Wees „gezond van verstand” daar de Nieuwe Ordening naderbij komt
„Het einde van alle dingen is nabijgekomen. Weest daarom gezond van verstand.” — 1 Petr. 4:7.
1. Welke zichtbare bewijzen zijn er die erop duiden dat de huidige wereldordening spoedig zal eindigen?
ER ZIJN bewijzen in overvloed dat een nieuwe ordening nabij is. Aan de ene kant leven wij in een unieke tijd met betrekking tot de huidige wereldordening. Voor de eerste maal in de menselijke geschiedenis bevinden alle stelsels die door mensen zijn opgericht, zich in een crisisstadium. Kijkt u maar waar u wilt en beschouwt u maar al de vele stelsels die gezamenlijk de huidige ordening vormen, u ziet tekenen van ernstige moeilijkheden. Politieke stelsels, religieuze stelsels, sociale stelsels, politionele stelsels, onderwijsstelsels, vervoersstelsels, monetaire stelsels — de lijst van stelsels die zich in een crisisstadium bevinden, is bijna eindeloos. Zelfs de meest fundamentele dingen, zoals lucht, water en voedsel, worden ernstig in gevaar gebracht.
2. Waarom kunnen mensen de huidige ordening niet bestendigen?
2 De huidige ordening is gelijk een oud gebouw waarvan de fundamenten, steunsels en balken allemaal ernstige scheuren vertonen en verrot of verteerd zijn. Men kan er een heleboel verse verf of fantastische versiersels op aanbrengen en er nieuwe meubelen in zetten, maar niets kan het verrotte gebouw de sterkte geven die het nodig heeft om lang te blijven staan. Hoe zeer mensen ook mogen trachten de ernstige verdeeldheden die ten grondslag liggen aan de menselijke maatschappij zoals ze thans is opgebouwd, te verbergen en te „bepleisteren”, zij kunnen niet de gevolgen beletten waarop in Jezus’ woorden gewezen werd: „Een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, valt.” — Luk. 11:17.
3. Wat is de werkelijk solide basis om te geloven dat een nieuwe ordening nabij is?
3 Maar het voortreffelijkste, overtuigendste bewijs dat een nieuwe ordening nabij is, wordt verschaft door de beloften en profetieën van Gods Woord, de bijbel. In de profetieën van de bijbel werd niet alleen de huidige achteruitgang in moraliteit en het zich afkeren van waarheid en rechtvaardigheid voorzegd, waardoor de huidige ordening over de gehele aarde in een crisisstadium is geraakt, maar daarin wordt ons ook verteld dat het Gods bekendgemaakte voornemen is al deze huidige stelsels binnen „dit geslacht” in een ongeëvenaarde „grote verdrukking” weg te vagen en zijn eigen ordening op te richten met nieuwe stelsels die gegrondvest zijn op rechtvaardigheid, op liefde voor God en liefde voor de naaste. — Matth. 24:21, 33, 34; Openb. 7:14-17.
4, 5. Wat betekent de bijbelse belofte omtrent „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” voor ons?
4 „Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petr. 3:13). De „belofte” waarnaar de apostel Petrus hier verwijst, wordt in Jesaja 65:17 in de Hebreeuwse Geschriften aangetroffen. Bijbelgeleerden hebben reeds lange tijd erkend dat de hier genoemde „hemelen” en „aarde” symbolisch zijn. Zo staat er bijvoorbeeld in M’Clintock en Strongs Cyclopædia (Deel IV, blz. 122-127): „In Jes. LXV [65], 17, duiden een nieuwe hemel en een nieuwe aarde op een nieuwe regering, een nieuw koninkrijk, een nieuw volk. . . .”
5 Dit betekent een nieuwe ordening. Wanneer Gods door zijn Zoon geregeerde koninkrijk alle vijanden van Gods soevereiniteit heeft vernietigd, zal het ervoor zorgen dat over de gehele aarde Gods wil geschiedt, waar in het bekende Onze Vader om wordt gebeden (Matth. 6:10). Dat ’koninkrijk der hemelen’ zal aldus in „nieuwe hemelen” voorzien die de mensheid zullen leiden en besturen. En de nieuwe aardse maatschappij van mensen die de nieuwe ordening zullen beërven, zal niet gekweld worden door de onvolmaakte, onpraktische en door hebzucht verscheurde stelsels die thans zo’n irritatie en frustratie en gevaar veroorzaken. Die maatschappij, die op rechtvaardigheid gegrondvest en gebouwd zal zijn, zal zich in nieuwe stelsels verheugen die door de erover aangestelde hemelse regering bestuurd zullen worden.
DIEPGAANDE VRAGEN AAN DE ORDE
6, 7. Hoe doen de woorden van de apostel in 2 Petrus 3:11, 12 diepgaande vragen voor ons in deze tijd rijzen?
6 Hoe voelen wij ons met zo’n vooruitzicht? Zijn onze gedachten in overeenstemming met die van de geïnspireerde apostel, die schreef: „Aangezien al deze dingen aldus ontbonden zullen worden, wat voor soort van mensen behoort gij dan wel te zijn in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding, verwachtende en goed in gedachten houdende de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah”? — 2 Petr. 3:11, 12.
7 Bent u, aangezien die nieuwe ordening thans zo dicht voor de deur staat, niet geneigd na te denken en uzelf af te vragen: ’Wat voor soort van persoon ben ik eigenlijk wanneer het op „heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding” aankomt? Ben ik werkelijk de soort van persoon die God in zijn nieuwe ordening wil hebben? Wil ik werkelijk op een aarde leven waar „rechtvaardigheid [zal] wonen”, ja, over de gehele aarde zal heersen?’ Dit zijn diepgaande vragen, maar zulke vragen zijn thans aan de orde.
8, 9. Welke inlichtingen omtrent de Nieuwe Ordening zouden sommigen graag willen weten, met het oog op de grote verandering die ze belooft te brengen?
8 Sommigen zijn misschien echter geneigd te zeggen: ’Als we maar meer zouden weten over hoe het leven in de Nieuwe Ordening zal zijn, meer details zouden weten, dan zouden we die vragen misschien beter kunnen beantwoorden.’ Het vooruitzicht van een werkelijk nieuwe ordening wekt weliswaar nieuwsgierigheid en er komen licht vele vragen op. Zo vragen sommigen: ’Wie zullen in die nieuwe ordening alle diensten verschaffen waarin de huidige wereldse stelsels tot nu toe hebben voorzien? Indien alle huidige stelsels in de komende „grote verdrukking” eindigen, hoe zullen de overlevenden dan over de gehele aarde met elkaar in contact treden? Als er geen post-, telefoon-, telegraaf- en radioverbindingen meer zijn, hoe zouden de activiteiten dan op verenigde wijze geleid kunnen worden, zoals door een aards besturend lichaam dat onder het hemelse koninkrijk werkzaam is?’ Anderen vragen: ’Hoe zullen de mensen weten waar zij moeten wonen? Zal iedereen zo maar het gebied uitkiezen dat hem bevalt en zich daar vestigen, door gewoon een stuk land af te bakenen, zoals in de dagen van de kolonisten in het westen van Noord-Amerika werd gedaan? Zo niet, hoe en door wie zal er dan land worden toegewezen?’
9 Weer anderen vragen zich af wat er dan voor vervoermiddelen gebruikt zullen worden, of er auto’s, vliegtuigen of andere door motorische kracht aangedreven vervoermiddelen zullen zijn. Vrouwelijke vragenstellers bekommeren zich er misschien meer om of er gemakken als elektrische fornuizen, elektrische wasmachines en dergelijke beschikbaar zullen zijn. En wat dat aangaat, hoe staat het met werkelijk fundamentele dingen, zoals kleding? Als de kleren of schoenen die men ten tijde van de overleving van het einde van het oude samenstel draagt, versleten zijn, waar haalt men dan nieuwe vandaan? Of als men wil bouwen, waar haalt men dan dingen zoals een hamer, spijkers, een zaag en andere benodigdheden vandaan die thans door de stelsels van deze huidige ordening worden verschaft?
10, 11. Wat is het antwoord op hun vragen, en welke uitwerking heeft dit op onze voorbereiding op leven in de Nieuwe Ordening?
10 Vragen als deze zijn er in overvloed. Maar op al deze vragen is een eenvoudig en kort antwoord, namelijk: Gods Woord, de bijbel, zegt er niets over en dus weten wij het niet.
11 Maar worden wij hierdoor niet in een nadelige positie geplaatst wat het ons voorbereiden op leven in Gods nieuwe ordening betreft? Neen, want wij hebben dit niet nodig om ons volledig voor te bereiden, aangezien zulke vragen te maken hebben met aangelegenheden die volstrekt niet belangrijk zijn voor onze voorbereiding. Wat zijn dan enkele van de werkelijk belangrijke dingen waarop wij ons dienen te concentreren ten einde ons op leven in die komende nieuwe ordening voor te bereiden?
GEZOND VAN VERSTAND BLIJVEN
12. Waarom kunnen wij geloven dat de door de apostel gegeven raad die in 1 Petrus 4:7 begint, van toepassing is op ons in deze tijd?
12 „Het einde van alle dingen is nabijgekomen”, schreef de apostel Petrus in zijn eerste brief (4:7). Hoewel het destijds bestaande joodse samenstel van dingen enkele jaren nadat deze brief werd geschreven zou eindigen (daar de Romeinen in het jaar 70 G.T. Jeruzalem en zijn tempel verwoestten en het joodse priesterschap en de daarmee verbonden functies en slachtoffers tot een de facto einde brachten), zijn de geïnspireerde woorden van de apostel voornamelijk van toepassing op en van betekenis voor onze tijd, nu er binnenkort een hele wereldordening zal eindigen. Dit wordt verzekerd door het feit dat de apostel in deze brief vele malen naar de tijd voor de „openbaring” van Jezus Christus verwijst. — 1 Petr. 1:5, 7, 13; 2:12; 4:13.
13. Hoe kunnen wij, net als Petrus, Jehovah’s dag ’goed in gedachten houden’, en waarom is dit thans belangrijk?
13 De apostel volgde zijn eigen raad op om de „dag van Jehovah”, Gods tijd om een eind te maken aan de huidige wereldordening en zijn rechtvaardige nieuwe ordening in te luiden, ’te verwachten en goed in gedachten te houden’. Er schuilt veiligheid in om die tijd ’goed in gedachten te houden’, niet als veraf te beschouwen, als zou men nog voldoende tijd hebben om zich aan zelfzuchtige doeleinden over te geven en dan toch nog op tijd naar rechtvaardigheid te kunnen „omzwaaien” ten einde aan de wereldomvattende vernietiging te ontkomen. Wij zijn nu levend; wij weten niet of wij morgen of de volgende week nog in leven zullen zijn. Nu is het dus de tijd om ons op Gods nieuwe ordening voor te bereiden. — Jak. 4:13-15.
14. Wat is de betekenis van de raad om „gezond van verstand” te zijn?
14 Waarop dienen wij, met het oog op het nu snel naderbij komende einde, onze aandacht te richten? „Weest daarom gezond van verstand”, luidt de raad van de geïnspireerde schrijver, „en weest waakzaam met het oog op gebeden” (1 Petr. 4:7). In plaats van ’weest gezond van verstand’ luiden andere vertalingen „blijft kalm” (The New American Bible), ’weest bezonnen’ (Willibrord), „weest gezond van oordeel” (New American Standard). De apostel Paulus gebruikte hetzelfde door Petrus gebezigde Griekse woord toen hij erop aandrong: „Laten wij dan ook niet doorslapen, zoals de overigen, maar laten wij wakker blijven en onze zinnen bij elkaar houden” (1 Thess. 5:6). Kennelijk is het thans niet de tijd om onverstandig, lichtzinnig of onbezonnen van oordeel te zijn. Het is de tijd om nuchter te denken en te handelen.
15. (a) Hoe kunnen wij toetsen of wij „gezond van verstand” zijn met betrekking tot onze toekomstverwachtingen, met inbegrip van onze kijk op teksten als Jesaja 65:21? (b) Welke vervullingen heeft deze tekst reeds gehad?
15 Wij moeten er blijk van geven net zo gezond van verstand te zijn met betrekking tot onze hoop op leven in Gods nieuwe ordening. Waarom streven wij ernaar? Wat trekt ons aan tot die hoop? Zijn het hoofdzakelijk materiële en fysieke voordelen? Dient dit zo te zijn? Misschien schiet ons een tekst zoals Jesaja 65:21 te binnen: „En zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen, en zij zullen stellig wijngaarden planten en hun vrucht eten.” Dienen hierdoor beelden in onze geest opgeroepen te worden dat wij in grote herenhuizen, bijkans paleizen, zullen wonen en dient dit ons aantrekkelijk toe te schijnen? De tekst spreekt in werkelijkheid alleen maar over „huizen”, niet waar? En dat is iets waarin de meesten van ons thans wonen. In werkelijkheid vond de profetie haar eerste vervulling toen Israël uit ballingschap naar het verwoeste land Juda, zonder huizen en wijngaarden, terugkeerde. Na hun terugkeer bouwden zij huizen en plantten zij wijngaarden. In onze eigen tijd is de profetie sinds 1919 in geestelijk opzicht in vervulling gegaan, aangezien Gods volk, dat net als Israël als Jehovah’s getuigen optreedt (Jes. 43:10-12), uit een geestelijke ballingschap is gekomen en zij hun geestelijke „land” of terrein van activiteit en aanbidding begonnen te herstellen door gemeenten te bouwen en geestelijke vruchtbaarheid aan te kweken.
VOORNAAMSTE REDENEN OM NAAR DE NIEUWE ORDENING TE VERLANGEN
16. Waarop wordt hier de aandacht gevestigd met betrekking tot het beroep dat de bijbel op ons doet wanneer daarin de hoop op een nieuwe ordening wordt geboden?
16 Ongetwijfeld zullen er na de „grote verdrukking” vele huizen worden gebouwd. En zonder de verpletterende last van het huidige samenstel en zijn commerciële hebzucht, zullen de aardse overlevenden die Gods nieuwe ordening beërven, stellig in staat zijn werkelijk aangename woonplaatsen te bouwen. Wat is dan het punt waar het om gaat? Dit: Dat Gods Woord niet uitvoerig uiteenzet hoe die huizen eruit zullen zien, hoe groot, hoe bescheiden of hoe magnifiek ze zullen zijn. Dit wordt nergens in Gods Woord vermeld. Waarom niet? Omdat de bijbel geen beroep doet op onze materialistische gevoelens; daarin wordt grotere nadruk gelegd op andere zegeningen als de belangrijke dingen waarop wij in de eerste plaats onze aandacht dienen te vestigen. Beschouw bijvoorbeeld eens het verrukkelijke beeld dat ons in Psalm 85:10-13 wordt geboden. Aantonend wat Gods gunst en zegen voor een land en het daarin wonende volk tot gevolg kunnen hebben, wordt daar gezegd:
17, 18. (a) Hoe wordt dit punt door Psalm 85:10-13 geïllustreerd? (b) Welke kenmerken in verband met het leven in de Nieuwe Ordening dienen derhalve de grootste aandrijvende kracht voor ons te bezitten, en waarom?
17 „Wat liefderijke goedheid en trouw betreft, ze hebben elkaar ontmoet; rechtvaardigheid en vrede — ze hebben elkaar gekust. Louter trouw zal uit de aarde zelf spruiten, en louter rechtvaardigheid zal uit de hemel zelf neerzien. Ook zal Jehovah van zijn zijde geven wat goed is, en ons eigen land zal zijn opbrengst geven. Rechtvaardigheid zal voor hem uit gaan, en ze zal zijn schreden tot een weg maken.”
18 Merk op dat dit beeld zijn schoonheid hoofdzakelijk ontleent aan geestelijke zegeningen, terwijl er slechts kort melding wordt gemaakt van materiële zegeningen die het gevolg zijn van de „opbrengst” die het land geeft. Het zijn de geestelijke zegeningen die het verlangen naar Gods nieuwe ordening in ons dienen wakker te roepen. Vanwege deze dingen dienen wij bereid te zijn te werken, ons op te offeren, ja, en zelfs te sterven ten einde leven in Gods nieuwe ordening te verwerven. Want deze geestelijke dingen heeft het huidige samenstel ons nooit gegeven en zal ze ons ook nooit geven. In plaats van „liefderijke goedheid” is de huidige ordening in werkelijkheid koud en hebzuchtig en gebruikt ze iemand slechts zolang die persoon haar doel dient, waarna men als versleten en voor de vergetelheid aan de kant wordt gezet. Ze vloeit over van leugen, huichelarij, dubbelhartigheid en bedrog, niet van „trouw”. Rechtvaardigheid en vrede hebben elkaar in de huidige ordening stellig niet „gekust”. Maar in Gods nieuwe ordening zullen deze geestelijke zegeningen over de gehele aarde zichtbaar zijn en zich in schitterende harmonie verenigen om het leven tot een ware verrukking te maken — voor hen wier hart rechtvaardig is. De oude ordening is in staat mensen grote huizen, ja, herenhuizen, te geven, alsook goed voedsel — in sommige landen hebben een opmerkelijk aantal mensen deze dingen. Maar ze heeft niet de liefderijke goedheid, trouw, vrede en rechtvaardigheid gebracht waardoor Gods nieuwe ordening wordt onderscheiden en zal die ook nooit brengen.
19. Welke houding is belangrijk met betrekking tot de Nieuwe Ordening, en hoe kunnen wij tonen dat wij die houding thans bezitten?
19 Ons voorbereiden op leven in de naderbij komende nieuwe ordening vereist derhalve dat wij een juiste kijk op de beloofde zegeningen houden en altijd de hoogste waarde aan de geestelijke zegeningen toekennen. Als wij dit doen, zullen wij wanneer de storm van Armageddon ten slotte voorbij is, het gerommel van de donder ervan wegsterft en de aarde niet langer schudt als gevolg van de goddelijke verbolgenheid die over de natiën is uitgestort, te voorschijn komen uit welke plaats maar ook waar het Jehovah God heeft goedgedacht ons te bewaren en zullen wij ons verheugen in de morgen van een nieuwe dag, de dageraad van zijn nieuwe ordening. Wanneer wij rondkijken, zullen onze ogen misschien alleen maar puin en ruïnes zien — maar als dit zo is, dient de aanblik daarvan iets schitterends voor ons te zijn. Waarom? Omdat wij dan uit het diepst van ons hart kunnen zeggen: ’God zij dank, eindelijk is de oude ordening met al haar corruptie, wreedheid en opstand tegen God voor altijd verdwenen! Nu zal er rechtvaardigheid op aarde wonen.’ Zelfs nu kunnen wij tonen dat wij er zo over denken door niet toe te laten dat materiële dingen geestelijke zaken in ons leven verdringen of een grotere attractie gaan vormen.
GEHOORZAAMHEID VANUIT HET HART
20. Wat is iets dat wij definitief omtrent de Nieuwe Ordening weten, en wat onthult Openbaring 20:11, 12?
20 Wanneer wij „gezond van verstand” zijn, doen wij er goed aan te mediteren over enkele van de dingen die wij wel over de komende nieuwe ordening weten. Wij weten dat er gehoorzaamheid aan Gods soevereiniteit, die door middel van zijn Koninkrijksregering tot uitdrukking wordt gebracht, zal worden vereist. In Openbaring 20:11, 12 worden wij ervan op de hoogte gesteld dat er gedurende de duizendjarige regering van Gods Zoon ’boekrollen geopend zullen worden’. Allen die dan leven, met inbegrip van degenen die uit de doden worden opgewekt, zullen geoordeeld worden „overeenkomstig hun daden”, of deze al dan niet in overeenstemming zijn met die „boekrollen”. Boekrollen, zoals die in de bijbelse profetieën voorkomen, hebben bijna onveranderlijk betrekking op de een of andere openbaring van Gods wil, een openbaring die in geschreven vorm wordt vermeld. Aldus schijnt het dat er gedurende de duizendjarige regering van Christus Jezus verdere openbaringen van Gods wil en voornemen zullen zijn en dat deze in gepubliceerde vorm zullen zijn opdat allen zich ervan op de hoogte kunnen stellen. Dan zal het de zaak van elkeen zijn om te tonen of hij het eeuwige leven waard is door zijn daden met deze boekrollen in overeenstemming te brengen.
21, 22. (a) Waarom zouden sommigen van mening kunnen zijn dat wanneer men eenmaal de „grote verdrukking” heeft overleefd, het verwerven van eeuwig leven daarna betrekkelijk eenvoudig zal zijn? (b) Welke belangrijke factor wordt wellicht over het hoofd gezien?
21 Overleving van de „grote verdrukking” garandeert daarom nog niet noodzakelijkerwijs overleving tot eeuwig leven. Niettemin zijn sommigen misschien van mening dat wanneer deze oude ordening eenmaal is verdwenen en, zoals in het boek Openbaring wordt voorzegd, Satan en zijn demonen in de „afgrond” worden opgesloten, de kwestie van gehoorzaamheid betrekkelijk eenvoudig, bijna iets vanzelfsprekends, zal zijn. Is men „gezond van verstand” als men zo denkt en worden wij daardoor voorbereid op leven in de Nieuwe Ordening?
22 Zeker, het verdwijnen van de oude ordening met al haar verleidingen en alle druk die er wordt uitgeoefend om het slechte te doen, zal een geweldige verademing zijn. Dit zal ook het geval zij:n wanneer wij niet meer zoals nu strijd behoeven te voeren tegen de „goddeloze geestenkrachten” die de huidige ordening onzichtbaar beheersen (Ef. 6:10-13). Zijn deze twee grote oorzaken van oppositie tegen rechtvaardigheid echter de enige oorzaken waartegen wij hebben te strijden? Is er niet nog een andere grote oorzaak? Ja, en in tegenstelling met die uitwendige oorzaken, is dit een inwendige oorzaak, die zich in onszelf bevindt. Ze is onze overgeërfde zondige natuur, de erfenis die wij allen van Adam hebben ontvangen. En wanneer wij „gezond van verstand” zijn, zullen wij beseffen dat dit waarschijnlijk de gevaarlijkste, de beslissende kracht, is. Hoe dat zo?
23. Wat wordt door de wijze waarop onrechtvaardigheid begonnen is, aangetoond met betrekking tot de respectieve ernst van uitwendige en inwendige krachten die onze gehoorzaamheid aan God tegenwerken?
23 Beschouw eens hoe onrechtvaardigheid, ongehoorzaamheid aan goddelijke heerschappij, begonnen is. Het is waar dat Eva in Eden aan invloed van buitenaf werd blootgesteld en dat zij, op haar beurt, invloed op haar man uitoefende. Maar hoe stond het met degene die opstand deed ontstaan? Welke uitwendige invloed was er ten aanzien van die geestenzoon van God werkzaam om hem de slechte weg te doen opgaan? Stellig heeft God hem hiertoe niet verleid noch geprest, en evenmin heeft iemand anders dit gedaan. Toch kwam die geestenzoon tegen zijn hemelse Vader in opstand. De oorzaak van zijn opstand was niet van uitwendige aard, maar van inwendige aard; de opstand kwam voort uit zijn eigen hart. (Vergelijk Jakobus 1:13-15.) Zo is het ook met ons. Ongeacht welke ongunstige uitwendige krachten er zijn, de beslissende factor voor getrouwheid is binnenin ons gelegen en wordt bepaald door wat er in ons hart leeft. Dit zal nog steeds zo zijn gedurende de duizendjarige periode, wanneer personen geoordeeld worden „overeenkomstig hun daden.”
24. Waarop vertrouwen sommigen wat het aanbrengen van de nodige veranderingen in hun persoonlijkheid en gewoonten betreft? En wat willen wij in een volgende studie vaststellen?
24 Men zou echter kunnen zeggen: ’O, ik erken dat ik enkele slechte gewoonten, verkeerde trekken en manieren heb die ik nog niet zo heb overwonnen als het behoort. Maar ik ben er zeker van dat ik als we eenmaal door de „grote verdrukking” heen zijn, anders zal zijn — natuurlijk nog niet volmaakt, maar anders.’ Is men „gezond van verstand” als men zo redeneert? Dienen wij te denken dat de ontzagwekkendheid van de „grote verdrukking” en de oorlog van Armageddon, die daar deel van zal uitmaken, op de een of andere wijze een verandering ten goede in ons tot stand zal brengen met betrekking tot ons hart? Beschouw de in het volgende artikel geboden inlichtingen.