Word vervuld met geestelijk onderscheidingsvermogen
’Word vervuld met de nauwkeurige kennis van zijn wil in alle wijsheid en geestelijk onderscheidingsvermogen, opdat gij waardiglijk moogt wandelen voor Jehovah om hem volledig te behagen.’ — Kol. 1:9, 10, NW.
1. Wat voor soort van beslissingen moet de christen nemen, en waarover moet men in het belang van juiste beslissingen beschikken?
ELKE dag staat de christen die zich aan God heeft opgedragen voor problemen in verband waarmee hij beslissingen moet nemen. Het leven in deze wereld brengt nu eenmaal vele van deze problemen met zich mee en altijd zijn er weer kwesties die om een oplossing vragen. Thuis moet hij beslissingen nemen die op zijn gezin van invloed zijn, terwijl beslissingen op zijn werk op de betrekkingen die hij met mensen die niet in de waarheid zijn, onderhoudt, van invloed zijn; hij moet handelend optreden in aangelegenheden die zijn verhouding tot zijn broeders en zusters in de Nieuwe-Wereldmaatschappij of die waarin hij tot Jehovah en Zijn organisatie en de Koninkrijksdienst staat, beïnvloeden. Hoe juiste beslissingen te nemen, hoe altijd de juiste handelwijze te volgen, is het grote probleem. Hiertoe moet men over geestelijk onderscheidingsvermogen beschikken.
2, 3. Welke zienswijze dienen wij er op na te houden om juiste beslissingen te kunnen nemen, en welk resultaat heeft dit?
2 Iets op een geestelijke wijze te onderscheiden, betekent het te bezien zoals Jehovah het beziet. Door de werking van zijn geest heeft Jehovah in zijn geïnspireerde Woord bekendgemaakt hoe hij over bepaalde dingen denkt. Hij maakt ons bekend welke waarde hij aan iets toekent: wat hij waardevol en de moeite waard vindt en wat nutteloos en waardeloos, welke werken en gedachten goed en deugdzaam zijn en welke slecht en goddeloos. Daar wij ons in het gevallen vlees bevinden, zijn wij geneigd de dingen van het standpunt van het vlees uit te bezien, doch wanneer wij de neigingen van het vlees — zoals zelfzucht, vrees, trots of jaloersheid — de gelegenheid geven ons bij het ontstaan van moeilijke kwesties te beïnvloeden, zullen wij zeer zeker verkeerde beslissingen nemen.
3 In het belang van juiste beslissingen moet de christen met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld zijn. Hij moet een duidelijk onderscheid tussen goed en kwaad kunnen maken en bovendien het goede gaan liefhebben en het kwade gaan haten, zoals Paulus het in Romeinen 12:9 uitdrukte, waar hij zegt: „Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede.” Het behaagt Jehovah wanneer wij er door juiste beslissingen blijk van geven over geestelijk onderscheidingsvermogen te beschikken, terwijl het tot gevolg heeft dat wij waardig voor hem wandelen. Dezelfde apostel schreef hierover aan de Kolossenzen (1:9, 10, NW): „Wij [hebben] . . . niet opgehouden voor u te bidden en te vragen of gij vervuld moogt worden met de nauwkeurige kennis van zijn wil in alle wijsheid en geestelijk onderscheidingsvermogen, opdat gij waardiglijk moogt wandelen voor Jehovah om hem volledig te behagen, terwijl gij vrucht blijft voortbrengen in ieder goed werk en blijft toenemen in de nauwkeurige kennis Gods.”
4. Wat betekent het te „onderscheiden” en welke rol speelt kennis in geestelijk onderscheidingsvermogen?
4 Hoe kunnen wij met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld raken? In bovenstaande woorden aan de gemeente te Kolosse vestigt Paulus de aandacht op de eerste, fundamentele hoedanigheid die hiervoor onontbeerlijk is, namelijk, het bezitten van een nauwkeurige kennis van Gods wil en hiermee vervuld te zijn. „Onderscheiden” betekent letterlijk „zien” of „met het geestesoog onderscheiden”, dat wil zeggen, het ene van het andere te onderscheiden en op te merken of het goed of slecht, belangrijk of onbelangrijk, waardevol of waardeloos is. Kennis is voor het oog van het onderscheidingsvermogen wat licht voor het natuurlijke oog is. Het verlicht en doet de dingen duidelijk en scherp in hun juiste verhouding tot elkaar uitkomen. Evenals licht onontbeerlijk is om het beste pad over een ruwe en verraderlijke bodem te vinden, is nauwkeurige kennis noodzakelijk om de juiste en veilige loopbaan te onderscheiden welke men met het oog op de verraderlijke en gevaarlijke toestanden van dit oude samenstel van dingen moet volgen. Een nauwkeurige kennis van Gods wil, te zamen met de liefde voor God die zulk een kennis met zich meebrengt, werkt in iemands leven aldus als een sterke kracht in het belang van rechtvaardigheid en is absoluut noodzakelijk wil men juiste beslissingen kunnen nemen waardoor men Jehovah behaagt. — Ef. 4:23, 24.
5, 6. (a) Wat voor soort van studie is er nodig? (b) Wat is één manier waarop wij ons van alles wat wij bestuderen, kunnen ’vergewissen’?
5 Om de nauwkeurige kennis van Gods wil goed in de geest te kunnen prenten, is studie noodzakelijk. Dit is zó buitengewoon belangrijk, dat er niet genoeg de nadruk op gelegd kan worden. Het soort van studie dat hiervoor noodzakelijk is, is het soort dat ideeën een blijvende plaats in de geest doet innemen, waarvoor krachtsinspanningen en concentratie noodzakelijk zijn. Wij moeten ’hard werken en ons inspannen’ wanneer wij de bijbel bestuderen. Ja, studie betekent precies wat het woord zegt — studie! Het betekent meditatie. Voedsel moet goed gekauwd worden, wil het op de juiste wijze in het lichaam opgenomen kunnen worden. Terwijl wij het voedsel kauwen, proeven wij het, zodat wij ten volle van de smaak ervan genieten. Ook het geestelijke voedsel moet ’gekauwd’ worden, terwijl men het in de geest goed van alle kanten moet bekijken om er ten volle de smaak van te proeven. Als een hulp bij dit kauwen van geestelijk voedsel zouden wij ons bij het lezen (zoals wanneer wij dit tijdschrift bestuderen) de volgende vragen kunnen stellen: Waarom is dit zo? Hoe zit dat precies? Neen, niet met een kritische geest ten aanzien van het gelezene, maar onze gedachten aan een onderzoek onderwerpend en erop toeziend dat wij de besproken punten goed begrijpen. Hiertoe sprak de apostel de volgende vermanende woorden: „Vergewist u van alles; houdt vast aan dat wat juist is”, dat wil zeggen, begrijp het gelezene en neem de punten daarna goed in uw geest op. — 1 Tim. 4:10, NW; 1 Thess. 5:21, NW.
6 Men krijgt geen geestelijk onderscheidingsvermogen door alleen maar een heleboel feiten te leren. Vele mensen die kennis en inlichtingen in hun geest hebben, ontbreekt het toch aan geestelijk onderscheidingsvermogen. Geestelijk onderscheidingsvermogen te bezitten, betekent in ons geval dat wij de feiten hebben begrepen en in onze geest hebben opgenomen, dat wij ze in het licht van andere, reeds geleerde kennis hebben onderzocht en de nieuwe inlichtingen in hun juiste verhouding tot de andere een plaatsje in onze geest hebben gegeven, waarbij wij hebben toegelaten dat ze ons inzicht in aangelegenheden waarop nieuw licht is gaan schijnen, vergrootten of corrigeerden en verbeterden. Op deze wijze kunnen wij ’voor onszelf de goede, aangename en volledige wil van God beproeven’. — Rom. 12:2, NW.
7. Waarom is Jehovah’s geest zo belangrijk om met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld te worden? Wat dient er derhalve bij elke gelegenheid welke men aan persoonlijke studie wijdt, gedaan te worden?
7 Om met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld te geraken, is het vervolgens ook noodzakelijk Jehovah’s hulp in de vorm van zijn geest te ontvangen. Alleen door de geest van Jehovah, tezamen met studie en meditatie, kan men een nauwkeurige kennis en een volledig inzicht verkrijgen. Dit overbelangrijk feit mag men nimmer uit het oog verliezen: Zonder de hulp van Gods geest is het onmogelijk met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld te worden. Gods eigen Woord zegt hierover: „Wie onder de mensen weet hetgeen des mensen is dan de geest van de mens in hem? Zo is ook niemand hetgeen Gods is te weten gekomen dan de geest van God. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de geest uit God, opdat wij mochten weten wat ons goedgunstig door God is gegeven. Deze dingen spreken wij ook, niet met woorden die door menselijke wijsheid worden geleerd, maar met woorden die door de geest worden geleerd, terwijl wij geestelijke zaken met geestelijke woorden combineren.” Bid derhalve wanneer u studeert, ja, bij elke gelegenheid wanneer u zich thuis met uw persoonlijke studie bezighoudt, of Jehovah u met zijn geest wil helpen het gelezene te begrijpen en verstandelijk te bevatten, zodat uw geestelijke onderscheidingsvermogen mag toenemen. — 1 Kor. 2:11-13, NW.
8. Met welk doel in gedachten dienen wij te studeren, en wat dienen wij onder alle omstandigheden te vermijden?
8 Behalve dat men zulke gebeden waarin om de geest wordt gevraagd, opzendt, moet men zijn persoonlijke studie van de noodzakelijke krachtsinspanningen vergezeld doen gaan, hierbij het doel in gedachten houdend zijn inzicht en waardering voor Gods Woord te vergroten ten einde in geestelijk onderscheidingsvermogen toe te nemen. Zulk een studie kan en moet vreugdevol en opbeurend zijn. Een vluchtige studie waarbij men zich op een gemeentevergadering, zoals de Wachttoren-studie, voorbereidt, heeft geen geestelijk onderscheidingsvermogen tot gevolg. Sommigen hebben wellicht de gewoonte zich op het laatste nippertje nog op de studie voor te bereiden, misschien een uur of twee vóór de vastgestelde gemeentestudie. Misschien is er alleen maar tijd om enkele gemakkelijke vragen op te zoeken en de antwoorden in de betreffende paragrafen te vinden, zodat men tijdens de Wachttoren-studie in de Koninkrijkszaal toch op zijn minst enkele malen commentaar kan geven. Dit kan echter niet studeren genoemd worden, of wel soms? Zou men op deze wijze toch nog enkele gegevens te weten komen, dan raakt men deze gauw weer kwijt en zal men ze een dag of twee nadat men het betreffende materiaal aan een beschouwing heeft onderworpen, weer zijn vergeten.
9, 10. (a) Welke voordelen biedt het bij onze persoonlijke studie een overzicht te houden? (b) Waarom dient men zich bij zijn studie aan een geregeld schema te houden?
9 Wanneer wij vastgestelde tijden voor persoonlijke studie en onze voorbereiding op de Wachttoren-studie en andere vergaderingen terzijde stellen, dient hierbij voldoende tijd inbegrepen te zijn voor meditatie over de stof, zodat wij naarmate wij met onze studie verder gaan, de inlichtingen kunnen overdenken ten einde ze stevig in onze geest te prenten. Om te weten of dit wel is gebeurd, is het goed na elke periode van persoonlijke studie een overzicht te houden. Daar de inlichtingen zich op dat ogenblik nog vers in de geest bevinden, is het dan de beste tijd om te onderzoeken of ze een diepe indruk hebben gemaakt. Door onmiddellijk na de studieperiode te trachten de inlichtingen in bewuste gedachten om te zetten, oefent men het proces der herinnering en het vermogen zich geleerde dingen weer voor de geest te roepen, hetgeen er veel toe zal bijdragen dat de punten goed in de geest worden geprent. Het laatste overzicht zou met een gesloten tijdschrift of boek kunnen worden gehouden. Wij weten de titel van het artikel; hoeveel kunnen wij ons nu van de hoogtepunten, van de belangrijkste argumenten, herinneren? Kennen wij soms nog enkele van de schriftuurplaatsen die als bewijs werden aangehaald? Kunnen wij de belangrijkste punten opsommen door een korte samenvatting van het artikel te geven? Indien dit niet het geval is, dienen wij het artikel opnieuw aan een beschouwing te onderwerpen en gewetensvol naar de hoogtepunten, de belangrijkste argumenten, te zoeken.
10 Iemand zou nu wij op dit punt van bespreking zijn aangeland, kunnen zeggen: „Alles goed en wel, maar hier gaat tijd in zitten.” Inderdaad, maar deze tijd is goed besteed, ja, men móet deze tijd aan studie besteden, wil men een nauwkeurige kennis van Gods wil in zijn geest prenten en de juiste basis leggen op grond waarvan men met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld kan worden. Er bestaat geen kortere weg. Studie, geregelde studie, is onontbeerlijk voor het verkrijgen van geestelijk onderscheidingsvermogen, zoals door Paulus’ woorden aan Timotheüs wordt bevestigd: „Denk voortdurend aan wat ik zeg; de Here zal u werkelijk in alles onderscheidingsvermogen geven.” — 2 Tim. 2:7, NW.
11. Welk resultaat werpt het voor iemand af wanneer zijn inzicht en waardering voor de waarheid groeien?
11 Wanneer u deze verstandige handelwijze volgt, zult u verheugd opmerken dat uw inzicht en waardering voor de waarheid groeien. Deze zal diep in uw geest en hart doordringen en een deel van u worden. Dan zult u inderdaad „altijd bereid” zijn „tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is”. Uw geest en hart zullen sterk, rijp en gezond zijn en u zult duidelijk de weg zien die u moet gaan. Het zal u niet overkomen dat u van het nauwe pad van waarheid en gezonde leerstellingen in het moeras van valse leringen en sektarische ideeën valt, terwijl u er ook voor zult oppassen er extreme gezichtspunten op na te houden en ervoor bewaard zult worden in de o zo gemakkelijke valstrik te geraken op uw eigen verstand te vertrouwen. Is uw geest echter met nauwkeurige kennis vervuld en wordt uw denkvermogen door Jehovah’s geest geleid, dan zult u de juiste weg — die helder verlicht is — onderscheiden en van de slechte weg die u de duisternis inleidt, worden bevrijd. „Wanneer er wijsheid in uw hart komt en kennis uw ziel aangenaam wordt, zal het vermogen om te denken over u waken, onderscheidingsvermogen zal u beschermen om u van de slechte weg te bevrijden, van de man die verdorven dingen spreekt, van hen die de paden der oprechtheid verlaten om de wegen der duisternis te bewandelen.” — 1 Petr. 3:15; Spr. 2:10-13, NW.
12. Wat moet de christen doen wanneer er zich in zijn leven moeilijke kwesties voordoen, en wat moet hij bij het nemen van beslissingen kunnen onderscheiden?
12 De christen moet er door de wijze waarop hij loopt, blijk van geven geestelijk onderscheidingsvermogen te bezitten „opdat [hij] waardiglijk [mag] wandelen voor Jehovah om hem volledig te behagen”. Wanneer er zich moeilijke kwesties voordoen waarbij men persoonlijk is betrokken, reageert het onvolmaakte vlees onmiddellijk, hetgeen, wanneer men niet voorzichtig is, tot een verkeerde handelwijze kan leiden. Men moet de vleselijke opwellingen en hartstochten bedwingen en zich in plaats daarvan door geestelijk onderscheidingsvermogen laten leiden. Wanneer er zich dergelijke kwesties voordoen, moet men er derhalve eens bij stilstaan en zich afvragen: Wat zegt de Schrift hierover? Hoe zouden Jehovah en Christus Jezus deze aangelegenheid bezien? Wanneer men haastig tot handelen overgaat, wordt vaak een aantal van de hierbij betrokken factoren over het hoofd gezien, zoals factoren die op verscheidene belangen van invloed zijn — de belangen van de andere getuigen en van de christelijke gemeente, goddelijke belangen en misschien wel iemands eigen levensbelangen. Laat de volgende geïnspireerde raad eens goed tot u doordringen: „Dat uw liefde steeds overvloediger moge zijn in nauwkeurige kennis en volledig onderscheidingsvermogen, opdat gij u ervan moogt vergewissen wat belangrijker is, zodat gij onberispelijk moogt zijn en anderen niet tot op de dag van Christus doet struikelen, en vervuld moogt zijn van rechtvaardige vruchten, welke door Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God.” — Fil. 1:9-11, NW.
13, 14. (a) Hoe zal iemand met geestelijk onderscheidingsvermogen handelen wanneer er zich in de gemeente een moeilijkheid voordoet? (b) Waardoor zal hij worden geholpen het juiste standpunt in te nemen?
13 Misschien wordt iets in de gemeente wel niet helemaal goed behartigd, of dènkt iemand op zijn minst dat dit zo is. Zelfs al zou dit het geval zijn, dan is dit nog geen reden hier zodanig van overstuur te geraken dat men er door in beroering wordt gebracht en wellicht zijn kalmte een beetje verliest, want dat zou stellig betekenen dat men zijn evenwicht niet meer handhaaft. Door onder zulke omstandigheden haastig te werk te gaan, handelt men van het standpunt van het vlees uit en geeft men er geen blijk van geestelijk onderscheidingsvermogen te bezitten. Zelfs al heeft men het in het begin bij het rechte eind, dan zal een haastige handelwijze niet helpen en zal zo iemand bemerken dat hij zèlf een verkeerde handelwijze gaat volgen, waardoor in het geheel geen goeds tot stand wordt gebracht. Wij moeten er te allen tijde op toezien dat wij niet op Jehovah en zijn organisatie vooruitlopen en de zaken ongeduldig in eigen handen nemen. Het kan voorkomen dat het met iemand de verkeerde kant opgaat, en als hij in de gemeente het een of andere ambt bekleedt, kan het in verschillende opzichten soms wat moeilijkheden veroorzaken, maar dat zijn juist de gelegenheden waarbij men christelijk geduld aan de dag moet leggen, en als wij van theocratisch standpunt uit bezien niets kunnen doen om de situatie aan te pakken, moeten wij wachten tot Jehovah de aangelegenheid in het reine brengt. Iemand die met geestelijk onderscheidingsvermogen is vervuld, zal beslist zo handelen.
14 Het gaat erom dat men de dingen in hun ware verhouding moet leren zien. Er kunnen zich als gevolg van menselijke onvolmaaktheden af en toe plaatselijke moeilijkheden of problemen voordoen die veel ongemak veroorzaken en een beproeving vormen voor iemands geduld, ja, zelfs iemands genegenheden zwaar op de proef stellen; wanneer wij echter eens bij deze problemen stilstaan en er een beetje over nadenken, blijkt al spoedig hoe onbeduidend ze in vergelijking met andere belangrijker dingen zijn.
15, 16. (a) Op welke belangrijker dingen dienen wij onze aandacht onder andere te richten? (b) Hoe moedigt Paulus deze geesteshouding in zijn brief aan de Filippenzen aan?
15 Laten wij enkele van deze belangrijker dingen eens een ogenblikje nader beschouwen: dat wij in de laatste dagen van dit samenstel van dingen leven; dat Armageddon, de strijd van de grote dag van God de Almachtige, waarin hij zijn universele soevereiniteit zal verheerlijken en rechtvaardigen, nabij is; dat Christus Jezus thans in Koninkrijksmacht regeert en het grote werk dat erin bestaat „dit goede nieuws van het koninkrijk” op de gehele aarde te laten prediken, leidt en dat mensen van goede wil van alle landen, tongen, rassen en natiën in één verenigde, harmonieuze Nieuwe-Wereldmaatschappij worden bijeenvergaderd. Als wij deze dingen beschouwen en eens bij het wonderbaarlijke voorrecht en de onverdiende goedgunstigheid dat wij hiermee op de hoogte zijn en er een aandeel aan hebben, stilstaan, wordt ons hart tot overvloeiens toe met gevoelens van dankbaarheid voor Jehovah gevuld. Hoe onbeduidend en klein lijken onze problemen nu vergeleken bij deze veel belangrijker dingen! Wanneer er zich derhalve kleine problemen voordoen — of zelfs grote problemen van plaatselijk standpunt uit bezien — zal iemand met geestelijk onderscheidingsvermogen ze in zijn geest niet zulke grote afmetingen laten aannemen dat ze zijn blik vertroebelen. Hij zal zijn evenwicht bewaren en deze dingen altijd in hun juiste verhouding tot de belangrijker zaken bezien.
16 Gelukkig wordt de Nieuwe-Wereldmaatschappij niet voortdurend met problemen en moeilijkheden geconfronteerd; ze komen inderdaad slechts weinig voor, terwijl ze in vergelijking tot de vreugden waarvan wij altijd kunnen genieten — ervaringen in het veld, het vinden en voeden der schapen, de gelukkige omgang met de broeders en zusters in de Koninkrijkszaal — ver uiteenliggen. Wij moeten onze geest op deze prettige dingen gericht houden. „Al wat rechtvaardig, . . . al wat liefelijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat loffelijk is, gaat voort dit te bedenken.” Indien u uw geest altijd van zulke dingen vervuld laat zijn, zult u uw gevoel voor verhoudingen bewaren. U zult in staat zijn geestelijk onderscheidingsvermogen aan de dag te leggen. — Fil. 4:8, NW.
17. Hoe hebben sommigen zich zó aan kleinigheden gestoten dat zij er de waarheid om verlaten hebben?
17 Wanneer men overkritisch is en anderen altijd vanuit het standpunt van de onvolmaaktheden van het vlees beziet, verliest men de belangrijker dingen uit het oog. Zo iemand zal naar alle waarschijnlijkheid bemerken dat hij een ongelukkige klager wordt. Sommigen hebben zich zó aan kleinigheden gestoten dat zij er de waarheid om verlaten hebben. Hoe kwam dit? Zij lieten iets kleins tot iets groots in hun leven worden, tot zoiets groots dat al het andere erdoor werd verdrongen, en zij hierdoor hun geestelijke onderscheidingsvermogen verloren. In plaats dat zij er de tijd voor namen om alles van het standpunt van de bijbel uit te bezien, lieten zij zich door de een of andere vleselijke hartstocht, zoals trots, vrees of jaloezie, leiden. Zij werden door hun eigen inzichten tot een handelwijze aangezet welke in een geestelijke ramp eindigde.
18. Hoe kunnen wij ertegen waken zulk een handelwijze te volgen dat wij struikelen?
18 Wij zullen allen tegen zulk een handelwijze willen waken, nietwaar? Zoiets zal ons niet overkomen als wij in een nauwkeurige kennis van wat Gods wil voor ons is, zijn toegenomen en wij deze nauwkeurige kennis blijven vermeerderen, als wij onze geest en ons hart met de belangrijker dingen vullen en als wij, wanneer er zich moeilijke kwesties voordoen, acht slaan op de wijze waarop Jehovah de aangelegenheden volgens de uiteenzetting in zijn Woord beziet en niet in eigen ogen wijs worden. Merk in dit verband de passende raad op die Jehovah ons in Spreuken 3:1-7 geeft: „Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. Dat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen. Vertrouw op den HERE met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. Wees niet wijs in eigen ogen, vrees den HERE en wijk van het kwaad.”
19. Hoe tonen wij dat wij met ons gehele hart op Jehovah vertrouwen?
19 Zelfs al denkt iemand dat hij het in een bepaald opzicht bij het rechte eind heeft, dan moet hij, wil hij niet door zijn eigen zelfrechtvaardigheid worden meegevoerd, er toch voor op zijn hoede zijn al te rechtvaardig en wijs in eigen ogen te zijn. De christen moet zijn evenwicht handhaven en zijn geest in bedwang houden en hij moet Satan geen enkele gelegenheid geven hem te overwinnen en hem op een slecht pad te leiden. Men moet er de tijd voor nemen een bepaalde aangelegenheid te beschouwen, terwijl men hierbij geestelijk onderscheidingsvermogen moet gebruiken en zich tot Gods Woord moet wenden om te weten te komen hoe Hij over de betreffende aangelegenheid denkt. Er kan zich bijna geen probleem in het leven van een christen voordoen of Jehovah’s Woord verschaft in verband hiermee wijze raad en dient als een gids. Men geeft er blijk van met zijn gehele hart op Jehovah te vertrouwen door Zijn raad te zoeken en zich daarna te allen tijde hierdoor te laten leiden door zijn instemming met de nauwkeurige kennis van Gods wil tot ’de kracht die zijn geest aandrijft’ te maken en aldus „de nieuwe persoonlijkheid . . . aan te doen, welke naar Gods wil in ware rechtvaardigheid en liefderijke goedgunstigheid werd geschapen”. — Ef. 4:23, 24, NW.
20. (a) Hoe behoedt geestelijk onderscheidingsvermogen ons ervoor kwaad te worden of overstuur te geraken? (b) Welke juiste handelwijze raadde Jezus ons aan ten opzichte van iemand die aanstoot geeft, te volgen?
20 Geestelijk onderscheidingsvermogen brengt ons in een juiste verhouding tot onze broeders en zusters in de Nieuwe-Wereldmaatschappij. Wanneer een broeder bijvoorbeeld vindt dat iemand hem onrecht heeft aangedaan, zal hij niet — helemaal overstuur door wat hem is overkomen of over hem is gezegd — overhaast in woede handelen. Waardoor geraakt iemand onder zulke omstandigheden overstuur of wordt hij kwaad? Komt dit niet omdat hij een hoge dunk van zichzelf heeft en uit zijn evenwicht is geraakt omdat zijn naam wellicht in een slecht daglicht is geplaatst? Is er echter niet iets veel belangrijkers bij betrokken? Als iemand in de gemeente verkeerd heeft gehandeld, ziet de christen met een geestelijk onderscheidingsvermogen dat de verkeerde handelwijze van zijn broeder erop wijst dat deze op de een of andere wijze geestelijk zwak is en dat zijn geestelijke leven derhalve in gevaar verkeert, iets waarover hij zich stellig veel meer zorgen kan maken dan over het een of andere werkelijke of vermeende onrecht hem wellicht aangedaan. In plaats van ’het kwade aan te rekenen’ wordt de rijpe christen ertoe bewogen naar zijn dwalende broeder toe te gaan, en dit niet in toorn of om de een of andere persoonlijke genoegdoening te krijgen voor het hem aangedane onrecht, maar uit liefde voor zijn broeder, om hem indien mogelijk vóór het te laat is te helpen niet langer te struikelen. Is dit niet precies wat Jezus ons heeft aangeraden: „Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen”? — 1 Kor. 13:4, 5; Matth. 18:15.
21. Hoe beziet de rijpe dienstknecht van Jehovah zichzelf?
21 Daar Gods getrouwe dienstknechten geestelijk onderscheidingsvermogen bezitten, zien zij zichzelf zoals zij zijn: als slechts aarden vaten, die op zichzelf niet erg waardevol zijn maar door Jehovah’s onverdiende goedgunstigheid kostbare schatten van kennis bevatten welke in zijn dienst gebruikt moeten worden. Hierdoor blijven zij nederig, daar zij altijd beseffen dat zij het waardevolle dàt zij bezitten, van Jehovah hebben ontvangen, zodat dit geen reden vormt in zichzelf te roemen. In 1 Korinthe 4:6, 7 (NW) schreef de apostel: Leert „de regel . . . ’Gaat niet buiten hetgeen geschreven staat’, opdat gij persoonlijk niet opgeblazen wordt ten gunste van de een en tegen de ander. Want wie doet u van elkaar verschillen? Werkelijk, wat hebt gij dat gij niet hebt ontvangen? Indien gij het nu werkelijk hebt ontvangen, waarom roemt gij dan alsof gij het niet hadt ontvangen?” Deze schriftuurlijke zienswijze zal ons ervoor behoeden trots en egocentrisch of lichtgeraakt en haatdragend te worden, iemand met wie anderen moeilijk kunnen opschieten. Wij zullen Jehovah’s goedheid en het voorrecht Hem en zijn Zoon, Christus Jezus, te kennen, ten volle waarderen en wij zullen onszelf vergeten en er alleen maar belang in stellen de goede dingen die wij bezitten met anderen te delen.
22. Welke uitersten moeten wij in onze nederigheid vermijden? Hoe?
22 Hoewel wij nederig blijven, moeten wij eveneens tegen het tegenovergestelde uiterste — een minderwaardigheidscomplex, een verontschuldigende houding en zulk een ontevreden gevoel over zichzelf dat men er ontmoedigd door wordt — waken. Goed beseffend welk een kracht Jehovah’s geest bezit, onderscheiden wij met een gezonde geest dat wij Gods wil ten aanzien van ons met Zijn hulp ten uitvoer kunnen brengen, en aanvaarden wij elke diensttoewijzing in geloof; in Romeinen 12:3 (LV) kunnen wij hierover lezen: „Op grond van de mij geschonken genade beveel ik aan ieder die onder u is, niet hooger van zichzelf te denken dan betaamt, maar van zichzelf bescheiden te denken, ieder naar de mate van geloof, door God hem toebedeeld.”
23. Hoe draagt geestelijk onderscheidingsvermogen tot eenheid onder de broeders en zusters bij?
23 Door deze nederige maar desondanks realistische zienswijze met betrekking tot zichzelf, wordt de christen in staat gesteld een eerlijke, openhartige en van werkelijkheidszin getuigende houding jegens zijn broeders en zusters aan te nemen, welke tot een verkwikkende kameraadschappelijke geest en godvruchtige harmonie bijdraagt. Geestelijk onderscheidingsvermogen stelt ons in staat in eenheid met elkaar samen te werken, daar wij ons dan van elkanders noden bewust zijn en erdoor in staat worden gesteld de hoedanigheid van liefde in praktijk te brengen. Word derhalve met geestelijk onderscheidingsvermogen vervuld en neem juiste beslissingen, „opdat gij waardiglijk moogt wandelen voor Jehovah om hem volledig te behagen, terwijl gij vrucht blijft voortbrengen in ieder goed werk en blijft toenemen in de nauwkeurige kennis Gods”.