-
Wat weet u van het gebed?Ontwaakt! 1974 | 8 mei
-
-
26, 27; Dan. 6:10, 11; Hand. 10:9; Matth. 26:36; Mark. 6:46.
Een stil gebed kan worden opgezonden in de aanwezigheid van anderen, zonder dat dezen het merken. Abrahams dienstknecht bad in stilte en ’sprak in zijn hart’. Ook Hanna „sprak in haar hart; . . . en haar stem werd niet gehoord”. God kan dus onze stille gebeden horen. — Gen. 24:45;1 Sam. 1:13.
Uit deze voorbeelden blijkt dat er met de Schepper een intieme communicatie kan worden onderhouden. We hoeven geen „afspraak” te maken alvorens we tot God in gebed kunnen naderen. Ook een schema is niet nodig. We kunnen op elk willekeurig moment bidden. David bleef „de gehele dag” tot Jehovah roepen, en de apostel Paulus moedigt ons aan: „Houdt aan in het gebed; bidt zonder ophouden.” — Ps. 86:3; Kol. 4:2; 1 Thess. 5:17.
Ontwikkel een warme waardering voor het voorrecht van het gebed. Smaak de geestelijke kracht die het schenkt. Het voorrecht te mogen bidden, dient nooit als iets vanzelfsprekends te worden opgevat. Beschouw het gebed niet als een laatste redmiddel, om te gebruiken nadat alles al is geprobeerd. Bidden dient daarentegen een onderdeel van uw dagelijkse leven te vormen. Privé-gebeden, gezinsgebeden en gemeentegebeden zullen u kracht verlenen in deze woelige tijd. Tot God naderen in gebed verschaft vrede, bevordert de toevloed van zijn heilige geest, en sterkt ons in het vertrouwen dat hij ons zal zegenen met een eeuwige toekomst in zijn rechtvaardige nieuwe ordening.
-
-
Ons raadselachtige heelalOntwaakt! 1974 | 8 mei
-
-
Ons raadselachtige heelal
HET is nog maar een paar jaar geleden dat astronomen of sterrenkundigen in de mening verkeerden een behoorlijk grondig inzicht te hebben verkregen in de bouw en werking van het heelal. De natuurkundige wetten die men op aarde had ontdekt, leken ook in de hemelruimte hun geldigheid niet te verliezen en kloppende verklaringen te kunnen leveren voor verre hemelverschijnselen. Tegenwoordig is dat zelfvertrouwen echter sterk geslonken. Er wordt meer en meer gesproken over ’nieuwe natuurkundige wetten’. Waarom?
Er hebben zich nieuwe, verbijsterende mysteries aangekondigd. De moeilijkheden bij het oplossen ervan, zijn niet geheel en al te wijten aan gebrek aan informatie. Integendeel, er zijn letterlijk „astronomische” hoeveelheden astronomische gegevens verzameld. Men is echter onzeker omtrent de betekenis die eraan moet worden gehecht. Bevreemding hoeft dit natuurlijk niet te wekken als men de enorme uitgestrektheid van het universum in acht neemt.
De zon, het centrale lichaam van ons zonnestelsel, is bijna 150 miljoen kilometer van de aarde verwijderd. Toch is het zonnestelsel zelf slechts een minuscuul onderdeeltje van het melkwegstelsel, met een middellijn van een kleine 100.000 lichtjaren. (Eén lichtjaar is ca. 9 1/2 biljoen kilometer!) Dit gehele melkwegstelsel bevat behalve de zon naar schatting nog zo’n 100 miljard andere zonnen. En dan te bedenken dat het aantal melkwegstelsels in het universum wellicht in dezelfde orde van grootte ligt! Ja, de „rand” van het universum ligt mogelijk op de verbijsterende
-