-
Een dood leidde tot levenDe Wachttoren 1964 | 15 juni
-
-
was betaald. 3 Vers 17 verklaart: „Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld uitgezonden opdat hij de wereld zou oordelen, maar opdat de wereld door bemiddeling van hem gered zou worden.” De mensenwereld zal niet in de dood ten onder gaan omdat Christus’ losprijsoffer de mogelijkheid heeft geschapen allerlei mensen die geloof oefenen, van de ondergang te redden. Zij zullen de gave van eeuwig leven in Gods rechtvaardige, thans zo nabije nieuwe ordening ontvangen. Velen van hen zullen zelfs uit de doden worden opgewekt. Dit zou niet mogelijk zijn indien Christus niet als een losprijsoffer was gestorven.
Wij kunnen ons thans, dank zij Christus’ offer, tot God wenden en vergeving voor onze zonden ontvangen, waardoor wij in een reine verhouding tot God komen te staan. Wanneer de dood nadert, kunnen wij, dank zij dat offer, de vaste hoop koesteren dat wij niet voor altijd in de dood zullen slapen, maar dat wij door een opstanding tot het leven zullen terugkeren. Tijdens Christus’ duizendjarige regering kunnen wij vol vertrouwen uitzien naar een regeneratie totdat wij in dezelfde staat van menselijke volmaaktheid verkeren als waarin Adam zich verheugde; bovendien mogen wij uitzien naar „het eeuwige leven, dat God, die niet liegen kan, vóór ver in het verleden liggende tijden heeft beloofd” (Tit. 1:2, NW). Op die manier heeft de dood van de volmaakte mens Jezus Christus, tot leven voor de stervende mensheid geleid.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1964 | 15 juni
-
-
Vragen van lezers
● Waarom werd Johannes de Doper door zijn discipelen Rabbi genoemd, terwijl Jezus toch duidelijk zei: „Gij moet u geen Rabbi laten noemen”? — C. W., Verenigde Staten.
Niet alleen Johannes werd door zijn discipelen „Rabbi” genoemd, wat ook uit Johannes 3:26 (NW) blijkt, maar ook Jezus werd door zijn discipelen met „Rabbi” betiteld; Johannes 1:38 (NW) licht ons hierover in, want daar staat: „Zij zeiden tot hem: ’Rabbi (hetgeen vertaald betekent: Leraar), waar houdt gij verblijf?’” Deze tekst laat duidelijk zien, dat Rabbi leraar betekent. Johannes, die als profeet van Jehovah de opdracht had gekregen Zijn wegen gereed te maken en Zijn volk kennis van redding te geven, was een dergelijke leraar, en zijn discipelen erkenden dit. — Luk. 1:76-79, NW.
Natuurlijk was Johannes na zijn dood geen leraar meer, en na Johannes’ sterven maakte Jezus zijn discipelen duidelijk dat hij nu hun leraar was en dat zij onderling geen onderscheid moesten maken door bepaalde personen de titel Rabbi te geven. „Gij moet u geen Rabbi laten noemen, want één is uw leraar, terwijl gij allen broeders zijt.” — Matth. 23:8, NW.
● Waarom vroeg Jezus, hoewel hij wist dat hij in vervulling van Genesis 3:15 door de grote Slang, Satan de Duivel, vermorzeld zou worden, bij zijn sterven aan de martelpaal: „Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?” — Matth. 27:46, NW.
Aan de martelpaal stelde Jezus deze vraag niet omdat hij niet wist waarom Jehovah God, zijn hemelse Vader, hem had verlaten, maar ten einde een profetie in vervulling te doen gaan. De profetie die hier in vervulling ging, staat in Psalm 22, welke door David, die in vele opzichten een profetisch beeld vormt van de Heer Jezus Christus, werd geschreven.
In de openingswoorden van die psalm roept David uit: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” Als de discipelen van Jezus die bij zijn martelpaal stonden, zoals Johannes en Maria, Jezus’ moeder, hem deze woorden uit Psalm 22:2 1 hebben horen uitroepen, hebben zij misschien niet goed begrepen waarom hij iets dergelijks riep. Nadat de heilige geest met Pinksteren op hen was uitgestort en zij de dingen in het juiste licht gingen bezien, moeten zij zich deze uitroep echter wel hebben herinnerd en tot het besef zijn gekomen dat deze woorden Jezus als de Christus, de Messias van God, identificeerden.
Aan de martelpaal werd Jezus inderdaad door zijn hemelse Vader, Jehovah, verlaten opdat zijn rechtschapenheid jegens God tot het uiterste op de proef zou worden gesteld. God verliet hem, hij leverde hem over aan de wrede listen van Satan de Duivel en zijn goddeloze religieuze werktuigen op aarde. Aldus werd het Satan, die het middel bezit de dood te veroorzaken,
-