Blijvend voordeel door als gezin volgens de bijbel te leven
1. Waaruit blijkt dat miljoenen gezinnen met ernstige problemen hebben te kampen?
THANS kunnen wij overal om ons heen bewijzen zien dat miljoenen mannen, vrouwen en kinderen er ernstige problemen mee hebben als gezinsgroep samen te leven. In veel landen gaan steeds meer mensen uiteen en gaat het aantal echtscheidingen en uiteengevallen huisgezinnen in een alarmerend tempo omhoog. En ook al wonen huwelijkspartners in hetzelfde huis, dan doen toch velen van hen weinig meer dan elkaar verdragen. Gehuwde mannen en vrouwen en hun kinderen hebben vaak heel weinig gemeen, terwijl elk gezinslid zijn of haar eigen afzonderlijke weg gaat. Is het derhalve niet duidelijk dat de mensen overal ter wereld zeer veel behoefte hebben aan een betrouwbare gids?
2. Wat is een van de belangrijkste doeleinden van de bijbel?
2 Een belangrijk doel van de bijbel is, richtlijnen voor het leven te verschaffen welke voor allen die ze volgen, blijvende voordelen zullen afwerpen. Er is geen aspect van het leven waarin de bijbelse raad niet met werkelijk nut kan worden toegepast. „De gehele Schrift is . . . nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust tot ieder goed werk.” — 2 Tim. 3:16, 17.
3. Waarom kunnen wij zeggen dat wat de bijbel tot leiding van ons uiteenzet, realistisch is?
3 Wat de bijbel tot leiding van ons uiteenzet, is bijzonder realistisch. De bijbel geeft ons niet te kennen dat degenen die de erin opgetekende vermaningen trachten op te volgen, geen problemen zullen hebben. Neen, de bijbel geeft openlijk toe dat er problemen zullen zijn. Maar daar laat hij het niet bij, met de eenvoudige raad dat wij de dingen maar moeten nemen zoals ze zijn en er niet door van streek moeten raken. De bijbel toont aan welke positieve stappen wij kunnen doen om aan problemen het hoofd te bieden en ons in een goede verhouding tot onze medemensen, met inbegrip van de leden van ons gezin, te verheugen.
DE BIJBELSE MAATSTAF VOOR HET HUWELIJK
4. Wie heeft het huwelijk in het leven geroepen, en wat was zijn voornemen met betrekking tot de regeling?
4 Uit het allereerste boek van de bijbel vernemen wij dat Jehovah God het huwelijk in het leven geroepen heeft (Gen. 2:22-24). Aangezien hij een God van liefde is, was het zijn voornemen dat het huwelijk tot het geluk van zowel de man als de vrouw zou bijdragen en tevens een stabiele regeling zou verschaffen voor het grootbrengen van kinderen. Het huwelijk zou een blijvende verbintenis zijn, zoals blijkt uit wat Jezus Christus tot bepaalde Farizeeën zei die hem vragen stelden over het punt van echtscheiding: „Hebt gij niet gelezen dat hij die hen van het begin af heeft geschapen, hen als man en als vrouw heeft gemaakt en gezegd heeft: ’Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en de twee zullen één vlees zijn’? Zodat zij niet langer twee, maar één vlees zijn. Wat God derhalve onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen” (Matth. 19:4-6). Het is duidelijk dat respect voor deze oorspronkelijke maatstaf veel van de emotionele problemen en verdrietige gevolgen van echtscheidingen en uiteengevallen huisgezinnen zou hebben voorkomen.
5. Waarom werden polygamie alsook echtscheiding om andere redenen dan huwelijksontrouw, door de wet die God aan de Israëlieten heeft gegeven getolereerd?
5 Dat Jehovah God onder de Israëlieten polygamie en echtscheiding om andere redenen dan huwelijksontrouw toestond, betekende niet dat hij van zijn oorspronkelijke maatstaf voor het huwelijk was afgestapt. Tegen de tijd dat de wet door bemiddeling van Mozes werd gegeven, waren polygamie en echtscheiding aanvaarde praktijken geworden. Aangezien Jehovah God de neigingen van het hart van de Israëlieten kende, vaardigde hij wijselijk geboden uit waardoor misbruiken onder de toen heersende omstandigheden het beste vermeden zouden worden. Jezus Christus wees hierop toen hij zei: „Mozes heeft u met het oog op de hardheid van uw hart de concessie gedaan uw vrouw door echtscheiding te ontslaan, maar dit is van het begin af niet zo geweest.” — Matth. 19:8.
6. Hoe reageerden Jezus’ discipelen op het herstel van de oorspronkelijke maatstaf voor het huwelijk, en waarom?
6 Jezus’ woorden gaven echter te kennen dat Gods oorspronkelijke maatstaf voor het huwelijk op zijn christelijke volgelingen van toepassing was. Hoe reageerden zijn discipelen? Beseften zij ten volle dat dit de beste regeling was? Wat zij zeiden, duidt erop dat zij geen werkelijk evenwichtige kijk op de zaak hadden. Zij redeneerden: „Indien het er voor een man met zijn vrouw zó voorstaat, is het niet raadzaam te trouwen” (Matth. 19:10). De discipelen waren zich bewust van de problemen die ten gevolge van menselijke onvolmaaktheid in het huwelijk konden ontstaan. Zij waren daarom van mening dat de ongehuwde staat beter zou zijn dan het risico te nemen blijvend in een huwelijksverbintenis verenigd te worden met iemand met wie men het erg moeilijk zou kunnen vinden. Toen Jezus Christus de ongehuwde staat aanbeval, heeft hij echter niet het huwelijk veroordeeld. — Matth. 19:11, 12.
7. Waarom is het juist het huwelijk zeer ernstig te bezien?
7 Jezus’ discipelen deden er natuurlijk niet verkeerd aan de oorspronkelijke maatstaf voor het huwelijk ernstig te bezien. Het huwelijk onder onvolmaakte mensen heeft negatieve facetten die niet over het hoofd gezien kunnen worden. De bijbel zegt openlijk tot degenen die besluiten te trouwen dat zij „verdrukking . . . in hun vlees” zullen hebben (1 Kor. 7:28). Het huwelijk brengt ernstige verantwoordelijkheden, bezorgdheid en zorgen met zich mee (1 Kor. 7:32-35). Ongelukken en ziekte kunnen een gezin bijvoorbeeld onder een enorme last en druk gebukt doen gaan.
8. Waartoe zal een schriftuurlijke zienswijze met betrekking tot de ernst van het huwelijk een toekomstige echtgenoot of echtgenote in staat stellen, en welke droeve gevolgen kunnen daardoor vermeden worden?
8 Iemand die zich derhalve door de bijbel laat leiden, zal beseffen dat het huwelijk iets is waarop een man of vrouw verstandelijk en emotioneel voorbereid dient te zijn. Degenen die het huwelijk overwegen, dienen ernstig na te gaan of zij wel de bekwaamheid bezitten een goede echtgenoot en vader of een goede echtgenote en moeder te zijn. Zij moeten van tevoren trachten vast te stellen wat de grootste zwakheden zijn van de persoon met wie zij wensen te trouwen en bepalen of zij hier hun leven lang op een liefdevolle wijze en met begrip het hoofd aan kunnen bieden. Zij moeten zich afvragen of zij werkelijk bereid zijn persoonlijke offers te brengen en alles te doen wat in hun vermogen ligt om tot het geluk van de aanstaande huwelijkspartner bij te dragen. Veel mannen en vrouwen zouden zichzelf en hun huwelijkspartner onnoemelijk veel pijn en verdriet hebben kunnen besparen als zij de bijbelse inlichtingen over wat gehuwde mensen moeten verwachten, ernstig hadden opgevat. In plaats van zich hals over kop in iets te storten waarop zij niet voorbereid waren, hadden zij kunnen wachten totdat zij toegerust waren om huwelijksverantwoordelijkheden op zich te nemen en totdat zij het onderscheidingsvermogen hadden dat nodig is om een huwelijkspartner voor het leven te kiezen. Een dergelijke handelwijze zou inderdaad blijvend voordeel voor hen hebben afgeworpen.
9. Wat zegt de bijbel over de mogelijkheid of onvolmaakte mensen geluk in het huwelijk kunnen vinden?
9 Dat de bijbel deze negatieve aspecten in aanmerking neemt, wil echter niet zeggen dat er onder onvolmaakte mensen geen gelukkige huwelijken kunnen bestaan. De Schrift onthult integendeel dat een goede echtgenote bijvoorbeeld buitengewoon kostbaar en een grote zegen voor haar man is. Wij lezen: „Heeft men een goede vrouw gevonden? Men heeft iets goeds gevonden, en men verkrijgt goede wil van Jehovah” (Spr. 18:22). „Een bekwame vrouw, wie kan haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven” (Spr. 31:10). De bijbel zegt ook aanmoedigend tot een gehuwde man: „Verheug u met de vrouw van uw jeugd” (Spr. 5:18). Ondanks onvolmaaktheden kunnen gehuwde mensen, vooral wanneer zij ernaar streven bijbelse beginselen toe te passen, tevredenheid, voldoening en vreugde uit hun verhouding putten.
DE ROL VAN DE MAN
10. Wat houdt het voor een gehuwde man in om in navolging van Christus gezag als hoofd uit te oefenen?
10 De Schrift moedigt gehuwde mannen ertoe aan, in de uitoefening van hun gezag als hoofd het volmaakte voorbeeld van Jezus Christus na te volgen. De positie die de man als hoofd bekleedt, geeft hem niet het recht over zijn vrouw te heersen en haar in een lage, vernederde positie te plaatsen. In plaats daarvan legt dit hem de verantwoordelijkheid op zelfopofferend te zijn in zijn liefde en het welzijn en de belangen van zijn vrouw boven zijn persoonlijke verlangens te plaatsen. „Mannen”, zo schreef de geïnspireerde apostel Paulus, „blijft uw vrouw liefhebben, evenals ook de Christus de gemeente heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd” (Ef. 5:25). De wijze waarop Christus Jezus gezag over de gemeente uitoefent, is in geen geval wreed of tiranniek. Zijn zelfopofferende liefde, gepaard aan zijn vertrouwen in de leden van de gemeente, „dringt” hun er in feite toe gunstig op zijn liefde te reageren en al het mogelijke te doen om hem te behagen. — 2 Kor. 5:14, 15; vergelijk 1 Johannes 5:2, 3.
11. Hoe kunnen mannen tonen dat zij hun vrouw als hun eigen lichaam liefhebben?
11 Ten einde de aard van de liefde die gehuwde mannen voor hun vrouw ten toon moeten spreiden, te demonstreren, vervolgde Paulus met te zeggen: „Aldus behoren mannen hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief, want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Christus met de gemeente doet” (Ef. 5:28, 29). Gewoonlijk zullen mannen niet kleinerend over hun eigen prestaties spreken, de indruk wekken dat zij onbekwaam zijn, hun lichaam aan een wrede behandeling onderwerpen en hun eigen behoefte aan rust en verkwikking negeren. Zij willen niet de reputatie genieten „nergens voor te deugen”, maar willen graag in de ogen van anderen een waardige positie innemen. Het toepassen van de bijbelse raad houdt derhalve in dat zij hun vrouw met dezelfde waardigheid en consideratie bejegenen die zij voor zichzelf verlangen.
12. Wat heeft een man nodig om ’zijn vrouw eer te kunnen toekennen als aan een zwakker vat’?
12 Wil een man zijn vrouw liefhebben zoals hij zichzelf liefheeft, dan moet hij haar werkelijk kennen. Dit is nu precies wat de bijbel gehuwde mannen gebiedt: „Blijft . . . bij [uw vrouw] wonen overeenkomstig kennis, haar eer toekennend als aan een zwakker vat, het vrouwelijke” (1 Petr. 3:7). Wanneer een man op de hoogte is van de gevoelens van zijn vrouw en van haar beperkingen — zowel fysiek als emotioneel en anderszins — kan hij haar met consideratie als een kostbaar vat bejegenen. Wil een vrouw het gevoel hebben dat zij een eervolle positie in het huis inneemt, dan moet haar man bereid zijn gezinsaangelegenheden op een kalme en redelijke manier te bespreken ten einde haar gedachten en ideeën te weten te komen. De vrouw dient zich vrij te voelen zich te uiten en moet de verzekering hebben dat hetgeen zij bij het bespreken van ernstige aangelegenheden zegt, niet lichtvaardig afgewimpeld zal worden maar aandachtig zal worden beschouwd. Bovendien moet een man er waakzaam op toezien dat hij meer opmerkt dan slechts het gesproken woord. De toon van de stem, gelaatsuitdrukkingen of gebrek aan enthousiasme of spontaniteit kunnen diepe innerlijke gevoelens onthullen. Een man die zijn vrouw is gaan kennen, zal zulke dingen niet negeren en dan toch blindelings doorgaan met iets waarvan hij weet dat het nodeloze irritatie zal veroorzaken.
13. Wanneer dient een man ondanks de emotionele uitingen van zijn vrouw krachtig aan zijn mening vast te houden, en hoe kan dit heilzaam blijken te zijn?
13 Als hoofd van het gezin zal een man natuurlijk niet aan de wensen van zijn vrouw voldoen wanneer hij definitief weet dat daardoor de belangen van het gezin in zijn geheel geschaad zouden worden. Hij erkent dat hij de schriftuurlijke verplichting heeft om ondanks de emotionele uitingen van zijn vrouw pal te staan voor het goede. Zou hij tegen beter-weten in aan haar wensen voldoen, dan zou hij God onteren, Degene die hem de positie van gezinshoofd heeft toevertrouwd (1 Kor. 11:3). En als er later moeilijkheden voor het gezin uit de situatie zouden voortvloeien, zou dit hem ten aanzien van zijn vrouw kunnen verbitteren. Blijft hij daarentegen vasthouden aan datgene waarvan hij definitief gelooft dat dit de juiste handelwijze is, dan zal dit het gezin tot voordeel strekken. Wanneer zijn vrouw later de wijsheid van de genomen beslissing inziet, zal zij blij zijn dat haar man bij zijn mening bleef. Dit zal haar respect voor hem vergroten en haar er niet zo gauw toe brengen vrouwelijke invloed te gebruiken ten einde haar man ertoe te brengen de dingen op haar manier te doen.
DE ROL VAN DE VROUW
14. Wat is de schriftuurlijke rol van een gehuwde vrouw?
14 De bijbel verklaart over de rol van vrouwen: „Weest aan uw eigen man onderworpen, opdat, indien sommigen niet gehoorzaam zijn aan het woord, zij zonder woord gewonnen mogen worden door het gedrag van hun vrouw, omdat zij ooggetuigen zijn geweest van uw eerbare gedrag te zamen met diepe achting. En uw versiering besta . . . in . . . de verborgen persoon van het hart in de onverderfelijke tooi van de stille en zachtaardige geest.” — 1 Petr. 3:1-4.
15. Hoe zou een gehuwde vrouw haar onderworpenheid kunnen tonen, en welke voordelen kan dit voor haar afwerpen?
15 Een vrouw die deze schriftuurlijke raad wenst op te volgen, zal, voordat zij tot handelen overgaat, bij haar man te rade gaan wanneer het belangrijke kwesties betreft zoals grote aankopen, werkaanbiedingen en dergelijke. Zij zal te weten trachten te komen hoe hij over de dingen denkt en de gezinsaangelegenheden afhandelen op een wijze waarvan zij weet dat hij het hiermee eens is. Door zo te handelen, zal zij veel winnen. Haar man zal het niet nodig vinden regels voor haar vast te stellen in een poging te voorkomen dat zij domme dingen zal doen. Zij zal zijn vertrouwen genieten, terwijl hij haar toestaat haar bekwaamheden en initiatief ten volle te gebruiken om voor het gezin te zorgen. — Spr. 31:11-31.
16. In welke voordelen kan een gehuwde vrouw die acht slaat op de bijbelse raad, zich verheugen, ook al slaat haar man deze raad in de wind?
16 Het is voor een vrouw misschien niet altijd gemakkelijk aan haar man onderworpen te zijn, vooral als hij onattent en onredelijk is en zich zelfs aan verantwoordelijkheden onttrekt. Eén ding is echter zeker: de situatie zal er niet beter op worden wanneer de vrouw probeert het gezag als hoofd over te nemen of wanneer zij voortdurend op haar man vit of hem bekritiseert en dingen van hem verwacht die zijn vermogen verre te boven gaan (Spr. 21:9, 19; 27:15, 16). In plaats van haar man „de mantel uit te vegen” omdat hij iets heeft veronachtzaamd, zal een vrouw veel betere resultaten verkrijgen wanneer zij haar man probeert aan te moedigen en onder moeilijke omstandigheden haar kalmte en een gelijkmatig humeur bewaart. Haar „stille en zachtaardige geest” zijn misschien precies datgene wat nodig is om hem ertoe te brengen ernstig na te denken over de wijze waarop hij zich gedraagt en ermee te beginnen veranderingen in zijn leven aan te brengen. Ook al worden er slechts heel langzaam vorderingen gemaakt, kan er toch van een vrouw die de raad van de bijbel opvolgt gezegd worden dat haar handelwijze voordeel afwerpt. Zij vermijdt de enorme emotionele druk, bitterheid en onaangenaamheid waartoe een openlijke confrontatie met haar man zou leiden. — Spr. 14:29, 30; 1 Petr. 3:10, 11.
17. Waarom is het verstandig wanneer een vrouw er niet veel drukte over maakt wanneer haar man bepaalde dingen foutief beoordeelt?
17 Ook wanneer een man verkeerde beslissingen neemt, wint een vrouw er weinig mee wanneer zij hier veel drukte over maakt. Mensen zijn nu eenmaal geneigd zich te verdedigen, ook als zij het bij het verkeerde eind hebben. Indien een vrouw er dus een groot geschilpunt van maakt wanneer haar man een onverstandige beslissing heeft genomen, zou zij wel eens precies de tegenovergestelde reactie kunnen krijgen als waarop zij had gehoopt. Hij neemt zich dan misschien juist des te vaster voor alles wat zij zegt te negeren om haar maar te bewijzen dat hij haar raad niet nodig heeft. Blijkt uit haar reactie echter begrip voor het feit dat wij onvolmaakte mensen het nu eenmaal niet helemaal kunnen vermijden bepaalde dingen foutief te beoordelen, dan zal hij de volgende keer misschien veel eerder geneigd zijn haar gedachten in aanmerking te nemen (Jak. 3:2). Zijn trots zou dan niet zo rechtstreeks bij de kwestie betrokken zijn.
DE OPVOEDING VAN KINDEREN
18. Welke uitwerking heeft de mate waarin ouders bijbelse raad toepassen of negeren, op de kinderen?
18 De mate waarin ouders bij het vervullen van hun respectieve taken de bijbelse raad toepassen of negeren, heeft hetzij een goede of een slechte uitwerking op de kinderen. Indien een vrouw de door God geschonken autoriteit van haar echtgenoot ondermijnt, bestaat er een grote kans dat de kinderen na verloop van tijd weinig respect voor de ouders zullen tonen. Zij zullen misschien de ene ouder tegen de andere uitspelen in een poging hun zin te krijgen. Wanneer een vrouw echter door wat zij zegt en door haar voorbeeld de waardering van haar kinderen voor de mening van haar man opbouwt, gaan zij beseffen hoe nuttig het is zich voor raad en overleg tot hun vader te wenden (Spr. 12:4). Zijn openheid in het toegeven van fouten en zijn bereidheid om de suggesties en gevoelens van de andere gezinsleden in aanmerking te nemen, kunnen er veel toe bijdragen dat er een hartelijke sfeer in het gezin wordt geschapen. Wanneer duidelijk blijkt dat hij de mening van zijn vrouw op prijs stelt, zullen de kinderen ook de vermaningen van hun moeder gaan respecteren en waarderen (Spr. 6:20-23; 31:28, 29). Ja, de hartelijke, liefdevolle en respectvolle verhouding tussen man en vrouw waartoe de bijbel aanmoedigt, houdt het gezin bijeen en maakt de kinderen ontvankelijk voor het onderricht van hun ouders.
19. Waarom is het geen gemakkelijke taak kinderen op juiste wijze op te voeden?
19 Kinderen op juiste wijze opvoeden, is beslist geen gemakkelijke taak. Reeds heel vroeg in het leven geven kinderen van zulke slechte eigenschappen blijk als koppigheid, opstandigheid en zelfzucht. Ouders moeten er waakzaam in zijn, verkeerde neigingen op te merken en moeten vervolgens passende disciplinaire maatregelen treffen om hun kinderen op geduldige wijze te corrigeren (Spr. 22:15; 29:15). Zij moeten ook in staat zijn problemen te onderscheiden die zouden kunnen ontstaan uit dingen die op zichzelf genomen misschien niet fout lijken. Vaak gaat het erom dat ouders moeten kunnen zien wanneer een bepaalde handelwijze niet langer heilzaam is.
20. Waarom is afzondering een gevaar dat vermeden moet worden?
20 Zo bestaat er bijvoorbeeld verschil tussen privacy en afzondering. Een zekere mate van privacy is nuttig voor gedachtenrijke meditatie, constructief denken en het maken van plannen. Afzondering is daarentegen gevaarlijk, aangezien het iemand van de evenwichtige uitwerking van andermans denken, ervaring en mening berooft. Het kan iemand ertoe brengen egocentrisch te worden en blind te zijn voor de behoeften en gevoelens van anderen. Aangezien iemand die zich graag afzondert alleen maar zichzelf in het beeld ziet, krijgt hij misschien wel medelijden met zichzelf of wordt hij eigenzinnig, ongevoelig en grof. „Wie zich afzondert”, zo zegt de bijbelse spreuk, „zal zijn eigen zelfzuchtige verlangens zoeken; tegen alle praktische wijsheid zal hij losbarsten.” — Spr. 18:1.
21. Wat zouden ouders kunnen doen om hun kinderen te helpen het te vermijden zich af te zonderen?
21 Kinderen die de neiging hebben zich af te zonderen, moet men het gevoel geven dat zij gewenste en gewaardeerde gezinsleden zijn en dat hun ouders veel belangstelling hebben voor hun gedachten, emoties en ervaringen. In het voorbeeld dat hun ouders hun geven, moeten zij het positieve bewijs kunnen zien dat het werkelijk gelukkig maakt wanneer men van zichzelf geeft ten behoeve van anderen (Hand. 20:35). Ouders kunnen een dergelijk bewijs verschaffen, niet alleen door uiting te geven aan oprechte bezorgdheid voor en medeleven met personen die in nood verkeren, maar ook door al het mogelijke te doen om hulp te bieden. Het kan eenvoudig een kwestie zijn van boodschappen doen, huishoudelijke werkzaamheden verrichten of andere karweitjes opknappen voor oudere, zieke of gehandicapte personen. Op heel jeugdige leeftijd kan een kind geleerd worden aan zulke activiteiten deel te nemen. Dit kan er veel toe bijdragen het kind te laten inzien hoe belangrijk het is zich om het welzijn van andere mensen te bekommeren.
22. Hoe zouden kinderen zich van volwassenen kunnen afzonderen, en welke uitwerking zou dit wel eens op hen kunnen hebben?
22 Ouders moeten er ook op toezien dat zij hun zonen en dochters er niet toe aanmoedigen zich met hun eigen ontspanning, vrienden, ideeën of fantasieën af te zonderen. Een gezin moet dingen gezamenlijk doen wil er een goede communicatie blijven bestaan. Ouders moeten ervoor op hun hoede zijn dat het niet alleen maar lijkt dat zij dingen in gezinsverband doen. Wanneer er bezoekers komen of wanneer het gezin elders een bezoek aflegt, is het misschien wel de normale gang van zaken dat de kinderen zich uit het gezelschap van de volwassenen terugtrekken en gedurende het gehele bezoek wegblijven. Misschien wordt dit hun zelfs wel gezegd. Als kinderen op deze wijze uiteindelijk alleen maar met personen van hun eigen leeftijdsgroep omgaan, hoe kunnen zij dan ooit waardering ontwikkelen voor de wijsheid die met het toenemen der jaren en als gevolg van ervaring wordt verkregen? (Spr. 1:20, 21; 8:1-11) Hoe kunnen zij leren een zinvol gesprek met volwassenen te voeren en de aspiraties, zorgen, gevoelens en behoeften van oudere mensen te begrijpen? (Lev. 19:32) Zullen zij niet bekrompen worden in hun zienswijze en de dingen alleen maar door de ogen van de onervaren jeugd bezien? Zullen ouders terzelfder tijd niet eveneens bekrompen in hun zienswijze worden, onbewust van de denkwijze van hun kinderen? Zal er niet een generatiekloof in hun huis bestaan?
23. Hoe zouden ouders in gebreke kunnen blijven de werkelijke gedachten en gevoelens van hun kinderen te weten te komen?
23 Misschien zullen ouders ook op andere manieren in gebreke blijven de werkelijke gevoelens en gedachten van hun kinderen te onderkennen, waardoor zij het contact met hen verliezen. Hoe zou dit kunnen gebeuren? Door geheel en al op te gaan in het najagen van persoonlijke doeleinden, nemen ouders er misschien niet de tijd voor naar hun kinderen te luisteren en op hun reacties te letten. (Vergelijk Spreuken 27:23.) Misschien vragen zij hun kinderen wel hoe het op school gaat of hoe zij denken over roken, het gebruik van drugs uit een zucht naar opwinding, gedrag ten opzichte van leden van de andere sekse, enzovoort. Hoewel ouders misschien wel aanvoelen dat hun niet de volle waarheid wordt verteld, nemen zij wellicht genoegen met de korte antwoorden en commentaren van hun kinderen. Doordat zulke ouders bij herhaling geen acht slaan op aanwijzingen betreffende de diepere gevoelens van hun kinderen, zoals deze door de toon van hun stem, hun gelaatsuitdrukkingen en de mate van enthousiasme of spontaniteit worden weerspiegeld, merken zij na verloop van tijd misschien niet eens houdingen en daden op die erop wijzen dat hun zonen en dochters in werkelijkheid niet menen wat zij zeggen. Ouders denken misschien wel dat alles goed gaat met hun kinderen, aangezien er in materieel opzicht goed voor hen wordt gezorgd. In werkelijkheid zouden de kinderen echter wel eens heel ontevreden kunnen zijn en kunnen geloven dat hun ouders weinig belangstelling voor hun welzijn hebben. Het is duidelijk dat een dergelijke ouderlijke veronachtzaming funest is voor de zo belangrijke gezinscommunicatie.
24. Welke vermaning geeft Efeziërs 6:4 aan vaders, en wat kan er gebeuren als deze raad wordt genegeerd?
24 Behalve dat ouders er veel moeite voor moeten doen om voeling te blijven houden met de gedachten en gevoelens van hun kinderen, moeten zij ook weten hoe zij hen streng moeten onderrichten. De bijbel onderricht vaders: „Irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen” (Ef. 6:4). Hoe zou het strenge onderricht van een vader zijn kinderen kunnen irriteren? Hij zou onredelijk kunnen zijn in zijn eisen, onnodig streng of inconsequent. Straffen zouden in woede toegediend kunnen worden. Aangezien boosheid boosheid verwekt, zouden de kinderen bij zichzelf boosheid en wrok jegens hun vader kunnen ontwikkelen. Misschien onderwerpen zij zich louter en alleen aan zijn strenge onderricht omdat zij noodgedwongen voor zijn grotere kracht moeten zwichten. Wanneer dit gebeurt, zal het strenge onderricht hen er niet werkelijk toe bewegen het goede te doen. Het zal het slechtste in hen te voorschijn brengen — wrok, bitterheid en opstandigheid.
25. Wat moet een vader doen opdat zijn strenge onderricht een uitwerking ten goede zal hebben op zijn kinderen?
25 De vader die zijn kinderen bewust tracht te maken van zijn diepe liefde voor hen en hen doordringt van de waarde en juistheid van een levenswijze die in harmonie is met de bijbel, zal totaal andere resultaten boeken. Het is waar dat de kinderen aanvankelijk misschien niet altijd de juistheid van het strenge onderricht van hun vader zullen inzien. Maar als zij er later over nadenken, gaan zij het misschien als een uiting zien van een liefdevolle vader die werkelijk om hen geeft. — Hebr. 12:5-11.
26. Waarom is het erg belangrijk dat een vader een redelijke hoeveelheid tijd met zijn kinderen doorbrengt?
26 Het toedienen van streng onderricht vormt slechts een klein onderdeel van de schriftuurlijke verantwoordelijkheid die een vader jegens zijn kinderen heeft. Hij is ook verplicht een redelijke hoeveelheid tijd met hen door te brengen, zodat zijn voorbeeld en onderwijs een tegenwicht kunnen vormen voor de slechte invloeden waaraan zij op school en elders worden onderworpen. Een vader die deze taak serieus opvat, zal niet denken dat hij zijn plicht volledig heeft gedaan als hij misschien een wekelijkse bijbelstudie met zijn gezin houdt. Hij beseft dat het grootbrengen van kinderen in de „gezaghebbende raad van Jehovah” een verantwoordelijkheid is waarvan hij zich indien mogelijk elke dag moet kwijten. — Deut. 6:6, 7.
27. Wat houdt het voor een vader in zijn kinderen dagelijks te onderrichten?
27 Dagelijks onderricht geven, betekent niet dat een vader zijn kinderen voortdurend teksten moet voorhouden. Hij moet echter wel weten wat de bijbel zegt en moet de geest van de bijbelse boodschap aan zijn kinderen overdragen. Zijn eigen houding, woorden en daden dienen in harmonie met de Schrift te zijn. Wanneer de kinderen leiding nodig hebben, moet hij in staat zijn hen te helpen de dingen vanuit het bijbelse standpunt te zien. Op deze wijze zal Gods Woord de kinderen duidelijk voor ogen staan. Een vrouw kan haar man veel hulp bieden bij het verschaffen van zulk een belangrijk onderwijs. — Spr. 1:8; 6:20; 31:26.
28. Wat moet een vrouw doen als haar man de raad van Gods Woord niet opvolgt?
28 Wat valt er te zeggen over een situatie waarin een man Gods Woord niet serieus opneemt? Stel dat alleen de vrouw de bijbelse raad waardeert. In dat geval berust de verantwoordelijkheid voor het grootbrengen van kinderen in de „gezaghebbende raad van Jehovah” bij de vrouw. (Vergelijk Spreuken 31:1.) Dit is geen ideale situatie, maar toch is ze niet hopeloos. Veel vrouwen zijn erin geslaagd hun kinderen te helpen voorbeeldige dienstknechten van Jehovah God te worden.
29. Hoe toont het geval van Timótheüs aan dat een moeder ondanks het ongeloof van haar man voortreffelijk schriftuurlijk onderricht kan geven?
29 Neem bijvoorbeeld het geval van Timótheüs in de eerste eeuw G.T. Ten gevolge van de krachtsinspanningen van zijn moeder Eunice en waarschijnlijk ook van zijn grootmoeder Loïs ging hij de Schrift begrijpen. Zijn moeder begon hem op een zeer jeugdige leeftijd in de Schrift te onderwijzen, ook al is dit wegens haar ongelovige man misschien moeilijk voor haar geweest. Daarom kon de apostel Paulus tot Timótheüs zeggen: „Gij [hebt] van kindsbeen af de heilige geschriften . . . gekend” (2 Tim. 3:15). Ja, zover als Timótheüs in zijn herinnering kon teruggaan, had hij nooit een tijd gekend waarin hij niet met de Heilige Schrift op de hoogte was. Die uitstekende opleiding heeft er veel toe bijgedragen hem als jongeman tot een voortreffelijk voorbeeld te maken. Er werd door allen die hem goed kenden goed over hem gesproken (Hand. 16:1, 2). De apostel Paulus zei tot de gemeente te Filippi over Timótheüs: „Ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u aangaan. . . . gij weet welk bewijs hij van zichzelf heeft geleverd, dat hij, gelijk een kind met een vader, met mij als een slaaf heeft gediend ter bevordering van het goede nieuws.” — Fil. 2:20-22.
30. Hoe dienen ouders over het opleiden van kinderen te denken, ook al hebben zij de waarde van de bijbel nog maar kort geleden leren inzien?
30 Er kan geen twijfel over bestaan dat het opleiden van kinderen in de weg die de bijbel uiteenzet, veel tijd en krachtsinspanningen vergt. Maar zijn de tijd die hieraan wordt besteed en de krachtsinspanningen die in het werk worden gesteld, niet alleszins de moeite waard? Is het niet lonend wanneer kinderen een eer voor hun ouders blijken te zijn? Ook al hebben ouders in het verleden gefaald omdat zij niet de waarde van de bijbel inzagen, zullen zij misschien toch in staat zijn de schade als gevolg van gebrek aan juiste leiding en streng onderricht ongedaan te maken. De toepassing van bijbelse beginselen kan zelfs het hart van oudere kinderen bereiken als zij inzien dat hun ouders werkelijk hun beste belangen op het oog hebben.
31. Wat moet iemand doen die overeenkomstig de bijbel wil leven, en welk voordeel werpt dit voor hem af?
31 Overeenkomstig de bijbel leven, schenkt inderdaad blijvend voordeel. Wil dit het geval zijn, dan moeten wij werkelijk weten wat de bijbel zegt en trachten ons in alles wat wij doen door de bijbelse leer te laten leiden. Dit is niet iets wat van de ene dag op de andere kan gebeuren. Er is een voortdurende studie van Gods Woord voor nodig en een brandend verlangen ons naar de daarin opgetekende wijze raad te schikken. Dit leidt op zijn beurt tot waar geluk, zekerheid, tevredenheid en vrede. Het bijbelboek Spreuken brengt dit als volgt onder woorden: „Gelukkig is de mens die wijsheid heeft gevonden, en de mens die onderscheidingsvermogen verkrijgt, want haar als winst te hebben, is beter dan zilver als winst te hebben, en haar als opbrengst te hebben, beter dan het goud zelf. Ze is kostbaarder dan koralen, en al uw andere verrukkingen kunnen haar niet evenaren. Lengte van dagen is in haar rechterhand; in haar linkerhand zijn rijkdom en heerlijkheid. Haar wegen zijn aangename wegen, en al haar paden zijn vrede. Ze is een boom des levens voor wie haar aangrijpen, en zij die haar stevig vasthouden, zijn gelukkig te noemen.” — Spr. 3:13-18.