Liefde — een identificerend kenteken
„Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — Joh. 13:35, NW.
1. Kan er worden gezegd dat liefde eeuwig is? Waarom?
„LIEFDE is eeuwig”. Deze woorden stonden in de trouwring gegraveerd die Abraham Lincoln aan zijn bruid gaf. Welke betekenis zij precies aan deze zinsnede hechtten, mag dan onzeker zijn, maar die woorden bevatten een elementaire waarheid. „God is liefde”, lezen wij in 1 Johannes 4:8 (NW), en God heeft altijd bestaan. „Het getal zijner jaren is onnaspeurlijk” (Job 36:26). Jehovah en de hoedanigheid liefde bestonden derhalve al in het oneindige verleden. Verder zal liefde tot in alle eeuwigheid blijven bestaan, want God is zelf zonder begin en zonder eind. — Ps. 90:1, 2; Openb. 10:6, NW; Hab. 1:12.
2. Op grond waarvan kunnen christenen liefde aan den dag leggen? Hoe lang zullen getrouwe christenen deze eigenschap ten toon kunnen spreiden?
2 Aangezien de mens naar Gods beeld werd geschapen, bezit hij de eigenschap liefde (Gen. 1:26). Het valt ons vanzelfsprekend op dat niet alle mensen deze hoedanigheid in hun dagelijkse omgang ten toon spreiden. Christenen worden echter door Gods geest geleid. Zij leggen wel liefde aan den dag, „want de liefde Gods is in ons hart uitgestort door middel van de heilige geest, die ons werd gegeven” (Rom. 5:5, NW). Christenen hebben zelfs het vooruitzicht eeuwig te leven, en daarom zullen zij, als zij God eeuwig trouw blijven, tot in alle eeuwigheid ware liefde ten toon kunnen spreiden. De liefde die zij aan den dag leggen, onderscheidt hen echter thans reeds in deze liefdeloze, oude wereld en identificeert hen als Christus’ volgelingen.
3. (a) Door welke hoedanigheid worden Christus’ discipelen geïdentificeerd, en hoe getuigt Tertullianus over het bestaan ervan onder de vroege christenen? (b) Op welke wijze hebben Jehovah’s getuigen plechtig beloofd broederlijke liefde aan den dag te leggen?
3 „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt,” zei Jezus, „indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:35, NW). De handelingen en gedragingen van de vroege christenen waren geheel van liefde doortrokken. Het was zelfs zo sterk dat de eerste christenen onder de heidenen vooral bekendstonden wegens hun broederlijke liefde. In zijn Apologeticum citeert Tertullianus de woorden van zulke wereldlingen: „’Zie maar’, zeggen zij, ’hoe zij elkaar liefhebben . . . en hoe zij bereid zijn voor elkaar te sterven.’” Deze zelfde broederlijke liefde is in deze tijd onder de ware volgelingen van Christus openbaar; zij worden erdoor geïdentificeerd. Tijdens de in 1958 gehouden internationale ’Goddelijke wil’-vergadering hebben Jehovah’s getuigen te midden van de beroering en liefdeloosheid waardoor deze wereld wordt gekenmerkt, voor het forum van de gehele wereld een resolutie aangenomen waarin onder andere werd verklaard: „Dat wij, figuurlijk gesproken, onze zwaarden tot ploegscharen en onze speren tot snoeimessen hebben omgesmeed en dat wij, ondanks dat wij van zo vele nationaliteiten zijn, geen zwaard tegen elkaar zullen opheffen omdat wij christelijke broeders en leden van Gods ene familie zijn; ook zullen wij de oorlog tegen elkaar niet meer leren maar wij zullen in vrede, eenheid en broederlijke liefde in Gods paden wandelen.” Zij hebben zich in overeenstemming met dit krachtige besluit gedragen en een handelwijze aan den dag gelegd die volledig strookt met Paulus’ vermanende woorden: „Hebt in broederlijke liefde tedere genegenheid voor elkaar” (Rom. 12:10, NW). Jehovah’s getuigen worden door de liefde die zij voor elkaar koesteren, als Christus’ volgelingen geïdentificeerd. Waarin stemmen zij echter nog meer met de vroege christenen overeen?
BROEDERLIJKE LIEFDE AAN DEN DAG LEGGEN
4. Noem één aspect waaruit blijkt dat er zowel in vroeger tijden als thans altijd een band van liefde onder christenen heeft bestaan.
4 De vroege christenen toonden op allerlei manieren oprechte liefde en bezorgdheid voor elkaar. Hebben Petrus, Paulus of Johannes niet in de geïnspireerde brieven die zij aan hun medegelovigen schreven, hun christelijke groeten overgebracht? Ja, maar wat valt er van anderen te zeggen? Wel, de christenen in Rome, in Korinthe, in Filippi en elders verzochten de onder goddelijke leiding werkende schrijvers in hun brieven de liefdevolle groeten van hen op te nemen voor mededienstknechten van God in andere delen van de wereld (Rom. 16:21-23; 1 Kor. 16:19-21, 24; Fil. 4:21, 22; 1 Petr. 5:13; 3 Joh. 14, NW). Uit dit alles blijkt dat er onder de vroege christenen een band van liefde bestond. Hetzelfde kan worden gezegd over de banden waardoor Jehovah’s getuigen thans met elkaar zijn verbonden. Hoe vaak zijn hun christelijke groeten niet van de ene gemeente naar de andere overgebracht, zelfs naar de overkant van oceanen en de andere zijde van de aardbol! Evenals in vroeger tijden, koesteren ware christenen ook thans beslist een intense liefde voor elkaar. — 1 Petr. 1:22, NW.
5. (a) Wat zijn de „liefdemaaltijden” volgens sommigen geweest? Waren ze verplicht? (b) Welke gelegenheden bestaan er thans voor christenen om in liefde bijeen te komen?
5 De vroege christenen organiseerden soms bijeenkomsten die als „liefdemaaltijden” bekendstonden (Jud. 12, NW). Ze worden in de bijbel zelf niet beschreven. Sommigen zeggen echter dat dit gelegenheden waren waarbij christenen die materiële voorspoed genoten, feestmaaltijden aanrechtten waarvoor hun arme medegelovigen werden uitgenodigd. De wezen en de weduwen, de rijken en degenen die niet zo fortuinlijk waren, schaarden zich in een geest van broederlijke verbondenheid rondom een rijk voorziene dis. Deze „liefdemaaltijden” werden blijkbaar zelfs onder afvallige christenen in ere gehouden, totdat ze, wegens de misbruiken waarmee ze op den duur gepaard gingen, geheel werden afgeschaft. Toch kunnen wij er zeker van zijn dat deze feesten, ongeacht waarin ze precies bestonden, over het geheel genomen onder de ware vroege christenen door het ten toon spreiden van broederlijke liefde werden gekenmerkt. Neen, de Schrift geeft niet te kennen dat deze feesten verplicht waren, en dat is dan ook de reden waarom ware christenen in deze tijd dergelijke „liefdemaaltijden” niet opnieuw hebben ingesteld. Op de congressen van Jehovah’s getuigen zijn geestelijke broeders en zusters in deze tijd echter wel in de gelegenheid in liefde bijeen te komen, in congrescafetaria’s gezamenlijk letterlijke maaltijden te nuttigen en bovenal te zamen van het rijke geestelijke voedsel te genieten. — Mal. 3:10.
6. (a) Beschrijf de vroege christelijke vergaderingen. (b) Welk dubbele voordeel werd door christelijke omgang afgeworpen?
6 De vroege christenen hielden gemeentevergaderingen, op welke bijeenkomsten zij elkaar aanmoedigden (Hebr. 10:24, 25, NW). Het contact dat zij op deze vergaderingen met elkaar hadden, was aangenaam en zeer heilzaam. Tertullianus, die omstreeks 190 n. Chr. werd bekeerd, schreef over de christenen van zijn tijd: „Wij komen op onze samenkomsten in gemeenteverband bijeen ten einde God in gebed te naderen . . . Wij komen bijeen om de boeken van God te lezen.” De vroege christenen beseften terdege hoe waardevol het was zowel op vergaderingen als bij andere gelegenheden bijeen te komen. Wat zouden de christenen te Korinthe bijvoorbeeld hebben ondervonden wanneer zij vriendschappelijk met de vele immorele inwoners van hun stad waren omgegaan? In The Encyclopædia Britannica wordt over Korinthe verklaard: „De met de aanbidding van Afrodite verband houdende tradities van losbandigheid en zinnelijkheid . . . droegen ertoe bij dat de normale neiging van een grote stad tot goddeloosheid en ongebreidelde genotzucht, nog werd versterkt” (11de uitgave, Deel 7, blz. 151). Dit was het Korinthe van Paulus’ dagen. De ware christenen aldaar, die met wijsheid te werk gingen, namen stellig zijn geïnspireerde woorden ter harte: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Kor. 15:33, NW). Zij zorgden ervoor dat zij met andere christenen bleven omgaan, hetgeen een dubbel voordeel met zich meebracht. Het vormde een bescherming en er werd ongetwijfeld ook een hartelijke gezinssfeer door opgebouwd, een sfeer van broederlijke genegenheid onder die vroege christenen.
7. (a) Waarom dienen christenen thans op hun omgang te letten? Wat zal goede omgang in de christelijke gemeente tot resultaat hebben? (b) Doe ideeën aan de hand die van nut zullen blijken te zijn wanneer ze tijdens gezellige bijeenkomsten van christenen worden toegepast.
7 In deze tijd komen de christelijke getuigen van Jehovah regelmatig bijeen om op de gemeentevergaderingen de Heilige Schrift te beschouwen. Zij helpen elkaar daardoor en moedigen elkaar aan. En aangezien zij in een geheel met immoraliteit vervulde wereld leven, letten zij op hun omgang. Terwijl slechte omgang nuttige gewoonten bederft, zal goede omgang goede gewoonten tot gevolg hebben. Een dergelijke omgang vormt een bescherming en heeft tot resultaat dat er in de christelijke gemeente van thans een hartelijke gezinssfeer heerst. Wanneer christenen zo nu en dan gezellige bijeenkomsten beleggen, dienen zij opbouwende gesprekken te voeren. Waarom zou men, wanneer men elkaar bezoekt, alleen maar aandacht hebben voor het televisietoestel? Waarom zou men deze tijd niet benutten om ervaringen uit te wisselen, een bijbels spel te spelen of een bijbelquiz te houden? Gehuwde personen, zowel jong als oud, en hun kinderen zullen het wellicht prettig vinden van tijd tot tijd een avond samen te zijn ten einde van elkaars gezelschap te genieten. Prachtig! Wat een schitterende gelegenheid voor een gezamenlijke bestudering van Gods Woord, misschien wel om zich voor te bereiden op de wekelijkse gemeentelijke Wachttoren-studie! Aangenaam? Natuurlijk! En het zal ook tot gevolg hebben dat zulke mensen in liefde dichter naar elkaar toe groeien. Laat dergelijke bijeenkomsten echter nooit ontaarden in gelegenheden waardoor God op betreurenswaardige wijze wordt onteerd! — 1 Kor. 10:31; Ef. 5:3-5, NW.
8. (a) Welke factor draagt tot de broederlijke liefde en de hartelijke gezinssfeer onder Jehovah’s getuigen bij? (b) Uit welk voorval waarbij Paulus was betrokken, blijkt of christenen al dan niet broederlijke liefde bezitten?
8 Er is nog een factor die tot broederlijke liefde en de hartelijke gezinssfeer onder christenen bijdraagt. Wat dan wel? Alle dienstknechten van Jehovah bidden tot Hem, de enige ware God. Waar zij zich ook op aarde bevinden, hun gedachten en stemmen stijgen in gebed tot de ene hemelse Vader op. Geen wonder dat zij één zijn! (Ef. 4:4-6, NW) Door bemiddeling van Christus bidden zij op dezelfde wijze met betrekking tot zaken die Gods goedkeuring genieten (Joh. 14:6, 14, NW). Vandaar dat zij ervan verzekerd zijn dat „ongeacht wat wij vragen overeenkomstig zijn wil, hij ons hoort” (1 Joh. 5:14, NW). Evenals de vroege christenen, gedenken de hedendaagse christenen elkaar vaak in hun gebeden (Kol. 1:9; 2 Thess. 1:11; 2 Kor. 9:14; Fil. 1:3-5; Filem. 4; Rom. 1:9, 10, NW). Paulus gedacht in zijn smeekbeden niet alleen zijn medegelovigen, maar hij deed ook zeer terecht het verzoek: „Blijft voor ons bidden” (Hebr. 13:18; 2 Kor. 1:11; Rom. 15:30, NW). Evenals de christenen van thans, verenigden de gelovigen uit de eerste eeuw zich vanzelfsprekend ook in gebed wanneer zij bijeenkwamen. Toen Paulus bijvoorbeeld bij een zekere gelegenheid te Miléte met de oudere mannen van de gemeente Efeze bijeenkwam, „knielde hij met hen allen neer en bad”. Merk nu in de rest van het verslag eens op welk een intense liefde er aan den dag werd gelegd: „Ja, er barstte heel wat geween onder hen allen uit en zij vielen Paulus om de hals en kusten hem teder, want zij waren vooral bedroefd over het woord dat hij had gesproken, dat zij zijn gezicht niet meer zouden zien.” Geven christenen er blijk van broederlijke liefde te bezitten? Door dit voorval wordt inderdaad op overtuigende wijze aangetoond dat het antwoord Ja moet luiden! Wat waren die christelijke opzieners spontaan in het tot uitdrukking brengen van hun liefde voor de getrouwe apostel Paulus! — Hand. 20:16-18, 36-38, NW.
LIEFDE ZEGEVIERT OVER LIJDEN
9. Welke liefde kwam onder vroege christenen op de eerste plaats? Waarvan konden zij zeker zijn?
9 Door liefde en gebed bewaarden de vroege christenen de eenheid en bleven zij ondanks vervolging en moeilijkheden sterk. Ja, zij maakten liefde zelfs tot een onderwerp van de gebeden die zij tot Jehovah opzonden. Merk op wat Paulus in verband hiermee aan de Filippenzen schreef: „Want God is mijn getuige hoezeer ik naar u allen verlang met zulk een tedere genegenheid als Christus Jezus heeft. En dit blijf ik bidden, dat uw liefde steeds overvloediger mag zijn met nauwkeurige kennis en volledig onderscheidingsvermogen” (Fil. 1:8, 9, NW). Dat liefde onder de getrouwe christenen van de eerste eeuw inderdaad overvloedig was, is iets waar geen twijfel over bestaat. Bekommerden zij zich echter meer om hun gezin en hun vrienden dan om rechtschapenheid en standvastigheid in het doen van de wil van God? Neen, dit is nooit het geval geweest. Hun liefde voor God kwam op de allereerste plaats. Zij waren in hun liefde zelfs bereid hun leven in getrouwheid op te offeren wanneer de omstandigheden dit mochten eisen. Neen, het was niet gemakkelijk er getuige van te zijn hoe geliefde medechristenen werden doodgemarteld of levend werden verbrand, of om zelf een dergelijke dood te sterven. In al hun lijden konden die vroege christenen echter zeker zijn van de liefde van hun broeders en, wat het allerbelangrijkste was, van de liefde van hun getrouwe God, Jehovah.
10. Wat had de brand van Rome in 64 n. Chr. voor christenen tot gevolg?
10 Voor de brand van Rome in 64 n. Chr. stelde de bevolking in het algemeen, Nero verantwoordelijk. Hij trachtte op zijn beurt echter de schuld op de verachte christenen te gooien. Tacitus zegt hierover in zijn Annales: „Nero ging voort met zijn normale listige praktijken. Hij vond een stel losbandige en verdorven ellendelingen die ertoe gebracht werden zich schuldig te verklaren en op grond van het getuigenis van deze mensen werd een aantal christenen schuldig bevonden, weliswaar niet omdat er duidelijke bewijzen voor waren dat zij de stad in brand hadden gestoken, maar veeleer wegens hun sombere haat jegens het gehele menselijke geslacht. Zij werden met geraffineerde wreedheid ter dood gebracht, terwijl Nero aan hun lijden nog spot en hoon toevoegde. Sommigen werden met de huiden van wilde dieren bedekt en achtergelaten om door honden verscheurd te worden: anderen werden aan het kruis genageld: tallozen werden levend verbrand en velen werden, nadat zij met brandbaar materiaal waren overgoten, bij het invallen van de duisternis aangestoken om ’s nachts als fakkels te dienen.”
11. Welke liefde konden getrouwe christenen niet verliezen? Op welke wijze werd dit door Paulus onder woorden gebracht? Hoe staat het met christenen in deze tijd?
11 Dit is slechts één voorbeeld van de verschrikkelijke vervolging die de eerste-eeuwse volgelingen van Christus ondergingen. Ook al moesten die getrouwe christenen nóg zo veel lijden ondergaan en hun leven zelfs in de dood verliezen, zij konden met hun onversaagde liefde voor God echter nooit de liefde verliezen die God jegens hen koesterde. Wat Paulus ongeveer acht jaar vóór de grote brand aan de gelovigen in Rome schreef, is zowel op hen van toepassing als op hun twintigste-eeuwse broeders en zusters in het christelijke huisgezin des geloofs. Hij schreef namelijk: „Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven, noch engelen noch regeringen noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van Gods liefde, die in Christus Jezus, onze Heer, is” (Rom. 8:38, 39, NW). Ook in deze tijd moeten christenen lijden ondergaan. Ook al hebben zij thuis echter met tegenstand te kampen, ook al nemen hun krachten in de gevangenissen van de vijand af, ook al moeten zij als dwangarbeider in het een of andere werkkamp in Siberië grote ontberingen doorstaan en ook al worden zij door hun vervolgers wreed behandeld, van over de gehele aarde komt de liefde van hun mededienstknechten van Jehovah en vanuit de hemelen de nimmer falende liefde van God tot hen. Zelfs wanneer zij in getrouwheid sterven, kan dit hen niet van Gods liefde scheiden. Welke tegenstander zou met het oog op dit alles ooit kunnen zegevieren? — Matth. 10:28, NW.
12. Hoe beschouwen christenen elkaar? In welke bewoordingen getuigde Tertullianus hiervan?
12 Christenen tonen hun bezorgdheid en liefde voor elkaar niet alleen in de smeltkroes van vervolging. In hun dagelijkse leven geven zij onder alle omstandigheden blijk van hun wederzijdse liefde en broederlijke genegenheid. De vroege christenen beschouwden elkaar als broeders en zusters (Hand. 9:17; 21:20; 1 Kor. 1:1; 16:12; Rom. 16:1; Jak. 2:15; Hebr. 13:23, NW). Commentaar leverend op de verontwaardigde houding van ongelovigen ten opzichte van de christenen in zijn tijd, zei Tertullianus: „Ja, ik vermoed dat hun verontwaardiging jegens ons, omdat wij onder elkaar de naam ’Broeders’ gebruiken, in werkelijkheid alleen maar voortspruit uit het feit dat onder hen elke naam door middel waarvan verwantschap wordt aangeduid, vals en geveinsd is voor zover hierdoor genegenheid tot uitdrukking gebracht moet worden.” Evenals in de vroege dagen van het christendom, beschouwen de ware volgelingen van Christus elkaar thans als broeders en zusters. Zij tonen respect voor hun medechristenen, of dezen nu oud of jong zijn (1 Tim. 5:1, 2, NW). Er bestaan tussen hen geen barrières als gevolg van verschillen in nationaliteit of ras. Zij hebben werkelijk een „intense liefde voor elkaar”. — 1 Petr. 4:8, NW.
OP WELKE WIJZE LIEFDE OPBOUWT
13. (a) Op welke wijze zal de christelijke echtgenoot liefde aan den dag leggen? Met welk resultaat? (b) Waarin zal een christelijke echtgenoot voorzien?
13 „Liefde bouwt op”, schreef Paulus (1 Kor. 8:1, NW). Laten wij eens beschouwen op welke wijze dit gebeurt. Als hoofd van het gezin zal de christelijke echtgenoot een voorbeeldige liefde, deugdzaamheid en geestelijke gezindheid aan den dag leggen. Een echtgenoot die er blijk van geeft liefde voor rechtvaardigheid te bezitten, zal deugdzaam zijn. Hij zal niet oneerlijk zijn, waardoor hij zijn vrouw en kinderen een slecht voorbeeld zou geven. Wanneer hij Jehovah en de rechtvaardige beginselen van Gods Woord werkelijk liefheeft, zal hij een man zijn met een geestelijke gezindheid. Zijn standpunten en beslissingen zullen op bijbelse bevelen en beginselen zijn gebaseerd. Zijn huisgezin zal letterlijk door een sfeer van geestelijke gezindheid worden omgeven. Een liefdevolle echtgenoot zal attent zijn voor zijn vrouw. Hij zal zich niet kleinerend over haar uitlaten, zoals sommige wereldse mannen zelfs in het openbaar over hun vrouw doen. De christelijke echtgenoot zal zijn vrouw in plaats hiervan opbouwen. Hij zal haar een compliment maken wanneer zij een heerlijke maaltijd heeft bereid of zich bij andere gelegenheden verdienstelijk heeft gemaakt. Hij zal rekening houden met haar fysieke beperkingen, zal haar welzijn op het oog hebben en zal er moeite voor doen dat zij in geestelijk opzicht gelijke tred met hem houdt. Alhoewel hij het er druk mee heeft lezingen voor te bereiden, aan de bediening deel te nemen, zich van theocratische verplichtingen te kwijten en andere dingen te verrichten, zal hij zich hier niet zo door in beslag laten nemen dat hij zijn vrouw en kinderen op liefdeloze wijze verwaarloost. Met een onuitputtelijke liefde zal hij ruimschoots in hun stoffelijke en geestelijke behoeften voorzien. — 1 Tim. 5:8; Ef. 5:25-29, NW.
14. Op welke wijze kan een christen voor de geestelijke behoeften van zijn gezin zorgen? Welke uitwerking zal dit hebben?
14 Op welke wijze kan een christelijke echtgenoot en vader voor de geestelijke behoeften van zijn vrouw en zijn gezin zorgen? Hij kan dit onder andere doen door een redelijk, uitvoerbaar schema voor gezinsstudie op te stellen en toe te passen. Wat kan in een huisgezin wonderbaarlijker en opbouwender zijn dan dat de gezinsleden regelmatig in de vredige en rustige sfeer van hun eigen huis bijeenkomen om Gods Woord te bestuderen? Deze handelwijze stemt beslist overeen met de raad die de Schrift hierover geeft (Deut. 6:4-9; Ef. 6:4, NW). Wanneer de bijbel en christelijke publikaties in gezinsverband worden bestudeert, en hierop in gebed Jehovah’s zegen wordt afgesmeekt, zal dit een saamhorigheid bewerken die werkelijk geluk tot resultaat zal hebben. De liefde zal in zo’n gezin overvloedig tot uitdrukking komen en er zal ware vreugde heersen.
15. Op welke wijze kan een christelijke echtgenote haar liefde tonen?
15 De liefdevolle echtgenote is toegewijd en loyaal. Als zij een ware christin is, zal zij Paulus’ raad opvolgen: „Ja, evenals de gemeente onderworpen is aan de Christus, zo moeten ook vrouwen het zijn aan hun man, in alles. . . . de vrouw . . . moet diepe achting voor haar man hebben” (Ef. 5:24, 33, NW). Een goede echtgenote zal zich ijverig van haar huishoudelijke taken kwijten, aangezien dit één manier is waarop zij haar liefde kan tonen. Zij geeft eveneens van haar liefde blijk wanneer zij bij het opvoeden van de kinderen met haar man samenwerkt. Wanneer ouders hier gezamenlijk hun schouders onder zetten, zal de liefde toenemen. Het huisgezin zal er geheel van vervuld worden, hetgeen de geestelijke belangen van het gezin zeer ten goede zal komen. — Spr. 31:10-31.
16. Op welke manieren kunnen christelijke kinderen hun ouders opbouwen? Op welke wijze kunnen zij blijk geven van hun liefde voor God en hun respect voor zijn Woord?
16 Het is echter ook zo, dat kinderen hun ouders op liefdevolle wijze kunnen opbouwen. Zij kunnen huishoudelijke karweitjes verrichten die hun door hun ouders worden opgedragen. Door hulpvaardig hun diensten aan te bieden, kunnen zij hun liefde tonen. Sta er ook eens bij stil wat ouders er verrukt over zullen zijn wanneer hun kinderen de bijbel en de christelijke publikaties klaarleggen voor de op gezette tijden gehouden gezinsstudie! Kinderen kunnen door de gehoorzaamheid die zij hun ouders schenken, tonen in welke mate zij Jehovah liefhebben. Zij tonen hierdoor dat zij liefde en respect bezitten voor God en zijn Woord. Dus, „kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig”. — Kol. 3:20, NW.
17. (a) Wat zal liefde met betrekking tot christelijke vergaderingen bewerkstelligen? Waarom? (b) Wat dient op een gemeentevergadering onze reactie te zijn wanneer iemand ons voorbijloopt zonder te groeten?
17 Liefde heeft ook in de gemeente een opbouwende uitwerking. Ze brengt ons ertoe de vergaderingen te bezoeken en er een aandeel aan te hebben. Waarom? Omdat wij elkaar daar in geestelijk opzicht kunnen opscherpen. Wij moedigen anderen door onze aanwezigheid aan. Met onze commentaren sterken wij hen en bouwen wij hen op (Spr. 27:17; Pred. 4:9-12; Matth. 18:20, NW). Veronderstel echter nu eens dat iemand ons, wanneer wij op een gemeentevergadering zijn, voorbijloopt zonder ons te groeten. Zullen wij dan snel aanstoot nemen, of zullen wij liefde ten toon spreiden? Misschien tobt deze persoon wel over een ernstig probleem. Hij is misschien geheel in gedachten verzonken. Wat heeft hij dan feitelijk nodig? Beslist niet uw koele houding, maar uw hartelijkheid, uw liefde. Wees liefdevol en begrijpend. Hoeveel beter is dit dan kwaad van onze broeders te denken of te spreken! — Kol. 3:12, 13, NW.
18. Moeten wij veel stoffelijke bezittingen hebben om gastvrijheid te kunnen tonen? Op welke wijze kunnen wij anderen opbouwen door gastvrij te zijn?
18 Wij kunnen ook liefde tonen door stoffelijke bijstand te verlenen wanneer onze broeders hulp nodig hebben. Wij kunnen liefde ten toon spreiden door gastvrij te zijn. Om gastvrij te kunnen zijn, behoeven wij echter niet noodzakelijkerwijs veel stoffelijke bezittingen te hebben. Sta er eens bij stil hoe dankbaar iemand die als een christen lijden ondergaat, voor wat geestelijke omgang zal zijn. Wij dienen niet totaal in strikt persoonlijke aangelegenheden op te gaan. Wij kunnen aanmoedigende ervaringen vertellen en over Gods zegeningen in deze tijd en in de toekomst spreken. Het kost geen geld als wij op deze wijze van onszelf geven. En wat is eigenlijk kostbaarder dan dit — de liefde die wij voor onze broeder tonen? Dan zijn er onder ons ook die in geestelijk opzicht zwak zijn. Door liefde te tonen, kunnen wij in hun hart misschien een grotere waardering voor hun voorrechten aankweken. Misschien kunnen wij de bijbel en christelijke publikaties met hen bestuderen of hen in de bediening opleiden. Laten wij dus waakzaam naar gelegenheden uitzien om broederlijke liefde ten toon te spreiden. — Hebr. 13:1, 2, NW.
BLIJF LIEFDE TONEN
19. Waarom dienen wij met Gods organisatie verbonden te blijven? Wiens houding dienen wij na te volgen?
19 Wij dienen er bovenal voor te zorgen dat wij een loyale liefde voor God blijven bezitten. Wij dienen met de organisatie die door Hem wordt gebruikt verbonden te blijven. Verlaat die organisatie nooit, want er bestaat werkelijk geen andere plaats waarheen wij kunnen gaan. Gods waarheid wordt nergens anders aangetroffen. Moge onze houding altijd zijn als die welke door Petrus onder woorden werd gebracht toen velen Christus in de steek lieten. Zo lezen wij in het verslag: „Ten gevolge hiervan keerden velen van zijn discipelen zich tot de dingen die zij hadden achtergelaten en wandelden voortaan niet meer met hem. Daarom zei Jezus tot de twaalf: ’Wilt ook gij niet heengaan?’ Simon Petrus antwoordde hem: ’Heer, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en zijn te weten gekomen dat gij de Heilige Gods zijt’” (Joh. 6:66-69, NW). Wees loyaal, leg liefde aan den dag en blijf eraan meehelpen dat er in de christelijke organisatie een hartelijke gezinssfeer heerst. De leden van een liefdevol gezin vinden het heerlijk samen te zijn en met elkaar samen te werken. Hoe passend is het derhalve dat ware christenen in deze tijd liefdevol, als één gelukkig gezin onder God, samenwerken, te zamen bidden en bij elkaar blijven!
20. Wat zullen wij in de moeilijke dagen die voor ons liggen, nodig hebben?
20 Naarmate deze wereld steeds dichter haar einde nadert, moeten wij als christenen in de moeilijke dagen die voor ons liggen, een hart bezitten dat tot Jehovah is gekeerd en dat wijd openstaat voor al onze medechristenen, of dezen nu pas zijn bekeerd of al lang met de organisatie zijn verbonden. Paulus zei tot de Korinthiërs: „Onze mond heeft zich voor u geopend, Korinthiërs, ons hart heeft zich verruimd. In ons zijt gij niet eng behuisd, maar gij zijt eng behuisd in uw eigen tedere genegenheden. Bij wijze van vergelding dan, om iets terug te doen — ik spreek als tot kinderen — verruimt gij u eveneens” (2 Kor. 6:11-13, NW). Laten wij allen met een verruimd hart ware liefde ten toon spreiden.
21. Hoe waardevol en blijvend is liefde, volgens het Sulammitische meisje?
21 Denk nog eens na over de schitterende en profetische liefdesgeschiedenis van het Sulammitische meisje en haar geliefde herder, welke in het Hooglied staat opgetekend. Wat een woorden legde Salomo dit meisje in de mond! Alhoewel ze zeer goed van toepassing zijn op de liefde welke de leden van het overblijfsel van Christus’ gezalfde volgelingen voor hun Bruidegom koesteren, bevatten ze tevens veel wat voor alle christenen van belang is. Wat wordt de waarde van de nimmer falende, loyale liefde schitterend tot uitdrukking gebracht in de woorden van de Sulammitische: „Plaats mij als een zegel op uw hart, als een zegel op uw arm; want liefde is zo sterk als de dood, het aandringen op exclusieve toewijding is zo onverzettelijk als Sjeool. Haar gloed is als de gloed van een vuur, de vlam van Jah. Vele wateren kunnen de liefde niet uitdoven, ook kunnen rivieren haar niet wegspoelen. Al zou een man alle waardevolle dingen van zijn huis voor liefde geven, personen zouden hem beslist verachten” (Hoogl. 8:6, 7, NW). Hoe werkelijk waardevol en blijvend is liefde!
22. Welke schuld heeft iedere christen? Kan deze ooit volledig worden vereffend? Waarom?
22 Iedere christen is zijn medemens iets verschuldigd, ja, hij heeft een schuld die nooit helemaal vereffend kan worden. „Zijt niemand iets schuldig”, zei Paulus, „dan elkaar lief te hebben; want hij die zijn medemens liefheeft, heeft de wet vervuld” (Rom. 13:8, NW). Uw gehele leven lang zult u anderen liefde verschuldigd zijn. Wandel derhalve in de wegen der liefde, de hoedanigheid waardoor ware christenen worden geïdentificeerd. Houd in gedachten dat liefde eeuwig zal blijven bestaan. Indien u als christen thans ware liefde aan den dag legt, zult u deze eigenschap tot in alle eeuwigheid tot uitdrukking kunnen brengen, en wel in de wonderbaarlijke nieuwe ordening, die ons door de liefdevolle God, Jehovah, is beloofd.