-
Een veertigjarig jubileum in het opleiden van zendelingenDe Wachttoren 1983 | 15 augustus
-
-
Ook Theodore Jaracz en Milton Henschel van het Besturende Lichaam spraken enkele hartelijke woorden van aanmoediging. Theodore Jaracz herinnerde de studenten aan de Israëlieten die, hoewel zij wonderbaarlijke plagen en het vaneensplijten van de Rode Zee hadden gezien, Jehovah toch vergaten (Deut. 6:10-12). Milton Henschel bouwde zijn lezing op rond Prediker 7:12, waarin geld en goddelijke wijsheid tegenover elkaar worden gesteld. In sommige landen heeft de inflatie het geld vrijwel waardeloos gemaakt. De kennis die de studenten hadden verworven, zou echter worden ’uitgestrooid’ tot nut van velen. — Spr. 15:7.
Ten slotte sprak de president van de Gileadschool, F. W. Franz, uitvoerig over het onderwerp „Jehovah’s organisatie”. Hij bracht de tijd in herinnering dat Jehovah’s volk de noodzaak van organisatie niet duidelijk inzag. Naarmate ons begrip van de bijbel toenam, gingen wij niettemin inzien dat er in werkelijkheid slechts twee organisaties zijn — die van Jehovah en die van Satan. Daarom spoorde hij de zendelingen aan, bij de organisatie te blijven waarvan Jehovah gebruik maakt.
’s Middags vertoonden de studenten een opwindend diaprogramma dat de geschiedenis van de Gileadschool in beeld bracht. Ook voerden zij een aangrijpend hedendaags drama op, waarin enkele van de problemen die veel ouders in de communicatie met hun kinderen ondervinden, realistisch werden uitgebeeld.
Wij zijn ervan overtuigd dat deze afgestudeerde zendelingen zich zullen aanpassen aan hun nieuwe tehuis en een voortreffelijke bijdrage zullen leveren tot de bevordering van het wereldomvattende predikingswerk. Zij die hen zijn voorgegaan, hebben dat beslist gedaan.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1983 | 15 augustus
-
-
Vragen van lezers
■ Was Samuël een profeet? Dat heb ik altijd gedacht, maar toen ik Hebreeën 11:32 in mijn bijbel las, kreeg ik de indruk dat hij dit misschien niet is geweest.
Ja, Samuël was zowel een profeet als een rechter. De manier waarop Hebreeën 11:32 in sommige bijbels is vertolkt, kan op dit punt verwarring scheppen, maar het vers kan zodanig worden weergegeven dat het begrijpelijk is.
Toen Samuël nog een jongen was, begon Jehovah hem te gebruiken om zijn woorden over te brengen, en geheel Israël ging Samuël als profeet erkennen (1 Sam. 3:1-21). Koning Saul wendde zich tot Samuël om inlichtingen die een profeet zou kunnen verschaffen (1 Sam. 9:6, 9; 28:11, 15). Toen ’de ouderen van de profeten eens profeteerden, stond Samuël in zijn positie als hoofd over hen’ (1 Sam. 19:20). Afgezien van zijn profetische werkzaamheden, was Samuël ook rechter in Israël. — 1 Sam. 7:15-17; 12:6, 7.
Of Samuël een profeet was, zou echter in twijfel getrokken kunnen worden op grond van het feit dat de lijst van mannen des geloofs in Hebreeën 11:32 in veel vertalingen ongeveer als volgt luidt: „De tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuël en de profeten” (Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap). Dat zou opgevat kunnen worden alsof Samuël onderscheiden was van de profeten, evenals dit het geval was met David en de rechters Gideon, Barak, Simson en Jefta.
In sommige vertalingen wordt in Hebreeën 11:32 echter het woord „andere” toegevoegd. The Living Bible luidt: „. . . Jefta en David en Samuël en alle andere profeten.” Elders in de christelijke Griekse Geschriften treffen wij voorvallen aan waarin „andere” terecht voor de duidelijkheid is ingevoegd. Zo zei Jezus in Lukas 21:29 bijvoorbeeld volgens de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap: „Let op den vijgeboom en op al de bomen.” Dat is niet bepaald logisch, want de vijgeboom is zelf een boom. Daarom kunnen Jezus’ woorden als volgt in het Nederlands worden weergegeven: „Let op de vijgeboom en alle andere bomen.” — Nieuwe-Wereldvertaling; Groot Nieuws Bijbel; Willibrordvertaling; vergelijk Lukas 13:4.
De Nieuwe-Wereldvertaling vertolkt Hebreeën 11:32 dus op een manier die duidelijk is en die in overeenstemming is met de Hebreeuwse Geschriften: „Want de tijd zal mij ontbreken indien ik verder vertel over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David alsook Samuël en de andere profeten.”
-