Het streven van de wereld naar betere tijden
HET recente verleden is erg stormachtig geweest. Maar is een storm niet vaak de voorbode van kalmte en rust? Wat met betrekking tot het weer geldt, geldt soms ook met betrekking tot de menselijke aangelegenheden.
In Europa werd bijvoorbeeld de stormachtige periode van de Franse Revolutie en het Napoleontische tijdperk gevolgd door een lange periode van betrekkelijke rust. De moeilijke tijd van de grote economische depressie die in 1929 in Amerika zijn begin vond en de gehele wereld ontredderde, werd in veel landen gevolgd door jaren van betrekkelijke voorspoed. Het wereldgebeuren lijkt vaak een golfpatroon te volgen.
Zijn dus de stormachtige gebeurtenissen uit ons eigen recente verleden het voorspel van een periode van betrekkelijke vrede en zekerheid over de gehele wereld? Er zijn genoegzame bewijzen dat de naties in deze richting heldhaftige pogingen in het werk zullen stellen. De tijd zal komen — en alles duidt erop dat ze spoedig zal komen — dat de wereldleiders de mensheid vol vertrouwen zullen verzekeren dat de tijden ’beter dan ooit’ zullen worden en de belangrijkste obstakels op de weg naar betere levensomstandigheden voor alle mensen, uit de weg zijn geruimd. Zelfs de bijbel heeft een dergelijke wereldaankondiging van „vrede en zekerheid” voorzegd.
De vraag is echter of zulke inspanningen een geheel nieuw tijdperk van werkelijk blijvend betere tijden zullen inluiden. Of bestaat er een andere, betere bron om naar uit te zien? Waarop moeten we volgens de bijbel onze blik richten?
Zal het systeem veranderen?
Willen er echt betere tijden komen, dan zullen wereldleiders op alle terreinen van menselijke werkzaamheid voor drastische herzieningen moeten zorgen. Ze zullen de loop van dit hele samenstel van dingen moeten wijzigen. Meer dan dat, ze zullen moeten zorgen voor fundamentele veranderingen in de houding van de mensen zelf. Acht u dit alles waarschijnlijk?
Tot de belangrijke pogingen om tot een nieuw tijdperk te komen, behoort het streven van de „grote mogendheden” naar meer samenwerking. Tijdens zijn bezoek aan West-Duitsland zei de Russische partijleider Leonid Brezjnew over de verbeterde Amerikaans-Russische betrekkingen:
„Algemeen genomen kan men misschien zeggen dat onze planeet dichter bij een duurzame en blijvende vrede is dan ooit tevoren. En de Sovjet-Unie stelt zich volledig achter deze heilzame tendens.”
Er kan geen twijfel over bestaan dat er thans hoogst belangrijke diplomatieke stappen worden ondernomen met een snelheid en intensiteit als nog maar zelden — en met name in vredestijd — is voorgevallen. Veel waarnemers zullen instemmen met de woorden van Spartak Beglov van het Sovjetrussische persbureau Novosti die sprak over „een nieuw [internationaal] politiek klimaat in wording”. Zij voorzien belangrijke en heilzame gevolgen als er een werkelijke samenwerking tot stand kan komen tussen de grote wereldmachten, inclusief China.
Tevens werd de hoop uitgesproken dat de wereldeconomie zich zal stabiliseren, dat de recente crisissen de landen wakker hebben geschud om reeds zo lang nodige veranderingen of verbeteringen tot stand te brengen, dat het gebruik van nieuwe energiebronnen — bijvoorbeeld zonne-energie — zal worden ontwikkeld of van oudere bronnen een doeltreffender economisch gebruik gemaakt zal worden, en dat, als gevolg hiervan, een nieuwe dageraad van welvaart en overvloed zal aanbreken.
Ja, u kunt er zeker van zijn dat in 1974 krachtige pogingen zijn en worden ondernomen om de wereldsystemen nieuw leven in te blazen. En het zal er misschien inderdaad op lijken dat we weer ’de goede kant opgaan’. Maar is het werkelijk verstandig voor blijvende resultaten uw vertrouwen in deze ontwikkelingen te stellen?
Vooropgesteld natuurlijk dat optimisme beter is dan pessimisme, is realisme nog belangrijker, omdat hierzonder optimisme slechts ontaardt in wensdromen die alleen maar tot teleurstelling leiden. Hoe realistisch zijn daarom de pogingen van de wereld om een nieuw tijdperk van blijvende vrede en zekerheid te scheppen?
De naakte feiten onder de ogen zien
Ontelbaar zijn de alreeds in het verleden gesloten internationale overeenkomsten en vredesverdragen geweest die in hun tijd werden bejubeld als dé beloften van ’blijvende vrede’. Elke korte periode van rust is echter verstoord geworden door steeds kostbaarder en afschuwelijker oorlogen. Hoe plechtig gesloten en oprecht ze ook waren bedoeld, vredesverdragen hebben nooit werkelijke, blijvende vrede en zekerheid kunnen brengen. Zelfzucht en eigenbelang zijn als een bijtend zuur geweest dat ten slotte alle banden van eenheid en samenwerking wegvrat. Zou u willen beweren dat men thans minder zelfzuchtig is dan in het verleden?
Vraag uzelf ook af: Als regeringen en gezaghebbende personen op diverse terreinen werkelijk in staat zijn de grote noodzakelijke veranderingen aan te brengen, waarom is dit dan nog steeds niet gebeurd? Of waarom is er nog niet op zijn minst een gestage, langzame verbetering waar te nemen geweest? Stellig kan dit niet worden geweten aan onvoldoende tijd, moeite en geld die men hieraan zou hebben besteed. Wat zien we desondanks?
Met het verstrijken van de tijd zien wij een toeneming in plaats van vermindering der wereldproblemen. Steeds meer autoriteiten zijn van mening dat deze problemen — te weten het tekort aan belangrijke grondstoffen, een „exploderende” wereldbevolking, de morele achteruitgang, vervuiling — in feite duidelijk uit de hand aan het lopen zijn. Zo verscheen in de Indiana Pharos-Tribune & Press een artikel waarin onder meer stond:
„Eén voorname betekenis die men aan het ongelooflijk vreemde jaar 1973 kan hechten, is dat bijna over de hele linie van menselijke activiteit dit land [V.S.] en de wereld het zover hebben laten komen dat de problemen zeer dicht de gevaargrens hebben bereikt.
Een sleutelfactor die aan dit verschijnsel ten grondslag ligt is: vergroting. Welk probleem u ook noemt, zag het er vroeger nog hanteerbaar of op zijn allerminst nog draaglijk uit, thans lijkt het de pan uit te rijzen en zo’n omvang aan te nemen dat we het niet meer meester dreigen te worden. . . .
De toename van de wereld in tal en last heeft het probleem nog vergroot en zal het blijven vergroten tot de schrik ons allen om het hart slaat.”
Het probleem tast veel dieper dan de meeste mensen denken. Het raakt de fundamenten van de menselijke samenleving. Want de voornaamste oorzaak van de slechter wordende wereldtoestanden moet per slot bij de mens gezocht worden, in zijn levenswijze, de maatstaven die hij aanlegt — of niet aanlegt — en waarnaar hij zich in zijn leven en bij zijn omgang met andere mensen richt. In eenzelfde richting gaat ook het commentaar van Alvin Toffler in zijn boek Future Shock (Toekomstshock):
„Wat thans plaatsvindt is geen crisis in het kapitalisme of de geïndustrialiseerde samenleving op zich, in welke politieke vorm deze ook gegoten is.
We ervaren gelijktijdig een jeugdrevolutie, een seksuele revolutie, een raciale revolutie, een koloniale revolutie, een economische revolutie en de snelste en diepgaandste technologische revolutie in de geschiedenis.
We maken een algemene crisis in het industrialisme door. In één woord samengevat: we zitten midden in de super-industriële revolutie.”
Problemen thans wereldomvattend
Wat wij in onze generatie zien gebeuren, verschilt volkomen van wat maar ook in enige andere tijd. In het verleden bleven de problemen van een bepaald land of gebied tot dat bepaalde land of gebied beperkt. Het duurde jaren, generaties, zo niet eeuwen, voordat het effect van de meeste gebeurtenissen ook in andere streken was doorgewerkt.
Thans ligt de situatie echter geheel anders. De onderlinge delen der wereld zijn nu nauw met elkaar verbonden door middel van snelle communicatiemiddelen, luchttransport en economische en politieke samenwerking. Een drastische verandering in één gebied heeft snel voelbare gevolgen elders. Vandaar ook dat de Eerste Wereldoorlog, de grote economische depressie, de Tweede Wereldoorlog, de oorlog in Vietnam en de energiecrisis op de hele wereld hun stempel konden drukken.
Autoriteiten geven toe dat de wereldproblemen van het huidige systeem met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid groter zullen worden. Eén oorzaak hiervan is de onstuitbaar voortgaande bevolkingsgroei, vooral in die landen die zich zo’n groei het minst kunnen veroorloven. Volgens het Bevolkingsregistratiebureau in Washington, D.C., bedroeg de wereldbevolking tegen het eind van 1973 3.900.000.000 personen. En ze neemt met 2 percent per jaar toe, hetgeen voor het jaar 1974 zal neerkomen op een netto-toename van zo’n 78 miljoen mensen!
De problemen nemen derhalve toe, zowel in snelheid als in omvang, zodat het stellig geen wonder is te noemen dat steeds meer mensen er emotioneel ’niet meer tegen opgewassen zijn’. De van alle kanten komende, toenemende druk brengt steeds meer van hen tot machteloze verwarring. Daarvandaan dat de zenuwinrichtingen vol zitten, velen zo onevenwichtig handelen en reageren, en soms in een aanval van razernij zelfs massamoorden plegen. Wat nu op grote schaal plaatsvindt, kan worden vergeleken met wat er tijdens oorlogen op het slagveld gebeurt, wanneer soldaten door de overmatige spanningen waaraan zij blootstaan, een zogenaamde ’shell-shock’ oplopen.
Bijgevolg moeten we tot de onafwendbare conclusie komen dat alle ernstige sociale, morele en economische problemen van deze wereld niet verdwijnen met het tekenen van overeenkomsten inzake vrede en internationale samenwerking. Handtekeningen op stukjes papier, hoe goed ook bedoeld, zullen geen eind maken aan zelfzucht, gewelddaad, immoraliteit of de ineenstorting van het gezinsleven. Ze hebben geen effect op druggebruik, noch op venerische ziekten, ziekten in het algemeen of de dood. Ze zullen de mensen in uw omgeving niet vriendelijker en liefdevoller jegens elkaar maken, of wel?
Als we voor het verkrijgen van betere tijden naar de huidige systemen kijken, kijken we naar de verkeerde bron. Het is toch immers duidelijk dat elk ’nieuwe tijdperk van vrede en zekerheid’ dat wereldleiders zouden invoeren, niet gegrond zal zijn op ware toewijding aan rechtvaardigheid of oprechte liefde voor mensen over de gehele wereld, maar in plaats daarvan op vrees, vrees voor wereldvernietiging door een nucleaire oorlogvoering of het gevaar van een economische ineenstorting? Dat is geen basis voor blijvende verbetering. De pogingen van de wereldleiders om de problemen te corrigeren waarmee de mensheid te kampen heeft, beloven even weinig blijvende verbetering als het opschilderen van een huis waarvan de fundering door termieten is aangevreten.
Volgens de voorzegging van de bijbel kan de roep van „vrede en zekerheid” in ons geslacht op wereldomvattende schaal worden verwacht, met het gevolg dat velen, ja de meerderheid van de mensen, hernieuwd vertrouwen zullen krijgen in de huidige wereldsystemen. Uit de bijbel blijkt echter dat die roep vals zal zijn, en dat dat „nieuwe tijdperk” slechts een „verfje” zal zijn, een laagje witkalk over een systeem dat doortrokken is van corruptie en hebzucht en dat nooit blijvende voordelen kan afwerpen voor de gehele mensheid.
Waar ze werkelijk op zal duiden
Uit de bijbelprofetieën blijkt dat deze toekomstige aankondiging van een nieuw tijdperk van vredige zekerheid voor de naties op iets geheel anders zal uitlopen dan ze hadden verwacht. In plaats van het begin van een nieuw tijdperk van betere tijden te zijn, zal deze aankondiging de onmiddellijke voorbode blijken van het einde van dit gehele corrupte samenstel van dingen dat thans de aarde beheerst. Elk gevoel van zekerheid en rust dat de wereldleiders zullen hebben gewekt, zal verrassend plotseling worden geschokt.
Is dat werkelijk wat Gods Woord de bijbel zegt? Ja, met zoveel woorden verklaart Gods profetische Woord:
„Gij weet zelf heel goed dat Jehovah’s dag [van vernietiging over het huidige corrupte samenstel] precies zo komt als een dief in de nacht. Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid!’ dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.” — 1 Thess. 5:2, 3.
Het is Gods voornemen aan dit samenstel een eind te maken — hij zal niet trachten het te hervormen. Het is immers niet te hervormen. Om te beginnen is het op een verkeerd fundament gebouwd en de mankementen eraan treden steeds duidelijker aan het licht. Dat is hetgeen waar de wereldtoestanden sinds het begin van de woelige periode in 1914 op duiden. Dat kritieke jaar in de wereldgeschiedenis betekende het begin van een periode die in de bijbel „de laatste dagen” wordt genoemd (2 Tim. 3:1). Het kenmerkte het geslacht dat ook het eind van dit jammerlijke samenstel van dingen zal meemaken.
Het zal u nu duidelijk zijn waarom de landen en hun ondersteuners zo teleurgesteld zullen zijn wanneer er plotseling een kentering in de wereldaangelegenheden komt. Na dit verdeelde samenstel van dingen ogenschijnlijk te hebben opgelapt en te hebben aangekondigd dat zij „vrede en zekerheid” hebben bereikt, zullen zij plotseling tot de ontdekking komen dat dit slechts het signaal voor de genadeklap is. De plotselinge vernietiging zal zo onverwacht komen over degenen die Gods voornemen negeren, dat dit inderdaad „als een dief in de nacht” zal zijn.
Die ineenstorting zal uitlopen op de ergste tijd van moeilijkheden die de wereld ooit heeft gekend. Jezus voorzei dat het een „grote verdrukking” zou zijn „als er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, en ook niet meer zal voorkomen”. — Matth. 24:21.
Bron van werkelijk betere tijden
Hoe kunnen we dan zeggen dat ons werkelijk betere tijden wachten? Hoe kunnen wij deze optimistische hoop blijven koesteren als we weten dat „een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk” over de naties zal komen nadat zij hun „vrede en zekerheid”-aankondiging hebben gedaan?
Het is natuurlijk zonder meer duidelijk dat dit op zijn einde lopende samenstel niet de bron van werkelijk betere tijden kan zijn. Hoe zullen ze dan komen? Aangezien God degene is die zijn oordeel over dit huidige samenstel van dingen zal voltrekken, mogen we verwachten dat hij de bron zal zijn van een geheel nieuwe ordening. Is dat ook zo? De bijbel antwoordt Ja.
Slechts de Maker van de mens kan een geheel nieuw tijdperk brengen waarin aan de juiste behoeften en verlangens van rechtgeaarde mensen zal worden voldaan. De schepping van een daarvoor nodig nieuw samenstel gaat het vermogen van de mens thans volledig te boven, of om met de woorden van de bijbelschrijver Jeremia te spreken: „Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten. Corrigeer mij, o Jehovah” (Jer. 10:23, 24). Jeremia wist heel goed dat niet de mens maar God degene is die betere tijden zal brengen.
Dat is hetgeen God heeft beloofd, ja, gegarandeerd. Zijn Woord licht ons in over die rechtvaardige nieuwe ordening waarin hij, naar hij belooft, ’de begeerte zal verzadigen van al wat leeft’ (Ps. 145:16). Maar hoe zal hij dat doen? Wat heeft hij precies beloofd? Waarom heeft hij er zo lang mee gewacht? Wat moeten wij doen om er mede voordeel van te trekken?
[Inzet op blz. 5]
’Problemen bij de gevaargrens’
„Welk probleem u ook noemt, zag het er vroeger nog hanteerbaar of op zijn allerminst nog draaglijk uit, thans lijkt het de pan uit te rijzen en zo’n omvang aan te nemen dat we het niet meer meester dreigen te worden.” — De „Indiana Pharos-Tribune & Press”.
[Illustratie op blz. 6]
TOENAME WERELDBEVOLKING: 78.000.000 PER JAAR
Huidige wereldbevolking: 3.900.000.000
[Illustratie op blz. 7]
De komende wereldomvattende roep van „vrede en zekerheid” zal bedrieglijk zijn, immers het aangekondigde „nieuwe tijdperk” zal niets meer zijn dan een laagje witkalk over dit totaal door verval en corruptie aangetaste samenstel van dingen
WITKALK
GEWELD
ECONOMISCHE INEENSTORTING
CORRUPTIE
HEBZUCHT