-
Wees verstandig — mijd hebzuchtDe Wachttoren 1978 | 15 april
-
-
de valse bewering uitend dat de profeet met het oog op de komst van twee jonge mannen uit de profetenzonen van gedachten was veranderd. Naäman was blij aan dit verzoek te kunnen voldoen, waarbij hij de hebzuchtige Gehazi niet slechts één maar twee talenten zilver en twee wisselklederen gaf. — 2 Kon. 5:15, 16, 20-23.
Gehazi’s hebzucht scheen lonend te zijn. Maar niet in werkelijkheid. Hij verloor het voorrecht als Elisa’s bediende dienst te mogen verrichten. Doordat Gehazi hebzuchtig was geweest, de naam van zijn meester voor oneerlijk gewin had misbruikt en de profeet verkeerd had voorgesteld, bracht hij rampspoed over zichzelf en zijn nakomelingen. Elisa maakte Gods oordeel bekend toen hij tot Gehazi zei: „De melaatsheid van Naäman [zal] u en uw nageslacht tot onbepaalde tijd aankleven.” De voltrekking van dat oordeel liet niet op zich wachten. Het verslag vervolgt: „Onmiddellijk ging hij van voor [Elisa’s] aangezicht naar buiten, een melaatse wit als sneeuw.” — 2 Kon. 5:27.
Jehovah God denkt er beslist niet licht over wanneer personen zijn gaven voor zelfzuchtig gewin trachten aan te wenden. Men zou zich hier ook schuldig aan maken wanneer men zijn positie van verantwoordelijkheid in de christelijke gemeente voor zelfzuchtige doeleinden zou aanwenden. Een van de vereisten voor degenen die in een speciale diensttoewijzing in de gemeente worden aangesteld, is zelfs dat zij „niet belust [mogen zijn] op oneerlijke winst” (1 Tim. 3:8). Ouderlingen ontvangen de vermaning: „Weidt de kudde Gods die aan uw zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde voor oneerlijke winst, maar bereidwillig.” — 1 Petr. 5:2.
Er bestaat een goede reden voor wat de bijbel gebiedt. Aangestelde dienaren in een gemeente moeten misschien voor financiën zorg dragen. Met het oog hierop moeten zij op een voorbeeldige wijze vrij zijn van hebzucht. Indien zij ondanks een ernstige zwakheid op dit terrein toch aangesteld zouden worden, zouden zij er namelijk toe verleid kunnen worden datgene wat hun is toevertrouwd, verkeerd te gebruiken en zichzelf dingen toe te eigenen waarop zij geen recht hebben. Ook ouderlingen moeten er zorgvuldig op toezien dat zij hun positie niet op enigerlei wijze tot persoonlijk voordeel of gewin aanwenden. Niet alleen zou het verkeerd zijn wanneer zij op materieel gewin uit zouden zijn, maar het zou ook onjuist zijn wanneer zij op grond van hun positie, autoriteit, prestige of belangrijkheid andere persoonlijke voordelen zouden trachten te verkrijgen.
Zou een ouderling of een andere aangestelde dienaar in de gemeente het slachtoffer worden van hebzucht, dan zou hij, net als Gehazi, zijn vertrouwenspositie verliezen. En wat nog erger is, hij zou zelfs de verhouding waarin hij tot Jehovah staat, kunnen verbeuren.
Deze kwestie van het vermijden van hebzucht dient niet alleen van groot belang te zijn voor mannen die een beheer toevertrouwd hebben gekregen, maar voor alle ware christenen. De bijbel rekent ook „hebzuchtige personen” tot degenen die ’Gods koninkrijk niet zullen beërven’ (1 Kor. 6:9, 10). Zo’n hebzucht kan zich op verscheidene manieren openbaren: men kan liefde voor geld hebben, verlangen naar macht of roem, zich overgeven aan overmatig eten of drinken, ongeoorloofde seks, en dergelijke.
Wil iemand het vermijden het slachtoffer van hebzucht te worden, dan moet hij toezien op wat hij denkt en op datgene waarover hij spreekt (Fil. 4:8; Ef. 5:3). Er dient onder ware christenen geen hebzucht voor te komen. Ze dient niet te bestaan.
Indien u een goede verhouding tot God wilt genieten of bewaren, ga dan hebzucht uit de weg. Doe er, in plaats van toe te laten dat verkeerde verlangens in uw hart post vatten, oprecht moeite voor over goede en opbouwende dingen na te denken. Dit kan het huidige leven in belangrijke mate veraangenamen en kan u van een zekere toekomst verzekeren. Ja, het leven spruit niet voort uit het voorwerp van iemands hebzucht, maar uit het feit dat hij weerstand aan elke neiging tot hebzucht biedt en in een goedgekeurde verhouding tot Jehovah God blijft staan.
-
-
Blijvende genezing voor de blindenDe Wachttoren 1978 | 15 april
-
-
Blijvende genezing voor de blinden
● „Jezus gaf hun ten antwoord: ’Gaat heen en bericht aan Johannes wat gij hoort en ziet: De blinden zien weer en de kreupelen lopen rond, de melaatsen worden gereinigd en de doven horen, en de doden worden opgewekt, en aan de armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt; en gelukkig is hij die in mij geen aanleiding tot struikelen vindt.’” — Matth. 11:4-6.
-