Kunt u op Jehovah wachten?
„MAAR wat mij aangaat, naar Jehovah zal ik blijven uitzien. Ik wil van een wachtende houding jegens de God van mijn redding blijk geven. Mijn God zal mij horen.” Zo sprak de profeet Micha. — Micha 7:7.
Is uw hoop op God even krachtig als die van Micha? Kunt u op Jehovah wachten? Als u iets wenselijks hoopt dat niet onmiddellijk binnen uw bereik ligt, geeft u dan blijk van kinderlijk ongeduld of spreidt u een rustig vertrouwen in Jehovah ten toon? Wanneer u tegenspoed krijgt te verduren, geeft u dan ’van een wachtende houding jegens de God van uw redding blijk’?
Wachten is niet altijd gemakkelijk, vooral als men ergens heel lang op heeft gehoopt. De geïnspireerde spreuk zegt in dit verband: „Verwachting die wordt uitgesteld, maakt het hart ziek” (Spr. 13:12). Toch beweegt de tijd zich met een constante snelheid voort, en wij zullen beslist zegeningen ontvangen wanneer wij al het mogelijke doen om een gunstig resultaat te verzekeren en bij het maken van plannen rekening houden met Jehovah’s wil voor ons. Soms ontvangen wij ook onverwachte zegeningen uit een geheel onverwachte hoek, en ook voor deze zegeningen zijn wij Jehovah dankbaar.
Soms komen wij voor situaties te staan die wij niet door menselijke krachtsinspanningen kunnen oplossen. Wat dan? Wacht op Jehovah, ja, „hoop op Jehovah”! Niet door met de handen over elkaar toe te kijken, maar door vurig tot Jehovah te bidden of hij de aangelegenheden wil leiden en het resultaat vervolgens vol vertrouwen aan hem over te laten. — Ps. 27:14 ; Spr. 20:22.
Het is van het grootste belang te beseffen dat hoewel Jehovah weet dat wij bepaalde dingen nodig hebben, hij niet altijd de weg voor ons opent waardoor wij onmiddellijk in het bezit van alle gehoopte dingen komen. Zo zouden wij misschien niet gereed kunnen zijn voor de verantwoordelijkheid die met het gewenste geschenk of voorrecht gepaard gaat. Vandaar dat wij geduld moeten oefenen.
Soms denken wij misschien ook wel dat wij iets bepaalds nodig hebben terwijl het niet werkelijk nodig is. Het kan in werkelijkheid schadelijk voor ons zijn. In dit geval opent Jehovah niet de weg voor ons om het te verkrijgen. Natuurlijk kunnen wij door volhardende krachtsinspanningen uiteindelijk een verkeerd of onverstandig verlangen verwezenlijken, maar wij zullen op deze wijze geen waar geluk of werkelijke voldoening ontvangen. In plaats daarvan halen wij ons onnodige moeilijkheden en zorgen op de hals omdat wij niet Jehovah’s wil voor ons onderscheiden en niet op hem wachten.
Bent u jong? Dan zult u misschien net als de meeste jongelui zijn die graag snel willen opgroeien ten einde de voorrechten en rechten te bezitten waarin volwassenen zich verheugen. Sommige jonge mensen vinden het ouderlijke toezicht te streng en zij zien uit naar de dag dat zij zich aan de ouderlijke beperkingen kunnen onttrekken. Maar Jehovah heeft er wijs en liefdevol voor gezorgd dat de onrijpheid, de onervarenheid en de impulsiviteit van de jeugd door hun ouders wordt beteugeld totdat zij in staat zijn de verantwoordelijkheden van volwassenen op zich te nemen. Wachten is dus de handelwijze van wijsheid. Het komt erop neer Jehovah’s regeling te aanvaarden. Maar niet wachten met de armen over elkaar.
Als men nog jong is, valt er veel te leren, en er zijn veel gelegenheden om ervaring en vaardigheid op te doen en zelfbeheersing te verwerven. Door nauwlettend aandacht te schenken aan hun ouders en onderwijzers, kunnen jongeren hun kennis dagelijks op vele gebieden vergroten en een waardevolle opleiding verwerven, waardoor zij later in het leven voor zichzelf kunnen zorgen.
Tracht u een opzienersambt te verkrijgen of wilt u in een christelijke gemeente graag een dienaar in de bediening zijn? (Fil. 1:1; 1 Tim. 3:1) Er is tijd voor nodig om u hiervoor te bekwamen. De bijbel geeft te kennen dat degene die een dergelijke aanstelling ontvangt, „geen pas bekeerde” dient te zijn (1 Tim. 3:6, 10). Ook zou het niet passend zijn wanneer het ambt van „ouderling” bekleed zou worden door iemand die nog een knaap is. Hij moet respect verdiend hebben omdat hij een goed oordeel bezit en verstandige raad kan geven. Hij moet de problemen van het leven kunnen begrijpen. Hij moet een goede achtergrond van bijbelkennis hebben, zodat hij in zijn onderwijs aan de gemeente en het toedienen van streng onderricht wanneer dit noodzakelijk is, kan weerspiegelen hoe Jehovah over de aangelegenheid denkt. Voor dit alles is tijd nodig. Men dient persoonlijke krachtsinspanningen in het werk te stellen ten einde zijn bekwaamheden te vergroten. Het betekent ook dat men op Jehovah moet wachten.
WACHTEN OP VERLICHTING VAN TEGENSTAND
Misschien is er in uw huis een ongelovige huwelijkspartner of ouder. Hij of zij biedt misschien al jarenlang hevig tegenstand wanneer u de christelijke vergaderingen wilt bijwonen of aan de prediking van het goede nieuws wilt deelnemen. U bidt om verlichting. Vraagt u of u van de tegenstander verlost mag worden? Natuurlijk niet. In plaats daarvan vraagt u of hij redelijker mag worden, of Gods liefde zijn hart mag verzachten en hij aldus een medegelovige in het huisgezin mag worden. Maar heel vaak is hier tijd voor nodig. Ondertussen kunnen er, in plaats van deze verlichting alleen maar passief te wensen, definitieve dingen gedaan worden.
De apostel Petrus zegt bijvoorbeeld tot christelijke vrouwen dat zij hun ongelovige echtgenoot zonder een woord kunnen winnen. Hoe? Door zich aan hun man als hoofd te onderwerpen en door zich met een rustige en zachtaardige geest te tooien. Misschien kunnen er op dit gebied verbeteringen worden aangebracht. Wanneer de vrouw en kinderen het hoofd van het huisgezin nooit een reden geven voor een werkelijke klacht, moet dit wel indruk op hem maken, ook al zijn hier vele jaren voor nodig. — 1 Petr. 3:1, 2.
Eén man schreef aan het Wachttorengenootschap: „Enige tijd geleden ging ik er eens voor zitten om de afgelopen twaalf jaren van mijn leven de revue te laten passeren. Deze analyse bracht mij tot een schokbesef. Ik zag in hoe verschrikkelijk gemeen ik tegen mijn vrouw was geweest, terwijl zij alles met nederigheid had gedragen. Hoe wreder ik was, hoe meer liefde en barmhartigheid zij aan de dag legde.” Nu heeft hij zich, tot haar grote blijdschap en zegening, bij haar aangesloten in de christelijke aanbidding en activiteiten. Zij is blij dat zij op Jehovah heeft gewacht.
Hebt u onder de een of andere onrechtvaardigheid te lijden? Misschien behoort u wel tot een raciale groep of een bepaalde minderheidsklasse in uw land die in verschillende opzichten wordt gediscrimineerd. U wordt misschien zelfs wel gevangen gezet omdat u als christen niet wenst te schipperen. De natuurlijke neiging is ’terug te slaan’. U zou verbitterd kunnen geraken en kunnen toelaten dat uw hart met haat wordt vervuld jegens mensen van een ander ras of degenen die autoriteit bekleden. Maar wat is de juiste handelwijze voor een christen?
Als alles is gedaan om verlichting van de zijde van de autoriteiten te verkrijgen of zelf op een vreedzame wijze tot een oplossing te komen, wacht dan op Jehovah! „Zeg niet: ’Ik wil kwaad vergelden!’ Hoop op Jehovah, en hij zal u redden” (Spr. 20:22). Jezus heeft het voortreffelijkste voorbeeld gegeven. Toen hij werd mishandeld, dreigde of beschimpte hij zijn vervolgers niet (1 Petr. 2:21-23). Wees er verzekerd van dat onrechtvaardige daden bij God niet onopgemerkt blijven. Op Jehovah’s bestemde tijd zullen „de boosdoeners zelf . . . afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten” (Ps. 37:9). Misschien zijn wij geneigd ongeduldig naar die tijd uit te zien, maar God heeft liefdevol de redding van alle soorten van mensen in gedachten. — 1 Tim. 2:4.
Hebt u net zo’n geduldige volharding aan de dag moeten leggen als de jonge christen in Europa die voor de vierde keer werd gearresteerd omdat hij niet ten aanzien van zijn christelijke neutraliteit wilde schipperen, en dit na reeds dertien jaren en één dag in de gevangenis doorgebracht te hebben? Hij bleef op Jehovah wachten. Hij heeft het geloof dat „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden, maar onrechtvaardigen te bewaren voor de dag van het oordeel om afgesneden te worden” (2 Petr. 2:9). Hij gelooft dat God nu heel binnenkort rechtvaardigheid en gerechtigheid op aarde zal oefenen door middel van het hemelse koninkrijk in de handen van zijn Vredevorst, Christus Jezus. Hebt u zo’n geloof?
EEN KRACHTIGE HOOP WANNEER MEN MET ZIEKTE TE KAMPEN HEEFT
Tobt u met een slechte gezondheid? Misschien hebt u al het mogelijke gedaan om uw gezondheid door middel van een evenwichtig dieet, rust, lichaamsoefening en medische zorg op redelijke wijze te verbeteren. Wat kan er verder nog gedaan worden? Wacht op Jehovah! Niet opdat er een wonderbare genezing zal intreden, maar opdat u kracht krijgt om te volharden, opdat u een goed oordeel zult gebruiken wanneer u beslist welke verdere behandelingen u het beste kunt volgen en opdat u de verlichting mag ontvangen die door zijn nieuwe ordening gebracht zal worden.
Hoewel wij niet al onze ziekten en kwalen aan een rechtstreekse tussenkomst van de Duivel toeschrijven, zoals in het geval van Job, kunnen wij er niettemin zeker van zijn dat hij soms inderdaad voordeel probeert te trekken van de verzwakte fysieke toestand van personen die tot Jehovah’s volk behoren ten einde ontmoediging te veroorzaken en zelfs hun hoop weg te nemen. Wij hebben Jehovah’s hulp nodig. De psalmist David bad: „Ik heb vurig op Jehovah gehoopt, en daarom heeft hij zijn oor tot mij geneigd en mijn hulpgeschreeuw gehoord” (Ps. 40:1). Ook u kunt op deze wijze bidden terwijl u op Jehovah wacht. Jehovah laat zijn dienstknechten niet in de steek. Hij geeft hun de kracht om te volharden als zij hun vertrouwen op hem blijven stellen.
Maar stel nu eens dat de dokter iemand vertelt dat hij niet lang meer heeft te leven? Dit vormt des te meer reden om op Jehovah te hopen! Doktoren kunnen zich vergissen; maar als de diagnose deze keer juist is, wat is het dan een opwindende gedachte te weten dat men niet lang in het graf behoeft te wachten voordat men in de opstanding, onder het koninkrijk van Gods Zoon, weer tot leven zal opstaan. Jezus zei: „Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” Job bad of God hem in Sjeool wilde verbergen en hem op de bestemde tijd wilde gedenken (Joh. 5:28, 29; Job 14:13-15). Ja, met zulk een krachtige aanmoediging kunnen wij zelfs de dood onder de ogen zien!
HET KAN NODIG ZIJN IN VERBAND MET HET HUWELIJK TE WACHTEN
Zou u graag willen trouwen maar vindt u het moeilijk de juiste persoon te vinden? Of moet u wachten omdat u te jong bent of omdat er eerst aan een bepaalde voorwaarde moet worden voldaan? Hoewel wij niet de conclusie moeten trekken dat Jehovah thans bepaalde personen voor het huwelijk samenbrengt, kunnen wij niettemin ook in deze aangelegenheden op hem wachten. U zegt misschien: In welk opzicht dan wel? Door in overeenstemming te handelen met zijn verstandige en liefdevolle vereiste dat wij „alleen in de Heer” dienen te trouwen, dat wil zeggen, alleen met een medeaanbidder van Jehovah (1 Kor. 7:39). Als wij Jehovah werkelijk liefhebben, zal dat geen last voor ons zijn. Diezelfde liefde voor God zal ons ertoe aanzetten ons leven te vullen met het werk dat God al zijn dienstknechten te doen heeft gegeven. Hierdoor zullen onze dagen gevuld worden met activiteit en zal ons leven zinvol zijn. Als wij op Jehovah wachten, zullen wij ’volop te doen hebben in het werk van de Heer, wetend dat onze arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer’. — 1 Kor. 15:58.
Terwijl wij op een geschikte huwelijkspartner wachten, kunnen wij de tijd gebruiken om zelfbeheersing aan te kweken en ons als christenen te verbeteren. Wij zullen geestelijker gezind worden en beter in staat zijn verantwoordelijkheden te dragen, waardoor wij een wenselijker huwelijkspartner worden. Na verloop van tijd ontmoeten wij misschien een sympathieke medegelovige van het andere geslacht die juist naar zulke hoedanigheden in een huwelijkspartner uitziet. Wat er ook gebeurt, wij zullen niet inactief zijn geweest, misschien wel op een gemelijke en gefrustreerde manier, en ook zullen wij niet hebben toegelaten dat wij er emotioneel door van streek geraakten. Wij zijn druk bezig geweest in Jehovah’s dienst en hebben christelijke vorderingen gemaakt.
De Schrift staat vol met voorbeelden van mensen die op Jehovah wachtten en rijkelijk gezegend werden. Paulus schreef over hen: „In geloof zijn al dezen gestorven, ofschoon zij de vervulling van de beloften niet verkregen hebben, maar zij hebben ze van verre gezien en begroet en hebben in het openbaar bekendgemaakt dat zij vreemden en tijdelijke inwoners in het land waren.” — Hebr. 11:13.
In tegenstelling tot deze getrouwe dienstknechten in de oudheid bevinden wij ons op de drempel van het nieuwe samenstel dat zij „van verre gezien” hebben. Laten wij derhalve met volharding op Jehovah wachten, want wij hebben de krachtige verzekering dat „Jehovah . . . niet traag [is] ten aanzien van zijn belofte, zoals sommigen traagheid beschouwen”. „Hoop op Jehovah en houd zijn weg, en hij zal u verhogen om de aarde in bezit te nemen. Wanneer de goddelozen worden afgesneden, zult gij het zien.” — 2 Petr. 3:9, 13; Ps. 37:34.