De op de bijbel gebaseerde maatschappij van Koninkrijksgetuigen
DE OPRICHTING van Gods koninkrijk is voor alle volken en nationale groepen nieuws van de eerste orde (Dan. 7:14, NW). Niet alleen hun voortbestaan, maar hun eeuwige bestaan is afhankelijk van het feit of zij voordat de grote oorlog van Armageddon losbarst al dan niet in een vreedzame verhouding tot Gods Koning en koninkrijk komen te verkeren (Ps. 2:1-12; Openb. 16:14, 16, NW). Om deze belangrijke inlichtingen overal ter wereld bekend te maken, heeft Jehovah God een maatschappij van Koninkrijksgetuigen in het leven geroepen die in 187 landen werkzaam is. U kent de leden ervan als „Jehovah’s getuigen”.
Misschien bent u wel een van de honderdduizenden personen van goede wil die Jehovah’s getuigen iedere week thuis welkom heten voor een interessante bijbelstudie. Waarschijnlijk hebt u zich wel eens afgevraagd: Wie heeft Jehovah’s getuigen gemachtigd dit werk te doen? Hoe zijn zij aan hun bijbelkennis gekomen? Hoe zijn zij georganiseerd?
De antwoorden op deze vragen zijn belangrijk voor u wegens het gebod dat de apostel Paulus in Hebreeën 10:23-25 (NW) heeft vermeld: „Laten wij zonder wankelen vasthouden aan de openbare bekendmaking van onze hoop, want hij die beloofd heeft, is getrouw. Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het vergaderen niet nalatend, zoals sommigen gewoon zijn, maar elkaar aanmoedigend, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen.”
Het gehoorzamen van dit goddelijke gebod is niet eenvoudig een kwestie van zomaar lid worden van een geschikte kerk. De apostel wijst hier op de noodzaak van omgang met ware christenen die Jehovah’s dag naderbij zien komen en die regelmatig en ijverig een openbare bekendmaking van hun geloof doen. Hij dringt aan op omgang met christenen die vergaderingen beleggen welke uw liefde voor God en uw naaste doen toenemen, waardoor u voortreffelijke werken gaat doen. Daarom worden de volgende inlichtingen verschaft. Uw leven is betrokken bij uw erkenning van de op de bijbel gebaseerde maatschappij van Koninkrijksgetuigen en uw omgang ermee, „het vergaderen niet nalatend”.
WAAROM WORDEN ZIJ „JEHOVAH’S GETUIGEN” GENOEMD?
Jehovah’s getuigen volgen Christus Jezus na, niet een mens of een door mensen gemaakte organisatie, en daarom noemen zij hun organisatie niet naar een mens. Zoals met Jezus het geval was, bestaat ook hun voornaamste werk in ’getuigen voor de waarheid’ (Joh. 18:37). Gods Woord is waarheid, daarom getuigen zij namens God, de enige wiens naam Jehovah is (Joh. 17:17; Ps. 83:18, NW). Jehovah noemt degenen die getrouw namens hem spreken, zijn getuigen: „’Gij zijt mijn getuigen’, is de uitspraak van Jehovah, ’en mijn dienstknecht die ik heb uitgekozen’” (Jes. 43:10, NW). Vroege getuigen van Jehovah brachten zijn naam lof toe door verschillende daden des geloofs (Hebr. 11:4–12:2). Jehovah’s hedendaagse getuigen brengen getrouw het goede nieuws van Gods opgerichte koninkrijk aan „de gehele wereld . . . tot een getuigenis voor alle volken” (Matth. 24:14). Hun God en zijn belangrijke werk worden passend geïdentificeerd door de schriftuurlijke naam „Jehovah’s getuigen”.
IS IEDERE GETUIGE EEN PREDIKER?
Ja, in de ware schriftuurlijke betekenis van het woord. Een prediker is een officiële dienstknecht (in het Grieks diákonos, „door het stof”) van Jehovah God, iemand die in Jezus’ voetstappen treedt, er in het openbaar op uittrekt en zelfs langs stoffige wegen reist om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken. Dit is iets dringends; de apostel Paulus legde hierop de nadruk toen hij zei: „Ik smeek u vurig voor het aangezicht van God en Christus Jezus . . . predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig” (2 Tim. 4:1, 2, NW). Iedere ware christen verricht blijmoedig een dergelijke predikingsdienst als een geregeld onderdeel van zijn aanbidding die tot leven leidt. Romeinen 10:10 (NW) zegt hierover: „Met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding.” God zelf, de Hoogste Bron, machtigt opgedragen mannen, vrouwen en jongeren om te prediken. „Looft den HERE op de aarde, . . . gij jongelingen en ook maagden, gij ouden en jongen tezamen. Dat zij den naam des HEREN loven” (Ps. 148:7, 12, 13). Iedereen die door God goedgekeurd wenst te worden, geeft gehoor aan dat gebod en houdt daarbij de woorden van Jakobus in gedachten: „Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet slechts uit geloof. Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood” (Jak. 2:24, 26; Openb. 22:17). Indien u de leer van de bijbel aanvaardt en overeenkomstig uw geloof leeft, zult ook u een prediker zijn.
WIE ORDINEERT JEHOVAH’S GETUIGEN?
De enige geldige ordinatie tot de christelijke prediking komt van God (2 Kor. 3:5, 6; Jes. 61:1, 2). Personen die door een organisatie van mensen zijn geordineerd, zijn dienstknechten van een dergelijke organisatie, terwijl personen die door God zijn geordineerd, zijn dienstknechten zijn. In de bijbel zet God de vereisten voor degenen die zijn dienstknechten worden uiteen. Zij moeten zijn Woord bestuderen om zijn wil te leren kennen en hun leven er dan mee in overeenstemming brengen. Doet iemand dit, dan is Gods vereiste dat hij zich persoonlijk opdraagt om Zijn wil te doen (Rom. 12:1). Deze opdracht, deze plechtige belofte om Gods wil te doen, wordt in een persoonlijk gebed tot God, door bemiddeling van Christus, gedaan. Daarna dient men, als een symbool van deze opdracht, net als Jezus in water te worden gedoopt (Matth. 3:13-17). Zo iemand wordt nu een geordineerde prediker.
Het is niet zo dat hij zichzelf heeft geordineerd door plechtig te beloven dat hij God zal dienen, noch dat degene die hem heeft gedoopt, hem heeft geordineerd. Gods opdracht aan al degenen die zich opdragen om Zijn wil te doen, vormt de ordinatie van hen als zijn dienstknechten, en Hij ondersteunt hen met zijn heilige geest. Niet alleen mannen, maar ook vrouwen en jongeren die daarvoor in aanmerking komen, kunnen deze schriftuurlijke ordinatie ontvangen (Ps. 68:12 11; Hand. 2:17, 18; Rom. 16:1; Pred. 12:1). Hoewel Gods gebod het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken in de bijbel staat, zodat allen het kunnen lezen, vormt het alleen een ordinatie voor degenen die aan de vereisten voldoen. Wij zouden een vergelijking kunnen trekken met het uitreiken van een diploma aan een afgestudeerde van een school. Hoewel de woorden van de diploma’s in feite gelijk zijn en iedereen ze kan lezen, zijn ze niet op iedereen van toepassing. Iemands naam hoort alleen op een dergelijk diploma thuis wanneer hij aan de vereisten voldoet. Op soortgelijke wijze vormt Gods in de bijbel opgetekende opdracht pas iemands ordinatie na studie, opdracht en doop. Vanzelfsprekend zijn een opleiding aan een seminarie en geschreven ordinatie-certificaten geen vereisten voor een schriftuurlijke ordinatie (Joh. 7:15; Hand. 4:13; Gal. 1:11, 12, 15-17). Door Jehovah geordineerde predikers die door zijn heilige geest worden gesteund, brengen veeleer levende aanbevelingsbrieven voort (2 Kor. 3:1-3). Iedereen die Gods Woord oprecht bestudeert, zal beseffen dat het werkelijke doel van bijbelstudie is, zich voor deze ordinatie, die zowel voor hemzelf als voor anderen leven betekent, te bekwamen (2 Tim. 3:16, 17; 1 Tim. 4:16). Natuurlijk mogen bijbelstudenten die pas met de maatschappij van Koninkrijksgetuigen zijn verbonden, een aandeel hebben aan het geven van getuigenis in het openbaar, maar zij worden pas geordineerde predikers wanneer zij zich opdragen en in gehoorzaamheid aan Gods wil worden gedoopt (Matth. 28:19, 20). Zij studeren ijverig om zover te komen.
WAAROM PREDIKEN ZIJ VAN HUIS TOT HUIS?
Jehovah’s getuigen brengen het goede nieuws naar de huizen van de mensen omdat Jezus en zijn apostelen dit voorbeeld hebben gegeven. Lukas 8:1 zegt over Jezus: „Hij [trok] van stad tot stad en van dorp tot dorp . . ., verkondigende het evangelie van het Koninkrijk Gods, en de twaalven met Hem.” Handelingen 5:42 (NW) vermeldt over de apostelen: „En zij bleven zonder ophouden iedere dag in de tempel en van huis tot huis onderwijzen en het goede nieuws over de Christus, Jezus, bekendmaken.” In Efeze leerde Paulus de christenen hoe „in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen” (Hand. 20:20, NW). De vroege christenen gingen bij geïnteresseerde personen terug en dat doen de hedendaagse getuigen van Jehovah eveneens. Natuurlijk wordt er een uitgebreid gebruik gemaakt van moderne communicatiemiddelen, zoals de radio en de gedrukte bladzijde, maar hun werk wordt voornamelijk verricht door op de vroeg-christelijke wijze van huis tot huis te gaan. Dit is de beste manier om zich ervan te vergewissen dat er niemand die naar rechtvaardigheid hongert en dorst, over het hoofd wordt gezien (Matth. 5:6). Liefde beweegt christenen ertoe van huis tot huis te gaan.
WELKE SOORT VAN VERGADERINGEN HOUDEN JEHOVAH’S GETUIGEN?
Evenals de vroege christenen komen Jehovah’s hedendaagse getuigen bijeen om de bijbel te bestuderen en zich toe te rusten voor het prediken van de Koninkrijksboodschap. Jezus zei: „Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden” (Matth. 18:20). Of zijn volgelingen nu in particuliere huizen of in bescheiden zalen die „Koninkrijkszalen” worden genoemd, bijeenkomen, dit is altijd het geval (Rom. 16:5; Hand. 20:8). Iedere week wordt er in de gemeente vijf uur voor vergaderingen uitgetrokken, en wel als volgt:
Gemeenteboekstudie. In het begin van de week gaan Jehovah’s getuigen en personen die de bijbel met hen hebben bestudeerd, naar het dichtstbij gelegen, daarvoor door de gemeente aangewezen huis om aan een groepsstudie van een uur deel te nemen, waarbij de bijbel en een leerboek dat door het Wachttorengenootschap is verschaft, worden gebruikt. Hier kunt u kennis maken met de dichtstbij wonende mensen die er belangstelling voor hebben Jehovah te dienen en in zijn rechtvaardige nieuwe wereld te leven (Mal. 3:16-18; 2 Petr. 3:13). Doordat het groepje zo klein is, kunt u vrijuit spreken en eraan gewend raken in het bijzijn van anderen van uw geloof te getuigen (Hebr. 13:15). Tegelijkertijd wordt uw kennis gescherpt door de opmerkingen van de andere aanwezigen. — Spr. 27:17.
Het huis waar een dergelijke boekstudie wordt gehouden, staat als Dienstcentrum bekend, omdat degenen die tot dit groepje behoren, er op geschikte tijden bij elkaar komen om naar de huizen in de buurt te gaan en het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken. Er worden regelingen getroffen dat beginnelingen en pas gedoopte Getuigen hulp en een bepaalde opleiding van een rijpe Getuige ontvangen zolang zij deze nodig hebben. Zij leren hoe zij een doeltreffend getuigenis aan de deur kunnen geven, hoe zij aantekeningen dienen te maken over geïnteresseerde personen en wat de beste manier is om de gevonden belangstelling te bevorderen totdat het geplante zaadje vrucht gaat dragen. — 1 Kor. 3:6.
School der theocratische bediening. Negentien eeuwen geleden waren Jehovah’s getuigen erop uit hun bekwaamheid tot spreken te verbeteren. Daarom schreef Paulus aan Timótheüs: „Word een voorbeeld voor de gelovigen in woord, . . . ga voort u toe te leggen op het lezen in het openbaar, het vermanen, het onderwijzen. Denk hier diep over na; word er geheel door in beslag genomen, opdat uw vooruitgang voor allen zichtbaar zij” (1 Tim. 4:12, 13, 15, NW; 2 Tim. 2:15). Omdat Jehovah’s getuigen thans ook belangstellen in voortdurende vooruitgang, laten zij zich inschrijven op de School der theocratische bediening, die eens per week ’s avonds in de Koninkrijkszaal wordt gehouden. Dit is een voortschrijdende opleiding voor mannen, vrouwen en kinderen. De studenten houden korte lezingen voor de toehoorders en oefenen voor individuele personen bestemde toespraakjes, terwijl zij ook uit de bijbel voorlezen. Er zijn speciale leerboeken en raadgevingenformulieren en er is een bekwame raadgever die nuttige suggesties ter verbetering doet. In de loop van deze opleiding wordt de bijbel helemaal doorgelezen en wordt er een grote reeks bijbelse leerstellingen en onderwerpen besproken. Als resultaat van deze uitstekende opleiding zijn de mannen in staat leerzame bijbellezingen te houden, en de vrouwen en kinderen kunnen doeltreffender toespraakjes van huis tot huis houden. Allen die de vergaderingen in de Koninkrijkszaal bijwonen en de voldoening willen smaken de kwaliteit van hun lof aan God te verbeteren, kunnen zich laten inschrijven voor de gratis opleiding die op de School der theocratische bediening wordt geboden.
Dienstvergadering. Gewoonlijk houdt de gemeente op dezelfde avond als de School der theocratische bediening een wekelijkse Dienstvergadering, naar het voorbeeld van de vergaderingen die Jezus en de apostelen hielden en waar instructies werden gegeven (Luk. 10:2-16; Hand. 4:23-31; 1 Kor. 14:26). In navolging van het voorbeeld dat Jezus heeft gegeven, wordt er raad verstrekt over de juiste predikingsmethoden. De Dienstvergadering is gebaseerd op instructies die in een maandelijkse publikatie, „Koninkrijksdienst” getiteld, worden verschaft. Verscheidene sprekers bespreken en demonstreren nieuwe van-huis-tot-huis-toespraakjes, manieren om meer bijbelse lectuur te verspreiden en geïnteresseerden na te bezoeken, en de beste methode om een huisbijbelstudie te leiden. Door het bijwonen van de Dienstvergadering vergroten zowel ervaren Getuigen als nieuwelingen hun bekwaamheid in Gods dienst. Op die manier wordt iemands prediking aangenamer voor God, worden er betere resultaten bereikt en schenkt ze meer vreugde. — Spr. 1:5; 11:14.
Openbare lezing. De meeste gemeenten benutten de zondagmorgen voor de van-huis-tot-huis-prediking. Daarom komt de gehele gemeente gewoonlijk op zondagmiddag of -avond in de Koninkrijkszaal bijeen voor de wekelijkse openbare lezing en Wachttoren-studie. Op de gemeentevergaderingen kunt u aantrekkelijke strooibiljetten verkrijgen die u kunt gebruiken om anderen uit te nodigen naar de openbare lezing, die volgens het voorbeeld van de bijbelse lezingen in vroeg-christelijke tijden is samengesteld, te luisteren (Matth. 5:1–7:29; 13:1-36; Hand. 5:42, NW). De sprekers zijn Getuigen uit de plaats zelf of zij zijn er op bezoek en komen door hun opleiding, rijpheid en ijver in de bediening daarvoor in aanmerking. Ieder jaar verschaft het Wachttorengenootschap nieuwe onderwerpen voor de lezingen en gestencilde schema’s, waardoor de sprekers geholpen worden bij het uitwerken van leerzame bijbellezingen van een uur. Ieder jaar worden er plannen gemaakt voor het houden van ruim vierentwintig verschillende lezingen. Elke lezing helpt u een belangrijk bijbels onderwerp beter te begrijpen. Om dit te bereiken, besteden de sprekers vele uren aan naslagwerk en het uitwerken en instuderen van hun materiaal, tot opbouw van de gemeente en personen van goede wil die met Jehovah’s getuigen studeren. De gemeente heeft waardering voor de waardevolle krachtsinspanningen van deze rijpe sprekers, „die hard werken wat spreken en leren betreft” (1 Tim. 5:17, NW). Uw aanwezigheid op de een uur durende openbare lezing biedt u de voordelen van vele uren nauwgezette bijbelstudie — een geweldig voordeel dat u „zonder geld en zonder prijs” ontvangt. — Jes. 55:1-3.
„Wachttoren”-studie. De openbare lezing op zondag wordt over het algemeen door de belangrijkste gemeentevergadering gevolgd, de Wachttoren-studie. Dit is een vraag-en-antwoord-bespreking die lijkt op de gemeenteboekstudie, met dit verschil dat het materiaal in het tijdschrift De Wachttoren is te vinden en de gehele gemeente op één plaats bijeenkomt. De bespreking verschilt ook in die zin van de boekstudie dat het materiaal dat op de Wachttoren-studie wordt besproken, gewoonlijk een persoonlijker tintje heeft. Het spreekt over de toepassing van bijbelse profetieën en christelijke beginselen in uw dagelijks leven en waarschuwt tegen de valkuilen van een onchristelijk gedrag (Rom. 12:2, NW; 2 Kor. 13:5). Door middel van de kolommen van De Wachttoren komt er, naarmate Jehovah dit bekendmaakt, steeds meer licht op Gods Woord (Spr. 4:18). Enkele van de onlangs besproken onderwerpen waren getiteld: „Waarom moet u worden gedoopt?” „Kinderen, gehoorzamen jullie Jehovah?” „Christelijk gedrag in een verdeeld huisgezin”, „Wees moedig en sterk door geloof”, „Respect voor de heiligheid van bloed”, „Vermijd de valkuilen”, „Let op uw omgang in de tijd van het einde”, „Christelijke manieren aan de dag leggen”, „Oefen uw waarnemingsvermogen” en „Geduld en volharding”. Met het oog op het feit dat deze besprekingen van levensbelang zijn is de Wachttoren-studie een uitermate belangrijke vergadering voor alle getuigen van Jehovah en personen van goede wil. Allen kunnen erdoor naar behoren in dezelfde gedachtengang worden verenigd (1 Kor. 1:10, NW). Bereid u voor zodat u een aandeel aan de bespreking kunt hebben, dan zult u bemerken dat de woorden van Spreuken 15:23 waar zijn: „Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd!”
DE GROTE VERGADERINGEN VAN JEHOVAH’S GETUIGEN
De bijeenkomsten van grote aantallen van Jehovah’s volk zijn reeds lang een kenmerk van de ware aanbidding (Deut. 16:1-16; 31:10-13; Hand. 2). Zo voorzien thans de bijeenkomsten van Jehovah’s volk in een gelegenheid om een indrukwekkend getuigenis van Gods koninkrijk te geven. Het feit alleen al dat er zoveel christelijke personen bijeen zijn, doet de mensen vragen stellen, zoals met Pinksteren. Bovendien ziet men de uitwerking van Gods heilige geest op de menigten die uit verafgelegen plaatsen en verschillende landen komen en desondanks christelijke liefde en eenheid tentoonspreiden, vrij van de vooroordelen en tweedracht van de wereld (Ps. 133:1, NW). Daarnaast is de liefde die deze Getuigen ertoe aanzet hun tijd en energie eraan te besteden hun christelijke broeders door middel van de verschillende vergaderingsafdelingen te dienen, een bron van verbazing voor de wereld, wat een doeltreffend getuigenis tot gevolg heeft (Joh. 13:34, 35). Tweemaal per jaar komen de gemeenten die tot een „kring” behoren, bijeen voor een driedaagse kringvergadering. Er worden speciale lezingen en demonstraties gehouden en personen die zich onlangs hebben opgedragen, worden in de gelegenheid gesteld dit te symboliseren door de doop in het openbaar. Met tussenpozen komen vele kringen voor een districtsvergadering bijeen. Er zijn ook nationale en internationale vergaderingen. Al deze christelijke vergaderingen verschaffen een voortreffelijk getuigenis van Gods koninkrijk en bieden Jehovah’s dienstknechten een gelegenheid ’elkaar te blijven vertroosten en opbouwen’. — 1 Thess. 5:11, NW.
HEBBEN ZIJ VOORGANGERS?
Ja, iedere gemeente heeft een voorganger die gemeentedienaar of opziener wordt genoemd. Hij is niet de „leider” van de andere leden van de gemeente, maar wordt door heilige geest aangesteld om Gods kudde te weiden en het juiste voorbeeld te geven (Matth. 23:8-12, NW; 1 Petr. 5:2; Hand. 20:28). Of iemand er voor in aanmerking komt gemeentedienaar te worden, wordt niet bepaald door de leeftijd. Het is veeleer de geestelijke rijpheid als christen die telt. De schriftuurlijke vereisten voor een opziener vinden wij in 1 Timótheüs 3:1-7 en Titus 1:5-9. Op hem rust de plicht erop toe te zien dat alle personen in het gebied dat aan de gemeente is toegewezen, regelmatig een grondig getuigenis ontvangen en dat allen in de gemeente worden geholpen hun opdracht op een voor God aanvaardbare wijze te vervullen. Onder het toeziend oog van Christus, de Koning, moet iedere opziener „zijn als een beschutting tegen den wind en als . . . waterstromen in een dorre streek” (Jes. 32:1, 2). Bij deze verantwoordelijkheid Gods kudde te weiden, wordt de opziener geassisteerd door een aantal personen die dienaren in de bediening worden genoemd. — 1 Tim. 3:8; Fil. 1:1, NW.
DE TAAK VAN DIENAREN IN DE BEDIENING
Om een dienaar in de bediening te kunnen zijn, moet men voldoen aan de vereisten die in 1 Timótheüs 3:8-13 zijn vermeld. Evenals de opziener moet hij Jehovah en Christus Jezus navolgen bij het teder hoeden van Gods volk (Jes. 40:11; Joh. 10:11). Dienaren in de bediening worden niet alleen aangesteld om de opziener te assisteren, maar eveneens om de gemeente persoonlijke hulp te verlenen (1 Kor. 10:24). Hier volgt hun taak:
Assistent-gemeentedienaar. Deze rijpe dienaar heeft bij afwezigheid van de opziener het toezicht over de gemeente. Het is zijn taak te helpen bij het coördineren van de hulpverlening aan allen via de afzonderlijke dienstcentrums. Hij weet wie er hulp nodig heeft, omdat hij de berichten die door iedere Getuige worden ingeleverd, bijhoudt. Evenals in bijbelse tijden houden de hedendaagse getuigen van Jehovah een nauwkeurig bericht van hun bediening bij (Ezech. 9:11; Hand. 2:41; 4:4). Iedere prediker bericht hoeveel uren hij aan het predikingswerk heeft besteed, hoeveel stuks lectuur hij heeft verspreid, het aantal nabezoeken dat hij heeft gebracht en het aantal bijbelstudiën dat hij heeft geleid. Deze gegevens worden aangebracht op de afzonderlijke ’Gegevens-over-verkondiger’-kaarten, die niet alleen aangeven welke verkondiger hulp nodig heeft, maar de gemeente tevens in staat stellen bekwame Getuigen bij het Wachttorengenootschap aan te bevelen voor een aanstelling voor speciale dienstvoorrechten (1 Tim. 3:10; 5:22). Eenmaal per maand wordt het totaalbericht van de gemeente naar het bijkantoor van het Genootschap gezonden. Uiteindelijk gaan de berichten van alle bijkantoren naar het hoofdbureau voor de gehele wereld in Brooklyn, New York. De assistent-gemeentedienaar moedigt allen aan een geregeld aandeel te hebben aan het getuigenis dat thans wordt gegeven. — Matth. 24:14.
Bijbelstudiedienaar. Omdat alle getuigen van Jehovah onderwijzers zijn, brengen zij bij geïnteresseerde personen meerdere bezoeken en leiden zij huisbijbelstudiën (Dan. 11:33; 12:3; Gal. 6:6). Met de Studierapporten die iedere prediker inlevert als basis, kan de bijbelstudiedienaar nuttige wenken geven. Hij is er op uit anderen in de gemeente te helpen nieuwe bijbelstudiën op te richten en ze op de meest nuttige manier te leiden. Dank zij zijn getrouwe en geduldige krachtsinspanningen ontvangen meer personen een betere kennis van Gods Woord en voornemen.
Lectuurdienaar. U zult hebben opgemerkt dat Jehovah’s getuigen wanneer zij onderwijzen gedrukte preken gebruiken. De boeken en brochures die dergelijke preken bevatten, worden besteld en verzorgd door deze dienaar in de bediening en zijn verkrijgbaar aan de lectuurtafel van de gemeente. Ook pas geïnteresseerden zijn vrij publikaties van hem te betrekken voor verspreiding onder vrienden en kennissen. — 2 Tim. 4:13; Pred. 11:6.
Tijdschriften-gebiedsdienaar. De gemeente verspreidt veel exemplaren van iedere uitgave van De Wachttoren en Ontwaakt! in haar gebied. Deze tijdschriften worden besteld en verzorgd door de tijdschriften-gebiedsdienaar. Velen die pas met de gemeente zijn verbonden, vinden het prettig om met het getuigenis geven met de tijdschriften te beginnen, als hun eerste stappen op het gebied van de van-huis-tot-huis-prediking. Natuurlijk zou er, of er nu met tijdschriften of met boeken en brochures wordt gewerkt, verwarring ontstaan indien er zomaar lukraak van huis tot huis werd gewerkt. Om dit te voorkomen krijgt iedere gemeente een bepaald gebied door het Genootschap toegewezen (Matth. 13:38; 2 Kor. 10:13-16). Door kleine stukjes van dat gebied aan de afzonderlijke predikers toe te wijzen, zorgt de tijdschriften-gebiedsdienaar voor een ordelijke bewerking van alle huizen binnen de grenzen van de gemeente. — 1 Kor. 14:33.
Comptabiliteitsdienaar. Hoewel de opziener of de dienaren in de bediening geen salaris wordt uitbetaald, zijn er toch uitgaven betrokken bij het onderhouden van een Koninkrijkszaal en het bestellen van lectuur. Deze worden door vrijwillige bijdragen gedekt. Er zijn geen collecteschalen, tienden, enveloppen of contributielijsten (Matth. 6:1-4). Iedereen is vrij iets „naar vermogen” in de bijdragenbus te doen (2 Kon. 12:9; 1 Kor. 16:2). De comptabiliteitsdienaar beheert dit geld en zorgt ervoor dat de bijdragen worden gebruikt om het predikingswerk en de Koninkrijksbelangen te bevorderen.
Andere aanstellingen. Reeds eerder hebben wij de School der theocratische bediening, de Wachttoren-studie en de gemeenteboekstudie besproken. Er wordt door het Wachttorengenootschap een dienaar over elk van deze vergaderingen aangesteld. Zij staan bekend als de schooldienaar, Wachttoren-studiedienaar en boekstudieleider. Zoals bij de andere dienaren in de bediening het geval is, bekommeren ook zij zich er voornamelijk om ieder lid van de gemeente liefdevol bij te staan om volledig voordeel te trekken van de vergaderingen die zij leiden (1 Thess. 2:8). Zij stellen er persoonlijk belang in nieuwelingen en anderen die hulp nodig hebben te tonen hoe te studeren en als dienstknechten van God regelmatig vooruit te gaan. — Fil. 2:4.
Het Genootschap stelt ook predikers aan in verschillende dienstvoorrechten die voor opgedragen predikers open staan. Dit zijn vakantie-, gewone en speciale pionierbedienaren, kring-, districts- en zonedienaren, zendelingen en leden van het personeel van de bijkantoren die als een Bethelfamilie bij elkaar wonen. Op welke plaats in Jehovah’s organisatie iemand ook dient, hij stelt zowel belang in de redding van zijn naaste als in die van zichzelf. — Matth. 22:36-40.
EEN REINE ORGANISATIE
Niemand die een immoreel leven leidt, regelmatig dronken is of oneerlijk is in het zakenleven wordt uitgenodigd aan het getuigeniswerk deel te nemen. Indien men God op aanvaardbare wijze wil dienen en Gods nieuwe wereld wil binnen gaan, moet men die levenswijze veranderen (1 Kor. 6:9-11). Heeft iemand zich van deze praktijken gereinigd, dan verlangt Jehovah van hem dat hij rein blijft (2 Petr. 2:20-22). Wil de gemeente Gods geest ontvangen en voorspoed kennen, dan dient ze er nauwlettend op toe te zien dat er geen onchristelijk gedrag wordt toegelaten. Het dienstcomité, dat is samengesteld uit de gemeentedienaar, de assistent-gemeentedienaar en de bijbelstudiedienaar, is hiervoor in de eerste plaats verantwoordelijk. Indien het comité bemerkt dat iemand voordat hij zich dit realiseert door onrijpheid of onvolmaaktheid een misstap begaat, en hij oprecht berouw toont, kan het barmhartigheid tonen en zo iemand op voorwaarden stellen (Gal. 6:1). Iedereen die het echter tot zijn gewoonte maakt te zondigen, moet uitgesloten worden (1 Kor. 5:9-13; 2 Joh. 10, 11). Iemand die uitgesloten is en later wordt hersteld, kan niet als opziener of dienaar in de bediening worden aanbevolen, daar zijn reputatie niet smetteloos is (2 Kor. 2:5-11; 1 Tim. 3:1, 2, 7; Tit. 1:7). Het comité en het Genootschap zullen passende disciplinaire stappen ondernemen tegen iedere opgedragen prediker die een overtreding begaat, ongeacht zijn positie in de organisatie. Daar iedere christen Christus navolgt en geen mensen, dient deze handelwijze geen reden tot struikelen te zijn voor iemand die rechtvaardigheid liefheeft (Hebr. 12:1, 2; Luk. 17:1; 2 Petr. 2:1, 2). Ze vormt veeleer een verzekering voor u dat u verbonden bent met een reine organisatie, een organisatie die door God gezegend zal worden. — Ef. 5:27; 1 Petr. 1:15, 16.
HOE STAAT HET MET DE AANBIDDING IN HET GEZIN?
De belangrijkheid Jehovah in het gezin te aanbidden en Gods Woord geregeld in gezinsverband te bespreken, wordt in Deuteronomium 6:6, 7 geïllustreerd. Er zijn vele gelegenheden om dit te doen, onder andere in de vorm van het gebed bij de maaltijden, de persoonlijke gebeden bij het naar bed gaan en een persoonlijke en groepsbijbelstudie met de gezinsleden. Ouders en kinderen, jong en oud, varen er allen wel bij wanneer de gezinskring in overeenstemming met christelijke beginselen werkzaam is (Ef. 5:22–6:4). Jehovah’s getuigen vinden de dagelijkse bijbeltekst en het commentaar in De Wachttoren een nuttig onderwerp voor bespreking aan het ontbijt. Maak uw huis tot de plaats waar u iedere dag goed begint door eerst het Koninkrijk te zoeken. — Matth. 6:33.
SAMENVATTING
Door deze bespreking hebt u nu een algemeen beeld gekregen van de op de bijbel gebaseerde organisatie van Koninkrijksgetuigen. U zult uit de aangehaalde schriftplaatsen hebben gezien dat ze strikt in harmonie met bijbelse beginselen werkzaam is. Ze is de organisatie die de levengevende boodschap van Jehovah’s Woord en koninkrijk bij u thuis brengt (Joh. 17:3). Ze is de gemeente die u tot liefde en voortreffelijke werken aanspoort. Haar bestaan betekent lof voor Jehovah God, de Schepper ervan. Omdat ze door zijn geest wordt ondersteund, moeten oprechte waarnemers in alle delen van de wereld het wel eens zijn met de conclusie die C.S. Braden, professor in de geschiedenis, in zijn boek These Also Believe heeft vermeld:
„Als getuigen die onder het goddelijke gebod staan de nadering van het einde van dit tijdperk en de komst van de Theocratie bekend te maken, trachten zij hun boodschap met alle denkbare middelen tot de mensen te brengen. U behoeft u nooit te verbazen wanneer zij weer een nieuwe methode hebben ontwikkeld. Jehovah’s getuigen hebben letterlijk de gehele aarde omspannen met hun getuigenis. . . . Er kan naar waarheid worden gezegd dat geen enkele religieuze groep ter wereld bij haar pogingen het goede nieuws van het Koninkrijk te verbreiden meer ijver en volharding heeft tentoongespreid dan Jehovah’s getuigen.”
Indien u er belang in stelt de goddelijke wil te doen en een aandeel wilt hebben aan de Koninkrijksprediking die thans onder alle natiën wordt verricht, heten Jehovah’s getuigen u welkom wanneer u zich met hen wilt verbinden en van deze voorzieningen die Jehovah God liefdevol heeft getroffen, voordeel wilt trekken.