten onrechte. — 1 Kor. 13:4, 7, NW.
Daar God liefde is, heeft hij ook vertrouwen. Hij heeft beslist alle eeuwen door, sinds hun schepping, vertrouwen gesteld in zijn engelenscharen. Het eerste mensenpaar, Adam en Eva, heeft hij evenzo vertrouwd. Hij had in de toekomst kunnen kijken en kunnen zien wat zij zouden doen, maar dit heeft hij niet gedaan; het was niet nodig dat hij dit deed en hij wilde het ook niet. In plaats daarvan stortte hij zijn zegeningen over hen uit en schonk hij hun de gelegenheid waardering of ondankbaarheid tot uitdrukking te brengen. — 1 Joh. 4:8.
Hoe krachtig is dit niet gebleken uit de wijze waarop God met de natie Israël heeft gehandeld! Wat edelmoedig is hij geweest en wat een vertrouwen heeft hij in hen gesteld! Steeds weer opnieuw heeft hij hun vergiffenis geschonken en hen in de gelegenheid gesteld hun goede wil te bewijzen. Vooral in het geval van Job heeft God van een liefdevol vertrouwen blijk gegeven. God was er niet snel bij geloof te hechten aan de lasterlijke beschuldigingen van de Duivel; hij schreef het niet, zoals Satan, aan allerlei bijbedoelingen toe dat Job hem diende. Liefdevol geloofde God dat Job zijn rechtschapenheid zou bewaren, en de Duivel slaagde er niet in ten aanzien van Job het tegendeel te bewijzen. — Job 1:1, 8; 2:10.
Een voorbeeld dat niet veel onderdoet voor dat wat God zelf heeft gesteld, is dat wat zijn Zoon Jezus Christus heeft gegeven. Hij gaf blijk van zijn liefde voor zijn hemelse Vader door hem volkomen te vertrouwen, zelfs in die mate dat hij bereid was te sterven; hij vertrouwde erop dat zijn Vader hem een opstanding zou geven. Ook in de omgang met zijn medemensen toonde Jezus liefdevol hen te vertrouwen. Hij eiste niet achterdochtig dat degenen die naar hem toe kwamen uitvoerig zouden bewijzen dat zij in hem geloofden, voordat hij genas. Noch sloeg hij alle twaalf apostelen louter omdat hij wist dat een van hen ertoe bestemd was hem te verraden, wantrouwend gade. — Joh. 6:64; 12:4-6; 17:12.
Liefde zal er tevens de oorzaak van zijn dat u uw hemelse Vader vertrouwt, zoals een kind vertrouwen stelt in zijn ouders. U zult hem daardoor op zijn Woord geloven en dit tonen door uw handelwijze. Dan zult u ook geloof stellen in zijn Woord, de bijbel, ook al begrijpt u niet alles wat u leest en zelfs al trekt de zogenaamde wetenschap de inhoud op basis van onvolledige kennis of een verkeerde redenatie in twijfel. — Deut. 7:9; Mark. 11:22; Joh. 17:17.
Wat het vertrouwen van uw naaste betreft, zelfs de „gulden regel” geeft te kennen dat u hem dient te vertrouwen, want wilt u niet dat uw naaste u vertrouwt? Ja, „gelijk gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo”. — Luk. 6:31.
In feite betoont u door anderen te vertrouwen niet alleen liefde jegens hen maar ook jegens uzelf. Hoe dat zo? Omdat vertrouwen een vorm van edelmoedigheid is, en edelmoedigheid bevordert geluk. Het is zoals Jezus bij een bepaalde gelegenheid heeft gezegd: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — Hand. 20:35, NW.
Vooral de leden van een gezin, zoals man en vrouw, dienen liefde te betonen door elkaar te vertrouwen. Liefde beschouwt trouw als iets vanzelfsprekends en is niet ten onrechte jaloers. Ze maakt van een mug geen olifant. Wantrouwen, ongerechtvaardigd achterdochtig zijn, is liefdeloos, onhartelijk; de andere persoon wordt erdoor ontmoedigd en er ontstaat wrijving. Iedereen begaat van tijd tot tijd een misstap; wees dus edelmoedig en leg de twijfel in het voordeel van de ander uit, of wees barmhartig indien de ander werkelijk schuldig is. — Kol. 3:12-14.
Houd in gedachten dat wanneer men ten onrechte achterdochtig is, men dezelfde weg volgt als Satan zelf. Hij heeft alles op het spel gezet om te bewijzen dat de mens niet is zoals hij zich voordoet en dat Gods dienstknechten Hem alleen dienen om de voordelen die dit afwerpt. Hij houdt vol dat niemand te vertrouwen is. Hem dienen wij stellig niet na te volgen! — Job 1:9-11; Openb. 12:10.
Een opmerkenswaardig geschiedkundig voorbeeld van iemand die Satan in dit opzicht navolgde, was niemand minder dan de Amerikaanse humorist Mark Twain, die ongeveer vijftig jaar geleden is gestorven. In een van zijn werken, Letters from the Earth, dat onlangs voor de eerste maal werd gepubliceerd, gebruikt hij Satan om God en het mensdom met hoon, verachting en laster te overladen. Dit boek bevat ook zijn oordeel over de bijbel: „Hij staat vol interessante dingen. De inhoud biedt ons wat verheven poëzie en enkele knappe fabels; en wat van bloed doordrenkte geschiedenis; en enkele goede zedenlessen; en een rijkdom aan onzedelijkheid; en meer dan duizend leugens.” Doordat hij ten onrechte achterdochtig was, las hij in de bijbel wat er niet staat, en zag hij niet wat er werkelijk in wordt gezegd.
Tegenover zijn medemensen nam hij dezelfde wantrouwende houding aan: „Iedereen is een maan met een donkere zijde die hij nooit aan iemand laat zien.” Geen wonder dat deze grote humorist zijn gevoel voor humor verloor en klaagde: „Wees goed en u zult net zo eenzaam worden als ik.” Dit is echter niet waar. Jezus was zo goed als nog nooit een mens is geweest en toch kon hij, verre van eenzaam te zijn, zich niet van de menigten losmaken, en dat niet alleen om zijn wonderen, maar ook om zijn woorden des levens. — Mark. 6:30-34; Luk. 21:37, 38.
Doordat hij geen geloof in God stelde, liet Mark Twain zich door de dood van twee van zijn dochters en zijn vrouw zelfs nog meer verbitteren en daarom gaf hij, aldus The Encyclopedia Americana, „in met vernietigend sarcasme geschreven artikelen over openbare aangelegenheden lucht aan zijn gemoed”. Hij had achterdocht gezaaid en eenzaamheid geoogst, in overeenstemming met wat Jezus had gezegd: „Geeft en u zal gegeven worden”, en dat in gelijke mate. — Luk. 6:38; Gal. 6:7.
Het feit dat liefde vertrouwen heeft, betekent echter niet dat u lichtgelovig en naïef moet zijn. Zeer zeker niet, want Gods Woord zegt eveneens: „De onverstandige gelooft elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn gang.” — Spr. 14:15.
Hoe kunt u dan het juiste evenwicht tussen vertrouwen en voorzichtigheid vinden? Door uw naaste lief te hebben als uzelf; door hem niet méér lief te hebben en naïef en onnozel te zijn, maar ook niet minder en ten onrechte achterdochtig te zijn. — Mark. 12:31.