-
Identificeer de geest van de wereldDe Wachttoren 1964 | 1 maart
-
-
de Allerhoogste God, toebehoren. Vandaar dat Satan oorlog voert met degenen „die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus” (Openb. 12:9, 13, 17, NW). Babylon de Grote legt ten opzichte van deze getuigen dezelfde geest van vervolging aan de dag.
-
-
Vermijd de plaag over de geest van de wereldDe Wachttoren 1964 | 1 maart
-
-
Vermijd de plaag over de geest van de wereld
„Zij werden allen zonder uitzondering met de heilige geest vervuld en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.” — Hand. 4:31, NW.
1. Wat zal Babylon de Grote krachtens Jehovah’s rechterlijke beslissing vóór haar vernietiging meemaken?
HET religieuze Babylon de Grote bezit de geest van de wereld. Deze symbolische stad zal net zo zeker worden vernietigd als dit met het aan de Eufraat gelegen Babylon uit de oudheid is gebeurd. Krachtens Gods rechterlijke beslissing moet ze voordat ze wordt vernietigd, plagen ondergaan of slagen van hem ontvangen. In de oudheid heeft hij Egypte een serie verschrikkelijke slagen of plagen toegebracht omdat die oude wereldmacht zijn volk mishandelde. Hij zei tot Egyptes koning of farao, die weigerde Jehovah’s volk uit hun onrechtvaardige slavernij te ontslaan: „Ditmaal zal Ik al mijn plagen laten losbreken tegen u persoonlijk, tegen uw dienaren en uw volk, opdat gij weet, dat er niemand is op de gehele aarde, zoals Ik. Reeds nu had Ik mijn hand kunnen uitstrekken om u en uw volk met de pest te slaan en zoudt gij van de aarde weggevaagd zijn; doch hierom laat Ik u bestaan, om u mijn kracht te tonen, opdat men mijn naam verkondige op de gehele aarde” (Ex. 9:13-16). Op overeenkomstige wijze worden er ook zeven plagen op het tegenwoordige samenstel van dingen uitgestort.
2. Wat zijn die zeven plagen eigenlijk precies?
2 Die zeven plagen zijn rechterlijke slagen, de uitingen van een ongunstig oordeel, en ze worden voordat Babylon de Grote, het wereldrijk van Babylonische religie, wordt vernietigd, op het tegenwoordige samenstel van dingen uitgestort. — Openb. 15:5 tot en met 16:21, NW.
3. (a) Welk gedrag heeft Babylon de Grote tegenover volken en koningen aan de dag gelegd? (b) Wat voelt ze nu reeds enkele jaren achtereen en wat kan een lezer van De Wachttoren in verband hiermee doen?
3 Zoals in het aan de apostel Johannes gegeven visioen wordt afgebeeld, zit Babylon de Grote op onderdrukkende wijze op volken, scharen en natiën, ongeacht hun talen, en dit ten koste van grote materiële uitgaven voor het arme misleide volk. Ze oefent ook een koningschap of „koninkrijk over de koningen der aarde” uit en bedrijft religieuze hoererij met hen, waarbij ze religie met politiek vermengt ten einde bij de politieke heersers in een goed blaadje te blijven staan en op hun bescherming en ondersteuning te kunnen rekenen. Zo deelt ze met hen in de bloedschuld die zij voor het aangezicht van Jehovah God dragen. Ze voelt nu reeds enkele jaren achtereen de plagen, de rechterlijke slagen, die hij op haar uitstort. Misschien hebt u, die deze uitgave van het tijdschrift De Wachttoren leest, wel over deze goddelijke plagen geklaagd en er bezwaren tegen gemaakt, omdat u tot dat wereldrijk van Babylonische religie behoort. Daar de plagen van de Allerhoogste God Jehovah afkomstig zijn, heeft niemand op aarde kunnen verhinderen dat ze door bemiddeling van zijn engelen werden en worden uitgestort. Wat zou u dan in verband hiermee kunnen doen?
-