Laat u zich door bijgeloof of kennis leiden?
„Het pad der rechtvaardigen is gelijk het glanzende licht, dat steeds helderder wordt, tot de dag in volle kracht is aangebroken. De weg der goddelozen is gelijk de duisternis; zij hebben niet geweten waarover zij steeds weer struikelen. Mijn zoon, schenk toch aandacht aan mijn woorden”. — Spr. 4:18-20.
1. In wat voor toestand verkeren vele mensen geestelijk, en waarom?
U HEBT natuurlijk allemaal wel eens een klein kind gezien dat bang was in een donkere kamer. U weet ook dat zodra het licht in de kamer wordt aangestoken, al zijn vrees verdwijnt. Het kan precies zien wat er allemaal wel in de kamer is en weet dat er niets is wat hem kwaad kan doen. Het is dan tevreden en voelt zich veilig. Wij kunnen nu wel zeggen dat het kinderachtig is bang in donker te zijn, maar miljoenen volwassenen zijn thans met vrees, onzekerheid en bijgeloof vervuld omdat zij in duisternis verkeren, de duisternis welke door Satan de Duivel over deze wereld is gebracht. Paulus beschreef als volgt in welke toestand de geest van de meeste mensen zich bevindt: „De god van dit samenstel van dingen [heeft] de geest der ongelovigen . . . verblind, opdat de verlichting van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou kunnen doorschijnen.” Wie wel in het licht verkeert, beklaagt deze door vrees gekwelde en bijgelovige mensen in de duisternis. — 2 Kor. 4:4.
2, 3. Welke vreemde geloofsopvattingen houden sommige volken in de Noordpoollanden er op na?
2 De profeet Jesaja voorzei met betrekking tot onze tijd: „Duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën” (Jes. 60:2, NBG). Eeuwenlang heeft Satan nu al over het menselijke geslacht geheerst en de mensen er toe gebracht veel vreemde dingen te geloven. Zo ondergaat elke gemeenschap van mensen van pool tot tropen thans de invloed van bepaalde eigenaardige, van Satan afkomstige bijgelovige ideeën. Veel Eskimo’s geloven in geesten en de transmigratie der zielen, dat geesten terugkeren in dieren, winden, rotsen, ijs en water, en dat ze verzoend kunnen worden door tover-riten. Om de wind van richting te doen veranderen, zingen, trommelen en schreeuwen zij er tegen en als laatste nemen zij hun toevlucht tot het in brand steken van de graven der doden. Hoe zinneloos! Alhoewel de wind er nog nooit door van richting is veranderd, blijven zij het in hun bijgelovige blindheid toch steeds weer proberen.
3 Wanneer in sommige delen van Groenland een kind sterft, begraaft men het samen met een levende hond, die het kind dan naar „de andere wereld” moet leiden. Wanneer men hun vraagt waarom zij dit doen, zullen zij slechts antwoorden: „Een hond kan de weg altijd vinden.” — The Encyclopedia Americana.
4, 5. Hoe heeft gebrek aan kennis omtrent de toestand der doden tot eigenaardige leerstellingen en ideeën geleid?
4 Voor velen is de toestand der doden een groot mysterie. Tallozen geloven dat de mens een onsterfelijke ziel bezit en deze wijd en zijd voorkomende onschriftuurlijke gedachte heeft geleid tot veel vreemde ideeën en bijgelovigheden. Vooral in het Oosten geloven tientallen miljoenen personen in de zielsverhuizing. Deze aloude opvatting kwam reeds bij de oude Egyptenaren voor. Zij dachten dat zielen van het ene lichaam in het andere konden overgaan. De Egyptische gewoonte om de mummies van katten, krokodillen en enkele andere schepselen te bewaren, is ongetwijfeld terug te voeren op het denkbeeld dat ze door zielen bewoond waren geweest die deze lichamen op de een of andere tijd misschien weer voor zich zouden opeisen.
5 Een der bekendste filosofen uit de oudheid, Pythagoras, geloofde ook in deze metempsychose of zielsverhuizing en predikte daarom dat men geen dieren, vis en zelfs geen eieren mocht eten. Hadden zijn voorouders Gods bekendmaking aan Noach, doorgegeven, dan zou hij hebben geweten dat ’alle kruipende dieren die levend zijn, u tot voedsel mogen dienen.’ — Gen. 9:3.
6. (a) wat is één bewijs dat Satans duisternis in de christenheid heerst? (b) In welke toestand verkeren de doden in werkelijkheid, en hoe zou u dit aan de hand van de bijbel bewijzen?
6 Miljoenen mensen in de wereld vinden deze gebruiken en ideeën wellicht bespottelijk, maar zijn zij zo verlicht dat ze niet aan soortgelijke bijgelovigheden ten prooi vallen? Denk eens even aan de honderden miljoenen personen die zich thans christenen noemen en toch beslist geloven dat de menselijke ziel onsterfelijk is en dat de dierbare overledenen in het vagevuur gekweld worden en hiervan slechts verlost kunnen worden wanneer men een priester geld geeft voor bepaalde religieuze ceremoniën. Wie door Gods Woord is verlicht, weet dat de gestorvenen noch in een vagevuur noch ergens anders voortleven, maar, zoals Christus Jezus zei, dood en onbewust in de graven op de opstanding wachten. Degenen echter die ten gevolge van duisternis en bijgeloof het slachtoffer zijn geworden van de vagevuurleerstelling weten niet dat de mens een ziel is en geen onsterfelijke ziel bezit; dit heeft hun daarom niet alleen veel leed bezorgd, maar bovendien veel geld gekost. Wat zou een nauwkeurige kennis van Gods Woord een zegen voor hen zijn! — Gen. 2:7; Pred. 9:5, 10; Ezech. 18:4, NBG; Joh. 5:28, 29.
7. Hoe laat het bijbelse verslag over de oorsprong van de mens zich vergelijken met sommige menselijke theorieën?
7 De bijbel verschaft ons de van God afkomstige nauwkeurige kennis. Zo wordt de vraag over de oorsprong van de mens er in opgelost doordat er in staat dat hij werd geschapen (Gen. 1:27). Wellicht vinden evolutionisten dat hun opvatting beter, modern en up to date is, maar veel primitieve volken hebben er eeuwenlang reeds soortgelijke onjuiste denkbeelden op na gehouden, alhoewel die niet het produkt van zogenaamde geleerden of wetenschapsmensen waren. Zo geloven er mensen op Madagascar dat zij van de krokodillen afstammen. Ze behandelen deze dieren daarom als mensen, als hun eigen familieleden. Niemand zal ooit een krokodil doden, hoe gevaarlijk ze ook zijn, tenzij iemand door een krokodil wordt gedood. In dit laatste geval wordt de krokodil door een van lokaas voorziene haak gevangen, aan een verhoor onderworpen, ter dood veroordeeld en terechtgesteld, waarna hij met evenveel ceremonieel wordt begraven als was het een familielid. Hoe dwaas! zeggen wij misschien, doch zij geloven er toch maar in. — Introducing Africa door Carveth Wells.
8. Door middel waarvan kan men zich van schadelijke bijgelovige ideeën losmaken?
8 Zo zouden wij kunnen doorgaan; er zouden nog meer vreemde ideeën en eigenaardig bijgeloof in diverse delen der aarde besproken kunnen worden. Satan heeft zijn in duisternis verkerende onderdanen volkomen in verwarring gebracht en hun daardoor veel nadeel berokkend. Bijgeloof is schadelijk voor de mensen. Het zal er nimmer toe leiden dat iemand de Almachtige God op aanvaardbare wijze gaat dienen en eeuwig leven in zijn nieuwe wereld verwerft. Op slechts één manier kan men van schadelijk bijgeloof en nadelige lichtgelovigheid worden bevrijd, en wel door de van Jehovah God afkomstige nauwkeurige kennis te verwerven. Kennis is zo belangrijk in ons leven, dat Jehovah zegt dat men wegens gebrek aan kennis vernietigd kan worden. — Hos. 4:6, 10, NBG.
9, 10. (a) Is het voor het verwerven van nauwkeurige kennis voldoende om naar een school te gaan? (b) Wat zijn enkele hinderpalen voor het verwerven van nauwkeurige kennis? (c) Waarom is kennis, en niet louter oprechtheid, onontbeerlijk?
9 De wereld heeft thans meer onderwijsinstellingen dan ooit tevoren in ’s mensen geschiedenis. Het onderwijs heeft voortdurend de aandacht van de regering en men tracht zelfs tot een nog grotere spreiding te komen. Wat voor soort van onderwijs verlangt men echter? Wat voor kennis bezitten de mensen? Niet alle onderwijs is heilzaam. Niet alle kennis leidt tot leven. Ook al hebben wij een jarenlange universitaire opleiding genoten en hebben wij bergen boeken verslonden, is dit nog geen waarborg dat men de beschermende, levengevende kennis zal verwerven. Volgens de bijbel zijn er sommige personen die ’altijd leren en toch nimmer tot een nauwkeurige kennis der waarheid kunnen komen.’ — 2 Tim. 3:7.
10 Jehovah God heeft de bijbel verschaft opdat de mens nauwkeurige kennis en licht zou kunnen verwerven. Toch staat er vaak nog heel wat tussen de mensen en de bijbel in. De communistische regeringen zijn er op tegen dat er uit de bijbel wordt onderwezen. In sommige landen kan men haast nergens een bijbel krijgen. Een der grootste hinderpalen voor het verwerven van nauwkeurige kennis is wel valse religie. De talloze geestelijken stellen hun bijgelovige ideeën en menselijke overleveringen boven het Woord Gods, waardoor zij de mensen bedriegen wanneer zij zeggen God te vertegenwoordigen, want zij onthouden hun de ware kennis omtrent God. Deze geestelijken vallen in de klasse die door Christus Jezus werd veroordeeld met de woorden: „Wee u die goed onderlegd zijt in de Wet, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en die trachtten binnen te gaan, hebt gij verhinderd!” (Luk. 11:52) De leiders der christenheid hebben de bijbel en spreken over God, maar evenals de joden uit de oudheid hebben zij „ijver voor God . . ., maar niet overeenkomstig nauwkeurige kennis, want, omdat zij Gods rechtvaardigheid niet kenden maar hun eigen rechtvaardigheid zochten te bevestigen, hebben zij zich niet aan de rechtvaardigheid Gods onderworpen” (Rom. 10:2, 3). Zij zullen zich niet vernederen om zich door God via zijn Woord te laten onderwijzen. Zelfzuchtig trachten zij hun eigen vals-religieuze ideeën, een valse kennis, ingang te doen vinden. Sommigen hunner zijn wellicht zelf zo bijgelovig geworden dat zij er volkomen van overtuigd zijn dat zij het bij het rechte eind hebben. Alles goed en wel, maar dit wil nog niet zeggen dat het zo is en dat men volledig in overeenstemming met Gods beginselen handelt, want God zegt: „Er is een weg welke een mens recht schijnt, maar de wegen des doods zijn er later het eind van” (Spr. 14:12). In Hosea 4:6, 10 (NBG) sprak Jehovah profetisch over zulke mensen die de ware kennis van God verwerpen: „Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, . . . zij hebben nagelaten den HERE [Jehovah] te vereren.”
11. Wat is de enige basis voor volledige kennis?
11 Alhoewel de geestelijken en wereldleiders wellicht denken dat zij veel kennis hebben, kan niemand werkelijk volledige kennis hebben tenzij hij nederig het van Jehovah, de Bron van alle kennis en licht, afkomstige onderricht aanvaardt. „De vreze Jehovah’s is het begin van kennis” (Spr. 1:7). Deze fundamentele kennis van Jehovah is het voornaamste, want het is het fundament van alle ware kennis.
12, 13. (a) Tot welke bron moeten de mensen zich wenden voor het verwerven van ware kennis? (b) In welke opzichten is deze kennis gelijk een schat?
12 Op slechts één manier kan men in de kennis der waarheid groeien en het schadelijke bijgeloof mijden — door in het licht te zijn. Jehovah zegt: „Mijn zoon, indien gij mijn woorden zult aannemen en mijn geboden bij u weglegt, zodat uw oor aandacht schenkt aan wijsheid, opdat gij uw hart tot onderscheiding moogt neigen; indien gij er naar blijft zoeken als naar zilver en er naar blijft speuren als naar verborgen schatten, dán zult gij de vreze Jehovah’s verstaan en gij zult de kennis Gods vinden. Want Jehóvah geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en onderscheiding.” — Spr. 2:1, 2, 4-6.
13 Ja, nauwkeurige kennis is gelijk een verborgen schat. Wat zou waardevoller kunnen zijn dan kennis te bezitten van Jehovah en Christus, hetgeen eeuwig leven betekent? (Joh. 17:3) Naar schatten moet gezocht worden; men moet ze dan behouden en kan ze zelfs vermeerderen of doen toenemen. Men moet er echter enige moeite voor doen. Hoe kan deze schat worden verworven?
14. (a) In welk middel heeft Jehovah voorzien voor het uitdelen van ware kennis? (b) welke mensen kunnen deze nauwkeurige kennis verwerven?
14 Jehovah heeft in zijn Woord, geest en organisatie voorzien. Wij moeten in de juiste geestesgesteldheid kennis tot ons nemen, wij moeten als „baby’s” zijn, door nederig Jehovah en de organisatie welke hij gebruikt om het geestelijke voedsel uit te delen, te erkennen. Wij dienen dan dankbaar te zijn voor alle voorzieningen welke hij via de organisatie van de gezalfde getuigen van Jehovah — de „getrouwe en beleidvolle slaaf” waarover Jezus in Mattheüs 24:45 sprak — heeft getroffen. Jehovah verschaft het geestelijke voedsel op de hem eigen zijnde goede manier en hij beoogt daarmee iets speciaals. Het is goed om er terdege vertrouwd mee te raken en daarom moeten wij het bestuderen. Wanneer men beseft dat men niet alle wijsheid in pacht heeft en leergierig is als een kind, kan men leren en dan zal men geestelijk onderscheidingsvermogen verwerven. Is men daarentegen trots en vindt men zich nogal ontwikkeld, zoals wereldse mensen die aan hun theorieën de voorkeur geven boven Gods beginselen, dan zal men geen inzicht krijgen, want dan krijgt men Jehovah’s geest niet. De trotse mensen dezer wereld kunnen de geestelijke dingen niet begrijpen. „Een fysiek mens aanvaardt echter niet hetgeen van de geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet begrijpen, omdat het geestelijk wordt onderzocht. De geestelijke mens onderzoekt echter werkelijk alles.” — 1 Kor. 2:14, 15.
15. Waarom is het zo belangrijk geestelijk onderscheidingsvermogen te bezitten?
15 Misschien rijst de vraag: Hebben de geestelijken en anderen die toch beweren wijs te zijn, geen bijbel waaruit zij aanhalingen doen? Weten zij niet wat er in staat? Er is een immens verschil tussen een schriftuurplaats kennen en geestelijk onderscheidingsvermogen te hebben. Toen Satan Jezus verzocht, gaf de verleider blijk van enige Schriftkennis door enkele teksten aan te halen; hij paste ze echter volkomen verkeerd toe. Jezus had wel geestelijk onderscheidingsvermogen. Satan vatte de betekenis der schriftuurplaatsen niet omdat hij de geest Gods niet bezat. Jezus wist hoe hij de Schrift moest gebruiken en deed dit ook doeltreffend, door Satans verzoekingen te weerstaan. Hetgeen geestelijk is, wordt alleen onderscheiden door hen die Jehovah zijn toegewijd, nederig naar zijn schatten zoeken en aan wie hij zijn geest schenkt. „Want ons heeft God het geopenbaard door zijn geest, want de geest onderzoekt alles, zelfs de diepten Gods.” — 1 Kor. 2:10; Matth. 4:1-11.
16. Wie verwerven het geestelijke onderscheidingsvermogen?
16 Hieruit vernemen wij dat Jehovah zijn heilige geheim aan zijn trouwe dienstknechten toevertrouwt en niet aan wereldwijze mannen, want die zouden daardoor trachten zichzelf te verhogen in plaats van God. Christus Jezus zag dit in en riep dankbaar uit: „Ik loof u in het openbaar, Vader, Here des hemels en der aarde, omdat gij dit voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en aan kleine kinderen hebt geopenbaard” (Matth. 11:25). Zijn discipelen verwierven inzicht omdat zij nederig de van Jehovah God afkomstige schat zochten. Bagatelliseer dit geestelijke onderscheidingsvermogen niet, het is iets bijzonders dat niet te koop is. Het is Jehovah’s gave aan hen die nederig tot hem komen, zijn Woord bestuderen en hun kennis gebruiken om hem te eren. Het is een grote verborgen schat. Dat een ieder van u hem derhalve zoeke.
STUDIE
17, 18. Waarom is studie noodzakelijk, en hoe dient onze houding ten aanzien er van te zijn?
17 De beweegreden voor onze studie moet zuiver zijn en wij moeten onze geest openstellen. Wij dienen ons ten doel te stellen iets te leren om het later in Jehovah’s dienst te kunnen gebruiken. Wij moeten niet studeren om te kunnen schitteren met onze kennis. Wij dienen ons zelf niet belangrijk te vinden en al onze broeders en zusters niet naar ons toe te laten komen en een hoge borst zetten omdat wij enkele schriftuurlijke vragen kunnen beantwoorden. Alleen wanneer wij de juiste houding ten aanzien van het kostbare licht hebben, kunnen wij Jehovah’s geest verwerven; dan pas kunnen wij het onder inspiratie van deze geest geschrevene begrijpen.
18 Persoonlijke studie is het fundamentele onderdeel van het leven van de ware dienaar Gods. Wij kunnen er niet buiten. Evenals een fysiek sterke man zijn kracht behoudt door geregelde training, oefening en een juist dieet moet ook de geestelijke mens zijn geest oefenen door geregeld het juiste geestelijke voedsel tot zich te nemen. Hoe druk Jehovah’s dienstknechten ook bezig mogen zijn om anderen te dienen, toch kunnen zij hun persoonlijke studie niet verwaarlozen. Men houdt het wellicht een poosje vol om haastig zijn geestelijke voedsel tot zich te nemen, onderwijl druk bezig zijnde met andere dingen, maar later zal men het gemis gaan voelen. Er moet tijd voor deze persoonlijke studie en meditatie afgenomen worden en men dient zich strikt aan zijn schema dienaangaande te houden. — Deut. 8:3.
19, 20. Welk nauwe verband bestaat er tussen concentratie en een succesvolle studie?
19 Bij het studeren moet onze geest vrij zijn, wij moeten al het andere dan uit onze geest bannen. Waaraan denkt u op het ogenblik? Concentreert u zich op wat u leest? Of worden uw gedachten in beslag genomen door dingen thuis of hetgeen u morgen zult doen? U spendeert kostbare tijd aan het lezen van dit artikel. Is het derhalve niet verstandig om praktisch te zijn en al het geestelijke dat hier wordt geboden geheel in u op te nemen? Denk over andere dingen wanneer u niet met een theocratische studie bezig bent.
20 Dit is nu maar gewoon een voorbeeld. Hetzelfde beginsel kan worden toegepast op alle bijbelstudievergaderingen die wij bezoeken. Wij kunnen ons concentratievermogen groter maken door meer belangstelling te hebben voor wat wij studeren dan voor iets anders. Stelt iemand zeer veel belang in een onderwerp dan concentreert hij zich bijna automatisch. Men kan dit vermogen aankweken door er telkens wanneer men begint te studeren, aan te denken.
21. Hoe kan men het meeste profijt trekken van aan studie bestede tijd?
21 Beredeneer datgene wat u bestudeert. Ga aan de hand van de Schrift na of alles is zoals het er staat. Bedenk wel dat wij zodanig trachten te studeren dat wij het geleerde in de toekomst kunnen gebruiken en het bestudeerde de basis kan vormen voor ons doen en laten. Hiertoe kunnen wij in de bijbel en de bijbelstudiehulpmiddelen van het Genootschap aantekeningen maken. Wij moeten de sleutelwoorden leren vinden die het antwoord op de vraag zijn en kunnen ze zelfs onderstrepen, hetgeen een hulp voor het herinneren is. Wij dienen de wens te koesteren ons de waarheden eigen te maken zodat wij ze in de bediening kunnen gebruiken.
22. Welk verband bestaat er tussen het gebruik van nauwkeurige kennis en het verwerven van geestelijk onderscheidingsvermogen?
22 Maak vervolgens, na uw geest aldus te hebben geconcentreerd en voorbereid om de nauwkeurige kennis er in op te nemen en vast te houden, een praktisch gebruik van het u door Jehovah gebodene. Denk over het geleerde na en prent het door associatie van gedachten scherp in uw geest. De apostel Paulus zei: „Schenk voortdurend aandacht aan wat ik zeg; de Here zal u werkelijk in alles onderscheidingsvermogen geven” (2 Tim. 2:7). Denk er niet alleen over na maar spreek en schrijf er ook over. Bijna iedereen moet de stof nog eens herhalen om de nauwkeurige kennis vast te houden. De geregelde vergaderingen zijn een wonderbaarlijke voorziening van Jehovah, want daar kunnen wij de geestelijke dingen die wij reeds hebben bestudeerd, bespreken en antwoord krijgen op gerezen vragen of moeilijkheden. Het is voor ons bestwil dat wij actief aan de vergaderingen deelnemen door commentaar te geven. Door aldus dicht bij de organisatie te blijven en anderen bij hun bijbelstudie te helpen, kunnen wij zelf met nauwkeurige kennis worden vervuld. Hoe meer wij onze waarheidskennis gebruiken, des te beter zal ons begrip worden en zoveel te groter wordt ons onderscheidingsvermogen, zoals Paulus in Hebreeën 5:14 te kennen gaf: „Vast voedsel behoort . . . bij rijpe mensen, bij hen die door gebruik hun waarnemingsvermogen hebben geoefend in het onderscheiden van goed en kwaad.” Dit vaste voedsel is geestelijk voedsel. Behoort het vaste geestelijke voedsel bij u? Hebt u het tot een deel van uzelf gemaakt?
JEHOVAH BEHAGEN
23, 24. (a) Waarom dienen wij met nauwkeurige kennis te worden vervuld? (b) Welke voordelen werpt het af wanneer wij onze kennis in de velddienst gebruiken?
23 Er is Jehovah’s dienstknechten een overvloed van geestelijk voedsel en kennis verschaft om ons te helpen een Jehovah welbehaaglijke weg te bewandelen. Indien onze geest met nauwkeurige kennis is vervuld, weten wij hoe wij voor het aangezicht van Jehovah moeten wandelen en hem kunnen behagen. In Kolossenzen 1:9-12 lezen wij: ’Zijt vervuld met de nauwkeurige kennis van zijn wil in alle wijsheid en geestelijk onderscheidingsvermogen, opdat gij waardig moogt wandelen voor Jehovah om hem volledig te behagen terwijl gij vruchten blijft dragen in ieder goed werk en blijft toenemen in de nauwkeurige kennis Gods, met alle kracht bekrachtigd naar de mate van zijn glorierijke macht, om geheel te kunnen verduren en lankmoedig te zijn met vreugde, de Vader dankend.’ Sta hier eens even bij stil. Door deze nauwkeurige kennis verkrijgt men wijsheid en geestelijk onderscheidingsvermogen. Men dient deze kennis te gebruiken door voor Jehovah’s aangezicht in zijn dienst te wandelen. Wanneer wij in Jehovah’s dienst vrucht dragen, door ons werk goed te doen, zal onze nauwkeurige kennis omtrent Jehovah toenemen. Hoe goed en welk een weldaad is het voor ons actief te zijn in de bediening en bij de deuren en in de huizen te prediken. Door de geestelijke kennis te gebruiken, vergroten wij ons waarnemingsvermogen. Wij trekken het volle profijt van onze persoonlijke studie. Merk eens op hoe dit in zijn werk gaat.
24 Eén voorbeeld is het gebruik van de kennis in de velddienst. Om te kunnen prediken, moeten wij voorbereid zijn. Op onze dienstvergaderingen en thuis werken wij bijbeltoespraakjes uit die wij bij de deuren en op onze nabezoeken kunnen houden. Vervolgens gaan wij naar de huizen der mensen om ze uit te spreken. De mensen stellen ons dan vragen welke wij aan de hand van de bijbel beantwoorden, waardoor wij onze kennis vermeerderen. Door Jehovah’s beginselen te herhalen, worden ze dieper in onze geest geprent. Door elke dag de bijbel te bestuderen en bijbelstudies in de huizen der mensen te leiden, gaat onze geest alles scherper waarnemen. Door derhalve vrucht te dragen in de bediening en de verworven kennis te gebruiken, nemen wij voortdurend toe in nauwkeurige kennis. Dan zijn wij geestelijk levend.
25. Wat is het lot van hen die hun kennis niet in Gods dienst gebruiken?
25 Wie daarentegen inactief in Gods dienst is, neemt niet toe in nauwkeurige kennis. Ook al leest iemand thuis uren aan een stuk door, dan nog wordt zijn waarnemingsvermogen niet vergroot door het gebruik van de kennis. Hij brengt geen vruchten voort in Gods dienst. Volgens Jezus’ woorden worden dezulken verworpen (Joh. 15:2). Zij die hun kennis niet gebruiken, geven te kennen dat zij geen onderscheidingsvermogen, noch de sleutel er toe, Gods geest, bezitten. Jezus toonde in Lukas 19:26 dat wanneer iemand dat wat hem is gegeven niet gebruikt, het hem ontnomen zal worden. De enige manier waarop wij in nauwkeurige kennis kunnen toenemen en geestelijk onderscheidingsvermogen en wijsheid kunnen bezitten, is voortdurend vrucht te dragen in Jehovah’s dienst.