Overeenkomstig de regels strijdend?
WIL een christen eeuwig leven in Gods nieuwe wereld verkrijgen, dan moet hij regels volgen, de regels welke in Gods heilige Woord, de bijbel, staan vermeld. Deze regels houden in dat een christen zijn geloof gepaard moet laten gaan met werken, door een actieve verkondiger van het goede nieuws van Gods koninkrijk te zijn. Kan en wil iemand anderen dit goede nieuws niet onderwijzen, dan houdt hij zich niet aan de regels. Christus’ apostel legt er aldus de nadruk op: „Vertrouw hetgeen gij van mij hebt gehoord met ondersteuning van vele getuigen, toe aan getrouwe mensen, die op hun beurt voldoende bekwaam zullen zijn anderen te onderwijzen. . . . iemand [wordt], zelfs wanneer hij in de spelen wedijvert, niet gekroond indien hij niet overeenkomstig de regels heeft gestreden.” — 2 Tim. 2:2, 5, NW.
Hieruit volgt dat men niet met de prijs van eeuwig leven gekroond kan worden tenzij men de regels volgt en hiervan blijkt geeft door een onderwijzer van het goede nieuws te zijn. Strijden de grote massa’s kerkgangers in de christenheid overeenkomstig de regels en komen zij op voor het christelijke geloof? De geestelijken en de kerkgangers twijfelen er zelf aan! Volgens de Chicago Daily News van 26 oktober 1953 heeft een lutherse geestelijke gezegd: „Nu de tijd naderbij komt waarop de Wereldraad van Kerken te Evanston zal vergaderen, dienen de Amerikaanse christenen om genade te bidden, opdat zij zich zelf kunnen zien zoals anderen hen zien.” „Elders,” zo zeide hij, zijn de christenen verontrust doordat „onze kerk zo veel oppervlakkige lidmaten heeft.” en „zij vragen of onze lidmaten werkelijk in het christelijke geloof geworteld zijn.”
Aangezien kerkgangers buiten Amerika eigenlijk vragen of de Amerikaanse „christenen” de regels volgen, zou het dan niet goed zijn de vraag te stellen of alle zogenaamde „christenen” der gehele christenheid dit wel doen? Leven zij dus overeenkomstig de volgende fundamentele regel welke door de Meester zelf is vastgelegd? — „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt met het doel een getuigenis aan alle natiën te geven.” — Matth. 24:14, NW.
Kunnen wij bespeuren dat afzonderlijke kerkgangers energiek het goede nieuws van Gods koninkrijk bekendmaken en anderen onderwijzen? Integendeel, zij schijnen er bevreesd voor te zijn aan anderen getuigenis af te leggen van hun geloof! Zij zijn slechts hoorders van het Woord, en dan nog wel ontzaglijk slechte hoorders; want de geestelijken moeten de kerk, om hen tot het bezoeken er van over te halen, in gezellige clubs veranderen, waar eten, dansen en gokken als trekpleisters dienen, niet Gods Woord. Bekijkt men de zogenaamde „christenen” eens goed, dan blijkt dat zij overal in de christenheid traag zijn. Hoe duidelijk waarneembaar is het dat de „christenen” der christenheid niet overeenkomstig een fundamentele regel leven welke door Christus is vastgelegd, en dat zij daarom niet „werkelijk in het christelijke geloof geworteld zijn”!
Wie strijden dan overeenkomstig de regels en komen op voor het christelijke geloof, door de zuivere schriftuurlijke leerstellingen te leren, door op de gehele aarde het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken? Lees voor het antwoord hierop de volgende uitgaven van dit tijdschrift, waarin wordt gesproken over de wereldomvattende activiteit van Jehovah’s getuigen.