Beeldenaanbidding veroorzaakt ongeneeslijke ziekte
1. Wat voor uitwerking heeft het aanbidden van of het bidden tot beelden op iemand? Geef een voorbeeld.
WAT is belangrijker, uw lichamelijke of uw geestelijke gezondheid? Velen zijn naar Lourdes gegaan om van hun lichamelijke ziekten af te komen, en in duizenden plaatsen worden gebeden om genezing tot het beeld van Maria opgezonden. Ook heidenen bidden tot hun beelden om lichamelijke genezingen. Als zij dit doen, wat doen zij zich zelf dan geestelijk aan? Gods gebod aan christenen luidt: „Kindertjes, wacht u voor de afgoden” (1 Joh. 5:21). De natie Israël werd geestelijk verschrikkelijk ziek door zich van Gods geboden af te wenden en zijn gebod, geen beeld te maken van iets dat in de hemel of op aarde is, te overtreden. Doch zij gebruikten beelden bij de aanbidding (Jes. 1:4-6; Ezech. 8:3, 10; 1 Kon. 12:28-30). Dit leidde er ten slotte toe, zoals God had gewaarschuwd, dat er verschrikkelijke lichamelijke ziekten over de natie kwamen. — Deut. 28:15, 27, 58-61; Ezech. 6:5.
2. (a) Hoe beziet God iemand? (b) Wat betekent Gods standpunt voor de enkeling?
2 Daaruit volgt dat in deze tijd de aanbidding van een beeld geestelijke ziekte zou veroorzaken die ten slotte op de letterlijke dood zou uitlopen. Men dient niet te denken dat het geen verschil maakt hoe iemands geestelijke gezondheid is, want de weeën en ellende van de mensheid thans zijn in werkelijkheid het gevolg van geestelijke ziekte. God beziet iemand naar wat hij geestelijk is. Hij kan iemand zijn die lichamelijk gezond, doch geestelijk een skelet is. Daarentegen kan hij ook lichamelijk heel zwak en ziekelijk zijn, doch in geestelijk opzicht gezond. Indien God u als geestelijk gezond beschouwt, bent u op weg om voor eeuwig te leven. Indien u in een geestelijk zieke toestand verkeert en zo blijft, bent u werkelijk in gevaar van de eeuwige dood.
EEN TIJD VOOR ONDERZOEK
3. (a) In welk gevaar verkeert iedereen heden ten dage? (b) In wat voor tijd leven wij en hoe maakt God het de mensen duidelijk dat hij in zijn heilige tempel is?
3 De reden waarom deze dingen hier worden vermeld, is dat iedereen in gevaar is — gevaar van ongeneeslijke ziekte omdat hij tot beeldenaanbidding is overgegaan, waarvan hij misschien niet eens beseft dat hij zich hieraan schuldig maakt. In voorgaande artikelen heeft dit tijdschrift aangetoond dat God vertoornd is op deze wereld en dat hij zijn toorn uit in de vorm van de plagen, beschreven in Openbaring, hoofdstuk 16. Deze plagen zijn symbolisch en duiden aan hoe de verschillende wereldtoestanden er vanuit Gods rechterlijke standpunt uitzien, en er wordt door voorspeld, waar het voor deze wereld, wat de volken van de wereld betreft, vanuit zijn rechterlijke mening op uit zal lopen. Wij leven in een tijd waarin de toestand bestaat die is beschreven in Psalm 11:4-7: „De HERE woont in zijn heilig paleis, de HERE heeft in den hemel zijn troon; zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. De HERE toetst den rechtvaardige en den goddeloze; en wie geweld bemint, dien haat Hij. Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende wind is het deel van hun beker. Want de HERE is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief; de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen.” Door een dergelijke handelwijze, waarbij de zeven plagen van Openbaring zijn inbegrepen, te volgen, maakt Jehovah het de mensen duidelijk dat hij in zijn heilige tempel is.
4. Hoe kunnen wij vaststellen in welke tijd de plagen worden uitgegoten?
4 Terwijl Johannes het tafereel, met de tempel als achtergrond, gadeslaat, hoort hij een stem. Johannes zegt: „En ik hoorde een luide stem uit het heiligdom tot de zeven engelen zeggen: ’Gaat en giet de zeven schalen van de toorn van God uit naar de aarde’” (Openb. 16:1). Het laatste vers 8 van Openbaring 15 toont dat Jehovah God in zijn tempelheiligdom in de hemel is, en dat voor het ogenblik niemand in staat is er binnen te gaan. Dat Jehovah in zijn tempel is, zou de tijd kenmerken waarop deze plagen uitgegoten zouden worden, want het is de tijd dat hij zijn volk oordeelt en beproeft en het oordeel voltrekt tegen hen die, volgens de profetie in Maleachi 3:1-5, valselijk en huichelachtig beweren hem te dienen. Dit zou zijn nadat Babylon de Grote was gevallen, hetgeen God in 1919 als „wraak voor zijn tempel” deed plaatsvinden (Jer. 50:28; 51:11). Het grote Babylon, het wereldrijk van valse religie, moest als vals aan de kaak gesteld worden en de macht verliezen om zijn onwillige gevangenen vast te houden. Dan zouden zij die verlangend zijn aan de plagen te ontkomen, dit kunnen doen, want Babylon zelf zal tot zijn volledige vernietiging verwoestende plagen ondergaan.
EERSTE SCHAAL UITGEGOTEN NAAR DE „AARDE”
5. Waar wordt de eerste schaal uitgegoten?
5 De eerste engel brengt zijn door God gegeven dienst ten uitvoer: „En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit naar de aarde. En er kwam een schadelijke en kwaadaardige zweer aan de mensen die het merkteken van het wilde beest hadden en die zijn beeld aanbaden” (Openb. 16:2). De schaal wordt dus uitgegoten naar de aarde waarop beeldenaanbidders wonen.
6. (a) Wat wordt bedoeld met de „aarde” waarop de eerste schaal wordt uitgegoten? (b) Wie worden door deze schaal getroffen?
6 Met „de aarde” wordt niet onze planeet bedoeld, doch veeleer de mensen die erop wonen (Gen. 11:1; Openb. 13:3). Evenals op de derde scheppingsdag de aarde, het droge land, verscheen, uitstekend boven de bruisende wateren op het oppervlak van de aarde, wordt de uitdrukking hier meer in het bijzonder gebruikt om het meer stabiele deel van de menselijke samenleving, in tegenstelling tot de rusteloze, onstuimige elementen van het menselijke geslacht, te beschrijven. De plaag treft mensen die het merkteken van het wilde beest hebben en die zijn beeld aanbidden. Het wilde beest met het naam-getal 666 beeldt Satans zichtbare politieke organisatie af die deze wereld regeert.a Doch wat is zijn beeld? — Openb. 13:1-18.
7. Wat is het beeld van het beest, wanneer werd het opgericht en hoe staat het tegenwoordig bekend?
7 Het beeld van het beest, aanvankelijk de Volkenbond, wordt thans de Verenigde Naties genoemd, want deze instelling werd opgericht om de zichtbare, politieke organisatie en haar bestuur over de aarde te bestendigen. Het is samengesteld uit de regeringen van de aarde, thans bestaande uit 117 lidmaat-naties, en wordt in de bijbel betiteld als een achtste wereldmacht (Openb. 17:11). Het is dus geen regering op eigen gezag, doch louter een beeld van de zichtbare organisatie, en ze weerspiegelt de kenmerken van de zeven wereldmachten die eraan zijn voorafgegaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het voorstel tot de Volkenbond gedaan, doch vooral gedurende 1919 werden er besprekingen over gevoerd en maakte men er reclame voor. In januari van dat jaar bood de Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika officieel schriftelijk zijn steun bij het oprichten van de Volkenbond aan en noemde hem „de politieke uitdrukking van het koninkrijk Gods op aarde”. De Bond trad in werking toen op 10 januari 1920 het vredesverdrag van Versailles van kracht werd. De Bond trad in 1939 uit het actieve leven toen de naties in de Tweede Wereldoorlog verwikkeld raakten, doch is sindsdien te voorschijn gekomen onder een nieuwe naam, de Verenigde Naties.
DE BEELDENAANBIDDERS
8. Welke wereldmacht vooral speelde een hoofdrol in het oprichten van het „beeld van het beest”? Geef een beschrijving.
8 De meer stabiele regeringen van de aarde hebben dus in werkelijkheid de Bond bepleit en gesteund. Het is veelbetekenend dat Openbaring 13:11 zegt dat het beest met twee horens als van een lam uit de aarde opsteeg. De zevende wereldmacht is dualistisch, de Anglo-Amerikaanse wereldmacht, die goed wordt afgebeeld door een tweehoornig beest. Engeland, Amerika’s metgezel in de Anglo-Amerikaanse wereldmacht, was het voornaamste lid van de Bond. Het is waar dat de senaat van de Verenigde Staten ertegen stemde dat Amerika zich bij de Volkenbond aansloot. Niettemin steunden de Verenigde Staten het beeld van het wilde beest door hun deelgenootschap met Engeland en ook omdat hun toenmalige president een sterke voorstander van de Bond was. Sindsdien is Amerika een voornaam lid zowel als het tehuis van de Verenigde Naties geweest. Gedurende die tijdsperiode sinds 1919 hebben de Verenigde Staten veel gesproken over de zelfbeschikking van volken en het opnieuw samenstellen van naties als Polen, Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië, Finland, Estland, Letland en Litauen, die zijn opgeslokt door agressieve rijken. Zo zijn bij onderworpen volken nationale aspiraties wakker geschud. De Verenigde Staten bevorderen de ideologieën van de Volkenbond.
9. Wie zijn in het bijzonder laakbaar, zodat zij, symbolisch gesproken, aan een ongeneeslijke ziekte lijden?
9 Een schadelijke en kwaadaardige zweer zoals kanker of melaatsheid is, als ze goed vat heeft gekregen, door de mens niet te genezen. Hoe komt het dat de mensen die betrokken zijn in deze politieke manoeuvres in verband met het wilde beest of in de aanbidding van zijn beeld, of in beide, zo laakbaar zijn dat zij (symbolisch) een ongeneeslijke ziekte verdienen? Indien deze politici schuldig zijn aan beeldenaanbidding, dan zijn de geestelijken van de christenheid, het jodendom en het heidendom, die de Bond en de Verenigde Naties hebben gesteund en wier religieuze kudden hebben deelgenomen aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog, natuurlijk nog veel schuldiger.
10. Geef redenen waarom de politieke regeerders en de geestelijken van de christenheid in het bijzonder verantwoording aan God hebben af te leggen en Gods toorn zo verdienen.
10 De politieke regeerders wilden menselijke oppermacht bestendigen in plaats van Gods soevereiniteit te erkennen. Zij luisterden naar hun metgezellen, de geestelijkheid. De geestelijken, speciaal van de christenheid, beweerden de bijbel te geloven en te vertegenwoordigen en vóór Gods koninkrijk te zijn, doch zij verwierpen het volkomen en gingen tegen de bijbelse beginselen in. Zij vergoelijkten de politieke kuiperij van de regeerders en hechtten hun goedkeuring daaraan, zelfs al wisten sommigen van hen dat de bijbelse „tijden der heidenen” geëindigd waren. Ook al wisten zij dat het tijd was voor een verandering in het bestuur der wereldaangelegenheden, toch hielden zij vast aan het systeem van een door mensen geregeerde wereld. Bijgevolg weigerden de wereldheersers het einde van de „tijden der heidenen” in 1914 te erkennen en hun soevereiniteit op aarde af te staan aan Gods opgerichte hemelse koninkrijk. Zij gaan met deze handelwijze voort, terwijl de geestelijken van de christenheid steeds verder van de bijbel afdwalen, juist in de tijd dat over de gehele wereld het opgerichte Koninkrijk door Jehovah’s getuigen op een zeer in het oog vallende wijze wordt verkondigd. Al dezen, zowel de geestelijken als de politici, zijn op de hoogte van de politieke corruptie en het geïntrigeer dat er plaatsvindt. Toch verkiezen zij zelfzuchtig dat de mensen op hun regeringen blijven vertrouwen in plaats van Gods soevereiniteit te erkennen en de mensen in die richting te leiden. God heeft hun de gelegenheid gegeven hem te erkennen, doch zij hebben geweigerd, en hij gebruikt thans krachtiger maatregelen jegens hen.
BEELDENAANBIDDERS GEWAARSCHUWD
11. Hoe werd er in 1919 al gewaarschuwd tegen de verkeerde handelwijze van de wereldleiders de Volkenbond aan te bevelen?
11 Dat God niet onrechtvaardig jegens deze mensen heeft gehandeld, doch hen in kennis heeft gesteld en gewaarschuwd, wordt door de volgende feiten aangetoond: Te Cedar Point, in de Amerikaanse staat Ohio, zei de president van het Wachttorengenootschap op 7 september 1919 in zijn openbare lezing:
„Het misnoegen van de Heer zal de Bond echter stellig bezoeken, omdat de geestelijken — katholiek en protestant —, bewerend dat zij Gods vertegenwoordigers zijn, van zijn plan zijn afgestapt en de Volkenbond hebben aanbevolen, die zij begroet hebben als een politieke uitdrukking van Christus’ koninkrijk op aarde.” — The Watch Tower van 1 oktober 1919, de bladzijden 292b, 298a.
12. (a) Hoe werd in 1921 een duidelijk begrip van het „wilde beest” en het „beeld van het wilde beest” uit Openbaring gegeven? (b) Naar welk bijbelse voorbeeld werd in 1922 verwezen als een afbeelding van de christenheid?
12 Vervolgens bevatte The Watch Tower in zijn uitgave van 1 januari 1921, op de bladzijden 10-15, een uitleg van de beesten en het beeld van het wilde beest, zoals deze in Openbaring, hoofdstuk dertien, worden voorzegd. Terwijl men hiervóór meende dat de beesten en het beeld als religieuze, geestelijke systemen opgevat moesten worden, zag men ze thans als de afbeelding van politieke organisaties, en de Volkenbond werd geïdentificeerd als het voorzegde „beeld van het wilde beest”. Als climax van de waarschuwing sprak de president van het Wachttorengenootschap op 8 september 1922 tijdens het tweede congres van Jehovah’s volk in Cedar Point over de tekst „Het rijk der hemelen is nabij” (Matth. 4:17, PC), en behandelde ook Jesaja hoofdstuk zes. Deze toespraak vermeldde uitvoerig hoe koning Uzzia van Jeruzalem de autoriteit die God hem had gegeven, overschreed en onwettig trachtte de positie van priester te bemachtigen en op zich te nemen door wierook in de tempel van Jehovah te offeren. Om deze reden werd hij met ongeneeslijke melaatsheid geslagen en tot zijn dood in 774 v.G.T. bleef hij in die toestand. In deze toespraak vestigde de president van het genootschap, J. F. Rutherford, de aandacht op het melaats worden van Uzzia en toonde aan dat Uzzia een voorbeeld van de christenheid was. Verwijzend naar de steun die de christenheid aan de Volkenbond gaf in plaats van aan Gods koninkrijk, zei hij vervolgens:
„Zo ontkenden zij de komst van de Heer en zijn koninkrijk om de mensheid te zegenen, en verbonden zich openlijk met het plan van de duivel, en trachtten dit vervolgens godslasterlijk voor het aangezicht van de Heer te offeren. Evenals in het geval van hun voorbeeld Uzzia, verscheen de melaatsheid onmiddellijk op de denominaties [van de christenheid]. Zo worden wij in staat gesteld de tijd van de vervulling van Jesaja’s visioen vast te stellen.” — The Watch Tower van 1 november 1922, bladzijde 335.
13. De beschouwing van welke schriftplaats en welke openbare lezing legde er bij Jehovah’s dienstknechten de nadruk op hoe zij er verantwoordelijk voor waren de ontmaskering van het „beeld van het beest” aan de mensen bekend te maken?
13 In deze toespraak vestigde Rutherford eveneens de aandacht op Jesaja 43:8-12, om aan te tonen dat ware christenen Jehovah’s getuigen zijn. Op zondag 12 september sprak hij de vergadering toe over het onderwerp „Miljoenen thans levende mensen zullen nimmer sterven”. Nadien werd door degenen die daar bijeenvergaderd waren een resolutie, getiteld „Een uitdaging aan de wereldleiders”, aangenomen. Ze deed een beroep op alle volken, Gods koninkrijk te erkennen en te aanvaarden, en ze ontmaskerde de trouweloosheid van de christenheid, die een vervangingsmiddel, de Volkenbond, had aanbevolen. Jehovah’s getuigen wisten dus thans dat zij beslist getuigen moesten zijn en deze boodschap naar de mensen moesten brengen. Zij voelden zich gedrongen dit te doen.
GEVOLGEN VAN DE EERSTE PLAAG
14. Hoe namen Jehovah’s dienstknechten deel aan het uitgieten van de eerste plaag en wisten zij dit destijds?
14 Door leiding te verschaffen aan het verstandelijk begrip dat Jehovah’s opgedragen volk over hun opdracht het Koninkrijk op zo groot mogelijke schaal bekend te maken, bezat, en door de proclamaties die zij deden te leiden, maakte de eerste van de zeven engelen in de hemel het duidelijk dat hij bezig was de eerste schaal naar de aarde uit te gieten. (Het is echter interessant op te merken dat de aardse Koninkrijksverkondigers destijds niet begrepen dat zij een aandeel hadden aan de vervulling van de profetie uit Openbaring over de plagen.) God heeft de wereldleiders gewaarschuwd, hetgeen zij genegeerd hebben, en thans uit hij zijn toorn tegen hen; de schalen moeten uitgegoten worden. De eerste plaag openbaart dat hij ten opzichte van hen het standpunt inneemt dat zij geestelijk getroffen zijn door een schadelijke en kwaadaardige zweer die ongeneeslijk is. In Gods ogen zijn zij melaats.
15. (a) Welke reactie komt er van de wereldleiders als de eerste plaag wordt aangekondigd? (b) Toon aan dat Gods toorn in verband met de eerste plaag een letterlijke uitwerking heeft op de symbolische „aarde”.
15 Wanneer wereldomvattend de boodschap wordt aangekondigd die veeleer Gods toorn dan zijn zegen over hun politieke krachtsinspanningen onthult, doet dat deze leiders pijn en ondergaan zij daardoor lijden. De geestelijken, vooral die van de christenheid, hebben het uitgeschreeuwd en hebben gehuild om hetgeen bekendgemaakt wordt, en tot op dit huidige tijdstip hebben zij getracht er een eind aan te maken. In vele gevallen hebben zij de regeerders ertoe gebracht handelend op te treden. De plaag doet hun symbolisch dus evenveel pijn als de plaag in het geval van koning Uzzia hem fysiek pijn deed. De gevolgen ervan voor hun machtspositie zijn ook bepaald aanwezig; de engel zorgt ervoor dat Gods toorn krachtig en doeltreffend ten uitvoer wordt gebracht (Ex. 9:9-11; Lev. 13:18-27, LXX). De gevolgen van deze plaag op de aarde, dat wil zeggen, op de meer stabiele, politieke elementen, bestaan hierin dat zij gekwetst worden en gekwetst blijven worden tot op deze dag, waarin koloniale rijken als het Britse, Nederlandse, Franse en Portugese rijk verbroken worden en de geest van het nationalisme en de aanbidding van de staat de aarde teistert en het lidmaatschap van de Verenigde Naties tot 117 naties uitgroeit.
16. Is de hevigheid en de omvang van de eerste plaag, vanaf het ogenblik waarop begonnen werd met het uitgieten ervan, toegenomen?
16 De eerste plaag van Openbaring blijft in hevigheid toenemen, en meer en meer getuigen van Jehovah verspreiden deze inlichtingen die de zwerende toestand van de wereldleiders aan de volken der aarde blootleggen. In 1958 werd op vierentwintig vergaderingen van Jehovah’s getuigen rond de hele wereld door in totaal 454.977 congresgangers een resolutie aangenomen. Daarna werd de resolutie afgedrukt in het tijdschrift De Wachttoren, dat destijds een oplaag van 4.200.000 exemplaren had. Door deze en veel omvangrijker aankondigingen wordt sindsdien de geestelijk onreine, melaatse toestand van de symbolische „aarde” voor oprechte waarheidzoekende personen aan de kaak gesteld.
17. (a) Bestaat er enige hoop voor iemand die thans door de plaag wordt getroffen? (b) Hoe kan iemand vermijden erdoor te worden getroffen?
17 Natuurlijk heeft een ongeneeslijke, kwaadaardige zweer ten slotte de dood tot gevolg. Indien men tot de mensen mocht behoren die met kwaadaardige zweren zijn geslagen, is de enige wijze waarop men genezing kan vinden, zich individueel tot God en zijn koninkrijk te keren en de voordelen van een geestelijke gezondmaking door God, te ontvangen. Wat de mensen in het algemeen betreft, ook zij kunnen individueel vermijden door deze zwerende toestand besmet te worden, door hun aandacht op Gods Woord te richten, door naar zijn koninkrijk op te zien en dit te ondersteunen en door het aan anderen bekend te maken. God zal zulke personen als geestelijk gezond beschouwen en zij kunnen tot de vele thans levenden behoren die nimmer zullen sterven en die Gods rechtvaardige nieuwe ordening zullen binnengaan nadat zijn koninkrijk allen heeft weggenomen die van Gods standpunt uit bezien geestelijk vol zweren zitten en melaats zijn. Het beeld van het wilde beest zal verdwenen zijn, en fysieke gezondheid zal voor de gehele gehoorzame mensheid dan gepaard gaan met geestelijke gezondheid.
De volgende zes plagen van Openbaring, hoofdstuk 16, zullen in volgende uitgaven van De Wachttoren beschouwd worden. Zie ook „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules!, bestaande uit 702 bladzijden, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society, Brooklyn, New York.
[Voetnoten]
a Zie het boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules! uitgegeven door de Watchtower Bible & Tract Society, Brooklyn, N.Y., de bladzijden 506-511; ook De Wachttoren van 1 oktober 1966.
[Illustraties op blz. 92]
Volkenbond
Verenigde Naties