Goedheid moet ten toon gespreid worden
„De ware God zelf zal elke soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, of het goed is of slecht.” — Pred. 12:14, NW.
1. (a) Aan wiens maatstaf voor gedrag moet, volgens Deuteronomium 12:28, voldaan worden, en hoe is dit in overeenstemming met Prediker 12:14, de leitekst van dit artikel? (b) Wat is ervoor nodig om goedheid ten toon te spreiden? (c) Hoe wordt dit bevestigd in Filippenzen 4:9?
TOT de geboden die Jehovah God zijn volk in oude tijden meedeelde, behoren de volgende woorden: „Luister aandachtig naar al deze geboden, die ik u geef; opdat het u en uw kinderen na u voor altoos wèl ga, wanneer gij doet wat goed en recht is in de ogen van den HERE, uw God” (Deut. 12:28). Vereist dit daadwerkelijk datgene te doen wat God behaagt? Klaarblijkelijk betekent het niet alleen maar te spreken over wat juist is maar veeleer te doen wat juist is. Vanuit het standpunt van de toepassing van de beginselen die in het voorgaande artikel werden genoemd, betekent het daadwerkelijk de vrucht van goedheid voort te brengen. Een christelijke dienstknecht van God bracht deze zelfde aangelegenheid als volgt onder woorden: „De dingen die gij zowel geleerd als aanvaard hebt en die gij in verband met mij gehoord en gezien hebt, brengt die in praktijk, en de God van vrede zal met u zijn” (Fil. 4:9). Door deze dingen in praktijk te brengen, door ze specifiek van toepassing te brengen, wordt goedheid daadwerkelijk ten toon gespreid. Anders wordt goedheid niet ten toon gespreid. Ze is dan verborgen.
2. Welke problemen en tegenstellingen worden er vervolgens aan een beschouwing onderworpen?
2 Enkele problemen van het leven waarmee alle mensen op verschillende manieren en in verschillende mate geconfronteerd worden, zullen wij hier, in overeenstemming met het voorgaande, aan een beschouwing onderwerpen. Daar goedheid het tegenovergestelde is van slechtheid, worden er in elk van de volgende problemen twee handelwijzen tegenover elkaar gesteld. De goede weg is tot eer van Jehovah, bevordert zijn Koninkrijksbelangen, werkt voor het welzijn van andere personen en verstevigt onze goede verhouding tot Jehovah.
CHRISTENEN VERTELLEN DE WAARHEID
3. Wat vormt een van de bewijzen dat iemand een christen is?
3 De tegenstellingen waar het hier om gaat, is die tussen waarheid en onwaarheid. Werkelijke christenen vertellen de waarheid. Waarheidsgetrouwheid is een van de bewijzen dat iemand een christen is.
4. (a) Noem verschillende redenen waarom men liegt. (b) Wat is de zienswijze van Jehovah en van de bijbel? (c) Hoe noodzakelijk is eerlijkheid?
4 Er moet worden toegegeven dat liegen over het algemeen onder de mensen niet als bijzonder afkeurenswaardig wordt beschouwd en als iets dat vermeden moet worden. Sommige mensen zeggen zelfs dat het noodzakelijk is om te liegen ten einde succes te hebben en hun betrekkingen met andere mensen aangenaam of zelfs draaglijk te maken. Sommigen vertellen leugens om niet te worden gestraft voor verkeerde dingen die zij hebben gedaan of om moeilijkheden of schande te vermijden, of om niet in ongelegenheid te geraken. Liegen gaat gepaard met het sluiten van compromissen en het niet bezitten van rechtschapenheid. Liegen is een kenmerk van een lafaard en van iemand die het aan liefderijke goedheid ontbreekt. Leugens en leugenaars worden door Jehovah God gehaat (Spr. 6:16-19). De bijbel leert dat de oprechte, eerlijke persoon Jehovah vreest en dat de oneerlijke, leugenachtige personen de almachtige God verachten (Spr. 14:2). Eerlijkheid is noodzakelijk om de goede vruchten van de geest voort te brengen en bovendien bestaat, zoals wij eerder hebben gezien, „de vrucht van het licht in elke soort van goedheid en rechtvaardigheid en waarheid”. — Ef. 5:9.
5. Welk falen van onderwijssystemen wordt onder onze aandacht gebracht?
5 Leert het onderwijssysteem in uw land de mensen de waarheid te vertellen? Deze vraag is gerechtvaardigd met het oog op het volgende commentaar dat over de universiteiten in de Verenigde Staten werd gepubliceerd: „Een deel van het probleem [van oneerlijke werknemers] vindt zijn oorsprong in het feit dat onze middelbare scholen en universiteiten in gebreke zijn gebleven hun studenten betrouwbare, ethische maatstaven en juiste morele waarden in te prenten. Maar al te veel afgestudeerden komen in het bedrijfsleven met het oogmerk om prestige en onmiddellijk financieel succes te behalen, met weinig of geen achting voor morele en ethische overwegingen. Deze mensen doen mee aan het merendeel van de transacties waarbij belangenconflicten, inventarisatie-ongeregeldheden, diefstal van vennootschapsgeheimen, steekpenningen, geknoei met prijzen en falsificaties van documenten en financiële verslagen zijn betrokken.” — Advance van juli-augustus 1963.
6. Welke aanmoediging is er voor iemand die de waarheid liefheeft?
6 Als u leugens en liegen verafschuwt, kunt u er zeker van zijn dat u de juiste zienswijze hebt. Het is niet nodig om te liegen. Christenen beseffen dat het noodzakelijk is de waarheid te vertellen. Iemand die er een gewoonte van heeft gemaakt om te liegen, kan desondanks veranderen. Het is mogelijk dat hij verzoening doet voor het feit dat hij een leugenaar is geweest, want in zijn grote liefde deelt Jehovah ons mee: „Door liefderijke goedheid wordt dwaling verzoend, en in de vrees voor Jehovah keert men zich af van kwaad” (Spr. 16:6, NW). Laat dit u er dus toe aanmoedigen waarheidslievend te zijn, ongeacht welke handelwijze anderen ook mogen volgen. Waarheidsgetrouwheid is de juiste weg, de weg ten leven en ter verkrijging van zegeningen, de weg die liefdevol is en voordeel afwerpt. Het is de christelijke weg die de bijbel leert en die de bijbel voorschrijft om onze grootse Schepper te gedenken.
CHRISTENEN STELEN NIET
7-9. Geef een overzicht van enkele punten die in een gepubliceerd commentaar over stelen stonden.
7 Stelen gaat hand in hand met liegen. In dezelfde publikatie als waaruit de bovenstaande aanhaling met betrekking tot het in gebreke blijven van onderwijsinstellingen werd gedaan, verschijnt het volgende commentaar: „Statistieken die verzekeringsmaatschappijen over diefstal uitgeven, tonen aan dat 25 percent van alle werknemers tot op zekere hoogte stelen als zij ook maar even denken het ongestraft te kunnen doen. Nog eens 50 percent wordt beïnvloed door de goede of slechte voorbeelden die hun worden gesteld. . . . toezichthoudend en leidinggevend [personeel] steelt per werkdag meer dan vier miljoen dollar aan contanten en goederen van hun werkgevers. Dit jaar zullen dergelijke diefstallen het astronomische cijfer van aanzienlijk meer dan een miljard dollar bereiken. . . .
8 Diefstal van goederen is zeven maal groter dan die van contant geld. Door fraudes worden elk jaar meer dan 250 firma’s gedwongen hun zaak te sluiten. . . . Steekpenningen, belangenconflicten en diefstallen van vennootschapsgeheimen zijn wijdverbreid. Bedrog ten aanzien van het tariefsysteem om de verdiensten op te voeren, is een algemeen verschijnsel.
9 Naast de zojuist beschreven verliezen gaan er zelfs nog grotere sommen verloren ten gevolge van lijntrekken op het werk, vervalsing van getuigschriften, het zich op een ongepaste wijze toeëigenen van afval en beschadigd materiaal, het opschroeven van werktijden door ten onrechte vertragingsfactoren in de berekening op te nemen, en door niet de hand te houden aan gevestigde maatstaven. Deze verliezen liggen opgesloten in de kosten van het zakendoen. Het zijn verliezen die de boeken niet te zien geven.”
10. (a) Wat strekt tot eer van Jehovah? (b) Hoe legt Romeinen 2:19-21 aan een ieder die eerlijk beweert te zijn de aangelegenheid voor?
10 Stelen of bewust gestolen goed kopen, is niet tot eer van Jehovah; erkenning van de eigendomsrechten van anderen is echter de goede gedragslijn die een christen moet volgen. De bijbel legt christenen de aangelegenheid als volgt voor: „En gij [die] u overtuigd houdt dat gij een gids van de blinden zijt, een licht voor hen die in duisternis zijn, iemand die de onredelijken corrigeert, een leraar van kleine kinderen, en gij [die] in de Wet het raamwerk der kennis en der waarheid bezit — gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet? Gij die predikt: ’Steel niet’, steelt gij?” — Rom. 2:19-21.
CHRISTENEN ZIJN ORDELIEVEND
11. (a) Waarom moeten christenen primaire gehoorzaamheid betonen? (b) Welke gehoorzaamheid wordt er bovendien van hen geëist? (c) Hoe kan er worden gezegd dat een christelijk, ordelievend gedrag goed is?
11 De bijbel eist van christenen van alle leeftijden en onder alle omstandigheden gehoorzaamheid. Ondergeschikt aan de primaire gehoorzaamheid aan Jehovah God en zijn Woord en wet, moet door een christen thuis, op school en aan regeringsautoriteiten gehoorzaamheid worden betracht, in tegenstelling tot de geest van wetteloosheid die in de gehele wereld onder alle volken heerst. Zich aan de wet te houden, brengt goede vruchten voort en is tot eer van Jehovah God. Ten aanzien van kinderen verklaart de bijbel: „Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dat is de Heer welgevallig.” In dit zelfde verband wordt tot vaders gezegd: „Gij vaders, tergt uw kinderen niet zodat zij niet moedeloos worden” (Kol. 3:20, 21). De beste burgers gehoorzamen God, stellen zijn geboden op de eerste plaats, zijn ordelievend en zijn echte christenen. Zij weigeren mee te doen aan opstand tegen regeringen, aan relletjes, plundering, het toebrengen van persoonlijk letsel of geweld in welke vorm ook. Hun wapens zijn geestelijk en worden gehanteerd ten goede van allen en tot lof van de God die zij gedenken. — Ef. 6:10-18.
CHRISTENEN ZIJN EERBIEDIG
12. (a) Stel eerbiedigheid tegenover onbeschaamdheid. (b) Welk van beide is noodzakelijk voor goede vruchten?
12 Eerbied is nauw verwant aan gehoorzaamheid en het zich houden aan de wet. Het is belangrijk dat u het christelijke standpunt met betrekking hiertoe begrijpt omdat er zoveel onbeschaamdheid aan de dag gelegd wordt in de wereld. Eerbiedigheid is het tegenovergestelde van onbeschaamdheid. Een onbeschaamde „pedante kwast” is iemand die hooghartig is en smaalt, iemand die in zijn gedrag of taal vaak brutaal is. Hij is aanmatigend en schromelijk oneerbiedig jegens zijn medemens en bovenal jegens Jehovah God. Onbeschaamdheid is in werkelijkheid een vorm van valse religie, demonenaanbidding, in tegenstelling tot de aanbidding van de grote Schepper. „Want weerspannigheid is hetzelfde als de zonde van waarzeggerij, en aanmatigend vooruitdringen hetzelfde als het gebruiken van magische kracht en terafim. Daar gij het woord van Jehovah hebt verworpen, verwerpt hij dienovereenkomstig u als koning” (1 Sam. 15:23, NW). Onbeschaamdheid is een van de dingen die Jehovah haat, die Hem „een hartgrondige gruwel” zijn: „hoogmoedige ogen” (Spr. 6:16, 17). Eerbied, eerbiedigheid en fatsoenlijkheid zijn tentoonspreidingen van de goede vrucht van Gods licht en geest en zijn voor christenen passend, ja, noodzakelijk. Wat is het iets voortreffelijks om in het gezelschap van eerbiedige mensen te verkeren!
DOOR REINHEID WORDT GOEDHEID TEN TOON GESPREID
13. Op welke manieren wordt door reinheid goedheid ten toon gespreid?
13 Christenen leggen op alle verschillende manieren waarop deze goede hoedanigheid kan worden gedemonstreerd, reinheid of zindelijkheid aan de dag. De Heilige Schrift, waardoor de christen wordt geleid, eist van hen dat zij dit doen. Reinheid is noodzakelijk in spraak, op het lichaam, in huis of woning en, natuurlijk, in gedrag. In al deze opzichten vormt reinheid een tegenstelling tot onreinheid. „Raakt het onreine niet aan . . . reinigt u, gij die de vaten des HEREN draagt” (Jes. 52:11). Het is goed dat de bijbel het vereiste van reinheid duidelijk maakt, want er heersen allerlei soorten van onreinheid, die deel uitmaken van het teken van de tijd waarin wij leven.
14. Waarom dient de spraak rein te zijn?
14 Vaak is de spraak van mensen verdorven, onrein, godslasterlijk, obsceen en slordig. Christenen weten dat de macht van de spraak een gave van God is en het vermogen zich mondeling te uiten is een grote zegen. Zij wensen God met hun lippen te eren en geen oneer aan te doen. — Hebr. 13:15.
15. (a) Wat is goed met betrekking tot de mens? (b) met betrekking tot het huis?
15 Christenen streven ernaar hun lichaam rein te houden en, hoewel de bijbel geen rijke gewaden voorschrijft, zijn schone kleren, die alle mensen ter beschikking staan, passend voor de christen. Hetzelfde kan gezegd worden met betrekking tot zijn huis. Heel bescheiden huizen kunnen netjes, schoon en ordelijk zijn en daardoor niet alleen geschikt als woning voor hen die God dienen, maar ook om door groepjes personen in verband met een geregelde bijbelstudie te worden gebruikt. Rijke mensen kunnen rein of onrein in hun spraak, geest en gedrag zijn. Arme mensen kunnen onrein of rein op hun lichaam, in hun woning, spraak, geest, gedrag en hart zijn. De bijbel eist dat de christen de weg van reinheid volgt. Dat dit passend en juist is, ligt voor de hand.
HOE STAAT HET MET DRONKENSCHAP EN GULZIGHEID?
16. (a) Wie heeft voedsel en drank verschaft? (b) Hoe gebruikt men ze op een goede wijze? (c) Welke raad bevat de bijbel hierover?
16 Dronkenschap is het zich te buiten gaan aan bedwelmende drank. Gulzigheid is het zich te buiten gaan aan voedsel. Steekt in een van beide iets dat tot eer van de Schepper is? Zowel voedsel als drank zijn voorzieningen van de Schepper door middel van de goede aarde die hij als tehuis voor de mens heeft gemaakt, en God heeft de produkten der aarde stellig in overvloed verschaft. De mensen dienen deze overvloedige voorzieningen in overeenstemming met de wil van de Verschaffer ervan te gebruiken. U zult er belang in stellen te weten dat de bijbel zegt: „Verkeer niet met wie zich te buiten gaan aan wijn en vlees; want een drinker en een doorbrenger verarmen” (Spr. 23:20, 21). Er schuilt persoonlijk geluk en genot in een matig gebruik van deze dingen. Er schuilt geen geluk, genot, tevredenheid of voldoening in overdaad en dronkenschap.
17. (a) Wat is de op feiten gebaseerde zienswijze ten aanzien van dronkenschap? (b) Wat verzwakt iemands morele kracht? (c) Waardoor wordt ze versterkt? (d) Welke aanmoediging wordt er door deze feiten gegeven?
17 De christen moet zich niet laten misleiden door de valse redenatie welke hierop neerkomt dat dronkaards eenvoudig lichamelijk of geestelijk ziek zijn, dat dronkenschap louter een ziekte is en dat er daarom geen schande aan verbonden is. Dronkaards zijn veeleer moreel ziek. De morele kracht van de mensheid is zeer gering. Genotzucht verzwakt iemands morele kracht, en voortdurende nalatigheid in het aanvaarden van het strenge onderricht van Jehovah God door middel van zijn Woord, brengt morele ineenstorting teweeg. De kwestie is dat dronkaards en andere immorele personen moreel zwak zijn en wel omdat zij niet door Gods Woord streng worden onderricht. Een dronkaard behoeft geen dronkaard te blijven. Dronkenschap kan overwonnen worden door te voldoen aan de bijbelse vereisten. Het is verstandig dit te doen. „De wijn is een spotter, de drank een luidruchtige, ieder die zich daaraan overgeeft, is onwijs” (Spr. 20:1). Morele kracht kan verkregen en geoefend worden. Wie verstandig is, maakt een matig gebruik van voedsel en drank met dankzegging aan de Schepper voor de liefdevolle voorzieningen die hij treft en gedenkt de Schepper, waardoor hij goedheid ten toon spreidt.
CHRISTENEN ZIJN IJVERIG
18. (a) Welke tegenstelling is er te zien met betrekking tot ijver? (b) Waartoe strekt ijver zich uit? (c) Wat valt er te zeggen over goedheid en gokken?
18 IJver is het tegenovergestelde van luiheid, nodeloos schulden maken en gokken in een poging iets voor niets te krijgen. „De goddeloze maakt winst die niet gedijt, maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin” (Spr. 11:18). De christen levert een deugdelijke dag werk in ruil voor het loon dat hij overeengekomen is. Zijn ijver strekt zich uit tot zijn werk dat erin bestaat anderen te helpen tot een kennis van de waarheid van Gods Woord te komen, tot de zorg voor zijn gezin, krachtsinspanningen ten behoeve van zijn gemeente en de Koninkrijksbelangen. Hij laat zich niet bedriegen door het feit dat er van de zijde van religie en regering de algemene goedkeuring aan verschillende vormen van gokken wordt gehecht maar hij onthoudt zich van gokken omdat hij heel goed beseft dat dit, hoewel misschien een middel om de geldbuidels van sommige religieuze organisaties te spekken, niet het middel is om goedheid ten toon te spreiden en aldus de Schepper te gedenken.
19. Wat is beter dan „onschuldig gokken voor de gezelligheid”?
19 Sommige personen laten zich door hun verslaafdheid aan — naar zij menen — onschuldig gokken voor de gezelligheid, van het gezelschap van hun gezin en van de gemeente van Gods volk beroven. Hierin maken zij een vergissing. Evenals in het geval van gewoontedrinkers, kunnen ook verslaafden aan gokken door het strenge onderricht uit Gods Woord ruimschoots de nodige morele kracht ontvangen. Eerlijke arbeid is zoveel beter dan gokken. „Tweeërlei gewicht is den HERE een gruwel, en een valse weegschaal is verkeerd.” — Spr. 20:23.
BESCHEIDENHEID
20. Definieer bescheidenheid en toon de christelijke juistheid ervan aan.
20 Bescheidenheid is voor christenen passend en juist, onbescheidenheid niet. Bescheidenheid betekent niet alleen dat iemand zijn eigen verdiensten matig acht of laag aanslaat en zich dus niet beroemt, maar omvat ook het eerbiedigen van eigendomsrechten en het vrij zijn van onwelvoeglijkheid en ontuchtigheid. Daaruit volgt dat bescheidenheid reinheid in gedachten, gedrag en kleding omvat. Er is bescheidenheid in kleding en er is onbescheidenheid in kleding. Christenen dienen zich bescheiden te kleden, omdat dat passend en juist is en daarom goed, terwijl zij de schande vermijden waarmee onbetamelijkheid gepaard zou gaan.
21. Som de feiten op met betrekking tot kleding en kledingmode (a) voor zover het de bijbel betreft, (b) met betrekking tot invloed en voortdurende veranderingen, (c) onwelvoeglijke tendensen die eraan ten grondslag liggen.
21 De bijbel schrijft niet de vorm van kleding voor die mensen dienen te dragen. Het is geen modeboek. Het schijnt dat in sommige delen der aarde de vorm van kleding door de eeuwen heen betrekkelijk weinig verandering heeft ondergaan, terwijl in andere delen der aarde de kleding van zowel mannen als vrouwen voortdurend verandert. Er gaat van de landen waarin een voortdurende verandering in de kledingmode plaatsvindt een grote invloed op vele andere delen der wereld uit, niet alleen in kleding maar ook in andere dingen. De landen die technisch verder vooruit zijn, hebben de grootste oorlogen gestreden, met hun ver ontwikkelde oorlogswapens de meeste levens vernietigd, oefenen de grootste economische invloed in de wereld uit en beïnvloeden tevens onder andere de kleding van vele mensen. In deze landen heeft men „sex” om commerciële redenen of uit genotzucht hoog verheven. Door deze buitensporige nadruk op „sex” komen vele mensen er door de veranderingen in de kledingmode toe zich steeds onwelvoeglijker te gaan kleden.
22. Waar is exhibitionisme een bewijs van?
22 Een van de bewijzen van perversie en van het feit dat men zich al te zeer door „sex” in beslag laat nemen, is het ziekelijke verlangen van zowel mannen als vrouwen zich ten toon te stellen. Dit exhibitionisme neemt overal waar de invloed van modegrillen reikt, toe. Zowel mannen als vrouwen die zich genotzuchtig door „sex” in beslag laten nemen, vinden er een onnatuurlijke bevrediging in zo nauw, kort en schaars gekleed te gaan dat hun lichaam anderen wel móet opvallen.
23. (a) Wat is de goede zienswijze ten aanzien van dit alles? (b) Wat is een van de gevaren van onwelvoeglijke kleding? (c) Hoe staat Matthéüs 5:28 in verband met deze bespreking? (d) Hoe draagt bescheiden kleding ertoe bij dat hetgeen er op het podium wordt geboden, nut afwerpt?
23 Hierin schuilt niets dat goed en passend is voor een christen. Christenen dienen er in hun kleding schoon en netjes uit te zien en tegelijkertijd te vermijden door de tendens van onwelvoeglijke kleding te worden meegesleept. Men kan modieus doch bescheiden gekleed gaan. Het is niet nodig in uitersten te vervallen wat kleding betreft, om er fatsoenlijk uit te zien en aan de heersende plaatselijke maatstaven van wat aanvaardbaar is te voldoen. Onbetamelijke jurken zouden de christelijke draagsters ervan net zo maken als elke willekeurige vrouw van het oude samenstel van dingen. Christelijke vrouwen en meisjes dienen te weten dat heel veel mannen hun wijze van kleden als een „belofte” kunnen opvatten. De New York Journal American zei in een artikel waarin jonge vrouwen werd afgeraden ’opzichtige, laag uitgesneden jurken te dragen en te veel van hun benen te laten zien als zij gaan zitten’: „Er wordt van u verwacht dat u nakomt wat u belooft!” Christelijke vrouwen en meisjes dienen niet opzettelijk de situatie te bevorderen die door Jezus in Matthéüs 5:28 werd besproken, namelijk: „Ik zeg u . . . dat een ieder die naar een vrouw blijft kijken ten einde hartstocht voor haar te hebben, in zijn hart reeds overspel met haar heeft gepleegd.” Is dat niet wat de vrouw in de man probeert op te wekken? De goede christelijke weg is voor iedereen de beste. Wanneer deze wordt gevolgd, worden noch zij die een aandeel op het podium hebben, noch degenen die in de Koninkrijkszaal zitten, in verlegenheid gebracht. — 1 Petr. 3:3, 4.
24. (a) Hoe is in deze aangelegenheden het beginsel van het gedenken van onze grootse Schepper van kracht? (b) Is het verstandig Jehovah in al onze wegen te gedenken?
24 In de voorgaande en andere omstandigheden waarin iemand die rechtvaardigheid liefheeft een beslissing kan nemen die goed is, is het beginsel van het gedenken van de Schepper van kracht. De goede gedragslijn is een weerspiegeling van de liefde die door God jegens de mensen wordt betoond. „Want ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, misleid zijnde, slaven zijnde van verscheidene begeerten en genoegens, voortlevend in kwaadaardigheid en afgunst, gehaat, elkaar hatend. Toen echter de goedheid en de liefde jegens de mens van de zijde van onze Redder, God, openbaar werd gemaakt, heeft hij ons gered, niet ten gevolge van werken in rechtvaardigheid die wij hadden verricht, maar overeenkomstig zijn barmhartigheid, door middel van het bad dat ons tot leven bracht en doordat wij nieuw werden gemaakt door heilige geest. Deze geest heeft hij door bemiddeling van Jezus Christus, onze Redder, rijkelijk op ons uitgestort, opdat wij, na krachtens diens onverdiende goedheid rechtvaardig te zijn verklaard, erfgenamen zouden worden overeenkomstig een hoop op eeuwig leven” (Tit. 3:3-7). Het beginsel dat hier wordt uiteengezet, is van toepassing op allen die Jehovah willen behagen en zijn goede wil en ten slotte het leven in zijn rechtvaardige nieuwe samenstel van dingen willen ontvangen. Zo zien wij dus dat de weg van het ten-toon-spreiden van goedheid, de weg van ware wijsheid is. Eén dergelijke tentoonspreiding van goedheid is ook een daad van geloof in Jehovah en een bewijs van juiste christelijke nederigheid. „Zo zegt de HERE: De wijze roeme niet op zijn wijsheid, en de sterke roeme niet op zijn kracht, de rijke roeme niet op zijn rijkdom, maar wie roemen wil, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent, dat Ik de HERE ben, die goedertierenheid, recht en gerechtigheid op aarde doe; want in zodanigen heb Ik behagen, luidt het woord des HEREN.” — Jer. 9:23, 24.