-
Gebruik materiële bezittingen verstandigOntwaakt! 1979 | 8 februari
-
-
terwijl zij dat werk wel zouden kunnen doen. De schriftuurlijke regel is: „Als iemand niet wil werken, laat hij dan ook niet eten” (2 Thess. 3:10). Daar staat tegenover dat de bijbel het aanmoedigt diegenen die werkelijk in nood zijn, te hulp te komen. — Ef. 4:28.
Zou het niet heilzaam zijn als meer mensen zouden weten wat de bijbelse beginselen zijn met betrekking tot het behartigen van financiële aangelegenheden, en hieraan aandacht zouden schenken? Dit zou hen beslist helpen brood op de tafel te brengen.
-
-
Wees tevreden — het kan verschil makenOntwaakt! 1979 | 8 februari
-
-
Wees tevreden — het kan verschil maken
„Wij hebben niets in de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wanneer wij daarom voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn. Zij echter die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, hebben [sommigen] zich overal met vele pijnen doorboord.” — 1 Tim. 6:7-10.
De bijbel waarschuwt er dus duidelijk voor iemand te worden die het geld liefheeft, en hij verkleint ook de belangrijkheid van stoffelijke bezittingen. Wij hebben geen overvloed aan luxe nodig om te leven. Ons voedsel dient weliswaar gezond te zijn, maar hoeft niet het duurste van het duurste te zijn. Hoewel kleding en onderdak fundamentele behoeften zijn, zal een uitgebreide garderobe en een luxueuze woning vol schitterend meubilair geen jaren aan ons leven toevoegen.
Veel mensen weten dit, maar toch maken zij het verkrijgen van geld tot het voornaamste doel in hun leven. Dit stort hen vaak in het verderf en brengt hen zelfs zover dat zij geen brood op tafel hebben.
Een beveiliging tegen onverstandige stappen
Natuurlijk dient een goede verzorging van het gezin een man terecht ter harte te gaan. De Schrift zegt: „Indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige” (1 Tim. 5:8). Als zich daarom een gelegenheid voor een betere betrekking voordoet, misschien zelfs in een andere plaats, kan het zijn
-