-
Het verband tussen de waterdoop en reddingDe Wachttoren 1973 | 15 februari
-
-
hem volgen. Met het oog hierop moeten zij „oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker [Gevolmachtigde] en Volmaker van ons geloof, Jezus” (Hebr. 12:1, 2). Wanneer wij dit liefdevol doen, zal dit onze eeuwige redding betekenen, tot eeuwige lof van de grote Goddelijke Regeerder, Jehovah God.
-
-
Vergadering te Pittsburgh deed dringendheid van de tijd duidelijk uitkomenDe Wachttoren 1973 | 15 februari
-
-
Vergadering te Pittsburgh deed dringendheid van de tijd duidelijk uitkomen
NOG vóór het begin van de dageraad begonnen zich vorig jaar op de eerste dag van oktober mensen te verzamelen rondom de Civic Arena in Pittsburgh, in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Zij kwamen uit belangstelling voor de jaarlijkse corporatievergadering van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, welke werd gecombineerd met de diploma-uitreiking aan de drieënvijftigste klas van de Wachttoren Bijbelschool Gilead.
Het programma begon om 8.30 uur v.m., en na een gebed en de bespreking van de dagelijkse bijbeltekst hoorden de aanwezigen aanmoedigende berichten en ervaringen van de bijkantoorvertegenwoordigers van het Genootschap uit Duitsland, Zwitserland, Canada, Jamaica en Mexico. Vervolgens las het bestuurslid M. G. Henschel de afgestudeerde klas groeten voor die afkomstig waren van broeders uit vele landen — Laos, Hawaii en Micronesië en vele delen van Afrika, Zuid-Amerika en Europa.
De vice-president van het Genootschap, F. W. Franz moedigde de aanwezigen er vervolgens krachtig toe aan niet toe te laten dat zich in deze tijd onder Gods volk apathie ontwikkelt. Zijn sommigen van ons soms geneigd te denken dat Gods tijd om het oordeel te voltrekken nog ver genoeg van ons verwijderd is dat wij kunnen terugvallen in de gemakkelijke levenswijze waardoor deze wereld wordt gekenmerkt? Dan dienen wij onze houding te herzien en deze in overeenstemming te brengen met de geïnspireerde raad in 2 Petrus 3:12. Volgens de Luthervertaling worden christenen er in die tekst toe aangespoord ’de toekomst van den dag Gods te verhaasten’. Kunnen wij Gods tijdschema voor de komst van de dag waarop hij het oordeel zal voltrekken, echter werkelijk bespoedigen? Neen, maar wij kunnen die dag wel „goed in gedachten” houden, zoals de Nieuwe-Wereldvertaling deze tekst nauwkeuriger weergeeft. Petrus en de andere christenen van zijn tijd konden onmogelijk weten wanneer die „dag” precies zou komen, maar het stond in hun geest onomstotelijk vast dat die dag komen zou, en dat was voldoende! Thans zien wij overvloedig veel bewijzen waaruit blijkt dat een generatie die reeds op leeftijd is gekomen, werkelijk de voorzegde „grote verdrukking” zal meemaken waardoor de weg gebaand zal worden voor het binnengaan in Gods nieuwe ordening. Wij dienen ons stellig elke dag van de nabijheid ervan bewust te zijn en die „dag” niet in onze geest en ons hart uit te stellen.
Gedurende de jaarlijkse corporatievergadering, die om 10 uur v.m. begon, onthulde de president van het Genootschap, N. H. Knorr, dat hoewel het bericht over het dienstjaar 1972 nog onvolledig was, het toch reeds duidelijk was dat er het afgelopen jaar in totaal meer dan 162.000 personen waren gedoopt. Dit betekent dat er gedurende de afgelopen vijf jaar meer dan 680.000 personen over de gehele wereld zijn gedoopt, ofte wel 41 percent van Jehovah’s getuigen in deze tijd.
De studenten hoorden nu enkele slotopmerkingen van een van de leraren, U. V. Glass. Na opgemerkt te hebben dat de gemiddelde leeftijd van de klas negenentwintig jaar was, wees hij erop dat de Gileadschool ook negenentwintig jaar geleden was ’geboren’. Hij baseerde zijn raad op Hebreeën 12:1-3 en spoorde hen ertoe aan nooit in de zonde van gebrek aan geloof te vervallen. Hardlopers gaan niet langzamer lopen als zij het doel naderen. Nu de Nieuwe Ordening zo dichtbij is, dienen de afgestudeerden zich met hart en ziel voor de wedloop in te zetten. Het hoofd van de Gileadschool, E. A. Dunlap, wees vervolgens met klem op de hartelijke en milde wijze waarop God gaven schenkt, in welk verband hij er bij de studenten op aandrong God nooit ’in zijn hart te krenken’ door zich ondankbaar jegens zijn gaven te betonen.
Nu kwam de laatste lezing, uitgesproken door de president van het Genootschap, over het onderwerp „De naam waarin alle natiën verkiezen te wandelen”, gebaseerd op Micha, de hoofdstukken 3 en 4. Hoewel de mensen met betrekking tot religie en andere factoren verdeeld zijn, verafgoden zij het ideaal van hun speciale politieke natie en maken zij dat tot een nationale god. Maar hun nationale ’goden’ redden de mensheid niet van een rampspoedige loopbaan. Thans, nu wij in „het laatst der dagen” leven, ontwaken honderdduizenden mensen over de hele aarde voor de werkelijkheid en zij keren zich tot Jehovah als de ene ware God in wie zij vertrouwen kunnen stellen. Zij ’wandelen in zijn naam’ door gehoorzaam te zijn aan de „wet” en het „woord” van Jehovah die afkomstig zijn uit het hemelse Sion en Jeruzalem, de zetel van het thans regerende koninkrijk van de Messías.
Na de diploma-uitreiking en een lunchpauze werd er door de achtenveertig afgestudeerde studenten een levendig en kleurrijk muzikaal programma in elf talen ten gehore gebracht. Het gehele programma werd tot een climax gebracht door een tot nadenken stemmend bijbels drama betreffende koning Davids zonde met Bathséba. Hierin werd het schitterende evenwicht tussen Gods gerechtigheid en zijn barmhartigheid beklemtoond. Zeer terecht voelden de 7614 aanwezigen zich aan het einde van de dag rijkelijk beloond.
-