Oefen uw waarnemingsvermogen
1. Waarmee werd het beroep van de christelijke bediening in de profetie vergeleken, en hoe maakte Jezus de betekenis hiervan duidelijk?
ZIJ die in deze tijd ware christelijke predikers van beroep zijn, werden in profetisch opzicht met vissers en jagers vergeleken. Toen Jeremia een tijd voorzei waarin God een verzoeningswerk ten uitvoer zou brengen, tekende hij op: „Zie, Ik ontbied vele vissers, luidt het woord des HEREN, die hen zullen opvissen, en daarna zal Ik vele jagers ontbieden, die hen zullen opjagen van elken berg en elken heuvel, en uit de rotskloven” (Jer. 16:16). De betekenis van deze profetie werd duidelijk gemaakt toen Jezus tegen zijn discipelen zei: „Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken.” — Matth. 4:19.
2. Waarom is het oefenen van ons waarnemingsvermogen belangrijk voor de bediening, en hoe wordt dit geïllustreerd?
2 Als wij als deskundige jagers en vissers van mensen aan de vereisten willen voldoen, moeten wij volgelingen en nabootsers van Christus Jezus zijn. In de eerste plaats moeten wij net als Jezus een nauwkeurige kennis van Gods Woord verwerven en de volledige betekenis ervan begrijpen, zodat wij duidelijk het resultaat van onze handelwijze kunnen onderscheiden. Dit houdt in dat wij ons in het belang van de bediening ernstig op het oefenen van ons waarnemingsvermogen moeten toeleggen. Als wij uit de wereld komen, zijn wij beginnelingen in deze kunst, nieuwelingen. Iedereen kan met een geweer de bossen inlopen, maar dat maakt iemand nog niet tot een jager. De geoefende jager let scherp op zijn doel en speurt met waakzame ogen en oren naar een teken van een prooi. Hij weet dat hij anders wel eens honger kan krijgen of nog erger, in het hol van een leeuw kan terechtkomen of op een dodelijke slang kan stappen. De succesvolle jager leert elk teken van wild herkennen en hij leert hoe hij deze tekenen in hun juiste verband moet zien en deze moet gebruiken om zijn prooi in het nauw te drijven. Net zoals de bekwaamheid van een jager door echte ervaringen wordt geperfectioneerd, en Jezus gehoorzaamheid leerde door lijden te ondergaan, houdt het oefenen van ons onderscheidingsvermogen als christelijke predikers niet slechts het in zich opnemen van theoretische ideeën in (Hebr. 5:8). Wij moeten de uitgelezen wijsheid welke wij van boven hebben verkregen, in de bediening in het veld toepassen, wil ze praktische waarde bezitten en in elk opzicht vrucht dragen. Alleen op deze wijze kan het onze eigen redding en ook die van hen die wij hebben opgespoord, bewerkstelligen. — 1 Tim. 4:16.
3. Waarom zijn streng onderricht en een streng schema belangrijk bij het oefenen van ons waarnemingsvermogen?
3 Een dergelijke handelwijze kan men niet zonder aanzienlijke krachtsinspanningen volgen. „Geen enkel streng onderricht schijnt weliswaar op het ogenblik zelf vreugdevol te zijn, maar bedroevend; toch werpt het daarna voor hen die er door zijn geoefend, een vreedzame vrucht af, namelijk, rechtvaardigheid” (Hebr. 12:11, NW). Rechtvaardigheid houdt een handelwijze in welke door goeddoen wordt gekenmerkt, en hiertoe moeten wij ons waarnemingsvermogen door streng onderricht laten oefenen. Dit betekent dat wij volgens een streng schema moeten leven, ten einde te vermijden dat wij er luie gewoonten op na gaan houden of naar onverschilligheid afdrijven. Om naar de verborgen schatten van Gods Woord te zoeken en zijn kennis zo doeltreffend mogelijk in de velddienst te gebruiken, heeft men een waakzame en opmerkzame geest nodig. Wat zouden volgens u de resultaten voor een jager zijn, als hij, met zijn geweer tegen een boom, wat in de schaduw zou gaan zitten dromen?
4. Speciaal op welke twee manieren kan ons onderscheidingsvermogen worden geoefend?
4 De spreuk zegt: „Een wijze zal luisteren en meer onderricht tot zich nemen, en een man van inzicht verwerft bekwaam beleid” (Spr. 1:5, NW). Daar het tot zich nemen van nauwkeurige kennis en het begrijpen van de betekenis ervan een van de eerste vereisten is ten aanzien van ons waarnemingsvermogen, moeten wij ons ernstig op deze kunst toeleggen. Laten wij eens twee manieren onder de loep nemen waarop dit gedaan kan worden: door studie en door waarneming. De ervaren jager beseft dat het tot de fundamentele kennis van zijn beroep behoort om te weten waar hij naar uitziet. Hij heeft daarom geleerd de verschillende soorten dierensporen te herkennen en te onderscheiden. Hij komt de voedingsgewoonten van de verschillende soorten van wild te weten, de betekenis van al de verschillende geluiden die hij hoort en of deze voor de verwezenlijking van zijn doel van onmiddellijk belang zijn. Met deze kennis uitgerust, is hij erop voorbereid zijn prooi op te sporen en te besluipen. Alleen een nieuweling of beginneling loopt maar wat rond, totdat het wild vlak voor hem wegspringt.
5. Waarom kunnen wij niet met slechts een oppervlakkige blik op hetgeen wij in de bijbel bestuderen, tevreden zijn?
5 Bij onze studie van de bijbel moet hetzelfde patroon worden gevolgd. Daar wij zelf een nauwkeurige kennis moeten bezitten om onze opdracht als jagers en vissers van mensen op zijn doeltreffendst te kunnen vervullen, moeten wij bij het zoeken van de verborgen waarheden van Gods Woord in de eerste plaats dezelfde methoden welke bij jagen en vissen worden gebruikt, toepassen. Daarom moeten wij ons scherp bewust worden van wát wij studeren en hoe het met onze bedieningsopdracht in verband staat. Wij zullen niet met slechts een oppervlakkige blik tevreden zijn, maar zullen ten aanzien van elk facet van de betekenis van het materiaal dat wordt behandeld, waakzaam zijn.
6. Wat kan er bij het voorbereiden van de Wachttoren-studie nog meer worden gedaan dan slechts de antwoorden op de gedrukte vragen aan te geven, en waarom is het zo belangrijk om meer te doen?
6 Wanneer u zich op de gemeentelijke Wachttoren-studie voorbereidt, zoekt u dan bijvoorbeeld alleen maar de antwoorden op de onderaan de bladzijden afgedrukte vragen op en geeft u deze dan aan? Denk aan het voorbeeld van de jager die zijn prooi opspoort en besluipt. Als u slechts één paragraaf per keer bekijkt, met de vraag en het antwoord, bent u als de jager die telkens maar één spoor ziet, zonder dat het tot hem doordringt wat het met betrekking tot het spoor van zijn prooi vertegenwoordigt. Een dergelijke jager kan het spoor zeer gauw geheel en al verliezen en als gevolg hiervan zonder zijn prooi naar het kamp moeten terugkeren. Hoewel wij er ongetwijfeld voordeel van trekken om alleen maar van een páár vragen in onze studie het antwoord te vernemen, moeten wij niet de raad van de wijze jager Paulus vergeten, die zei: „Daarom moeten wij meer dan gewone aandacht schenken aan hetgeen wij horen, opdat wij nooit zullen afdrijven” (Hebr. 2:1, NW). Hoe veel nuttiger en blijvender zullen de resultaten van onze studie zijn als wij de „betekenis” van het gehele artikel begrijpen door elk bestudeerde punt als onderdeel van het schema van het artikel te herkennen en het ook als zodanig toe te passen, de toepassing van alle genoemde, maar niet uitgeschreven bijbelteksten in ogenschouw nemen en in onze geest de hoofdlijnen van de voornaamste argumenten en schriftuurlijke bewijzen nagaan welke lijnrecht naar de belangrijke conclusies leiden die altijd het doel van elk in De Wachttoren afgedrukte studieartikel vormen.
7. In hoeverre zal door gesprekken met onze broeders en zusters over nieuwe en moeilijke punten die wij hebben geleerd, ons waarnemingsvermogen worden vergroot?
7 Het nut van persoonlijke studie wordt nog vergroot als wij erop bedacht zijn om nieuwe of moeilijke punten welke wij hebben geleerd, met onze broeders en zusters te bespreken. Hierdoor krijgen wij niet alleen een duidelijker beeld van deze punten, maar bestaat er meer kans dat ze een bruikbaar deel van onze schatkamer van kennis worden, direct beschikbaar als fundamentstenen waarop andere nieuwe en diepere waarheden gebouwd kunnen worden. Dit voortdurende doorgeven van verworven inlichtingen zal stagnatie beslist voorkomen en belangrijke beginselen welke men vele jaren geleden heeft geleerd, zullen altijd fris zijn wanneer men ze nodig heeft om een beslissing te nemen. Indien u voor en na de vergaderingen, op uw tocht van en naar het gebied en bij het voorbereiden van een schriftelijk overzicht dat op de theocratische bedieningsschool zal worden gehouden, met de broeders en zusters spreekt, zal het belang dat u erbij hebt om zelf een scherpere kijk op de zaak te krijgen, ook de interesse van anderen stimuleren en hiermee brengt u zowel voor uzelf als voor uw broeders en zusters iets goeds tot stand. „Plannen worden verijdeld, wanneer er geen vertrouwd gesprek is, maar in de veelheid van raadgeving schuilt volbrenging.” — Spr. 15:22, NW.
DE NOODZAAK VAN STUDIE IN GROEPSVERBAND
8. Waarom zijn studiën in groepsverband zo belangrijk voor een volledig en nauwkeurig onderscheiden van Gods Woord?
8 Hoe nuttig persoonlijke studie en onderlinge gesprekken echter ook mogen zijn, toch moeten wij ten einde ons waarnemingsvermogen bij studie ten volle tot ontwikkeling te brengen, de groepsvergaderingen in onze onmiddellijke omgeving bezoeken. Net zoals wij naar Gods communicatiekanaal opzien om in zijn Woord onderwezen te worden, dienen wij de georganiseerde bespreking van die instructies te zoeken ten einde ze volledig te mogen begrijpen. Wanneer wij met anderen die rijp zijn, in groepsverband studeren, worden wij ertegen beschermd om als gevolg van de persoonlijke interpretatie van de een of andere raad, een onverstandige conclusie te trekken. Wij zijn dan in de gelegenheid de antwoorden van onze broeders en zusters met die welke wijzelf hebben voorbereid, te vergelijken. Bent u waakzaam ten aanzien van deze gelegenheid en voorziening? Controleert u uw kennis en inzicht aan de hand van hetgeen besproken wordt? Wellicht bent u het geheel en al eens met wat er wordt gezegd. Toch zult u op elke vergadering nieuwe manieren leren om een bepaalde gedachte onder woorden te brengen en zult u zich enige nieuwe ideeën eigen kunnen maken. Indien u evenwel een punt hoort uiteenzetten dat u niet helemaal begrijpt of dat u anders hebt begrepen, zult u er beslist een notitie van willen maken om er later in het belang van een beter begrip, nog eens op terug te kunnen komen, zodat uw najagen van de waarheid niet door vage of verkeerde conclusies belemmerd wordt. Een verstandige en ervaren jager zal zich nooit van het spoor laten afleiden, wanneer dit onzeker wordt. Hij zal zijn vaart wat verminderen en op verkenning uitgaan, totdat hij er zeker van is dat hij in de goede richting gaat, en daarna zal hij weer — in alle ernst zijn prooi achtervolgend — verder trekken.
9. (a) Welke geesteshouding op de openbare vergadering, de dienstvergadering en de theocratische bedieningsschool zal voor ons de meeste voordelen afwerpen? (b) Waarom dienen wij elke gelegenheid om ons onderscheidingsvermogen te oefenen, te verwelkomen?
9 Op soortgelijke wijze dienen wij wakker en levendig te zijn als wij naar de instructieve lezingen luisteren die op de openbare vergaderingen, de dienstvergaderingen en de theocratische bedieningsschool in de Koninkrijkszaal worden gehouden. Misschien hebben wij soms de neiging om zonder meer te zitten en de lezingen over ons heen te laten komen, waarbij wij dan alleen de punten in ons opnemen welke erin slagen om tot ons door te dringen. Dit doet ons denken aan de jager die passief, maar toch optimistisch, wacht tot het wild toevallig zijn pad kruist. Iemand die Gods Woord werkelijk bestudeert, zal leren om net als Jezus’ discipelen te luisteren en erop bedacht zijn om meer dan slechts de essentiële onderdelen in zich op te nemen (Mark. 4:10). Wanneer wij tijdens het luisteren naar een lezing werkelijk op onze hoede zijn, zullen wij niet alleen de woorden die worden gesproken, horen, maar zullen wij ook denken, het schema van de spreker leren volgen, de waarde van zijn ideeën bepalen, de te berde gebrachte punten met de reeds behandelde in verband brengen, de bewijzen die ter ondersteuning van argumenten worden aangehaald, afwegen en de volledigheid van het aangevoerde bewijsmateriaal of van de antwoorden op de vragen welke het onderwerp heeft opgeworpen, overdenken. Later kunnen wij — ten einde ons waarnemingsvermogen te beproeven en ons van onze verdere verantwoordelijkheid om van het geleerde een goed gebruik te maken — iemand die niet aanwezig kon zijn, een overzicht van een van de lezingen trachten te geven. Haal de besproken punten en de ten bewijze aangevoerde argumenten en schriftuurplaatsen aan. Voor een dergelijke bedachtzame en zorgvuldige aandacht voor hetgeen wordt gezegd, is het nodig dat men een scherp onderscheidingsvermogen gebruikt, maar vele beginnelingen zijn, na zich ijverig op deze kunst te hebben toegelegd, bekwame jagers geworden. Welke andere houding zouden wij bovendien aan de dag kunnen leggen wanneer Gods Woord in onze aanwezigheid wordt uiteengezet? Enkel en alleen waardering voor de besproken waarheden en de oprechte wens om te leren, dienen reeds voldoende te zijn om ons ertoe te brengen er ’meer dan gewone aandacht aan te schenken’, maar als wij beseffen hoe uitermate belangrijk de oefening van ons waarnemingsvermogen voor geestelijke vooruitgang en rijpheid is, zullen wij elke gelegenheid om ons onderscheidingsvermogen te oefenen, aangrijpen.
10. Welke waarneming wordt door Paulus aanbevolen ten einde geloof op te bouwen, en wat is hiervoor nodig?
10 Waarneming is een andere belangrijke manier om kennis en inlichtingen te verwerven. De apostel Paulus geeft de aanmoediging: „Gedenkt wie u besturen [dat wil zeggen, binnen Gods organisatie], die het woord Gods tot u hebben gesproken, en volgt hun geloof na, lettend op het einde van hun wandel” (Hebr. 13:7, NW). Merk op dat de apostel ons hier niet vertelt slechts de daden van deze mannen ’na te volgen’. Hij zegt dat wij hetzelfde geloof dat hen tot hun voorbeeldige daden aanspoort, in ons dienen op te nemen. Hiertoe dient men over een onderscheidingsvermogen, een scherp waarnemingsvermogen, te beschikken. De praktische raad welke Paulus hier geeft, betekent dat wij Jehovah’s leiding door middel van zijn organisatie in het oog moeten houden, dat wil zeggen, zij die Gods organisatie in de gemeente als opzieners vertegenwoordigen. Het is speciaal nuttig voor ons de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse gade te slaan, welke hij over al zijn Koninkrijksbelangen heeft aangesteld. „Door wijsheid zal een huisgezin worden opgebouwd en door onderscheidingsvermogen zal het stevig bevestigd blijken te zijn. En door kennis zullen de binnenkamers met alle kostbare en aangename dingen van waarde worden gevuld. Wie zijn sterkte wijs gebruikt, is gezond van lijf en leden, en een man van kennis vernieuwt kracht. Want met bekwaam beleid zult gij uw oorlog voeren, en er is redding waar een menigte van raadgevers is.” — Spr. 24:3-6, NW.
11. Welke gevaren en welke slechte resultaten zullen worden vermeden wanneer elk van ons afzonderlijk de handelwijze volgt welke God zijn organisatie heeft laten volgen?
11 Jehovah leidt de handelwijze van zijn organisatie door middel van zijn heilige geest, zijn werkzame kracht. Gedurende een periode van ruim tachtig jaar in deze moderne tijd hebben wij de betrouwbaarheid hiervan kunnen gadeslaan. Kunnen wij, wanneer wij inzien welke rijke zegeningen Jehovah op de „getrouwe en beleidvolle slaaf” als een klasse heeft uitgestort, niet de gevolgtrekking maken dat afzonderlijke personen die dit voorbeeld navolgen en voor zichzelf net zo’n handelwijze uitstippelen als die welke de organisatie aan de dag legt, dezelfde voordelen zullen ontvangen? Waarom zouden wij er dan op staan om onze eigen weg te kiezen, onze eigen maatstaven te bepalen of pogingen te doen om ons eigen, individuele oordeel een grotere waarde toe te kennen dan dat van deze getrouw gebleken „slaaf”? Dit zou even vruchteloos zijn als de handelwijze van een jager die een vals spoor volgt. Ongeacht hoe sterk iemand zichzelf ook aanpraat dat hij zich op het goede spoor bevindt, toch is de werkelijkheid dat zich aan het einde van het spoor niet zijn prooi bevindt. Waarom zouden wij onszelf met een valse hoop of persoonlijke ideeën misleiden? Hoe overtuigd wij ook mogen zijn of hoeveel krachtsinspanningen wij ook in het werk stellen, wij ontvangen de prijs des levens niet door ons aan kunstig verzonnen fabels te houden (2 Petr. 1:16, OB). „De weg van den dwaas is recht in zijn ogen, maar wie naar raad luistert, is wijs.” — Spr. 12:15.
12. Van welke strik moeten wij ons in dit opzicht echter bewust zijn, en welke waarschuwende woorden bevat Paulus’ aansporing?
12 Wij moeten evenwel niet in de strik raken dat wij blindelings een organisatie van mensen volgen. Houd Paulus’ raad in gedachten: „[Let] op het einde van hun wandel” (Hebr. 13:7, NW). Men moet daarom nauwlettend de resultaten van hun activiteit gadeslaan, of deze nu goed of slecht zijn. Dit is volledig met Paulus’ volgende woorden in overeenstemming: „Laten wij dan, zovelen onzer er rijp zijn, deze geestesgesteldheid hebben; . . . Laten wij in ieder geval, in de mate dat wij vorderingen hebben gemaakt, voortgaan ordelijk in deze zelfde routine te wandelen. Wordt eendrachtig navolgers van mij, broeders, en ziet op hen die wandelen op een wijze welke overeenkomt met het voorbeeld dat gij in ons hebt.” — Fil. 3:15-17, NW.
13. (a) Waarom is het bij het volgen van hen die de leiding nemen, van zulk een fundamenteel belang om werkelijk onderscheidingsvermogen aan de dag te leggen? (b) Wat is de diepere betekenis van het ’onderscheiden van goed en kwaad’, en hoe moeten wij de waarde van een zaak leren bepalen?
13 Soms gaat een opziener of iemand die in Gods organisatie een vooraanstaande positie bekleedt, een verkeerde handelwijze volgen en treden de slechte resultaten hiervan niet onmiddellijk aan de dag. Daarom is bij het volgen van het voorbeeld van hen die de leiding nemen, onderscheidingsvermogen van zulk een fundamenteel belang. Indien wij mensen zouden imiteren, zouden wij gemakkelijk op een verkeerd pad geleid kunnen worden, maar als wij Paulus’ raad opvolgen en het gelóóf van deze mannen trachten na te bootsen, zullen wij door Gods Woord en geest worden geleid. Gebruiken wij ons waarnemingsvermogen, dan zal dit ons oefenen om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden. Een dergelijk verschil te maken tussen goed en kwaad, betekent niet slechts te aanschouwen en de twee tegenover elkaar te stellen. Men moet het kwade zien en het haten voor wat het is, een overtreding van Gods wet (Amos 5:15; 1 Joh. 3:4). Indien wij dit doen, zullen wij het niet door de vingers zien omdat het wellicht door iemand die wij liefhebben of respecteren, wordt bedreven (Deut. 13:6-9). Adam maakte bij zijn beoordeling die fout. Hij kende het verschil tussen goed en kwaad en hij wist dat Eva een verkeerde handelwijze had gevolgd, maar toch haatte hij het kwaaddoen niet genoeg om het de liefde welke hij voor Eva dacht te koesteren, te laten beheersen. Had hij Eva werkelijk liefgehad, dan zou hij zich haar welzijn voor ogen hebben gesteld en een gedragslijn hebben gevolgd welke in overeenstemming was met zijn besef dat Jehovah verkeerde daden niet kan en wil zegenen. De overtreding van een beginsel is verkeerd, ongeacht wie de schuldige is. Willen wij een goed onderscheidingsvermogen ontwikkelen, dan moeten wij de waarde van een zaak in het licht van en volgens Gods Woord bepalen, zonder hierbij rekening te houden met de afzonderlijke personen die erbij zijn betrokken. — Spr. 3:5, 6; 10:23, NW.
DE BETEKENIS VAN RAADGEVINGEN BEGRIJPEN
14. Wat is een andere factor bij het leren door waarneming, en wat is erbij betrokken wanneer wij er het meeste voordeel van proberen te trekken?
14 Een andere factor van nuttige waarneming is, dat men de betekenis van gegeven raad moet begrijpen. Wanneer streng onderricht op de juiste wijze wordt gegeven, zal het, of het nu individueel of collectief gebeurt, leerzaam zijn. „Wie een ander vermaant, zal later meer dank oogsten dan wie vleit met gladde tong” (Spr. 28:23). Daar wij weten dat raadgevingen voor ons eigen bestwil zijn, stellen wij deze op prijs, net zoals wij onze hemelse Vader vanwege het feit dat hij ze ons liefdevol in het belang van onze redding verschaft, liefhebben. Om de betekenis van raadgevingen te begrijpen, is het echter nodig ze onder gebed te overdenken. Net zoals wij niet kunnen verwachten kennis tot ons te nemen en te behouden zonder deze innerlijk volledig te verwerken, kunnen wij ook niet de volledige betekenis van streng onderricht en de ons gegeven opleiding doorgronden en alle raadgevingen die ons hierbij worden gegeven verstandig toepassen, zonder er oprecht over te mediteren en de feiten in het licht van de aangehaalde schriftuurplaatsen te overdenken; ook de ervaren jager blijft bewijzen voor de aanwezigheid van wild verzamelen, om het feilloos op het spoor te komen.
15, 16. Hoe dienen wij raadgevingen altijd te beschouwen, of ze nu rechtstreeks op ons van toepassing zijn of niet?
15 Ongeacht welke raad er wordt gegeven of tot wie deze is gericht, toch kunnen wij, wanneer wij op onze hoede zijn, altijd wel een manier vinden om deze op onszelf van toepassing te brengen. „Berisp personen die zonde bedrijven, voor alle toeschouwers, opdat ook de overigen bevreesd mogen zijn”, zei Paulus (1 Tim. 5:20, NW). Jezus gaf degenen die naar zijn bergrede luisterden geen reden tot zelfrechtvaardiging, toen hij hen waarschuwde: „Gij hebt gehoord dat tot hen die in de oudheid leefden, werd gezegd: ’Gij moet geen moord begaan; maar wie een moord begaat, zal rekenschap moeten afleggen voor de rechtbank.’ Ik zeg u echter, dat een ieder die toornig op zijn broeder blijft, rekenschap zal moeten afleggen voor de rechtbank.” Kon iemand van zijn toehoorders zeggen dat hij nooit ten aanzien van een van zijn broeders of zusters een gevoel van bitterheid had gekend? Jezus waarschuwde hen verder: „Gij hebt gehoord dat er werd gezegd: ’Gij moet geen overspel bedrijven.’ Ik zeg u echter dat een ieder die naar een vrouw blijft kijken ten einde hartstocht voor haar te hebben, in zijn hart reeds overspel met haar heeft gepleegd” (Matth. 5:21, 22, 27, 28, NW). Wie van degenen die Jezus konden horen, zouden geen enkele gewetenswroeging hebben? Ook wij moeten in deze dagen van voortschrijdende goddeloosheid waakzaam zijn ten einde de betekenis van alle raadgevingen welke wij door middel van Gods organisatie uit zijn Woord ontvangen, te onderscheiden.
16 Indien er een brief aan de gemeente wordt voorgelezen waarin wordt bekendgemaakt dat iemand wegens de een of andere verkeerde daad is uitgesloten, wat voelt u dan? Doet het u verdriet dat een broeder of zuster niet voldoende onderscheidingsvermogen heeft gebruikt om het geloof van Gods „getrouwe en beleidvolle slaaf” na te bootsen, of dat hij dit heeft geweigerd? Het dient ons droevig te stemmen. Voelt u echter ook de noodzaak om uw eigen positie binnen de bescherming van Gods voorziening ten behoeve van een juist gedrag, te versterken? Overdenkt u ernstig de daden van de broeder, welke stap voor stap tot de gevolgen van zijn handelwijze hebben geleid? Beschouwt u eerlijk uw eigen handelwijze ten einde elke mogelijkheid om een zelfde fout te begaan, uit te sluiten, of verbloemt u kleinere overtredingen als onbelangrijk, als onvoldoende van omvang om van belang te zijn? De rijpe christen weet dat hij nooit iets als vanzelfsprekend kan aannemen, ongeacht hoe vergezocht de eindresultaten van de een of andere tekortkoming ook mogen lijken. — 1 Kor. 10:12.
17. (a) Wat kan het gevolg zijn als wij de door middel van Gods organisatie ontvangen raadgevingen en opleiding niet op onszelf toepassen? (b) Wat moeten wij als afzonderlijke personen doen ten einde tot rijpheid voort te gaan?
17 Indien wij de raadgevingen en de opleiding welke wij regelmatig door middel van Gods organisatie ontvangen, niet op onszelf toepassen, dan worden wij als de jager die wel verschillende tekenen ziet die op wild duiden, maar die deze negeert en een andere richting inslaat. Deze handelwijze houdt in dat wij niet eens de eerste stap doen door verstandige beslissingen te nemen, en dit heeft tot gevolg dat wij in elk opzicht onbekwaam zijn om het hoofddoel waarvoor wij kennis en inlichtingen hebben ontvangen, te vervullen, namelijk, om „daders van het woord” te worden en onze kennis bij het prediken en onderwijzen van „dit goede nieuws van het koninkrijk” te gebruiken. Jehovah’s getuigen hebben een organisatie van waarheid. Dit is bereikt doordat zij bij elke stap op de weg getrouw Jehovah’s leiding hebben gevolgd en geweigerd hebben om zich door valse sporen die kriskras over de weg heenliepen en deze kruisten, van hun weg te laten afbrengen. Willen wij als afzonderlijke personen tot rijpheid voortgaan, dan moeten wij de waarheid van die organisatie hooghouden. Wij moeten nauwkeurige kennis verwerven door ons waarnemingsvermogen te gebruiken, de betekenis ervan te begrijpen en er stevig aan vast te blijven houden, terwijl wij ons niet door valse sporen van de juiste weg moeten laten afleiden (1 Tim. 1:3, 4). Onze bescherming dienen wij in een zorgvuldige en voortdurende studie van Gods Woord te zoeken, in het aanvaarden van terechtwijzingen en door er voortdurend op uit te zijn van en door Gods organisatie raadgevingen te ontvangen.
18, 19. Welke voordelen werpt het af wanneer wij ons vermogen om te denken, uitbreiden en ons waarnemingsvermogen oefenen?
18 Thans is het er niet de tijd voor om stil te staan. Als wij ons van dit huidige samenstel van dingen afscheiden door onze denkwijze te hervormen en ons met Gods regeling te verbinden, hebben wij een stap in voorwaartse richting gedaan. Indien wij ons vermogen om te denken niet uitbreiden, zullen wij onze plaats in de Nieuwe-Wereldmaatschappij verliezen. Luister naar Jehovah’s Woord: „Wanneer er wijsheid in uw hart komt en kennis uw ziel aangenaam wordt, zal het vermogen om te denken over u waken, onderscheidingsvermogen zal u beschermen.” „De vrede Gods, welke elke gedachte overtreft, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus. . . . Wat gij geleerd en aangenomen en van mij gehoord en gezien hebt, beoefen dat; en de God des vredes zal met u zijn.” — Spr. 2:10, 11; Fil. 4:7-9, NW.
19 Oefen uw waarnemingsvermogen. Door dit te doen, zult u zich niet alleen bekwaam maken voor het nuttigen van het vaste geestelijke voedsel dat Jehovah zijn rijpe organisatie verschaft, maar zult u tevens — doordat u onder allerlei moeilijke omstandigheden juiste beslissingen neemt — vol vertrouwen uw plaats kunnen blijven innemen in de rijen van hen die ervaren jagers en vissers van mensen, leraars van het Woord in Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij zijn.