De bron van alle dynamische energie en sterke kracht
„Heft uw ogen hoog op en ziet. Wie heeft dit alles geschapen? . . . Ten gevolge van de overvloed van dynamische energie, en ook omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één.” — Jes. 40:26, NW.
1. Hoe is de spierkracht van mensen met die van andere schepselen te vergelijken?
IN FYSIEK opzicht is de mens een zeer zwak schepsel. Vergeleken bij gorilla’s, beren, olifanten, walvissen en talrijke andere schepselen is hij zelfs een dwerg in spierkracht. De ’kracht van een stier’ is spreekwoordelijk. Zelfs de nederige insekten, spinnen en mieren zijn bijvoorbeeld in staat om in vergelijking tot hun eigen lichaamsgewicht fantastisch zware lasten op te heffen. In één geval werd opgemerkt dat een aan zijn achterpoten hangende mier een dood gewicht in zijn kaken kon houden dat 1100 maal zo zwaar was als het gewicht van zijn eigen lichaam. Om deze buitengewone prestatie te evenaren, zou een 68 kg wegende man die hoog in de lucht aan zijn voeten hing, meer dan vierenzeventig ton tussen zijn tanden moeten vasthouden! Menselijke schepselen hebben er stellig geen reden toe om zich op hun beperkte fysieke kracht te beroemen.
2. Wat zijn enkele van de stoffelijke bronnen welke door de mens zijn aangeboord ten einde zijn beperkte kracht aan te vullen?
2 Om dit tekort aan spierkracht op te heffen, hebben mensen sinds de allervroegste tijden in de geschiedenis naar wegen gezocht om andere bronnen van energie onder hun controle te krijgen en te gebruiken. Zij zijn sterk afhankelijk geweest van zulke schepselen als paarden, ossen, kamelen, jakken, buffels, honden, olifanten, lama’s, ezels en andere lastdieren. Om de te verplaatsen lasten te vergroten en te verveelvoudigen, hebben mensen op talloze manieren de beginselen van de hefboom en het steunpunt, de katrol en het wiel toegepast. De onzichtbare vermogens van de wind, het geweld van rivieren en watervallen en de onstuimige kracht van de onvermoeibare getijden, zijn alle door de mens aangewend. Ook zijn er vele soorten van stoommachines en vele vormen van verbrandingsmotoren gebouwd. Men heeft eveneens een ruim gebruik gemaakt van elektriciteit, en in de laatste tijd wordt de zonnestraling en de geleide vrijkoming van atoomenergie in banen geleid en in dienst van de mensheid gesteld.
3. (a) Welke verwrongen opvatting hebben vele mensen zich eigen gemaakt? (b) Tot het geloven van wat wordt de grote massa der mensheid hierdoor gebracht?
3 Velen schijnen door de schittering van dergelijke wetenschappelijke vorderingen en technologische prestaties echter verblind te zijn. Sommige van deze mensen, die zoals zij zelf erkennen fysiek slechts zwakkelingen zijn, verliezen hun juiste plaats in het universum uit het oog en beschouwen zichzelf en anderen plotseling als grote mentale reuzen met een overweldigende intelligentie. Deze verwrongen opvatting wordt vooral onder de meer ontwikkelde klassen en vooraanstaande wereldleiders aangetroffen, van wie er velen door hun pocherige arrogantie en aanmatigende zelfvertrouwen walgelijk aanstootgevend zijn. Opgeblazen van trots bluffen zij overmoedig over ’s mensen prestaties in deze eeuw van straalaandrijving, elektronica en atoomverbrijzelaars. Naarmate de mensen zich in hun rakettenprogramma naar nieuwe hoogten van succes voortspoeden, beelden zij zich in en voorzeggen zij in grootsprakige, opgeblazen bewoordingen, dat zij op het punt staan de overwinnaars en meesters der interplanetaire ruimte te worden en dat zij zich in wat zij zich als de „absolute positie” in het universum voorstellen, zullen vestigen. Als gevolg hiervan wordt de mensheid in het algemeen er voortdurend toe aangespoord en gedwongen zich voor leiding, bescherming en zekerheid volledig op de geesteskracht en het denkvermogen van deze wereldleiders te verlaten.
4. Zijn menselijke schepselen gerechtigd om zich op hun prestaties te beroemen?
4 Is er echter een werkelijk feit waardoor deze menselijke schepselen de vergunning en de vrijheid hebben om zich trots op hun prestaties of op de zekerheid van menselijke kracht te beroemen? Het moet worden toegegeven dat mensen als gevolg van de vruchtbaarheid van hun brein en de vindingrijkheid van hun handen niet alleen eenvoudige ossewagens en waterwielen hebben ontworpen, maar ook reusachtige turbines en ingewikkelde atomische machines met een groot vermogen. Dit vormt er echter beslist geen reden of excuus voor om deze sterfelijke schepselen als goden te loven en te aanbidden. Heus, de ingewikkeldste machines van de mens zijn op eenvoudige, fundamentele wetten en werktuigkundige beginselen gebaseerd waarvan hij er geen een heeft geschapen of ontworpen. De mensen der wetenschap hebben louter en alleen de beginselen en energiebronnen die reeds lang bestonden voordat de mens betrekkelijk kort geleden zijn debuut op deze planeet maakte, ontdekt en toegepast.
5. Hoe moeten wij de fysieke en mentale kracht van schepselen daarom beschouwen?
5 De trappelende hoeven en het gesnuif van aanstormende paarden wordt door sommige mensen wellicht als een opwindende tentoonspreiding van sterkte en kracht beschouwd, als gevolg waarvan de koude rillingen hun over de rug lopen. Toch heeft de psalmist lang geleden de waarschuwing uitgesproken zich niet op een dergelijke misleidende kracht te verlaten. „Het paard is een misleiding voor redding, en door de overvloed van zijn bruisende energie schenkt het geen ontkoming” (Ps. 33:17, NW). Met gelijke redenatiekracht kan men zeggen dat het dwaas en belachelijk is om op mensen, die veel zwakker zijn dan paarden, te vertrouwen. De opzwellende spieren van een atleet of het grote stemvolume van een politieke dictator zijn even misleidend. Dat het nutteloos is om vertrouwen en hoop te stellen in de kracht van aardse mensen, ook al verheffen zij zich wegens hun „knappe” verrichtingen tot een vorstelijke positie onder hun medemensen, werd eveneens lang geleden beschreven. „Redding door de aardse mens is waardeloos” (Ps. 60:11, NW [vs. 13, NBG]; 146:3). Zowel mensen als paarden zijn waarlijk misleidende bronnen van ware kracht.
6. Uit welke vragen blijkt duidelijk dat dynamische energie haar oorsprong niet bij de mens vindt?
6 Sta hier eens bij stil en denk na! Wie heeft het paard of de atleet zijn vitaliteit en kracht gegeven? Wie heeft de zwaartekracht waardoor de rivieren stromen en de wateren vallen, in het leven geroepen? Of wie heeft de onophoudelijke getijden tot op onbepaalde tijd in beweging gebracht? Wie is de schepper van de fabelachtige vuurhaard van de zon, met haar inwendige temperatuur van naar schatting meer dan 40.000.000 graden Fahrenheit? En wie heeft de onvoorstelbare hoeveelheid energie geconcentreerd welke in uiterst kleine atomen, de onzichtbare deeltjes van alle fysieke materie, is vervat? Stellig geen uitgeleefde en stervende zwakkeling zoals slechts een mens, neen, zelfs al wordt hij als een internationale Nobelprijswinnaar met vele universitaire graden en eervolle vermeldingen, hemelhoog geloofd en geprezen.
DE WARE BRON IDENTIFICEREN
7. Hoe kunnen wij de ware Bron van alle kracht identificeren?
7 Er is slechts één juist antwoord op deze tot nadenken stemmende vragen. Jehovah, de almachtige Schepper, is de enige ware en oorspronkelijke Bron van alle dynamische energie en sterke kracht. Hoe weten wij dat dit zo is of hoe kunnen wij de waarheid hiervan bewijzen? De bijbel geeft hierop het antwoord door te zeggen: „Want [Jehovah’s] onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze uit het geschapene worden begrepen, zelfs zijn eeuwige kracht en Godheid” (Rom. 1:20, NW). Door „het geschapene”, de zichtbare, tastbare, stoffelijke materie om ons heen, te bestuderen, kunnen wij de onzichtbare en eeuwige kracht en sterkte van de grote Jehovah God dus in zekere mate begrijpen en naar waarde schatten.
8. Wat zijn de „bouwstenen” van „het geschapene”?
8 Stoffelijke materie kan omschreven worden als alles waarmee de ruimte is gevuld en wat gewicht heeft. De stoffelijke huizen waarin wij leven, het letterlijke voedsel dat wij eten, de kleren die wij dragen en de aarde waarop wij lopen, vormen alle voorbeelden van „het geschapene”. Een analyse van deze honderdduizenden ons omringende stoffelijke dingen brengt aan het licht dat ze in werkelijkheid uit moleculen zijn opgebouwd van een betrekkelijk klein aantal — slechts ongeveer honderd — fundamentele stoffen die elementen worden genoemd. De moleculen van deze elementen bestaan op hun beurt weer uit atomen, zo genoemd omdat de Grieken uit de oudheid het atoom als het kleinste ondeelbare deeltje materie beschouwden.
9. Waaruit bestaan atomen?
9 Hoe komen atomen echter aan hun gewicht en komt het dat ze zich in de ruimte bevinden? Ze bestaan uit elektrisch geladen deeltjes, protonen en elektronen genaamd, en ook uit andere deeltjes, die als neutronen bekendstaan. Doordat alle protonen in de kern van één atoom dezelfde positieve elektrische lading dragen, zouden ze elkaar eerder afstoten dan aantrekken, indien ze niet door de een of andere onverklaarbare en mysterieuze kracht — „atoomcement” genaamd — werden bijeengebonden en — gehouden. Hoewel de mannen der wetenschap geen verklaring kunnen geven voor de bron van kracht waardoor deze atoomdeeltjes worden bijeengehouden, kunnen zij deze kracht wel meten en onder bepaalde omstandigheden zelfs vrijmaken. Dit gebeurt wanneer atoombommen exploderen, zoals die welke gedurende de tweede Wereldoorlog op Hirosjima en Nagasaki werden geworpen. Wat een verrassing dit misschien ook is, in dergelijke gevallen worden betrekkelijk weinig atomen werkelijk gesplitst.
10. Waarom kan de menselijke geest zich onmogelijk een voorstelling vormen van de enorme energie en kracht welke het stoffelijke universum bijeenhoudt?
10 Door de volgende getallen eens te beschouwen, krijgt u misschien een beter idee van de geweldige kracht en energie waarmee de atomen van alle materie worden bijeengehouden. Om alle energie welke de atomen in één enkel pond materie samenbindt, vrij te maken, is een kracht nodig die overeenkomt met een miljard, miljard, miljard, miljard pond! Wil men een dergelijk getal neerschrijven, dan zet men het getal 1 op papier, gevolgd door 36 nullen. Indien er zo’n grote kracht voor nodig is om slechts één enkel pond materie bijeen te houden, tracht u zich dan eens voor te stellen, indien u hiertoe in staat bent, welk een enorme energie en kracht ervoor nodig is om alle atomen van deze aarde bijeen te houden, een globe die triljoenen tonnen weegt! Of tracht u zich eens de kracht en energie voor te stellen welke de zon bijeenhoudt, want deze heeft een inhoud welke overeenkomt met 1.300.000 aardbollen! Toch zijn er sterren in ons melkwegstelsel of „De Melkweg”, die vele malen groter zijn dan de zon, zoals bijvoorbeeld Antares, met een diameter welke 390 maal groter is dan die van de zon. Welk een onmetelijke kracht schuilt er in al haar atomen! Kunt u zich, nu telescopen aan het licht brengen dat er miljarden melkwegstelsels als onze eigen „Melkweg” zijn die elk uit miljarden afzonderlijke sterren bestaan, voorstellen door welk een enorme kracht al deze stoffelijke materie wordt bijeengehouden? Onmogelijk! Het duizelt de zwakke, menselijke geest namelijk reeds wanneer hij zich van slechts een minutieus klein deeltje van deze ontzagwekkende kracht een voorstelling tracht te vormen.
11. Hoe doordringt Jehovah ons er door bemiddeling van zijn profeet Jesaja van dat alleen Hij de Bron is van alle dynamische energie en sterke kracht?
11 Wat valt er dan over Degene te zeggen die zulke krachten van het stoffelijke universum heeft geschapen en in banen heeft geleid? Zijn kracht en energie zijn stellig veel groter dan dit alles wat door hem is gemaakt. „Heft uw ogen hoog op en ziet. Wie heeft dit alles geschapen? [Slechts een aan de aarde gebonden, atomen verbrijzelende geleerde? O neen!] Het is Degene die het leger daarvan zelfs in getale voortbrengt en ze alle zelfs bij name roept. [Alle astronomen bij elkaar kunnen de sterren niet eens tellen of het getal ervan te weten komen, laat staan dat zij ze alle bij name zouden kunnen roepen.] Ten gevolge van de overvloed van dynamische energie, en ook omdat hij [Jehovah] sterk is in kracht, ontbreekt er niet één” (Jes. 40:26, NW). Ja, Jehovah heeft de gehele hemelse kosmos niet alleen door zijn dynamische energie en sterke kracht geschapen en in één grootse en harmonieuze eenheid gevormd, maar hij oefent ook toezicht op de kosmos uit en gebruikt deze in het belang van zijn soevereine wil en glorierijke voornemen. Wat een ontzagwekkende tentoonspreiding van almacht!
12. Waardoor wordt geïllustreerd hoe onbetekenend menselijke kracht en het menselijke denkvermogen is?
12 Wat is de mens dus met al zijn bluffende macht, ongeacht waarmee wij hem zouden willen vergelijken? Absoluut niets! De atomen verbrijzelende geleerden zijn precies als kleine baby’s, die een schitterend werkend horloge kapot kunnen gooien maar absoluut niet over de verstandelijke en fysieke vermogens beschikken om de delen van zulk een uurwerk weer bijeen te brengen en het te repareren. Zij kunnen de explosie van atomen bewerkstelligen, maar wanneer hun wordt gevraagd de krachten te bundelen welke noodzakelijk zijn om slechts één enkel eenvoudig atoom te scheppen, blijken zij zowel in verstandelijke als fysieke kracht en vermogens, totaal hulpeloos te zijn.
SLECHTS ÉÉN ALMACHTIGE
13. Wie begroeten redelijke personen, doordat zij een juiste kijk op zichzelf hebben, vol vreugde als de Machtigste in het gehele universum?
13 Geheel ontdaan van alle reden om in ’s mensen grootheid en macht te roemen, zijn verstandige en gezond denkende personen zeer nederig geworden in de waardebepaling van zichzelf en anderen. Zij hebben een juiste kijk op de onbetekenende grootte en kracht van menselijke schepselen in dit uitgebreide universum en zij schrijven daarom onverwijld grootheid toe aan Degene die waarlijk groot is. In een ongedwongen uitbarsting van lovende bewoordingen begroeten zij niemand anders dan Jehovah God, de Schepper van hemel en aarde, als soeverein almachtig, de enige Almachtige in het gehele universum.
14. Aan wie en op welke wijze schreven eerbiedige mensen lang geleden almacht toe?
14 Sommige van zulke redelijke mensen leefden lang geleden, mensen van wie terloops opgemerkt dient te worden dat zij niets afwisten van de krachten welke de protondeeltjes van atomen bijeenhouden, maar die toch intelligent genoeg waren om Jehovah wegens zijn grootheid en kracht te erkennen en te loven. In de gedenkwaardige afscheidstoespraak die koning David kort voor zijn dood tot de gemeente Israëls richtte, zei hij bijvoorbeeld onder andere: „Van u, o HERE, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in den hemel en op de aarde is; . . . Gij heerst over alles; in uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken” (1 Kron. 29:11, 12). Na de terugkeer uit de Babylonische gevangenschap en nadat de muren van Jeruzalem in de dagen van Nehemia waren herbouwd, getuigden de priesters en levieten van Israël in een plechtige verklaring van Jehovah’s exclusieve almacht, door te zeggen: „Gij alleen zijt Jehovah, gijzelf hebt de hemelen gemaakt, ja, de hemel der hemelen, en al hun heir, de aarde en alles wat daarop is, de zeeën en alles wat daarin is, en gij houdt ze alle in leven, en het heir der hemelen buigt zich voor u neer. Gij zijt Jehovah, De Ware God . . . de grote, machtige en vrees inboezemende God.” — Neh. 9:6, 7, 32, NW.
15. Hoe toont de profeet Jeremia Jehovah’s superioriteit in kracht, kennis en wijsheid?
15 Ook de profeet Jeremia verklaarde in een eerbiedig gebed: „Ach, Here, HERE, zie, Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt door uw grote kracht en uw uitgestrekten arm; niets zou te wonderlijk zijn voor U.” Ja, dit alles is inderdaad te ontzagwekkend, vrees inboezemend en wonderbaarlijk om volledig door ons, nederige menselijke schepselen, begrepen te worden, maar dit kan niet van de grote Almachtige Schepper Jehovah gezegd worden. — Jer. 32:17.
16. Welke twee klassen loven thans Jehovah’s almacht?
16 Hoewel de aarde door een vloed van satanische propaganda wordt overspoeld welke ten doel heeft alle schepselen van hun Schepper af te keren, leven er thans vele personen welke, evenals die mensen met een eerbiedige vrees en een eerbiedig geloof in het verleden, genoeg gezond verstand bezitten om alle lof en eer aan de enige ware Bron van alle dynamische energie en sterke kracht, Degene wiens naam Jehovah is, te schenken. Tot deze verstandigen behoren enkele duizenden van de hedendaagse geestelijke Israëlieten die in 1919 n. Chr. terugkeerden uit de gevangenschap in Satans Babylonische organisatie, het overblijfsel van de gezalfde leden van Christus’ lichaam welke nog op aarde zijn. Aangezien zij tot de „vierentwintig personen op leeftijd” behoren die in Openbaring 11:16, 17 (NW) worden genoemd, blijven zij zeggen: „Wij danken u, Jehovah God, de Almachtige, hij die is en was, omdat gij uw grote macht hebt opgenomen en zijt begonnen als koning te regeren”, dat wil zeggen, sinds en na 1914 n. Chr. Ruim 900.000 andere personen — die inderdaad een „grote schare” vormen — sluiten zich bij dit halleluja-koor van lof waarin de almacht van Jehovah wordt bezongen, aan en blijven steeds doeltreffender in alle delen der bewoonde aarde zeggen: „Looft Jah, gijlieden, omdat Jehovah onze God, de Almachtige, is begonnen als koning te regeren.” — Openb. 19:6, NW.
17. Welke belangrijke vraag rijst door een dergelijk gewichtig nieuws?
17 Dit gewichtige nieuws, namelijk, dat Jehovah, die de Almachtige is, de Bron van alle dynamische energie en sterke kracht, zijn grote macht als Soevereine Regeerder van het universum heeft opgenomen en thans uitoefent, doet in de geest van vele denkende personen de volgende belangrijke vraag rijzen: Is het voor mensen ook mogelijk om uit deze allerheiligste Bron rechtstreeks sterkte en kracht te putten? Zoals reeds is uiteengezet, hebben menselijke schepselen de krachten en energieën van Jehovah’s stoffelijke schepping reeds gedurende een lange tijd en op vele verschillende manieren gebruikt, of zij dit nu willen erkennen en toegeven of niet. Is er voor de zwakke mens echter een rechtstreekser manier om ter aanvulling van de zeer beperkte natuurlijke kracht van het vleselijke lichaam en de menselijke geest uit deze onuitputtelijke Bron kracht te putten?
18. Wat zegt de Almachtige zelf in antwoord op deze vraag?
18 Jehovah zij geloofd, want dit ís inderdaad het geval! Luister! Bij monde van zijn profeet Jesaja zegt de Almachtige zelf: „Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de HERE, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede noch mat.” Mocht u het nog niet gehoord hebben, dan zegt deze eeuwig Onvermoeibare Persoon dat hij zwakken en vermoeiden kan ondersteunen en hun een overvloed van sterke kracht kan verschaffen. „[Jehovah] geeft den moede kracht en den machteloze [degene zonder dynamische energie, NW] vermeerdert hij sterkte. Jongelieden worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen, maar wie den HERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.” — Jes. 40:28-31.
DOOR MIDDEL VAN GEEST MACHTIG GEMAAKT
19. Welk middel gebruikt Jehovah ten einde degenen die op hem hopen, ondersteunende kracht te schenken?
19 Hoe is zoiets echter mogelijk? Welk middel gebruikt Jehovah om gewone menselijke schepselen dynamische energie en sterke kracht te schenken? Het is duidelijk dat niet iedereen zulk een goddelijke kracht kan ontvangen. Goddeloze geleerden en wereldleiders die op de kracht en sterkte van zichzelf of anderen vertrouwen, kunnen nooit de hoop koesteren deze hemelse Bron van energie aan te boren, want ons wordt gezegd dat alleen „wie den HERE verwachten, . . . nieuwe kracht” putten. Tot dergelijke personen in Efeze die op Jehovah vertrouwden en hoopten, schreef de apostel Paulus: „Ik buig mijn knieën voor de Vader . . . opdat hij u naar de rijkdommen van zijn heerlijkheid moge verlenen in uw inwendige mens machtig gemaakt te worden met kracht door zijn geest.” Deze kracht om iemand machtig en sterk te maken, wordt dus door Jehovah’s geest verleend, en omdat deze geest van een heilige Bron afkomstig is, wordt hij terecht „heilige geest” genoemd. — Ef. 3:14-16, NW.
20. (a) Wat is de fundamentele betekenis van het in onze Nederlandse bijbels met „geest” vertaalde Hebreeuwse en Griekse woord? (b) Welke twee kenmerken bezit de wind waardoor deze een passende illustratie vormt van heilige geest?
20 Ten einde beter te begrijpen wat de bijbel over Gods heilige geest openbaart, is het nuttig de betekenis te kennen van het Hebreeuwse woord ruach en het Griekse woord pneuma, welke woorden in het Nederlands met „geest” zijn vertaald. Beide woorden hebben de elementaire betekenis van „adem”, „krachtige luchtstroom” of „wind”; niet slechts rustige, stilstaande lucht, maar veeleer lucht die krachtig in beweging is. Hoewel de bijbelschrijvers deze woorden op talloze verschillende manierena gebruiken, worden in al deze gevallen de fundamentele kenmerken van een rukwind overgebracht, namelijk, onzichtbaarheid en kracht. Wij kunnen de wind niet zien, maar stellig wel wat deze doet. Hoewel wij de wind die de zeilen van een boot vult, niet kunnen zien, constateren wij wel dat de boot over het water wordt voortbewogen en weten wij dat er een sterke kracht aan het werk is. Wij zien dus een zichtbaar, waarneembaar resultaat dat door een onzichtbare kracht wordt teweeggebracht.
21, 22. (a) Welke definitie wordt er gegeven van Jehovah’s heilige geest? (b) Welk onderscheid bestaat er tussen de onzichtbare krachten van het universum en Jehovah’s onzichtbare werkzame kracht?
21 Jehovah’s heilige geest nu is zijn onzichtbare, werkzame kracht, niet slechts de kracht welke in hem zetelt, maar zijn energie zoals deze uit hem wordt geprojecteerd ten einde zijn wil en voornemen ten uitvoer te brengen. Met het oog op de onzichtbaarheid en kracht van deze energie wordt ze terecht geest genoemd.
22 Moeten wij hieruit de conclusie trekken dat alle tentoonspreidingen van kracht en energie manifestaties van Jehovah’s heilige geest zijn, bijvoorbeeld de zwaartekracht van de aarde of de heftige vrijmaking van kernenergie wanneer er atoombommen worden neergeworpen? Neen, in het geheel niet. Toen Jehovah deze stoffelijke wereld schiep, heeft hij ongetwijfeld zowel van zijn onzichtbare werkzame kracht als van zijn oneindige wijsheid en kennis gebruik gemaakt om de grote atomische krachten van het stoffelijke universum krachtig aaneen te smeden (Gen. 1:2). Het is echter absoluut onjuist om zulke buitengewone natuurkrachten Gods heilige geest te noemen. Jehovah’s onzichtbare werkzame kracht is niet een blinde, wilde, niet te beheersen kracht waaraan goddeloze mensen, die erop uit zijn het leven op meedogenloze wijze te vernietigen, kunnen prutsen alsof het een stuk speelgoed is. Jehovah heeft zijn heilige geest te allen tijde onder zijn onmiddellijke controle en leiding. Het is niet een onbeweeglijke kracht, zoals de zwaartekracht van de aarde, want Gods geest kan in overeenstemming met zijn heilige wil en welbehagen werkzaam zijn of worden ingetrokken, vermeerderd worden of verminderd. Gods geest zou dus gedefinieerd kunnen worden als zijn onzichtbare, werkzame kracht — beslist een zeer werkelijke, geprojecteerde kracht — die door Jehovah persoonlijk wordt gebruikt om zijn wil te volvoeren en die in overvloedige mate aan schepselen wordt gegeven die hem aanbidden en dienen.
23. Hoe reageren degenen die het voorrecht bezitten van deze weergaloze Bron van dynamische kracht gebruik te kunnen maken?
23 Dit is dus een Bron van weergaloze sterkte en kracht waarvan de ware aanbidders van Jehovah, die zich bewust zijn van hun beperkte fysieke en mentale kracht, vrij gebruik kunnen maken zonder ooit voor een tekort aan energie te behoeven te vrezen. Er wordt over deze gelukkige mensen geschreven: „Gelukkig zijn de mensen wier kracht in [Jehovah] is . . . Zij zullen van bruisende energie tot bruisende energie voortgaan” (Ps. 84:5, 7, NW, vs. 6, 8, NBG). Bij het zien van al de wonderbaarlijke wonderen van Jehovah’s scheppende activiteit, roepen deze energieke, gelukkige mensen uit: „Want Gij, HERE, hebt mij verheugd door uw daden, over de werken uwer handen zal ik jubelen. Hoe groot zijn uw werken, o HERE; zeer diep zijn uw gedachten. Een redeloos mens verstaat het niet, en een dwaas begrijpt dit niet.” — Ps. 92:5-7.
24. Wat staat degenen die de Almachtige Jehovah durven bespotten en uitlachen, te wachten?
24 De redelozen en dwazen zullen dit alles niet alleen niet verstaan of begrijpen, maar zij zullen ermee voortgaan de ware Bron van alle sterkte en kracht uit te lachen en te bespotten. Laten zij hier echter maar mee voortgaan. Laten de goddeloze geleerden en technologen van het samenstel van dingen van deze oude wereld maar met hun onophoudelijke onderzoekingen naar nieuwe bronnen van belangrijke brandstoffen en energie voortgaan. Laten de trotse en arrogante onderzoekers en ontdekkers maar voortgaan met hun pogingen de interplanetaire ruimte te peilen. Laten al deze dwazen, of zij nu tot het Oosterse, Westerse of neutrale blok van natiën behoren, er maar mee voortgaan hun stenen hart tegen de enige ware Bron van alle dynamische energie en sterke kracht te verharden. Toch zegt Jehovah tot hen: „Hoe durft gijlieden te zeggen: ’Wij zijn machtige mannen en mannen vol bruisende energie voor de oorlog’?” (Jer. 48:14, NW) Over welke oorlog spreekt Hij hier? Natuurlijk over de snel naderende oorlog van Armageddon, „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige”, die thans zeer nabij is. Dan zal Jehovah de nederige smeking van de rechtvaardigen verhoren, die bidden: „Doe hem door uw macht [bruisende energie, NW] omdolen, stort hen neder, o Here, ons schild. Zonde van hun mond is het woord van hun lippen; laten zij daarom in hun hoogmoed gevangen worden en om de verwensing en de leugen die zij vertellen. Vernietig hen in grimmigheid, vernietig hen, zodat zij niet meer zijn; opdat zij gewaar worden, dat God heerst in Jakob, tot aan de einden der aarde.” — Openb. 16:14, 16, NW; Ps. 59:12-14.
[Voetnoten]
a Zie De Wachttoren van 1 oktober 1957.