Hoe beziet u autoriteit?
1, 2. (a) Hoe wordt de algemene kijk op autoriteit geïllustreerd? (b) Waarom is het voor ons belangrijk onze eigen kijk op autoriteit te onderzoeken?
OP een zekere ochtend in oktober 1969 ging de stadspolitie van Montreal in Canada, in plaats van zich van haar taken te kwijten, naar een arena om de te volgen stakingspolitiek te bespreken. Hoe zouden de inwoners van de stad op deze plotselinge afwezigheid van politieautoriteit reageren? Zoals verwacht werd, maakten bandieten, strijdlustige studenten en andere opportunisten zich schuldig aan opstootjes en plunderingen. Maar hoe stond het met de gewone burger, de persoon die uw buurman zou kunnen zijn? Een ooggetuige berichtte:
„Ik spreek niet over straatschenders en verstokte wetsovertreders; ik spreek erover dat doodgewone mensen overtredingen begingen die zij nimmer zelfs maar hadden proberen te bedrijven als er een politieagent op de hoek stond. Ik zag auto’s door het rode licht rijden. Autobestuurders reden aan de verkeerde kant van de straat omdat zij wisten dat niemand hen zou pakken.” — De New York Times, vrijdag 10 oktober 1969, bladzijde 2.
2 Hebt u dezelfde kijk op autoriteit als deze „doodgewone mensen”? Is autoriteit iets wat men nu eenmaal moet dulden maar waar men zich niets van moet aantrekken als de gelegenheid hiertoe zich voordoet? ’Natuurlijk niet!’ zult u misschien antwoorden. Maar een zorgvuldig zelfonderzoek is op zijn plaats, aangezien iemands denk- en handelwijze ongemerkt bepaalde invloeden kunnen hebben ondergaan. Voor de meesten van de huidige generatie heeft het woord „autoriteit” een onaangename klank; zij zijn van mening dat autoriteit hen al te zeer beperkt in de vrijheid van handelen die zelfs de meest conservatieve personen nu eenmaal graag wensen te bezitten. Wij bemerken dus hoe deze generatie op alle denkbare manieren autoriteit ondermijnt. Dit kan in de vorm van uiterste mondelinge en zelfs gewelddadige afkeuring gebeuren. Maar het is ook mogelijk dat autoriteit zwijgend — maar niettemin op verderfelijke wijze — wordt geminacht op terreinen die misschien niet worden opgemerkt, onder de „doodgewone mensen” uit wie de meerderheid van de huidige maatschappij bestaat.
3. Hoe spreken vooraanstaande personen over de huidige neigingen met betrekking tot respect voor autoriteit?
3 Dr. A. Etzioni, voorzitter van de sociologische faculteit van de Columbia universiteit, gaf als volgt commentaar op de „openlijke minachting van autoriteit, alle autoriteit, die hij bij veel studenten waarneemt”:
„Na de Tweede Wereldoorlog ging er iets mis met de opvoeding van kinderen . . . Er was een algemene reactie tegen de uitoefening van autoriteit — een overreactie lijkt het wel. . . . Nu zitten wij ermee dat al deze kinderen die in de jaren veertig zijn geboren en thans volwassen zijn geworden, geen enkele autoriteit kunnen aanvaarden — niet van een docent noch van een politieagent of een rechter en zelfs niet van elkaar. . . . Ik zie hierin ook een gevaar voor de burgerlijke orde, het grondstramien van de maatschappij.” — The National Observer, maandag 2 februari 1970, bladzijde 20.
Senator J. L. McClellan van de Verenigde Staten sprak zich in een interview over de redenen waarom misdaad in het land blijft toenemen, in dezelfde trant uit:
„Daarbij komt nog het algemeen heersende klimaat in dit land van burgerlijke ongehoorzaamheid, van nonconformisme en van minachting voor autoriteit — deze zogenaamde filosofie dat iedereen ’doet waar hij zin in heeft’ ongeacht hoe dit verband houdt met of invloed uitoefent op anderen. In de meeste gevallen neemt dit het karakter aan van opstand tegen de ingestelde autoriteit.” — U. S. News & World Report, 16 maart 1970, bladzijde 18.
4. (a) Wat is autoriteit? (b) Hoe hebben sommigen hun kijk op autoriteit onder woorden gebracht?
4 Wat is autoriteit eigenlijk precies, dat er thans overal steeds vijandiger gevoelens door worden opgewekt? Een woordenboek zegt dat het „macht [is] om gedachten, meningen of gedragingen te beïnvloeden of voor te schrijven”. Degenen die autoriteit bekleden, bezitten dus de macht iemands daden dusdanig te beïnvloeden of voor te schrijven dat hij een handelwijze gaat volgen die hij al dan niet verkiest. Als gevolg hiervan is men de uitoefening van autoriteit gaan beschouwen als in strijd zijnde met vrijheid. In de betekenis van „onder autoriteit vandaan komen” wordt vrijheid door sommigen opgeworpen als het einddoel waarnaar mensen streven. Een Amerikaanse filosoof uit de vorige eeuw, Henry Thoreau, stelde het in zijn verhandeling „Civil Disobedience” (Burgerlijke ongehoorzaamheid) als volgt:
„Ik onderschrijf van harte het motto: ’De beste regering is die regering die het minst regeert’, . . . In de praktijk gebracht, komt het uiteindelijk hierop neer, wat ik ook geloof: ’De beste regering is die regering die helemaal niet regeert.’” — Man & The State: The Political Philosophers, bladzijde 301.
Een hedendaagse tienerfilmster drukte dezelfde gedachte uit in de populaire taal van thans: „Het is absurd om van wie maar ook bevelen te ontvangen. . . . sommige vaders schijnen te denken dat zij, enkel en alleen omdat zij hun kinderen verwekt hebben, het goddelijke recht hebben over hun nakomelingen te heersen” (New York Sunday News, 17 november 1968). Is het, nu een dergelijke denkwijze veeleer de norm wordt dan een uitzondering, soms verwonderlijk dat „het grondstramien van de maatschappij” in gevaar verkeert?
DE BRON VAN MINACHTING VOOR AUTORITEIT
5. Hoe wordt de bron van minachting voor autoriteit geïdentificeerd?
5 Waardoor wordt deze krachtige beweging om de banden van alle autoriteit van zich af te werpen, veroorzaakt? Een commentaar in de International Herald Tribune van 7 juni 1968 verwijst onbewust naar de belangrijkste bron van minachting voor autoriteit: „Er bevindt zich iets in de lucht van de hedendaagse wereld, een minachting voor autoriteit, een besmettelijke geest om niemand verantwoording verschuldigd te willen zijn, een soort van morele misdadigheid die niet langer door religieus of ethisch geloof in bedwang gehouden wordt.” Dat er zich „iets in de lucht” bevindt, is eenvoudig een gevolg van de huidige activiteiten van wat de bijbel beschrijft als de „heerser van de autoriteit der lucht, de geest die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid” (Ef. 2:2). De huidige generatie ziet nu de overvloedige vruchten van datgene wat deze persoon heeft gedaan om minachting voor autoriteit aan te kweken. De wortels ervan gaan echter terug naar de ontmoeting van deze „heerser” met het eerste mensenpaar.
6, 7. (a) Hoe stelde de Schepper van de mens de manier waarop Adam en Eva zijn autoriteit bezagen, op de proef? (b) Hoe richtte Satan hun respect voor autoriteit te gronde, en waarom is het voor ons belangrijk dit te weten?
6 Aangezien men het ten koste van alles dient te vermijden door God als een ’zoon der ongehoorzaamheid’ beschouwd te worden, is het verstandig een onderzoek in te stellen naar de denkwijze die de „heerser van de autoriteit der lucht” onder de mensheid heeft ontwikkeld. Dit werd voor het eerst geïllustreerd met Adam en Eva, toen zij op de proef werden gesteld met betrekking tot hun kijk op de autoriteit van de Schepper als heerser. God liet zijn recht gelden om wetten te maken en ten uitvoer te leggen ten einde zijn schepping te besturen. Hij maakte nauwkeurig de grenzen van hun vrijheid bekend. Door hun gehoorzaamheid zouden zij te kennen geven zijn opperste autoriteit of soevereiniteit over hen te aanvaarden. Hij zei: „Van elke boom van de tuin moogt gij tot verzadiging eten. Maar wat de boom der kennis van goed en kwaad betreft, gij moogt daarvan niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.” — Gen. 2:16, 17.
7 Degene die later de „heerser van de autoriteit der lucht” werd genoemd, nam het op zich Jehovah’s autoriteit in twijfel te trekken. Door dit te doen, werd hij Satan, wat „tegenstander” betekent. Zich van een slang als woordvoerder bedienend, trok hij Jehovah’s recht autoriteit te laten gelden in twijfel door Gods bevel verkeerd voor te stellen. Satan vroeg aan Eva: „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat gij niet van elke boom van de tuin moogt eten?” (Gen. 3:1). Eva wist dat God hun vrijheid niet al te zeer had beperkt door hun te verbieden van alle bomen te eten. Hij had hun slechts een redelijke beperking opgelegd; van slechts één boom mochten zij niet eten. Toen Eva te kennen gaf dat zij dit wist, begon Satan God ervan te beschuldigen dat hij loog om de mensen onder Zijn autoriteit te houden, waarbij hij beweerde dat hun leven niet van gehoorzaamheid afhing en dat er voor hen zelfs nieuwe perspectieven van vrijheid openlagen als zij Jehovah’s heerschappij van zich afwierpen. Dit is dezelfde valse stelling die Satan in deze tijd blijft gebruiken om mensen van alle vormen van autoriteit af te keren. De handelwijze van zelfbeschikking en onafhankelijkheid wordt verlokkelijk voorgesteld als iets wat verkieslijker is dan geregeerd te worden door de wensen van iemand anders. Als Satan iemand ertoe kan brengen zich slechts een klein beetje aan autoriteit te ergeren, wordt de weg vrijgemaakt voor ernstiger opstand in de toekomst. — Gal. 5:9.
ANDERE FACTOREN DIE IEMANDS ZIENSWIJZE BEÏNVLOEDEN
8. Hoe is voorbeeld van invloed op iemands kijk op autoriteit?
8 Er zijn nog meer factoren die invloed kunnen uitoefenen op de wijze waarop iemand autoriteit beziet. Het is goed ons hiervan bewust te zijn, zodat ze onze denkwijze niet ombuigen in de richting die de rest van dit samenstel gaat. Zo is er bijvoorbeeld het slechte voorbeeld dat wordt gegeven door volwassenen die autoriteit bekleden of van wie wordt verondersteld dat zij autoriteit hooghouden. Burgerlijke ambtenaren, zoals politiebeambten, onderwijzers en postbestellers, ouders en zelfs de geestelijken zijn ogenschijnlijk voorstanders van wet en orde, maar vaak willen zij geen einde maken aan hun eigen illegale handelingen. Dit heeft veel mensen ertoe gebracht de conclusie te trekken dat de wet alleen gehoorzaamd dient te worden als dit geen persoonlijk ongemak tot gevolg heeft of inbreuk maakt op zelfzuchtige belangen. Zo merken wij dat zij op slinkse manieren belasting of in- en uitvoerrechten ontduiken, verkeerswetten overtreden als zij denken dat zij daaraan kunnen ontkomen, en van hun werkgever stelen door hun onkostenrekeningen op te voeren of door zich bezittingen van de zaak toe te eigenen. Zij nemen deel aan illegale stakingen, die gepaard gaan met scheldpartijen en emotionele demonstraties en vaak gewelddaad omvatten. Volwassenen gebruiken ook vaak kleinerende uitdrukkingen voor rechterlijke ambtenaren en officieel aangestelde regeringsfunctionarissen, en zelfs deze functionarissen laten zich in het openbaar op zeer onparlementaire wijze uit over hun politieke tegenstanders, waardoor zij de jeugd een slecht voorbeeld geven. Als volwassenen zich zo gedragen, kan er dan niet verwacht worden dat jeugdige waarnemers zich weinig aantrekken van hun eis respect te tonen? — Spr. 26:22.
9. Op welke manieren hebben mensen hun autoriteit misbruikt?
9 Nog een factor die invloed uitoefent op de wijze waarop sommigen autoriteit bezien, is het feit dat degenen die autoriteit bekleden, hun macht vaak misbruiken. De vader, die van Godswege de autoriteit ontvangen heeft het hoofd van het huisgezin te zijn, kan een tiran worden. Openbare schandalen maken ons bewust van het feit dat het onder politieambtenaren en politici heel gebruikelijk is steekpenningen aan te nemen (Spr. 29:4). Politieke leiders misleiden het publiek vaak met verklaringen die later onwaar blijken te zijn, als gevolg waarvan men het vertrouwen in hen verliest. Een gunstige uitspraak van een rechtbank is maar al te vaak alleen weggelegd voor degenen die het zich kunnen veroorloven een „goede” advocaat te nemen, en door de diensten van deze gewetenloze advocaten kunnen zij zelfs de straf „afkopen” voor misdaden die zij bedrijven. Minderheden ondergaan lijden. In andere gevallen zijn de machthebbers duidelijk goddeloze mannen die autoriteit misbruiken door geweld te gebruiken, zoals Hitler en andere despoten die in de afgelopen jaren zijn opgestaan.
10. Hoe heeft apathie van de zijde van autoriteiten tot minachting aangemoedigd?
10 Wanneer de mensen zien dat de autoriteiten apathisch reageren of in gebreke blijven handelend op te treden, draagt dit bij tot een gevoel van minachting voor hun dubbele maatstaven in de rechtsbedeling. Het is algemeen bekend dat de onderwereld van de misdaad in veel landen zo goed als geen criminele vervolging heeft te duchten, terwijl de bevolking van de Verenigde Staten de misdaad zelfs „ontastbaar” noemt. Deze apathie moedigt anderen tot het volgen van een wetteloze handelwijze aan. Senator McClellan wees hierop in zijn verdere commentaren op de reden waarom misdaad in de Verenigde Staten blijft toenemen: „Misdaad die straffeloos wordt toegelaten, kweekt misdaad. . . . de kans dat iemand voor een ernstige misdaad wordt opgepakt, beschuldigd en gestraft, is minder dan 1 op 20” (U. S. News & World Report, 16 maart 1970, blz. 18, 19). Dit bevestigt wat de wijze koning Salomo zei: „Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen.” — Pred. 8:11.
11. Welke vragen werpt het voorgaande op?
11 Samenvattend kunnen wij zien dat de wijze waarop iemand autoriteit beziet, door verscheidene factoren beïnvloed kan worden. De invloed van Satan, ’s mensen eigen vleselijke neigingen, slechte menselijke voorbeelden, misbruik van macht en het feit dat men in gebreke blijft handelend op te treden, leidden er alle toe dat er bij mensen een gevoel van opstand tegen autoriteit wordt ontwikkeld. Het is beslist waar dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel” (Pred. 8:9). Met zulk een onaangenaam beeld over de uitoefening van autoriteit in de loop der jaren, gebruiken veel mensen zulke dingen om de handelwijze die zij in strijd met autoriteit volgen — als zij wetten overtreden of op verschillende manieren weigeren zich ernaar te schikken — te rationaliseren. Maar dienen deze dingen onze kijk op autoriteit en het doel dat erdoor wordt gediend, te vertroebelen? Dienen ze ons ertoe te brengen openlijk in opstand te komen tegen wat volgens ons de onrechtvaardigheden zijn die jegens degenen die zich aan autoriteit moeten onderwerpen, worden bedreven? Zullen ze ons op minder openlijke manieren gebelgd doen zijn, zodat wij er onmiddellijk toe bereid zijn autoriteit ongehoorzaam te zijn wanneer wij denken dit ongezien of ongestraft te kunnen doen?
12. Hoe kunnen wij de juiste kijk op autoriteit verkrijgen?
12 Uit de tot dusverre gedane waarnemingen dient een ding duidelijk naar voren te treden, namelijk „dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen” (Jer. 10:23). Een christen heeft dus leiding van zijn Schepper nodig met betrekking tot zijn kijk op hedendaagse autoriteiten en autoriteit in het algemeen. De juiste kijk wordt op twee manieren duidelijk gemaakt: 1. door de natuurkundige beginselen waar te nemen die de waarde en noodzaak van autoriteit demonstreren zoals deze in de wetten van de schepping worden aangetroffen en 2. door de juiste beginselen te leren die de geschreven openbaring van de Schepper, de bijbel, over zijn kijk op autoriteit verschaft. Wij kunnen hier in het kort enkele van deze beginselen de revue laten passeren.
DE SCHEPPING HELPT ONS EEN JUISTE KIJK OP AUTORITEIT TE VERKRIJGEN
13. (a) Hoe oefent uw lichaam autoriteit over u uit? (b) Hoe reageert u op bevelen van uw lichaam?
13 Wij worden bestuurd door bepaalde natuurwetten die onze handelingen beperken of ons ertoe brengen bepaalde dingen te doen. In sommige gevallen gebeurt dit met behoorlijke aandrang. Uw lichaam ’beïnvloedt’ of ’gebiedt’ u bijvoorbeeld met onbetwistbare autoriteit dat u brandstof, voedsel, moet innemen. Als u in leven wilt blijven, moet u eten. Uw lichaam moet zich ook door middel van zijn stofwisseling van de afvalprodukten ontdoen. Het geeft u als het ware een gezaghebbend bevel tot een geregelde stoelgang. Beschouw ook eens uw behoefte aan slaap, lucht en water. Uw lichaam gebiedt u en zal u uiteindelijk dwingen deze dingen te verwerven, ook al zou u dit zelf niet willen. Vindt u dat uw vrijheid als gevolg van deze dingen van u is weggenomen? Zult u hiertegen in opstand komen en uw lichaam ruw bejegenen enkel en alleen omdat het een vorm van autoriteit over u uitoefent? Dit zou absurd zijn, niet waar? Degenen die deze natuurwetten trachten te overtreden, berokkenen zichzelf alleen maar schade. Een juiste inachtneming van deze wetten is daarentegen nuttig en kan in werkelijkheid genoegen schenken. Wie geniet niet van een goede nachtrust? . . . een verrukkelijke maaltijd? . . . een koud glas water op een warme dag?
14. Geef een voorbeeld van autoriteit die door een wet van de schepping wordt uitgeoefend?
14 Hetzelfde geldt voor wetten die zaken buiten ons lichaam betreffen en die wij moeten gehoorzamen. Het bestaan van trappen en liften vormt een voortdurende herinnering aan de macht die de zwaartekracht over ons uitoefent. Zou u de autoriteit van de zwaartekracht loochenen door een raam op de tiende verdieping uit te stappen in plaats dat u van de trap gebruik maakt? Ook al zijn deze wetten onveranderlijk en bestendig in hun uitwerking, zal toch niemand loochenen dat ze in werkelijkheid heel nuttig zijn, is het wel? Door de zwaartekracht behoudt de aarde haar atmosfeer, oceanen en andere dingen die zo noodzakelijk zijn voor het leven. Als wij de wetten van de schepping erkennen en er in overeenstemming mee werken, zullen wij naar alle waarschijnlijkheid bemerken dat ze met nog meer voordeel en genoegen gebruikt kunnen worden. Doordat mensen bijvoorbeeld de autoriteit van de wet van de zwaartekracht hebben erkend en deze wet te zamen met andere toepasselijke wetten hebben bestudeerd, hebben zij uiteindelijk het vliegtuig ontwikkeld. Dit komt niet neer op opstand tegen de autoriteit van de zwaartekracht, evenmin als het bestaan van vogels of vliegende insekten als zodanig beschouwd kan worden. Zij werken slechts in overeenstemming met door God ingestelde wetten, hetgeen voordelen afwerpt voor degenen die ze erkennen.
15. (a) Hoe wordt autoriteit in de standaardisatie van de schepping gedemonstreerd? (b) Wat zijn enkele standaarden die invloed uitoefenen op het leven dat wij thans leiden?
15 Nog een terrein waarop autoriteit ons werkelijke voordelen schenkt, wordt in de uniformiteit van het universum aangetroffen. Dit wordt door het menselijke lichaam geïllustreerd. De organen van het lichaam worden op enkele zeldzame uitzonderingen na altijd op dezelfde plaats aangetroffen, en alle uitwendige lichaamsdelen zijn symmetrisch gerangschikt. Stelt u zich de chaos in de uitoefening van de geneeskunde, en speciaal in de chirurgie, eens voor als men er niet op zou kunnen rekenen dat iemands blinde darm zich op dezelfde plaats bevindt als bij anderen het geval is! Hoe zou u het vinden als het gewoon zou zijn wanneer iemands benen verschillend zijn van lengte? Dit is echter niet het geval. Een ontwerper met de autoriteit dit te doen, heeft ons lichaam reeds voor ons gestandaardiseerd. De psalmist David zei vol bewondering: „In uw boek waren alle delen ervan beschreven” (Ps. 139:14-16). Het werd niet aan ons overgelaten deze dingen te bepalen. Toch heeft Hij, tot ons genoegen, binnen de grenzen van Zijn maatstaven een eindeloze variëteit en vrijheid van keuze toegestaan. Wanneer wij het beginsel van uniformiteit op het leven in deze tijd van toepassing brengen, bemerken wij dat hier voordelen in liggen opgesloten en dat er een duidelijke noodzaak blijkt te bestaan dat een autoriteit maatstaven vaststelt. Er moeten maten, gewichten en wisselkoersen worden vastgesteld, en ook moet worden bepaald aan welke zijde van de weg er moet worden gereden. Het is duidelijk wat er zou gebeuren als iedereen in deze dingen zou doen wat hij zelf zou willen. De uitoefening van autoriteit schakelt dus verwarring uit en verschaft een mate van veiligheid door bepaalde maatstaven vast te stellen.
16. Wat zijn enkele van de voordelen die mensen door de uitoefening van autoriteit verwerven?
16 Uit onze korte beschouwing van enkele wetten van de schepping blijkt duidelijk dat de autoriteit die door middel van deze wetten wordt uitgeoefend tot gevolg heeft dat wij in leven blijven en dat er een ordelijk bestaan mogelijk is. Als wij de leiding ervan erkennen en er in overeenstemming mee handelen, wordt de vrijheid in de ware zin des woords er niet door belemmerd. De autoriteit die in de schepping kenbaar is, draagt in werkelijkheid tot de vreugde in ons leven bij.
EEN JUISTE KIJK OP AUTORITEIT IS VAN DE SCHEPPER AFKOMSTIG
17. Wat in de mens maakt autoriteit noodzakelijk? Illustreer dit.
17 Gods instelling van autoriteit om met verstand begiftigde schepselen te leiden, is noodzakelijk omdat hij hun iets heeft gegeven dat alleen de almachtige Schepper kon geven, het vermogen hun eigen richting te kiezen, een „vrije wil”. Hij besefte dat deze vrijheid hen in de gelegenheid zou stellen een keuze te maken tussen alternatieven die in sommige gevallen niet tot het welzijn van degene die kiest of van anderen zouden zijn. Een bepaalde vorm van leiding is dus nodig opdat met verstand begiftigde schepselen vreedzaam en volgens recht en billijkheid met elkaar kunnen leven. Zo zou een man bijvoorbeeld de wens kunnen koesteren zijn huis op een bepaalde mooie plaats te bouwen; maar zou zijn keuze inbreuk maken op de vrijheid van anderen? De plaats is misschien reeds door iemand anders uitgekozen, of misschien is het wel een geschikte plaats voor de aanleg van een openbaar park in het belang van iedereen in de omgeving. Het is duidelijk dat er op een bepaalde manier beslist moet worden wat voor allen het beste is, aangezien men nu eenmaal met andere mensen moet samenleven. God doet dit door middel van het beginsel dat bepaalde mensen de positie van hoofd dienen te bekleden.
18. Hoe heeft Jehovah de uitoefening van autoriteit geregeld? Wat toont dit over Jehovah aan?
18 Dit gezagsbeginsel wordt in 1 Korinthiërs 11:3 geïllustreerd: „Ik wil echter dat gij weet dat het hoofd van iedere man de Christus is; de man is op zijn beurt het hoofd van de vrouw en God het hoofd van de Christus.” Wanneer dit beginsel wordt uitgebreid ten einde alle met verstand begiftigde schepselen en hun activiteiten te omvatten, doordringt dit beginsel Jehovah’s gehele regeling voor het besturen van het universum, met inbegrip van ons hier op aarde. Er wordt een warme belangstelling voor Zijn schepselen door gedemonstreerd, niet een ongeïnteresseerde gereserveerdheid. Het is de zorg van een liefdevolle vader voor zijn kinderen. De apostel Paulus schreef: „God behandelt u als zonen. . . . want die Jehovah liefheeft, wordt door hem streng onderricht” (Hebr. 12:6, 7). Jehovah’s uitoefening van autoriteit kan de vorm aannemen van noodzakelijk streng onderricht of raad, net als in het geval van een menselijke vader die deze aan zijn kinderen geeft. Maar er wordt door aangetoond dat hij om hen geeft, dat hij belangstelling voor hen heeft en voor degenen die zijn leiding ontvangen, het beste wenst. En het leidt tot vreedzame betrekkingen met God en onze medemensen, zoals de apostel vervolgens zegt: „Toch werpt het later voor hen die erdoor [door streng onderricht] geoefend zijn een vreedzame vrucht af, namelijk rechtvaardigheid.” — Hebr. 12:11.
DE NOODZAAK VAN BURGERLIJKE AUTORITEIT
19. (a) Welk doel dienen burgerlijke autoriteiten? (b) Welke dingen ontvangen wij van burgerlijke autoriteiten, en wat geven wij terug?
19 Ook al is het volledige voordeel van Jehovah’s regeling voor bestuur tijdelijk onderbroken wat het aardse bestuur betreft, toch erkent hij dat er een zekere vorm van autoriteit moet bestaan totdat zijn heerschappij hier volledig is hersteld. Daarom bemerken wij dat christenen wordt geboden „onderworpen en gehoorzaam te zijn aan [bestaande burgerlijke] regeringen en autoriteiten als regeerders” in plaats van ertegen in opstand te komen omdat ze onvolmaaktheden hebben (Tit. 3:1). Deze „autoriteiten” dragen ertoe bij een mate van orde in de maatschappij te handhaven, zonder welke chaos als gevolg van anarchie zou regeren. Hierin weerspiegelen de autoriteiten de overblijfselen van ’s mensen door God geschonken geweten (Rom. 2:14, 15). Zij bezitten de noodzakelijke autoriteit om een zekere mate van orde te handhaven op zulke terreinen als openbare diensten (reinigingsdienst, watervoorziening, posterijen, wegenbouw, onderwijs); bescherming tegen misdaad en brand en rechterlijke bescherming; maatregelen voor regeringsondersteuning en veiligheidswetten (op het gebied van de bouw, het voorkomen van brand, hygiënische verzorging, verontreiniging, voedsel, geneesmiddelen, verkeer). In erkenning van deze voordelen schenkt een christen de wereldlijke autoriteiten relatieve onderworpenheid en betaalt hij belasting (Rom. 13:6, 7; Mark. 12:17). Als gevolg hiervan kan hij in de meeste gevallen onder mensen „die een hoge positie bekleden”, de regeringsautoriteiten, „een kalm en rustig leven . . . blijven leiden met volledige godvruchtige toewijding en ernst”. — 1 Tim. 2:2.
20. Hoe beziet een rijpe christen autoriteit?
20 Welke kijk heeft een rijpe christen dus op autoriteit? In de eerste plaats beseft hij dat deze met betrekking tot alle aspecten van zijn bestaan noodzakelijk is. Hij ziet in de uitoefening van autoriteit door de Schepper een liefdevolle belangstelling voor het welzijn van Zijn schepselen. Hij erkent dat wereldlijke autoriteiten thans in het voornemen van de Schepper dienen en dat zij „door God in hun relatieve posities geplaatst” zijn (Rom. 13:1, 2; Joh. 19:11). Hij beseft dat het noodzakelijk is in relatieve onderworpenheid te zijn aan de autoriteit die wordt uitgeoefend door degenen die in deze wereld verschillende posities bekleden — de onderwijzer, de werkgever, de politieagent, de rechter en de belastingambtenaar. Hij blijft dit godvruchtige standpunt ondanks duidelijke tekortkomingen of gevallen van misbruik van de zijde van de huidige autoriteiten innemen, beseffend dat „iemand die hoger is dan de hoge waakt, en er zijn er die hoog boven hen zijn” (Pred. 5:8; Spr. 15:3). Hij blijft er het volste vertrouwen in hebben dat het Jehovah’s wil is zijn liefdevolle autoriteit „aan de volledige grens van de bestemde tijden [door middel van] een bestuur” uit te oefenen (Ef. 1:10). Hij ziet uit naar de tijd waarin „alle autoriteit in hemel en op aarde” door Jezus zal worden uitgeoefend door bemiddeling van getrouwe christelijke dienstknechten zoals degenen die thans hard werken te midden van hem en zijn christelijke broeders. — Matth. 28:18.
[Illustraties op blz. 456]
Uw lichaam ’gebiedt’ u te eten en te slapen. Zult u hiertegen in opstand komen wegens de autoriteit die uw lichaam over u uitoefent?
[Illustraties op blz. 458]
Postbestelling
Watervoorziening
Politiebescherming
Reinigingsdienst
Brandweer
Onderwijs
In erkenning van de voordelen die door wereldlijke autoriteiten worden verschaft, schenkt een christen hun relatieve onderworpenheid en betaalt hij belasting