Bruidegom en bruid gaan een gezin stichten
1. Waarom is het voor een man onmogelijk op juiste wijze kinderen groot te brengen als hij in de oorlog is?
HET grootbrengen van kinderen is een vreugdevolle maar zware verantwoordelijkheid. Het vereist tedere zorg, voortdurende aandacht, veel liefde, streng onderricht, gezinssaamhorigheid, omgang met elkaar en het in gezinsverband deelnemen aan ontspanning. Als een man daarom in de oorlog is, kan hij eigenlijk niet aan het stichten van een gezin denken. De natiën erkennen dit over het algemeen en stellen mannen met gezinnen vrij van militaire dienst, tenzij de nationale toestand precair wordt. Wat is een pas getrouwd man als hij van de oorlog terugkeert, gelukkig weer bij zijn bruid te zijn en zij bij hem. Hun geluk is des te groter omdat zij nu samen aan de slag kunnen gaan; zij kunnen naar een huis omzien en dit inrichten en het voornaamste doel van het huwelijk gaan verwezenlijken — een gezin stichten. Dit is iets wat God heeft bepaald. Wij als mensen zijn dankbaar dat God het zo heeft geregeld, want hierdoor hebben wij leven verkregen.
2. Wat is Gods voornemen ten aanzien van de mensheid, en hoe illustreert hij ons dit?
2 Opdat wij Jehovah’s voornemens ten aanzien van ons zouden kunnen begrijpen, heeft God juist deze omstandigheid gebruikt om ons te illustreren wat hij voor het mensengeslacht gaat doen. Hij heeft het mensengeslacht lief en wil dat wij leven, niet slechts voor enkele korte jaren, waarvan een groot deel gevuld is met moeilijkheden en lijden, maar eeuwig, onder omstandigheden waarin geluk nooit zal ontbreken. Hij heeft ons door middel van zijn Woord herhaaldelijk verteld dat hij de Messías, zijn eniggeboren Zoon Jezus Christus, heeft gegeven als het middel waardoor de mensheid leven verkrijgt. Hoe hij ons hier op aarde deze weldaden zal schenken, maakt hij duidelijk door de zeer begrijpelijke illustratie te gebruiken van een bruidegom en een bruid die een gezin gaan stichten.
3. Wie is de Bruidegom, en wie is de bruid?
3 Jezus Christus is de Bruidegom (Joh. 3:28, 29). Hij is geestelijk, onsterfelijk en in de hemel (1 Petr. 3:18; 1 Tim. 6:14-16). Wie is zijn bruid en wat is zij voor iemand? Welnu, de bijbel zegt dat de christelijke gemeente zijn bruid is (Kol. 1:18). Ze is natuurlijk geen afzonderlijke vrouw maar een samengestelde bruid, een organisatie bestaande uit mensen. Een bruid die met een geestelijke bruidegom gaat trouwen, moet geestelijk zijn en dat is ze ook, daar ze het Israël Gods of het geestelijke Israël is, de door de geest verwekte zonen van God. Deze samengestelde bruid wordt ook de „kleine kudde” genoemd, aan wie God het Koninkrijk zal geven (Luk. 12:32) en waarvan de leden koningen en priesters met Christus zullen zijn (Openb. 20:4, 6). In overeenstemming met het feit dat zij een „kleine kudde” vormen, geeft de bijbel te kennen dat zij slechts 144.000 in aantal zijn (Openb. 14:1). De Bruidegom en bruid behoren tot het gezin van de grote hemelse Vader, Jehovah God. Daar de bruid met de Zoon is getrouwd, draagt elk lid van deze samengestelde bruid de naam van Christus als de Echtgenoot en ook de naam van diens Vaders op het voorhoofd.
EEN OORLOG TER BESCHERMING VAN DE BRUID EN DE FAMILIENAAM
4. Wat moet de Bruidegom doen voordat hij en zijn bruid een gezin kunnen gaan stichten? Waarom?
4 De zorg van de Bruidegom en zijn bruid is thans kinderen groot te brengen die de illustere naam van de Vader Jehovah waardig zijn, die gehoorzaam zijn en de familienaam volstrekt eerbiedigen. Voor deze familienaam en ook ter bescherming van zijn bruid, moet de Bruidegom een oorlog voeren voordat hij volkomen vrede kan genieten en onverdeelde aandacht kan schenken aan het stichten van een gezin. Deze oorlog is tegen de vijanden van zijn Vader gericht, die worden aangevoerd door Gods voornaamste tegenstander, Satan de Duivel. Satan heeft op aarde mensen die tegen het ware christendom gekant zijn, gebruikt om te trachten de bruid te vernietigen of haar moreel of geestelijk te bezoedelen, zodat zij er niet geschikt voor zal zijn met de hemelse Bruidegom in het huwelijk te treden. Om deze reden voert de Bruidegom de strijd van Armageddon, waarin hij alle aardse vijanden grondig uitroeit en vervolgens Satan en zijn goddeloze demonen verslaat. Het gevolg van dit optreden wordt in de bijbel beschreven als het wegvlieden van de aarde en de hemelen, zodat er geen plaats meer voor ze wordt gevonden (Openb. 20:11). Daarbij wordt ieder obstakel voor algehele vrede opgeruimd, zodat niets de bruid meer bedreigt. De Bruidegom heeft thans volmaakt gunstige omstandigheden voor zijn bruid geschapen: „En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de vroegere hemel en de vroegere aarde waren voorbijgegaan, en de zee is niet meer.” — Openb. 21:1.
5. (a) Wanneer beginnen de bruid en Bruidegom met het stichten van een gezin? (b) Wat zijn de „nieuwe hemel” en de „nieuwe aarde”?
5 Wanneer de oude hemel van Satan en zijn demonen is verdwenen, alsook de geest van Satan — welke de geest van de wereld is die zijn boze kracht gebruikt ten einde de geest van de mensen op het bedrijven van goddeloosheid te richten — heeft een nieuw bestuurslichaam de volledige macht, namelijk Jezus Christus en zijn 144.000 medekoningen en -priesters. De bijbel helpt ons de tijd te bepalen waarop de Bruidegom en zijn bruid een gezin gaan stichten, door ons te vertellen dat dit bestuur duizend jaar lang zal regeren (Openb. 20:4). Deze gelukkige tijd breekt aan het begin van Christus’ duizendjarige regering aan. De „nieuwe aarde” waarover dit bestuur regeert, is geen nieuwe aardbol die zich in de ruimte beweegt, net zomin als de „nieuwe hemel” de hemel van God vervangt. Ze heeft betrekking op datgene wat voorgoed de oude, corrupte, aardse mensenregeling van Satan vervangt, precies zoals de oude satanische hemelen, waardoor de menselijke samenleving is bedorven en beheerst, voorgoed door de nieuwe hemelen worden vervangen. De „nieuwe aarde” is een volkomen rechtvaardige nieuwe aardse mensenmaatschappij. De symbolische „zee” van rusteloze, opstandige, goddeloze volken, waaruit lang geleden het symbolische wilde beest opsteeg om door de Duivel te worden gebruikt, zal verdwenen zijn (Openb. 13:1, 2; Jes. 57:20). Onze letterlijke zeeën zullen blijven. Hoe zal zulk een rechtvaardige nieuwe aardse gemeenschap echter tot stand komen? De apostel Johannes zag dit in zijn visioen:
HET NIEUWE JERUZALEM DAALT NEER
6. Wat is het Nieuwe Jeruzalem, en in welke betekenis daalt ze uit de hemel neer?
6 „Ik zag ook de heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem, van God uit de hemel neerdalen, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is” (Openb. 21:2). Dit is een zeer gelukkige tijd voor de Bruidegom, een tijd waarin hij zijn glorierijke duizendjarige regering met zijn bruid begint. Natuurlijk is het ook voor haar een gelukkige tijd en ze wordt als een voor de gelegenheid schitterend versierde bruid beschreven. Ze wordt vergeleken met een stad, Jeruzalem, die ten tijde van de glorierijke regering van koning Salomo een plaats van adembenemende schoonheid was, hoog op Sions heuvel gelegen en met een luisterrijke tempel die, schitterend in het zonlicht, op verre afstand was te zien en de ware aanbidding van Jehovah verheerlijkte. Een stad wordt in de Schrift vaak gebruikt om een organisatie af te beelden. Deze bruid is een organisatie die in volkomen eenheid in de liefde van de Bruidegom en van zijn Vader Jehovah is samengebonden en volledig is toegerust voor dienst, „toebereid als een bruid die voor haar man versierd is”, bereid haar echtgenoot te gehoorzamen. Vol vreugde richten zij thans samen hun aandacht op de aarde, want zij dienen als de nieuwe hoofdorganisatie, het nieuwe bestuur. Zij zijn het complete zaad van Abraham door bemiddeling waarvan „alle natiën der aarde zich stellig [zullen] zegenen”. — Gen. 22:18, NW; Openb. 3:12.
7. Wie zijn de kinderen van de bruid en Bruidegom, en hoe worden zij dit?
7 Hoe kunnen degenen die dan op aarde zijn en op zijn minst een mate van leven hebben wegens het feit dat zij van Adam afstammen, kinderen van de Bruidegom en zijn bruid worden? Of wie zijn de kinderen die voortgebracht worden? Welnu, doordat degenen die dan op aarde zijn, de strijd van Armageddon overleefd hebben, leven zij wel, maar zij zijn niet volmaakt; zij hebben nog steeds de van Adam overgeërfde zonde; zij zouden mettertijd sterven. Hoewel Armageddon hun vijanden heeft bedwongen, heeft het niet hun lichaam veranderd. Er moet hun dus werkelijk leven gegeven worden. In plaats van de kinderen van de zondige Adam, moeten zij de kinderen van de „Eeuwige Vader”, Jezus Christus, worden (Jes. 9:6 [5]). Dit betekent dat er veel werk voor de bruid en de Bruidegom te doen valt, want op hen rust de verantwoordelijkheid deze personen heel veel liefde te schenken, tedere zorg aan hen te besteden en hun werkelijk leven te geven. Bovendien zijn er miljoenen die helemaal geen leven hebben. Zij zijn gestorven en bestaan niet meer. Zij maken deel uit van de natiën en geslachten van de aardbodem die eveneens door het Abrahamitische zaad gezegend moeten worden, dus moeten zij teruggebracht worden en weer op deze aarde staan om de gelegenheid te krijgen het nageslacht van de bruid en Bruidegom te worden, permanente leden van het gezin (Gen. 12:3). Hoe brengen de bruid en Bruidegom dit werk tot stand? Die vraag werd Johannes vervolgens in zijn visioen beantwoord.
HET GEZIN VAN DE BRUIDEGOM
8. (a) Hoe zal de tent van God dan bij de mensheid zijn? (b) Hoe zal het er aan het eind van de duizend jaren uitzien?
8 „Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: ’Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn’” (Openb. 21:3). Zo gaat het in zijn werk. God, de grote Bron des levens, slaat niet persoonlijk zijn tenten bij de mensheid op aarde op of verblijft niet persoonlijk bij hen, in rechtstreeks contact met hen, want God verbleef niet eens persoonlijk bij degenen die de bruid vormen, toen dezen nog op aarde waren. Jezus Christus deed ten behoeve van de 144.000, de bruid, dienst als Middelaar tussen God en de mens. Nu is voor de rest van de mensheid dus de tijd aangebroken om geheel met God verzoend te worden (1 Tim. 2:5, 6; 2 Kor. 5:20). Gedurende de tijd waarin zij met God verzoend worden, verblijft God alleen op vertegenwoordigende wijze bij hen, in afwachting van de tijd waarop de duizend jaren van de millenniumregering geëindigd zijn. Dan zullen allen op aarde die gehoorzaam zijn, in het gezin van de Bruidegom, „het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt”, opgenomen zijn en tegen die tijd zijn eigen rechtvaardige hoedanigheden in zich aangekweekt hebben. Zij zullen de familietrekken vertonen van Jezus Christus, de „laatste Adam”, in plaats van de ontaarde, gedegenereerde trekken van hun oorspronkelijke vader, de „eerste Adam” (1 Kor. 15:45). Door hun geloof in het vergoten bloed van het Lam Gods en hun gehoorzaamheid aan Christus als de Eeuwige Vader, zullen de voordelen van zijn volmaakte slachtoffer ten behoeve van hen worden aangewend ten einde hun leven te schenken, in tegenstelling tot de van Adam overgeërfde zonde, die hun dood heeft bewerkstelligd. — Joh. 1:29, 36; Rom. 5:12.
9. Welke rol bekleden bruid en Bruidegom met betrekking tot het feit dat God bij zijn volk verblijft?
9 In het oude Israël had de tent in de wildernis een binnenste afdeling die het heilige der Heiligen werd genoemd, waarin God op vertegenwoordigende wijze bij zijn volk verbleef. Het licht tussen de cherubs boven de ark van het verbond en de wolk die boven de tabernakel stond, vormden het bewijs dat Jehovah goedgunstig aandacht aan hen schonk. De uit 144.000 leden bestaande bruidsklasse is, zoals wij ons herinneren, een geestelijk huis, een geestelijke tempel, waarvan Jezus Christus de fundament-hoeksteen is, de plaats waarin God door geest woont (1 Petr. 2:5; Ef. 2:19-22). Zoals de echtgenoot in werkelijkheid het fundament van het gezin is, is Christus dit ten opzichte van zijn bruid. Als het Nieuwe Jeruzalem als een bruid uit de hemel neerdaalt — hetgeen betekent dat de leden van de bruidsklasse hun aandacht, activiteiten en kracht op deze aarde en degenen die erop wonen richten — vestigt God zich door middel van hen bij de mensen. Zij vormen de tempelklasse, het centrum van aanbidding, waarheen alle mensen moeten komen, evenals in het oude Israël de tabernakel (en later de tempel) het centrum van aanbidding vormde. De mensen zullen door middel daarvan met God verzoend en werkelijk „zijn volken” worden.
10. Beschrijf de resultaten als de mensheid door de bruid en Bruidegom met God verzoend is.
10 Wat zal voor zijn volken het resultaat zijn naarmate zij steeds dichter bij de volledige verzoening met God komen? Johannes vertelt ons: „En [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openb. 21:4). Wat een schitterende, verfrissende, versterkende, levengevende regeling voor de mensheid! Daar zij gehoorzaamheid aan de dag leggen en daar Christus en zijn bruid hen liefdevol helpen in geestelijk opzicht vorderingen te maken en de voordelen van het loskoopoffer ten behoeve van hen aanwenden ten einde hun lichaam te genezen, zal er steeds minder pijn en reden tot tranen zijn. De dood zal niet meer zijn. Als er geen kinderen meer geboren worden, zal de van Adam overgeërfde dood zich niet meer verbreiden. Als degenen die op aarde leven, tot volmaaktheid zijn gekomen, zal niets van de Adamitische zonde meer in hen werken. De dood die zij van Adam overgeërfd hebben, zal volkomen verdwenen zijn, hij zal niet meer zijn. — Rom. 5:12, 18, 19.
11. Wanneer en op welke wijze zullen er geen begraafplaatsen meer zijn?
11 Begraafplaatsen hebben de mensheid veel verdriet bezorgd. Het is zelfs al iets verontrustends een begraafplaats te zien. Als de opstanding van hen die in de graven zijn, plaatsvindt, en als niemand dan meer ten gevolge van Adams zonde in het graf neerdaalt, zal ook Hades, het gemeenschappelijke graf der mensheid, niet meer zijn. Dan zal het inderdaad waar zijn dat „de vroegere dingen zijn voorbijgegaan”.
VERZEKERING VAN DEGENE DIE ZIJN VOORNEMEN ZONDER MANKEREN TEN UITVOER BRENGT
12. Hoe kunnen wij thans, ondanks alle slechte toestanden, geloof stellen in Gods belofte van betere toestanden?
12 Jehovah is zich ervan bewust dat het voor mensen op aarde onder de toestanden die wij thans waarnemen, moeilijk is zich een beeld van zulk een begerenswaardige toestand te vormen. Het lijkt te mooi om waar te zijn, maar lijkt de situatie in deze tijd onder Satan, de grote vijand van God, aan de andere kant niet te slecht om waar te zijn? En heeft God deze tijd niet voorzegd? God zelf vertelt ons dat hij deze goede dingen tot stand zal brengen. Hij kan onmogelijk liegen (Hebr. 6:18). Johannes schrijft: „En hij die op de troon zat, zei: ’Zie! Ik maak alle dingen nieuw.’ Ook zegt hij: ’Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig’” (Openb. 21:5). In zijn goedheid en vol begrip voor ons, geeft Jehovah ons, buiten zijn eigen naam, nog deze extra verzekering. Hij is de getrouwe en waarachtige God, en zijn Zoon de Bruidegom heeft zijn leven gegeven opdat de mens zou kunnen leven. Het gaat de Zoon boven alles ter harte deze beloften van God ten uitvoer te brengen, waar te maken en te verwezenlijken.
13. Verklaar hoe God, ongeveer 1900 jaar geleden, kon zeggen: „Ze zijn geschied!”
13 De dingen die God zich voorneemt, vinden zo stellig plaats dat hij zichzelf degene noemt „die van den beginne den afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is”. Zelfs van zijn dienstknechten Abraham, Isaäk en Jakob kon hij, ook al waren zij gestorven, zeggen dat hij hun God was, want „hij is niet de God van de doden, maar van de levenden”. Voordat hij Johannes gebood het hem gegeven visioen op te tekenen, zei hij verder tot hem: „Ze zijn geschied!” omdat ze stellig tot stand gebracht zullen worden. — Jes. 46:10; Matth. 22:32; Openb. 21:6; Rom. 4:17.
14. Welke verzekering geeft Gods titel „de Alfa en Oméga” ons?
14 Gelooft u dat deze dingen zullen plaatsvinden? Ons verder aantonend hoe hij dingen die niet zijn, kan beschouwen alsof ze zijn, zegt God geduldig: „Ik ben de Alfa en de Oméga, het begin en het einde.” In de Griekse taal, waarin de apostel Johannes schreef, begint het alfabet met de letter alfa en eindigt met oméga. Jehovah vertelt ons hier dus dat wanneer hij als de Almachtige ergens mee begint, hij dit zonder mankeren tot een succesvol einde brengt. Geen belemmering of inmenging kan maken dat hij het niet ten einde brengt. — Openb. 21:6; 1:8; 22:13.
15. Leg Gods verklaring uit: „Aan een ieder die dorst heeft, zal ik om niet uit de bron van het water des levens geven”.
15 Aangezien zijn belofte op zulk een solide basis is gegrond, kunnen wij met vertrouwen zijn uitnodiging aannemen: „Aan een ieder die dorst heeft, zal ik om niet uit de bron van het water des levens geven” (Openb. 21:6). Psalm 36:10 9, gericht aan Jehovah, zegt: „Bij U is de bron des levens.” Elk menselijk schepsel dat dorst naar volmaakt, gelukkig leven tot in alle eeuwigheid, zal dit van de grote Bron des levens Jehovah God moeten krijgen, die de Alfa is bij wie alle goede dingen beginnen. De dorstige kan dit levengevende, levenonderhoudende water niet met goud, zilver of materiële goederen kopen. Jehovah God geeft het om niet, doch slechts op zijn eigen voorwaarden. Daarom moet het water des levens aanvaard worden door bemiddeling van zijn Zoon Jezus Christus.
16. Aan wie en waarom geeft Jehovah zijn achtste en laatste vermaning tot getrouwheid in Openbaring?
16 God spreekt vervolgens tot het nog op aarde zijnde overblijfsel van de 144.000 geestelijke erfgenamen van hemzelf en medeërfgenamen met Jezus Christus. In zijn achtste en laatste vermaning tot getrouwheid in de Openbaring, zegt Jehovah: „Een ieder die overwint, zal deze dingen beërven, en ik zal zijn God zijn en hij zal mijn zoon zijn” (Openb. 21:7; 2:7, 11, 17, 26; 3:5, 12, 21). Ten einde deze hemelse erfenis voor zichzelf zeker te stellen, moet het overblijfsel van de 144.000 deze goddeloze wereld overwinnen, evenals Jezus Christus, de voornaamste Zoon van God, dit heeft gedaan (Joh. 16:33; Openb. 3:21). Zij moeten de wereld blijven overwinnen door rechtschapenheid jegens God te bewaren en als een uitgehuwelijkte bruid geestelijke en morele reinheid te handhaven totdat dit goddeloze samenstel binnenkort door een vurig einde wordt weggevaagd en zij zegevierend de nieuwe ordening binnengaan.
NIET ALLEN ZULLEN KINDEREN VAN DE BRUIDEGOM WORDEN
17. Zullen allen op aarde kinderen van de Bruidegom en zijn bruid worden? Leg dit uit.
17 Zullen alle mensen op aarde automatisch de kinderen van de bruid en Bruidegom worden en ten slotte in het grote, eeuwige gezin van Jehovah God worden opgenomen? Neen. Johannes beschrijft vervolgens hen die daartoe niet zullen behoren: „Maar wat de lafhartigen betreft en zij die geen geloof hebben en zij die walgelijk zijn in hun vuiligheid en moordenaars en hoereerders en zij die spiritisme beoefenen en afgodendienaars en alle leugenaars, hun deel zal zijn in het meer dat met vuur en zwavel brandt. Dit betekent de tweede dood” (Openb. 21:8). Personen die deze dingen beoefenen, zijn geen overwinnaars van de wereld, want zij brengen juist de dingen van de wereld, de werken van het vlees, ten uitvoer. Zij volbrengen de werken van de zondige voorvader van het mensengeslacht, Adam, en volgen het voorbeeld na van Babylon de Grote, „de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde”. De moordenaars, de hoereerders of seksueel immorele personen, degenen die Babylon de Grote navolgen door spiritisme, toverij en magie te beoefenen, de afgodendienaars, met inbegrip van hen die het symbolische „wilde beest” en zijn hedendaagse „beeld” aanbidden, en de leugenaars die de Duivel, „de vader van de leugen”, nabootsen — dit soort van personen overwint de wereld niet en zal in Armageddon vernietigd worden. Op de nieuwe aarde zullen deze hoedanigheden evenzeer verfoeilijk zijn, en personen die ze beoefenen, zullen niet mogen blijven leven. — Joh. 8:44; Openb. 17:5, 6; 18:23, 24.
18. (a) Welke dood sterven de opstandigen? (b) Wat is het „meer van vuur”?
18 Hoewel de bron van het water des levens wel voor zulke personen openstaat, wordt deze door hen van de hand gewezen en derhalve drinken zij er niet van, waardoor zij hun eigen leven verliezen. De dood die zij zullen sterven, zal niet de Adamitische dood zijn, maar een dood ten gevolge van hun eigen opzettelijke opstand en goddeloosheid. Het zal de eeuwige dood zijn, gesymboliseerd door het „meer dat met vuur en zwavel brandt”, de tweede dood (Openb. 21:8). Het is geen dood waarin men bij bewustzijn leeft en die wordt ondergaan door een denkbeeldige onsterfelijke menselijke ziel die tot in eeuwigheid met vuur en zwavel gepijnigd wordt. Het is een dood waaruit geen opstanding is. Er is geen voor de tweede dood, hoewel Jezus wel de sleutel voor de Adamitische dood bezit (Openb. 1:18). De tweede dood is volstrekt verschillend van de Adamitische dood, want de Draak, de Oorspronkelijke Slang, Satan de Duivel, is nooit de Adamitische dood gestorven, doch hij wordt wel in de „tweede dood” geslingerd, het symbolische meer van vuur, alsook het „wilde beest” en de „valse profeet”. Zelfs de Adamitische dood zelf en Hades of Sjeool worden in de „tweede dood” geslingerd. Het „meer van vuur” beeldt dus de eeuwige vernietiging van iemand of iets af. Niet de „tweede dood”, maar de Adamitische dood zal niet meer zijn. Zij die in de tweede dood worden geslingerd, zullen er voor altijd in blijven, zonder losgekocht te worden.
19. (a) Waarom zullen de Bruidegom en bruid geen verdriet hebben over degenen die geen leden van hun gezin wensen te zijn? (b) Wat zullen de Bruidegom en de bruid, afgezien van het grootbrengen van kinderen, gedurende de duizend jaren nog meer met betrekking tot hun gezin doen, en van wiens gezin zullen degenen die zich op aarde bevinden ten slotte deel uitmaken?
19 De dood van zulke personen zal de Bruidegom en bruid geen verdriet doen, want deze mensen zullen dezelfde goddeloze geest aan de dag hebben gelegd als Satan en er zullen geen tranen worden vergoten omdat zij van de aardbodem verdwijnen. Tijdens de duizendjarige regering, wanneer de bruid en Bruidegom zich concentreren op het grootbrengen van kinderen, zullen zij hun kinderen ook leiding geven bij het bouwen van de fraaiste huizen in een aards paradijs, zodat er tegen het einde van de duizend jaren en na de vernietiging van de onwaardigen in het „meer van vuur”, een reusachtig gezin van miljarden mensen zal zijn die allen gelukkig en voor eeuwig op de prachtige aarde zullen leven (Ps. 37:10, 11; Rom. 8:21). Gods voornemen met betrekking tot dit gezegende huwelijk van zijn geliefde, getrouwe Zoon zal tot een glorierijk einde uitgevoerd worden, aangezien de mensen als „zonen van God” in het gezin van de hemelse Vader gebracht zullen worden.