-
De hoop der schepping — in afwachting van haar verwezenlijkingDe Wachttoren 1980 | 1 juli
-
-
tenietdoen die het middel bezit de dood te veroorzaken, namelijk de Duivel, en zal allen die uit vrees voor de dood hun leven lang aan slavernij onderworpen waren, bevrijden’.
22. Wie zijn de secundaire leden van het „zaad” van Gods „vrouw”?
22 De secundaire leden van het „zaad” van Gods „vrouw” zijn de discipelen van Jezus Christus, degenen die door Gods geest worden verwekt om geestelijke „zonen Gods” te worden en als medeërfgenamen met hun oudere broer, Jezus Christus, in de hemel te regeren.
23. Tot welke soort van hoop heeft God de secundaire leden van het „zaad” volgens 1 Petrus 1:3, 4 verwekt, en is die hoop op dit late tijdstip nog steeds „levend”?
23 De apostel Petrus heeft het over hun hemelse hoop en noemt die een „levende” hoop wanneer hij hun schrijft: „Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want overeenkomstig zijn grote barmhartigheid heeft hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de doden een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis. Ze is in de hemelen weggelegd voor u” (1 Petr. 1:3, 4). Deze hoop van hen is nu nog steeds „levend”. Voor het overblijfsel van hen dat zich nog op aarde bevindt, is deze hoop niet „dood” enkel omdat de verwezenlijking ervan schijnbaar op zich laat wachten. Zij verwachten deze hoop binnenkort, op de door hun God en Vader Jehovah vastgestelde tijd, verwezenlijkt te zien. De apostel Paulus roept Genesis 3:15 in onze geest terug wanneer hij aan de gemeente van door de geest verwekte christenen in Rome schrijft: „De God die vrede geeft . . . zal Satan binnenkort onder uw voeten verbrijzelen.” — Rom. 16:20.
24. Door wie wordt het openbaar worden van zulke „zonen Gods” vurig verwacht, en na welke gebeurtenis vindt deze openbaring plaats?
24 Het „openbaar worden” van deze „zonen Gods”, te zamen met de voornaamste Zoon van God, Jezus Christus, zal in de nabije toekomst geschieden en is iets waar de „vurige verwachting van de [menselijke] schepping” met verlangen op wacht. Maar kort vóór die gebeurtenis verwachten wij de „grote verdrukking”, die de hemelse Vader, Jehovah God, zal doen losbarsten over de tegenstanders en vervolgers die voor zijn geestelijke zonen en hun loyale metgezellen verdrukking veroorzaken. — Openb. 7:14, 15; 2 Thess. 1:6-10.
-
-
Waarom onze goede verwachtingen beslist verwezenlijkt zullen wordenDe Wachttoren 1980 | 1 juli
-
-
Waarom onze goede verwachtingen beslist verwezenlijkt zullen worden
„God [doet] al zijn werken . . . samenwerken ten goede voor hen die God liefhebben.” — Rom. 8:28.
1. Waarvan is een toenemend aantal leden van de zuchtende schepping in onze twintigste eeuw op de hoogte gesteld, en hoe staat het met hun hoop na al deze tientallen jaren, en waarom?
IN ONZE twintigste eeuw is een toenemend aantal leden van de menselijke schepping ingelicht over het naderende „openbaar worden van de zonen Gods”, en zij weten nu wat zij binnenkort mogen verwachten. Niettegenstaande al het ’zuchten en pijn lijden’ waaraan de menselijke schepping tot nu toe onderworpen is geweest, verheugen deze ingelichte, met verwachting uitkijkende personen zich in hoop. Ondanks de tientallen jaren die zijn
-