-
„Uitgezonden” — Waarom?Ontwaakt! 1976 | 22 augustus
-
-
naam’. Sindsdien heeft deze School inderdaad overeenkomstig zijn naam gefunctioneerd, want vele afgestudeerden zijn naar landen overal ter wereld gegaan om daar „tot een getuigenis” het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken. — Matth. 24:14.
Vanaf het jaar 1943 tot en met 1975 zijn er 5809 afgestudeerden van de Gileadschool gekomen, van wie er thans nog meer dan 2500 actief in hun toewijzing werkzaam zijn. Een aantal afgestudeerden van de eerste klas dient zelfs nog steeds in de landen waar zij het eerst aan zijn toegewezen.
Nu zijn er weer vijfentwintig afgestudeerden uitgezonden. Net als hun medegetuigen van Jehovah over de gehele aarde zullen deze mannen en vrouwen zich er ijverig op toeleggen het goede nieuws van Gods opgerichte koninkrijk te prediken. Zij hebben grote waardering voor hun onuitsprekelijke voorrecht de Allerhoogste te mogen dienen en anderen te mogen helpen de naam van Jehovah in geloof aan te roepen.
-
-
Zijn Elia en Henoch ten hemel gevaren?Ontwaakt! 1976 | 22 augustus
-
-
Wat is de zienswijze van de bijbel?
Zijn Elia en Henoch ten hemel gevaren?
VOOR een antwoord op die vraag, zal men eerst bepaalde bijbelse feiten moeten overwegen. En daartoe behoort zeker dit: dat de Zoon van God door middel van zijn verschijning op aarde, nu negentienhonderd jaar geleden, „licht heeft geworpen op leven en onverderfelijkheid, door middel van het goede nieuws” (2 Tim. 1:10). Door bemiddeling van hem heeft God aan vele personen „een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis . . . in de hemelen weggelegd” (1 Petr. 1:3, 4). Jezus Christus zelf was de eerste persoon die tot volheid des levens werd opgewekt, de eerste die tot hemels leven werd opgewekt. — Openb. 1:5.
Jezus was daarom de „voorloper” van degenen die leven in de hemel zouden ontvangen. De geïnspireerde christelijke schrijver schreef over die hemelse hoop: „Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, zowel zeker als vast, en ze gaat in tot binnen het gordijn [tot binnen het Allerheiligste van de tempel, de vertegenwoordiging van Gods eigen hemelse woonplaats] waar ten behoeve van ons een voorloper is binnengegaan, Jezus, die voor eeuwig een hogepriester naar de wijze van Melchizédek is geworden” (Hebr. 6:19, 20). Deze zelfde schrijver maakt duidelijk dat het gordijn dat toegang gaf tot de allerheiligste afdeling van de tabernakel in de wildernis, een beeld was van Jezus’ vlees (Hebr. 10:20; vergelijk Exodus 26:1, 31, 33). Zolang Jezus in het vlees was, kon hij niet naar de hemel gaan, want ’vlees en bloed kunnen Gods koninkrijk niet beërven’ (1 Kor. 15:50). Door afstand te doen van zijn vlees, zoals er staat, „ten behoeve van het leven der wereld”, en door zijn opstanding uit de doden „in de geest” werd de weg geopend voor degenen die tot het koninkrijk der hemelen zouden worden uitgenodigd. — Joh. 6:51; 1 Petr. 3:18.
Bovendien is Jezus’ opstanding een „waarborg” voor „alle mensen” dat God ook anderen zal opwekken uit de doden (Hand. 17:31; 24:15). Dit zou niet zo zijn als God al door de eeuwen heen rechtvaardige mensen tot hemels leven had opgewekt.
Maar hoe moeten we dan het bijbelverslag over Elia begrijpen, dat luidt: „Nu gebeurde het, terwijl zij [Elia en Elisa] al sprekende verder gingen, ziedaar! een vurige strijdwagen en vurige paarden, en die maakten vervolgens scheiding tussen hen beiden; en Elia voer toen in de storm ten hemel” (2 Kon. 2:11). Ging Elia toen
-