Waarom koesteren zij vrees om over de bijbel te spreken?
DE ROOMS-KATHOLIEKE kerk wil niet dat haar aanhangers met Jehovah’s getuigen over de bijbel spreken; dit is onlangs overal ter wereld bekend geworden, doordat hierover in vele landen in de pers berichten verschenen. Hierdoor vragen oprechte katholieken zich af, ’Wat hebben de Getuigen wat wij niet bezitten? Waarom aarzelen zij niet met personen die een willekeurig ander geloof belijden over hun geloof te spreken, terwijl ons katholieken gezegd wordt dat wij in verwarring zouden raken indien wij zouden proberen hetzelfde te doen?’
Het was een artikel in het nationale Amerikaanse katholieke weekblad America, dat in de uitgave van 24 juni 1961 aanleiding gaf tot commentaar op deze aangelegenheid in de openbare pers. Het artikel „Die getuigen van Jehovah” door A. Muller, een van de oprichters van een groepering met het doel het predikingswerk van Jehovah’s getuigen onder katholieken tegen te werken, zei het volgende: „De getuigen van Jehovah zijn op hun bijzondere manier specialisten. Over het algemeen weten zij meer van de bijbel af dan de meeste katholieken. Daar zij erop staan al hun gesprekken op basis van de bijbel te voeren, zal een katholiek die hierin betrokken wordt hen op hun eigen terrein tegemoet moeten treden. Hoewel de Getuigen een verdraaid beeld van de bijbel hebben [de schrijver noemt niet één tekst om deze bewering te staven] is een katholiek met zijn hoogstwaarschijnlijk betreurenswaardig gebrek aan kennis van de Heilige Schrift sterk in het nadeel.” Daarom wordt katholieken de raad gegeven „hen te ontwijken”.
Soortgelijke instructies zijn katholieken in andere landen, waaronder Spanje, gegeven. Daar bijvoorbeeld, in Palma de Mallorca, stond in een blad dat huis aan huis werd verspreid: „Indien u bezoek ontvangt van enkele propagandisten die met de bijbel in de hand met u over gebed, Gods koninkrijk, het naderende einde der wereld, dood, hel, Christus als een volmaakt mens en niet als God, willen spreken . . . Spreek niet met hen — Accepteer de tijdschriften en brochures die zij u aanbieden niet — Snijd hun de pas tot elke discussie af en vraag hun dringend niet terug te komen.”
HET CHRISTELIJKE STANDPUNT
Wat een verschil met de instructies die Jezus aan zijn leerlingen gaf! Hij zond hen uit om te prediken, terwijl hij zich er goed van bewust was dat zij met mensen van verschillende godsdienstige overtuigingen in contact zouden komen. In overeenstemming hiermee moedigde de apostel Petrus zijn christelijke broeders aan: „Heilig Christus, den Heer, in uw harten; weest altijd tot verantwoording bereid aan iedereen, die u rekenschap vraagt van de hoop, die in u leeft.” — Matth. 10:7; 1 Petr. 3:15, katholieke Petrus Canisius Vertaling.
In navolging van deze raad in Gods Woord komen Jehovah’s getuigen bij u aan de deur. Indien u niet de apostelen van Jezus Christus afgewezen zou hebben, waarom zou u dan wel degenen die zich thans aan het voorbeeld van de apostelen houden, wegzenden? De katholieke priester J. A. O’Brien erkende in de Alamo Messenger, het officiële katholieke nieuwsblad voor het aartsdiocees San Antonio, Texas, van 7 juli 1961, dat Jehovah’s getuigen degenen zijn die dit apostolische voorbeeld volgen. Hij zei namelijk: „Het geheim van het fenomenale succes van St. Paulus is toe te schrijven aan het onvermoeide toepassen van de van-huis-tot-huis-methode bij het maken van bekeerlingen. Het is wel een ironisch feit dat deze apostolische methode nu wordt gebruikt door niet-katholieke sekten, en wel vooral door Jehovah’s getuigen, wier talrijke bekeerlingen ons katholieken beschaamd doen staan.”
In een poging haar standpunt ten aanzien van het spreken over de bijbel te verklaren, zegt de Kerk dat de bijbel niet voldoende is en dat ook de kerkelijke overleveringen in geloofszaken in aanmerking genomen moeten worden. Dit dient echter geen belemmering voor een gesprek tussen katholieken en andersdenkenden te vormen. Waarom niet? Omdat, indien de leringen van de Kerk werkelijk dezelfde zijn als die van Christus en zijn apostelen, geen van deze overleveringen met de bijbel zelf in strijd zal zijn. Jezus berispte de religieuze leiders in zijn tijd die ’het woord van God krachteloos hebben gemaakt omwille van hun overlevering’ (Matth. 15:6, De Katholieke Bijbel). De ware volgelingen van Jezus zijn daarom zo voorzichtig elke overlevering waardoor het Woord van God nietig wordt verklaard, te vermijden. Zij gebruiken de bijbel als hun gids.
In dit verband is de volgende verklaring in de katholieke Dictionnaire de la Biblea van belang: „Ofschoon de Apostelen hun prediking rechtstreeks op Jezus Christus baseerden en de goddelijkheid van hun religie door de bediening, de wonderen en de opstanding van de Heiland bewezen, wordt men er door het zorgvuldig lezen van hun geschriften snel van overtuigd dat zij de waarheid van hun leringen aan de hand van de Heilige Schrift bewijzen en dat zij deze als de voornaamste bewaarster van de openbaring beschouwen . . . Zonder voorbehoud, zonder beperkingen; joden zowel als christenen, erkenden toentertijd het Woord als een rechtstreekse openbaring van Gods gedachten.”
De rooms-katholieke kerk zegt natuurlijk dat ze als de door Christus gestichte kerk een positie met speciale autoriteit bekleedt, en daarom de enige werkelijke autoriteit op het gebied van geloofszaken is. Indien deze bewering door de feiten gestaafd wordt, dient de Kerk er nauwlettend op toe te zien dat haar leden een grondige studie van de leringen van Jezus Christus maken zoals die in de bijbel zijn opgetekend en een vergelijking te maken met de geschiedkundige feiten waardoor wordt bewezen dat de Katholieke Kerk werkelijk de ware kerk is. Katholieken dienen zich vrij te voelen deze kwestie met niet-katholieken te bespreken, daar zij weten dat hun positie onaantastbaar is en, meer dan dat, zij dienen er hun best voor te doen dergelijke mensen tot hun geloof te bekeren indien zij weten en ook kunnen bewijzen dat het het door God goedgekeurde geloof is. Indien de kerk zich anderzijds niet aan de leringen van Jezus Christus houdt, en indien de geschiedkundige feiten tonen dat de kerk niet werkelijk christelijk is geweest, zou het natuurlijk pijnlijk voor de kerk zijn indien haar leden door met anderen te spreken goed van deze feiten op de hoogte zouden komen. Voelt u zich vrij uw godsdienst met anderen te bespreken?
UW PLICHT
Indien u, na jarenlang lid van de Katholieke Kerk geweest te zijn, vindt dat uw geloof zo zwak is dat u, wanneer u een paar minuten met een van Jehovah’s getuigen over de bijbel hebt gesproken, zult gaan twijfelen en er misschien zelfs toe bewogen zult worden van godsdienst te veranderen, dan bent u het uzelf verschuldigd Jehovah’s getuigen te vragen u de reden voor hun onwrikbare hoop te verklaren. Anderzijds, indien u werkelijk gelooft dat uw godsdienst de ware is, dan bent u het tegenover God en zijn Zoon Jezus Christus verplicht om u open te stellen voor een bespreking van de bijbel met andere personen, zodat u aan de verplichting kunt voldoen die uw eigen bijbel u oplegt wanneer er staat: „Ik bezweer u voor God en Jesus Christus, die levenden en dooden zal oordelen, bij zijne komst en zijn koninkrijk: predik het woord” (2 Tim. 4:1, 2, de katholieke Belgische Professoren Bijbel). Om een ware christen te zijn, dient u bereid te zijn uw geloof met anderen te bespreken.
Het zal voor Jehovah’s getuigen een vreugde zijn met u over de leerstellingen die in uw eigen bijbel te vinden zijn, te spreken. Zij helpen u graag uw geloof in Gods beloften te versterken en uw bijbel goed genoeg te leren kennen om goede redenen voor uw hoop te kunnen aanvoeren.
[Voetnoten]
a Uitgave van 1926, uitgegeven in Parijs, Frankrijk. Door F. Vigourous, katholiek priester; imprimatur, Parisiis die 28 Octobris 1891, Franciscus, Kard. Richard Arc. Par.