-
Hebben dieren verstand?Ontwaakt! 1976 | 8 september
-
-
Een interessant voorbeeld hiervan levert de keizerpinguïn, die tijdens de guurste tijd van het jaar op het donkerste plekje op aarde paart. Wanneer het vrouwtje eenmaal haar ei heeft gelegd, geeft ze dit over aan het mannetje. Het ei komt dan op zijn gezwemvlieste poten te liggen, die rijk zijn voorzien van bloedvaten en het dus van onderen af goed warm kunnen houden. Een huidplooi of -zak past precies over het ei en houdt het van boven warm. Na een „rituele” afscheidsceremonie gaat het vrouwtje weg. Tegen die tijd heeft het mannetje al een maand of zo niet gegeten en zal hij het nog twee maanden zonder voedsel moeten stellen bij temperaturen die soms wel zakken tot 65° Celsius onder nul, terwijl hevige sneeuwstormen over de vlakten razen. Hoe blijft het mannetje in leven? Steeds wanneer er een storm losbreekt, gaan er zo’n vijf- tot zeshonderd mannetjes dicht op elkaar staan, waarbij ze een bewegende kring vormen, waarin de mannetjes die het meest aan de wind staan blootgesteld, zich naar de beschermende binnenkant bewegen, terwijl zij die beschut stonden, zich tijdelijk aan het geweld van de elementen blootstellen. Aldus, door instinctieve wijsheid gedreven, weten de mannetjes door samenwerking in leven te blijven.
Behalve de voordelen van hun instinct, beschikken veel dieren ook over een sterk vermogen om van ervaring te leren. Het gevolg is dat ze soms een bepaald redenatievermogen, een bepaalde logica en zeer menselijke gevoelens lijken te weerspiegelen, bezien althans door de ogen van mannen en vrouwen. Omdat mensen het gedrag van dieren op dezelfde wijze beoordelen als de handelingen van mensen onder dezelfde omstandigheden, schrijven velen vaak ten onrechte aan dieren menselijke gevoelens toe.
Natuurlijk hebben dieren gevoelens. De Schepper nam dit ook in aanmerking toen hij de mens bepaalde wetten tot leidraad gaf. De Israëlieten kregen bijvoorbeeld het gebod: „Gij moogt een stier bij het dorsen niet muilbanden” (Deut. 25:4). Het dier mocht, terwijl het graan zo dichtbij lag en hij zo zijn best deed om te dorsen, niet met honger gekweld worden.
Maar ook al schrijft de bijbel dieren dus gevoelens toe, wordt er tevens in aangetoond dat alleen de mens naar het beeld van de Schepper is gemaakt. De mens bezit derhalve eigenschappen waar men in de dierlijke schepping tevergeefs naar zal zoeken (Gen. 1:27). Vandaar dat dankbaarheid, sympathie en soortgelijke menselijke gevoelens niet onder dieren gevonden kunnen worden. Dieren zullen met heftige rukken voedsel wegtrekken uit een hand die naar hen wordt uitgestoken — een duidelijke aanwijzing dat zij niet op de hoogte zijn met gevoelens als dankbaarheid en waardering. Het alarmerende gekakel van een kip heeft geen betekenis voor een wolf die het dier vanaf zijn staart begint te verslinden. Hij zal nooit redeneren dat het barmhartiger zou zijn eerst de kop van het dier af te bijten, en het daarmee uit zijn lijden te helpen. Voor de wolf is de kip slechts een stuk voedsel. En hoe aanhankelijk een dier ook mag schijnen, het kan niet begrijpen wat het verlies van een geliefde vriend of verwant voor een mens kan betekenen.
De bijbel is werkelijk erg realistisch wanneer dieren daarin „onredelijk” worden genoemd (2 Petr. 2:12). Ze bezitten instinctieve wijsheid en vele zelfs een verbazingwekkend leervermogen. Maar alleen mensen hebben het redenatievermogen en de morele capaciteiten om onzelfzuchtige liefde en intelligent mededogen ten toon te spreiden. Vandaar ook dat iemand die onder dieren tracht te vinden wat hij tevergeefs onder de mensen zoekt — begrip en werkelijke sympathie — na verloop van tijd bedrogen zal uitkomen. Dieren zijn eenvoudig niet toegerust om uiting te kunnen geven aan gevoelens van bezorgdheid en medeleven, zoals juist gemotiveerde mensen dit kunnen.
-
-
Meer dan alleen maar timmerhoutOntwaakt! 1976 | 8 september
-
-
Meer dan alleen maar timmerhout
● Nu steeds meer mensen in steden wonen, vaak door stenen en cement ingesloten, lijkt het alsof de mens minder contact heeft met hout. Het zal ons daarom misschien verbazen te weten in welke mate hout voorkomt in veel van de produkten die wij gebruiken. Beschouwen we hout als een chemische grondstof, dan zouden we vol verbazing kunnen opmerken dat ingrediënten voor lakken, zeep, geneesmiddelen, terpentijn, lijm, plastic, kunstzijde, inkt, cellofaan en andere gebruiksartikelen aan hout onttrokken zijn. Wanneer we dan ook lezen dat „hout niet langs synthetische weg in het laboratorium geproduceerd kan worden”, begrijpen we enkele van de problemen die de mens zelf heeft geschapen door de aarde van zijn bomen te beroven. Zou dit namelijk op grote schaal gebeuren, dan gaat er meer verloren dan alleen maar schaduw en schoonheid — ook de vele produkten die men uit hout haalt, zouden verdwijnen.
-